Binnenlandsch Nieuws. kenkunde en verkreeg, daartoe aangemoedigd, na een loffe lijk afgelegd examen, het diploma der Koninklijke Academie van beeldende kunsten te Arasterdam. In onzen tijd begint men zich minder met die illusiëu optehoudendie vrij alge meen waren ten aanzien der beweerde waarde van een al dan niet officiële keuring en uitdeeling van graden. Men hecht waarde aan practische resultaten en de levensschets van den heer F. H. doet veel meer af tot zijn waardering, dan al die bluf van het Belgische conservatoire, waartoe Dr. C. L. gewis de eerste wanklanken heeft doen hooren in den boe zem der vergadering van HH. Commissarissenwaardoor de stem verdoofd of overschreeuwd werd van hen die, meer prac- tisch van aard en minder zich in illusiën bewegende, het ge voelen voorstonden, dat er binnen Leiden weltigt te vinden was, wat men van elders wilde ontbieden, Is het bij dien eisch van bekwaamheid tot het geven van grondig, veelzijdig en methodiek onderricht gebleven? Er waren ook billijke eischen van zedelijkheid, beschaafd heid en veerkracht, om te staan boven of welligt. tegen over het aanwezig onderwijzerspersoneel. Niet ten onrechte bestempelde men het verlangen van een bekwaam Directeur met de eigenaardige uitdrukking van te willenvijf pooten aan een schaapZou het niet mogelijk zijndat er zijdelings pogingen aangewend zijnom zulk een man te zoeken onder heu, die zich niet hadden aangemeld? Men heeft gekozen en moeten kiezen uit een personeeldat zich aanmeldde en welligt meer bekwame zou hebben geteldindien men niet wistdat de mededinging met een bekwaam onderwijzer, als waarvoor de heer Wetrens in de muziekwereld bekend staat, een groot bezwaar opleverde, om binnen Leiden een behoor lijk bestaan te vinden. - Wij verklaren ons nader, want welke waarborgen werden door Commissarissen gegeven tegenover de eischen die gedaan zijn Z. M. heeft den heer Mr. J. T. Buys met den 1 Jan. 1861 voor den tijd van drie jaren op nieuw benoemd tot secretaris van het collegie voor de zeevisscherijen - en den 2en luitenant J. Lauer, van het 2e reg. inf., in zijn rang en ancienneteit overgeplaatst bij het wapen der inf. van het leger in Oost-Indië. -Z. M. heeft heden Woensdag ten 10 uur in een bijzon der gehoor ontvangen den voorzitter en al de leden van de Eerste Kamer der Staten-Generaal. Aanstaande Donderdag 20 dezer zal de Minister van Staat en van Financiën en a. s. Zaturdag 22 dezer de Mi nister van Binnenlandsche Zaken geen audiëntie geven. In de Dingsdag gehouden Zitting van den Gemeenteraad te '9 Hage i9 na discussie met 22 tegen 8 stemmen afwijzend beschikt op het adres van eenige ingezetenen tot stichting eener nieuwe concertzaal; en is met 16 tegen 14 stemmen beslist, dat als de finantiën dit toelaten later van wege de gemeente zal worden overgegaan tot stichting van een gebouw tot het houden van vereenigingenmuziekuitvoeringen, ten toonstellingen en feestenvan welken aard ook. - De Belgische Minister van Binnenlandsche Zaken heeft aan Mevr. van Ollefen da Silva een fraaije gouden medaille met een vleijende missive doen ter hand stellen, als een hulde voor de wijze, waarop zij in der tijd door hare medewerking de Belgische volksfeesten heeft opgeluisterd. Aan boord van het te Rotterdam liggende schip Com missaris van der Heirngezagv. van Zanten, zal nog embar- queren de officier van gezondheid der 3e klasse van het leger in Oost-Indië A. F. Prijn om met gemelden bodem naar Java te vertrekken. Een bejaarde dame, Mevr. de Wed. C., wonende op de Heerengracht te Amsterdam, had ten gevolge van een stoof waarin zich vuur bevondhet ongelukdat hare kleederen vlam vatteden en, zich alleen te huis bevindende, ijlde zij naar de straatdeur, waardoor de vlam nog meer werd aange blazen. Zij is, in weerwil van spoedige hulp, zoodanig met brandwonden overdekt, dat zij den volgenden morgen ten gevolge daarvan onder hevige smarten overleed. De Arnhemsche Courantde nederlaag ven den