N°. 260. Woensdag 2 Januarij. A0. 1861. De bezoldiging der inlandsche hoofden. LEIDSCH DAGBLAD. De prijs der Advertentiën is voor eiken regel Zes Cents, behalve 35 Cents zegel recht, voor elke plaatsing. Afzonderlijke Nommers Vijf Cents. Deze Courant verschijnt eiken dag, be halve Zon- en Feestdagen, en kost voor Leiden 1.95 eD franco per post 2.80 in de drie maanden. Spoortreinen van Leiden naar 's Gravenhage, Delft, Schiedam en Rotterdam te 10 u. 6 m.; 12 u. 58 m.; 6 u. 3 m.; 9 n. 13 m. Naar Haarlem en Amsterdam te 8 u. 47 m.; 1 u. 3 m.; 4 u. 47 m.; 7 u. 57 m. Postbusligtingën aan de Lakenhal, Katoenfabriek en op de Nieuwstraat:'smorgens te7 u. 55 m.,'smiddag9 te 12 a.,'snamiddags te 3 u. 45 m., 'savonds te 8 u. 10 m. Oost-Indische Landpost. Over Southampton, l en 17; over Triëst, 6 en 22; over Marseille9 en 25 van elke maand. Rijks-Telegraaf. Werkdagen van 912 en van 27 uur. Zondag van 27 uur. Spoorweg-Telegraaf dagelijks van 891 uur. Zittingen van het Gemeentebestuur. Gemeenteraad, op onbepaalde tijden. - Burgemeester en WethoudersMaandag en Donderdag te 11 uur.- Commissie van Fabricage, Dingsdag te 12 uur. - Burgemeesterdagelijks te 10 uur. - Bureau der Plaatselijke Secretarie is open dagelijks van 104 uur. - Thesaurie, dagelijks van 10—2 uur. —De Gemeente-Architect is te spreken te zijnen huize op den Ouden Singel, 'smorgensvan 910 uur. Kantoor der Plaatselijke Accijnsen, dagelijks van 8—1 uur en van 36 uur; der In- en Uitgaande Rechten en Accijnsen dagelijks van 91 uur en van 36 uur; van 'sRijks Directe Belastingen, Maandag, Dingsdag, Woensdag en Donderdag van 9—2 uur; van Zegel, Registratie dagelijks van 84, van de Hypotheken en het Kadaster, van 94 uur. Het is een algemeen bekende zaak dat de kleinere inland- scbe hoofden - van pateh tot mantrie - het grootste gedeelte van hun inkomen trekken uit knevelarijen ten laste der be volking. De gebeurtenissen in Cheribon zijn daar om het te bewijzen voor wie er nog aan twijfelen mogt. En even algemeen bekend is de reden van dit verschijnsel. Het is niet de slechte geaardheid der hoofden, maar de ka righeid hunner bezoldiging die er de schuld van heeft. Hoe wil men dat een wedhono eerlijk blijve, en tevens van 60 of 65 's maands zijn rang ophoude met alles wat het lands gebruik daaraan verbonden heeft? Even als een raad van In- dië met 1000 's maands armoediger zou leven dan een tweede commies met 220kan ook een districtshoofd slech ter toekomen met 60 dan een landbouwer met ƒ10 's maands. Geen zaakkundige zat dit betwisten. Ook de Regering betwist dit niet. Zij weet dat de beloo ningen van inlandsche ambtenaren ontoereikend zijn voor hun behoeften. En wist zij het niet, dan behoorde zij het te we ten, want aan goede voorlichting op dit punt heeft het haar niet ontbroken. Niet slechts opposanten en dagbladschrijvers, maar haar eigen dienaren, residenten en assistent-residen ten, hebben er haar voortdurend en met aandrang op ge wezen. En wat was het gevolg hiervan Een betere regeling dezer zaakgelijk men had mogen verwachtenwaardoor aan de bevolking en de hoofden beide een onschatbarej weldaad be wezen zoude zijn Neen. De residenten ontvingen een geheime aanschrijving, waarbij hun verboden werd de Regering langer op het feit te wijzen! Tegen die hatelijke waarheid, welke men niet tegen spreken of uit den weg redeneren konde, werd het laatste redmiddel gebezigd dat aan het despotisme ten dienste 3taat: men gelaste haar te zwijgen. Maar gelijk de aarde draait, niettegenstaande de pijnbank Galileï tot den beroemden mein eed van haar stilstaan dwong, even zeker is het - of resi denten al dan niet het schrijven - dat de knevelarij der Ja- vaansche bevolking door haar hoofden een element uitmaakt van ons beheer, en als voorgeschreven wordt door de eischen van het batig saldo. Hieruit vloeit noodwendig voort, dat zij in den regel niet gestraft kan worden. Zoolang de bevolking niet te luide klaagt, en de belangen van partikulieren niet in het spel komen laat men oogluikend toe wat men weet niet te kunnen ver hinderen. Enkelen die wat verder gaan dan de verfoeijelijke gewoonte medebrengt, of die te doen hebben met wat lasti ger sujetten dan hunne ambtgenootenworden tot voorbeeld gesteld en uit hun betrekking ontslagen. Even als in het oude Sparta wordt alleen de onhandige dief gestraft, doch de meer schrandere geprezen en bevorderd. Uiterst zeldzaam wordt tegen een inlandsch hoofd ter zake van knevelarij een straf vordering ingesteld, en ook dan wordt hij meestal vrijgespro ken door een rechter, die zeer goed weet dat de beschuldiging niet ernstig gemeend kan zijnomdat de beschuldigde niet anders gedaan heeft, dan zich in het genot te stellen van wat hij als de natuurlijke emolumenten zijner betrekking geleerd heeft te beschouwen. Met opzet zeggen wij: geleerd heeft. Vooreerst door het al- gemeene voorbeeld van zijn voorgangers en tijdgenooten. Wij hebben teregtzittingen bijgewoond, waarin een van 25 of 50 uit den hoop genomen afzetterijen beschuldigde Wedhono ze alle volmondig erkende, maar beweerde dat hij niets kwaads gezien had in wat in zijn district van tempo dholo hier had plaats gegrepen. De getüigen - de aanklagers - waren het hieromtrent volmaakt eens, en konden geen enkele reden ge ven waarom zij juist nu tot een aanklagt waren overgegaan. De beschuldigde werd vrijgesproken en wie durft het laken Doch ook uit ar.dere omstandigheden moet een distrikts- hoofd opmaken dat het de bedoeling van het Gouvernement niet kan zijn, dat hij zich tevreden stelle met zijn wettige bezoldiging. Zoo betaalt hij voor een bendy (een gewoon rij tuigje) die hem dikwijls onmisbaar is, een belasting van ƒ50 'sjaars, bijna zijn inkomen eener maand. Zou men die be lasting van hem vorderenen hem met zijn gezin gedurende een maand tot hongerlijden doemenzoo men niet begreep en zwijgend goedkeurde dat hij andere ressources had? Zoo mag een Inlandsch hoofd beschikken over acht man daags om gras voor zijn paarden te snijdenen vier man om brand hout voor hem te kappenin welke verhouding staat zulk

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1861 | | pagina 1