Buitenlandsch JNieuws. H. M. de Koningin neemt steeds in beterschap toe, doch moet nog hare kamer houden. Koppermaandag, feest der boekdrukkers- en binders gezellen. Het woord is afgeleid van coppekop of drinknap, welke op vrolijke feesten plagt gebruikt te worden; men noemde copperenelkander den kop of drinknap toebrengen; en van hier werden de gildebroeders copperckens genoemd. Oudtijds noemde men dezen dag ook Verloren Maandagwaarop men niet werkte, waardoor dus die dag voor den arbeid verloren was. Bij de Gelderschen droeg hij ook den naam van Raas maandag naar de uitbundige vrolijkheidwelke dan uit onma tig drinken ontstond. De Typographische Vereeniging Laurens Jansz. Coster hield op Koppermaandag 11. haar zevende jaarfeest in de Stads- Gehoorzaal, waarvan haar het kosteloos gebruik door den Ge meenteraad welwillend was afgestaan. Reeds tijdig was de groote zaal door de leden met hunne familie en uitgenoodigden gevuld, terwijl te zeven uur eenige patroons, donateurs en eereleden zich in de kleine zaal vereenigdenom als in fees- telijken optogt onder het spelen van het orchest zich naar de smaakvol versierde zaal te begeven, aan welks einde een tooneel was opgeslagen, dat in het frontispice het koninklijk wapen vertoonde terwijl aan weerszijden de buste van Cos- ter en de banier der Vereeniging waren geplaatst. De Bur gemeester benevens de HH. StoffelsHubrecht en Kluit, als Vertegenwoordigers van de Stads Regering, gaven een blijk van hunne belangstelling in de Vereeniging door hunne tegenwoordigheid. Nadat de feestmarsch was geëindigddeed de Voorzitter L. van Nifterik Hz. een beknopt en zaakrijk ver slag van de lotgevallen der Vereeniging gedurende het afge- loopen jaar, waaruit bleek, dat het getal donateurs met zes vermeerderd was en het getal leden op 69 was gebleven, ter wijl wederom ondersteuning was verleend aan zieke leden en aan de weduwe van een lidofschoon de uitgaven te dier zake een derde minder waren dan 't vorige jaar. 't Scheen verdèr in de bedoeling van het bestuur te liggen om de op- rigting van een weduwenfonds te beproeventen einde in voor komende gevallen de ondersteuning zooveel mogelijk gelijk- matig en billijk zou zijn. De leden hieven daarop een feest lied aan uit de verzameling van feestzangenwaarvan ge drukte exemplaren werden rondgedeeld. Hierop werd door een viertal leden opgevoerd het tooneelstuk in twee bedrijven geti teld: Een lankbillet van duizend gulden. - Een ieder, die tegenwoordig was, zal gereedelijk toestemmen, dat de uitvoe ring alles overtrof, wat men daarvan zou kunnen verwachten. De rol van Doris werd met de meeste juistheid vervuld en getuigde van een degelijke opvatting der opgenomen taak. - Judels had gewis zich over die vervulling verbaasd. Op een bewonderenswaardige wijze voldeed een jeugdige stadgenoote aan de eischen van beschaafde en zedige manieren, die men mag doen aan haar die den rol van Frederika op zich nam, en evenzeer moet met lof van de overige tooneelspelers wor den gewaagd, die in meerdere of mindere mate toonden doordron gen te zijn van den aard der rollen, die zij te vervullen hadden. Het geheel getuigde van de onvermoeide sorg van het be stuur en van den goede wil der leden, om het feest der Ver eeniging werkelijk opteluisteren. - Zeer veel lof verdient de goede orde en stilte, die er gedurende de tooneclvoorstelliug heerschte, die toch met een kleine tusschespozing meer dan drie uren heeft geduurd. Na zulk een rusttijd was het geen wonder, dat zich het verlangen openbaarde tot meerder le vendigheid en het daarop gevolgd bal droeg de blijken van een betamelijke uitspanning en van een prijzenswaardige har monie. Die harmonie bleek ook te bestaan tusschen patronen en werkliedentoen de Vereeniging zich begiftigd zag met een smaakvol met zilver versierde voorzittershamer, waarmede een der patronen een doorslaand blijk gaf van ^ijne belangstelling in het geluk, het genoegen en de eensgezindheid, die uit zulke Vereenigingen kunnen voortspruiten. - En in waarheid, aan den Koppermaandag- op welken dag sommige gilden ge woon waren zich onderling vrolijk te maken, - mag wel de herinnering verbonden worden