Minister Rochussen besprekendezegt daarvan //Wat had de heer Rochussen gedaandat niet tienmaal erger door den heer van Hall gedaan was? Kon de Kamer hem verkwisting van landsgeldenverwaarloozing van lands belangen voorwerpen? terwijl zij zelve 10 millioen zonder spe cifieke verantwoording aan de voorbereidende werken der spoorwegen verspilde en bijna 22 millioenen alléén voor Oor log en Marine in het moederland voteerde Wij hebben slechts één verschil kunnen ontdekken in de oppositie tegen den Mi nister van Finantiën en in die tegen den Minister van Kolo niën. De politiek van den eersten werd gebrandmerkt als on zedelijk, aan den laatsten verweet men alleen onbekwaamheid. Ligt hierin het motief? Was het een bewijs van persoonlijke achting, dat men meende, dat deze twee ministers niet naast elkander behoorden te zitten? Een compliment aan den heer Rochussen j en een snijdend epigram op den heer van Hall? De Kamer >had dan evenwel moeten bedenken dat zij niet is ingesteld om snijdende politieke epigrammen te maken ook niet tweesnijdende, die haar zelve evenzeer raken als haren leidsman. //De lijst der slemmenden verklaart het raadsel medé niet. Tegen den heer Rochussen en voor den heer van Hall stem den: Jespers, Slicher van Domburg, van VoorthuijsenBots, van Diggelen, Heemskerk Az., MeeussenReindersCool, Wickers, Westerhoff, Blussé van Oud-AlblasBeens de Raadt en Zylker. Een gedeelte der lijfwacht van den president-minister maakt front, om vuur te geven op een zijner voornaamste ambtgenootenmet wien hij zoo //krachtig" en //eendragtig" zamenwerkte. Begrijpe dit, wie het kan! Het is ons onmoge lijk, hier iets dat naar beginsel gelijkt, te ontdekken. Of is het de eerste proeve in de standpuntkunst, die de leerlingen aan den meester geven? Is het een aanschouwelijk voorbeeld, hoe onkwetsbaar zulk soort van regeringen zijn, die, gelijk polypen, even gezond blijven en waaraan steeds nieuwe leden aangroeijen al snijdt men uit hunnen //boezem" de voornaamste bestanddeelen weg? //Wij zouden de afstemming van het hoofdstuk Koloniën met onverdeelde blijdschap begroet hebbenwanneer wij haar had den kunnen opvatten, als een politieke demonstratie der Ka mer, als het gevolg van eeu overtuiging en een beginsel. Maar thans, wat kan zij anders zijn, dan een persoonsverandering? dan een andere naam onder de stukken? Wat kan het gou vernement wat kan de Natie er meer in ziendan dat de Kamer op den 11 December in een goede, en den 14 De cember in een booze luim was? /til est permis aux jolies fenrnes avoir des caprices.'1'' Maar de Tweede Kamer houdt zich toch immers niet voor een jolie femme De arrondissements-rechtbank te 's Hertogenbosch heeft rechtsingang verleend tegen eenige branders, als directeuren der groote gistmaatschappij aldaar, aangeklaagd van een hoe veelheid pijpaarde onder de gist te hebben doen verwerken. Nog wordt ter visckvangst gebruikt een vischschuit, lig gende op de kleine werf te Middelburg, die in 1775 behoorde aan de gebroeders Naerebout, redders der bemanning van het op de noorderrassen gestrande en totaal verongelukte schip Woestduin. De Redactie vau de Leidsche Stndenten-Almanak voor 1861 laat de plaatsing van een stuk over het admissie-examen te Leiden voorafgaan door de verklaring, dat zij zich volko men vereenigt met den schrijver van dat stuk, //als hij der Litterariscke Faculteit dank zegt voor de flinke wijze, waarop zij hare roeping begrijpt." //Een examen behoort gelijk te zijn aan een rooster, zooals men die in de slooten en beken ziet, waarmede men het vuil tegen houdt. En hoe meer onze examens op die rooster ge lijken des te beter zal het zijn voor de wetenschapvoor onze Hoogeschoolvoor geheel het Vaderland." Met 1 Mei 1861 zal een compagnie van het re- gement Rijdende artillerie te 's llage weder de in bezet ting liggende compagnie van het regiment veldartillerie ver vangen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1860 | | pagina 2