Echtscheiding. met Paard en Narreslede. HET IJSVERMAAK OP DE MAAS WATERSNOOD. k f 1.50. zij dikwijls, om hare herhaalde afwezigheid van eenige weken te verontschuldigenvoor de noodzakelijkheid om hare familie te Halifax te bezoeken; wat den heer Beardsley aangaat, hij schijnt zich weinig bezig gehouden te hebben rnet de reizen zijner vrouw. De zaken zouden op dien voet lang hebben kunnen voort gaan als niet een vriend van den heer Beardsley, die doctor Mahan kwam consulteren, in mevrouw Maban de echtgenoot van zijn vriend had herkend en dezen daarvan kennis gege- geven had. De heer Beardsley vroeg echtscheiding en bragt eeu aanklagt wegens echtbreuk in tegen zijn vrouw en doclor Mahan. Toen deze laatste, ten einde zich voor elke vervol ging te vrijwaren niet aarzelde het bewijs van zijn huwelijk overteleggen, bragt het openbaar ministerie tegen mevrouw Beardsley een aanklagt wegens bigamie in. Ter terechtzitting toonde mevrouw Beardsley zeer groote koelbloedigheid. Formeel herkend door doctor Mahan en door pastoor Malowe, die het huwelyk had ingezegend, beeft zij standvastig beweerd het slachtoffer te zijn van een gelijkenis en nooit, noch den heer Mahan, noch pastoor MaloWe te hebben geziener bij voegende dat zij niet schuldig kon zijn aan beide misdaden tegelijk en datals zij schuldig was aan bigamie, zij geen echtbreekster kon zijn en vice versa. Haar verdediger, Mr. Bustent, is denzelfden weg gevolgd; hij heeft ontkend dat mevrouw Beardsley en mevrouw Mahan dezelfde persoon waren, en hij heeft volgehouden dat, zelfs wanneer het feit van het tweede huwelijk vaststond en wezen lijk de misdaad van bigamie daarstelde waarvan zij beschul digd werdniettemin geen vervolging tegen haar kou worden ingesteld, daar zij sints meer dan een jaar in de magt van haar tweeden echtgenoot was, termijn, welke volgens de wet de verjaring daarstelde. Deze verdediging heeft de zaak gewonnenen de rechter Lott heeft de beschuldigde ontheven.van de aanklagt van bi gamie, tegen haar ingebragt. Wat het feit van echtbreuk aan gaat, heeft de rechter beslistdat de echtgenooten Beardsley elkander op dat punt niets te verwijten hadden. Premotiën aan de Leldsche Hoogeschool. 16 Januarij. - In de rechten: de heer B. Mulder van Al melo op theses. (Th. XXXI luidt: Tributum quod dicitur Patentbelasting principiis Oeconomiae Politicae repugnat). Advertentiën. Al degenen die iets te vorderen heb ben van of verschuldigd zijn aan den boe del en nalatenschap van Mejufvrouw MA RIA VAN DIEMEN, particuliere, gewoond hebbende aan den Hoogen Rijndijk, onder Hazerswoüdeen op II November 1860 binnen de Gemeente Veur overleden, ver voegen zich voor 15 Februarij 1861 hetzij in persoon of met vrachtvrije brieven ten Kantore van den Notaris ROERING, te Leidschendam. Uit een Vonnis, gewezen door de Arron- dissements-Regtbank te Leidenop den der- dertienden November 1800 zestig, blijkt, dat daarbij tusschen ANNA GERARDA CHRISTINA VAN VEEN, zonder be roep, verblijf houdende te Amsterdamals eischeresse, en haren Echtgenoot JOHAN NES DE GRAAFF, wiens tegenwoordige woon- of verblijfplaats onbekend is, als ge daagde, ECHTSCHEIDING is uitgespro ken, met alle de gevolgen van dien. Voor extract conform, Mr. C. A. BOONACKER, Procureur. [Kosteloos.] Op