van de heilzime strekking, die in meer dan een opzigt de gilden konden uitoefenen op de bekwaamheidde zedelijkheid en den bloei van den handwerk- stand. Gewoonlijk worden nuttige instellingen afgeschaft, om een einde te maken aan de misbruiken die er uit voortvloei den en niet zelden wordt met het onkruid ook tarwegraan uitgeroeid of maait een onvoorzichtige hand ook met doornen en distelen weg wat behouden, opgekweekt en veredeld ver diende te worden. Bijzondere Vereenigingen, die ten doel heb ben onder de fabriek- en handwerkstanden kenniswelvaart en zedelijkheid te bevorderen en door wijze spaarzaamheid bijeentebrengen wat den ongelukkigen hulp en bijstand kan bezorgen, zijn altijd in haar beginsel en werking verre te verkiezen boven alles wat door het gezag wordt ondernomen. Ontdoe de instelling der gilden van al wat tot monopolie leidt en men vindt in zulke vereenigingen een hoogst lof waardig doel. 't Is ook in dit opzigt waar: God helptdie zich zeiven helpen en als de band tusschen werklieden onderling en die hen met hunne patronen verbindt uit zulk een stof geweven wordt, dat schering en inslag blijkt te zijn ware philantrophie- dan zal eene maatschappij op welvaart en ze gen kunnen rekenen. De Typographische Vereeniging Laurens Jansz. Coster bloeije meer en meer, vinde edelmoedige do nateurs bij toeneming en strekke tot voorbeeld van navolging onder allerlei takken van fabriek- en handwerknijverheid. Bij den heer Stoffels is onder het Postmerk Leiden ont vangenvoor het Werkhuis, een bankbillet groot vijf-en-twintig gulden den gever zij dank, zijn voorbeeld vinde navolging. Daar het gewis velen onzer Lezers, en vooral tegenwoordig aangenaam zal zijn kennis te dragen van den dagelijkschen stand van den thermometer, maken wij te gaarne van een vriendelijk aanbod gebruik om niet hiervoor eene kleine plaats in te ruimen. Nadat de thermometer van Fahrenheit eergister den 6en dezer 's avonds ten 5 ure 12° teekende was die ten 8 ure weder tot 18° gerezen, ten 10 ure teekende hij 21°, en te mid dernacht 23°. Gisteren, den 7cn teekende hij 's nachts ten 3 ure nog 23°, ten 5 ure echter weder 18°, 's morgens ten 8 ure 16°, s' middags ten 12 ure 16°, ten 5 ure 11°, terwijl te 8 en 10 ure de kwik tot op 5° gedaald wasen te mid dernacht weder 6° aanwies. Heden ten 3 ure teekende hij 7°, heden morgen ten 5 ure 8°, ten 8 ure 7°, ten 12 ure 13° en ten 4 ure weder 12°. Parijs heeft op dit oogenblik op twee verschillende pun ten veel te lijden van overstrooming. Bij de barrière de la Rapée, zoowel als op andere plaatsen in den omtrek, ligt al les onder water. Op de hoogte Ivry en Mairsons hebben een aantal bewonors wegens het steeds wassende water hunne huizen moeten verlaten. Ook langs de Aisne, Oise, en ande re rivieren vreest men voor overstroomingen. Op tweeden Kersdag heeft een Russisch fregat het anker voor Gaëta geworpen. Het zal door een tweede fregat en een korvet worden gevolgd. Ten gevolge van het regterlijk onderzoek in de zaak betreffende den moordgepleegd op den heer Poinsotzijn omtrent Jud, den vermoedelijken dader, nog de volgende bij zonderheden aan het licht gekomen. Nadat Jud den 16en September in den spoortrein den Rus- sischen majoor Heppi beroofd en uit den waggon geworpen had, was hij naar Ferrette gegaan, alwaar hij intrek nam in een logement en zijn tijd meest doorbragt met op de jagt te gaan. Daar hij tevens op een ruimen voet leefde en men toe vallig tot de ontdekking kwamdat hij geene middelen bezat, werden er ten zijnen aanzien in stilte nasporingen gedaan, ten gevolge waarvan het bleekdat hij vroeger wegens dief stal door den krijgsraad te Oranin Algerie, tot twintigjari gen dwangarbeid veroordeeld was. Nadat hij daarop den 27en November gearresteerd was, vond men bij hem een aantal voorwerpen en papieren van den genoemden majoorbenevens drie paspoorten. In weerwil van eene buitengewoon strenge bewaking gelukte het hem evenwel reeds kort daarna uit de gevangenis te ontsnappen, zonder dat men hem weer in han den kon krijgen. Tot eene enkele proeve van de wijze waarop hij som3 te

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1861 | | pagina 2