Vrijdag 18 Januarij 1861, des 's morgens ten 12 uur, op den Rijn, tusacheu HAZERIVfOUOE en KOUDEKERK* in de nabijheid der Hazerswoudsche Brug. Prijs en Premie worden finaal vereerd. Hazerswoüde en Koudekerk, 16 Januarij 1861. A. VAN DIEST, Az., C. J. PAPÓT, J. VAN EGMOND, Th. VAN DER HEIJDEN^ Heeren Liefhebbers, worden verzocht des voormiddags ten 11 uur, met hunne Paarden op de Stalling te zijn van A. VAN DIEST Az., aan den Rijndijk onder Hazerswoüde. rvn> BURGEMEESTER en WETHOUDERS der Gemeente Leiden zijn van meening, in het bijzijn der Commissie van Fabricage, in het openbaar aan te besteden: En zulks op het Raadhuis binnen ge melde Gemeente, op Maandag 21 Januarij 1861, des middags ten 12 ure. Zullende de Bestekken van heden af, dagelijks (uitgezonderd des Zondags) ter Rekenkamer dezer Gemeente ter lezing liggen, van 's voormiddags ten tien tot 's na middags ten een urealsmede aan de Stads- Timmerwerf, van 's voormiddags ten tien tot 's namiddags ten vier ureterwijl door den Stads-Architect de verlangde ophelde ringen en aanwijzingen zullen worden ge geven. TE ROTTERDAM. Zes Platen met Bijschriften van t. van westrheene, wz., j. herman de redder, w. j. van zeggelen, j. brester, az., g. van reijn en richard. A. W. SYTIIOFF. Kasteleins. Eenige veranderingen aan het School- gebouw langs den Vrouwekamp. OP NIEUW UITGEGEVEN TEN VOORDEELE VAN DEN Door velen en op velerlei wijze wordt er krachtig hulp geboden bij den rampdie een gedeelte van ons vaderland getroffen heeft. Kleedeven en voedsel en brandstof, geld om in grooteren voorraad dit alles te koopen, worden nog ter ieder uur door kommis- siëu of aan Dagblad-bureaux ontvangen. Reeds stijgt de dank van een aantal geredden en beweldadigden naar boven, en zij, die ter hulpe zoo volvaardig toesnelden, zij mo gen 't gevoelenwat groote zegen 't is te kunnen gevenwat weemoedige blijdschap 't schenkt, naakten te kleeden en hongerigen tc spijzen! Trouwens wij Nederlanders, we weten 't, wat verschrikkelijke beteekenis er in *"t woord Watersnood ligt; we weten 't, al werden wij persoonlijk tot nog toe gespaard, hoe vreeslijk en ontzettend 't gelui der noodklok zich doet hooren in den kouden akeligen winternachthoe de vloeijende ijsmassa welt en zwelt en in dikke golven over de landen zweepthoe de scherpe schotsen met ongekende kracht de dijken verscheuren en doorborenwe hooren dien angstkreet, dat gillen der wanhoop onzer medemenschen en 't akelige gesteun en ge loei van 't- verdrinkende vee! En omdat wij 't weten, en omdat wij erkennendat we gespaard zijn boven velen, dringt liefde en dank ons tot hulp en bijstand; en grijpen we elk middel aan tot bereiking van dit goede doel. De uitgevers van het Ijsvermaak te Rotterdam zijn op het denkbeeld gekomen, om dat Ijsvermaak te doen strekken tot leniging der rampen door de overstrooming ver oorzaakt. De opbrengst zal dadelijk worden overgemaakt, na aftrek der kosten. Mogt niemand ons te vergeefs doen aankloppenweinigen zullen zich behoeven te onthouden om ook op deze wijze wel te doen en de bron milder te doen vloeijen, die leven en troost moet schenken aan de zoo zwaar beproefde watersnoodlijdcrs.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1861 | | pagina 3