Binnenlandsch Nieuws. een recht van ten hoogste 2| pCt. 'sjaars, of het veertigste deel van hun inkomen, maar dien maatstaf' heeft men op ver schillende wijzen toegepast. Uit het door het permanent spoorweg-comité te 's Gra- venhage aan Z. M. den Koning ingediend adres blijkt, dat de bewering, alsof de spoorweglijn van Scheveningen naar's Gra- venhage en Leiden naar Woerden nimmer zal tot stand ko menrust op eene reeks van waarschijnlijkheden, waartoe de aanleiding genomen wordt uit het verwijl, om de verleende concessie ten uitvoer te leggen, door den Raad van ad ministratie der Hollandsche IJzeren Spoorweg-Maatschappij. Evenwel wordt erkend, dat de Maatschappij aan den Minis ter van Binnenlandsche zaken ter goedkeuring heeft onder worpen een algemeene kaart op de schaal van 1 a 25000, aangevende de te volgen rigting des wegs en dat aan den Raad zijn medegedeeld de bedenkingen waartoe het plan van aanlegvoor zooveel de verbinding van Leiden met Woerden betreft, beeft geleid, terwijl het plan betreffende de lijn 's Gravenhage - Scheveningen bij den Minister is aangehouden ten fine van nader onderzoek, na afloop waarvan de Minister zich voorstelde het gemeentebestuur van 's Gravenhage ten aanzien van de voorgestelde of te volgen rigting te raadple- plegen. Het Comité heeft moeten verklaren dat zulks opper vlakkig beichouwd voor het tegendeel van hetgeen zij beweert, schijnt te moeten getuigenmaar beroept zich op een door velen voorgestaan gevoelen dat de Maatschappij die conces sie nooit in goeden ernst heeft begeerdom te slaven haar beweren, dat zes maanden na den dag van de aanvaarding- der concessie zelfs de rigting van den weg nog niet bepaald was, terwijl het niet kon nalaten te erkennen, dat het nut teloos geleden tijdverlies welligt voor nagenoeg een derde deel aan het departement van binnenlandsche Zaken is te wijten. - Het Comité gaat nog verder en beweert, dat de Maatschappij veel liever de gestorte 150.000 aan 's Rijks Schatkist zal laten vervallen met de concessie, dan aan die concessie vol ledige uitvoering te geven. Bij het niet voldoen aan de tijdsbepa ling van 18 maanden bij art. 28 der voorwaarden bepaald, ver valt de concessie. De Raad van Administratie was diligent en er is geen den minsten grond om aan te nemendat de lijn niet komen zal. Er is veel beweerd, maar niets bewezen. Volgens berigten uit Parijs zou er plan zijn van een bezoek, dat HH. MM. de Koning en de Koningin der Ne derlanden aan Keizer Napoleon te Compiègne geven zullen. Men verzekertdat eenige voorname handelaars in fond sen te Amsterdam bij adres aan HH. Gedeputeerde Staten van Noord-Holland hun bezwaren hebben ingebragt tegen het door den Gemeenteraad aldaar vastgesteld plan van con versie der Stedelijke schuld. x De straatverlichting te Rotterdam heeft in 1859 gekost de som van 58775,78, waarvoor op de gewone tijden wer den ontstoken 850 gaslantaarns, 6 bakenlichten en 45 olie- lichten. Voor 1861, wanneer de nieuwe aanbesteding in wer king komtberekent men die uitgaaf op 34000waarvoor nullen branden 823 heele80 halve lichten en 6 bakenlich ten terwijl ieder heel licht 4 meei' licht geven moet dan bij het voorgaand contract was bepaald. Onder die f 34000 is tevens begrepen de prijs van aankoop van alle pijpen, buizen, lan taarns, palen, annenenz., die na verloop van 20 jaren het eigendom der gemeente zullen zijn. Tegen besparing van bij kans inden prijs, ontvangt Rotterdam met 1861 eene voor A verbeterde straatverlichting. De tijd van branding is bij de voorwaarden van aanbeste ding bepaald voor ieder lantaarn op 2000 uren als minimun en 3000 uren als maximum. Het lichtverraogen moet bij een verbruik van 170 kub. palmen in het uur gelijkstaan aan 14 spermacetikaarsen van 6 in het engelsch pond. Door middel van een op het Stadstimmerhuis geplaatsten gashouder wordt het gas binnen drie uren na de vulling gekeurd. De bran ders moeten vleermuisvleugels en de vlammen minstens 0,06 el hoog en op die hoogte minstens 0,11 el breed zijn. Bij eene drukking van 0,025 el moeten zij minstens 170 kub. palmen gas in het uur verbranden. Te Maastricht is in de vorige week na een kortstondige ziekte overleden de heer Engelen, R. C. priester en kapellaan, om zijn zachtzinnig en menschlievend karakter algemeen be mind en geacht. Als dienstdoend geestelijke moest hij twee ja ren geleden een ter dood veroordeelde naar de gerechtsplaats geleiden; - die taak koste hem een zware ziekte, die hem op den rand van het graf bragt. Een onlangs ter dood gebragt misdadiger wilde alleen bij hem biechten en de te diep ge voelige man voldeed aan dat verlangenmaar naar men vreest ten koste van zijn eigen leven. Als een bijzonderheid verdient vermeldingdat dezer dagen in de gem. Lille bij Turnhout een huwelijk is voltrok ken waarvan de bruidegom 72 en de bruid 72 jaren telden- terwijl de getuigen den leeftijd van 84, 82, 81 en 80 jaren hadden bereikt: - dus was het zestal te zamen 467 jaren oud. Door de regering is thans bepaald dat met den len Mei van het volgende jaar te Arnhem voor vast gevestigd zal worden het regement rijdende Artillerie uit Leiden hetwelk gekommandeerd wordt door den kolonel P. A. G. van Wicke- voort Crommelin. Maandag zijn door het inzakken van een steiger voor een huis aan het Galgewater, dat herbouwd werdvijf werk lieden meer of min verwond, z'oodat zelfs een hunner met een rijtuig moest worden vervoerd. In de zitting van de Tweede Kamer der Staten-Gene- raal van Maandag is over art. 59 wetsontwerp rechterlijke in richting een langdurige beraadslaging gevoerdhoofdzakelijk betreffende het beginsel, dat de rechtbanken zouden zijn de gewone rechter voor alle strafzaken en voorts over het appèl in strafzaken. De Minister van justitie heeft dat beginsel breedvoerig toegelicht. In de zitting van heden Dingsdag zijn die beraadslagingen over dat art. en over een daarop door den heer Elout voor gesteld ameudement voortgezet, waarover de HH. Elout, Wint- gens eu van Asch van Wijk het woord hebben gevoerd - de zitting duurt voort. Uit een particulieren brief van Amoy ontleenen wij het volgende: Onlangs heb ik een Chiueesche comedie geziendie zeer wel werd uitgevoerd. Dit geschiedt niet zoo als bij ons in eeu groot gebouw, sierlijk met gas verlicht, maar in de open lucht. Een opgerigte stellaadje, met zeildoek overtrokken is het too- neel; hiervoor zitten al de dames toeschouweressen op ban ken de mannen mogen staan of kuijeren waar zij willencou lissen vindt men op het tooneel nietdie. niet in functie zijn staan beneden, achter de stellaadje, en zij die spoedig spelen moetenstaan aan het eind van het tooneel met den rug naar het publiek. De damesrollen worden door mannen in vrouwen- kleêren vervuld- een vrouw komt nooit op het tooneel- zij be- hooren tot de laagste klassen van bet volk. De kostumen wa ren zeer mooi rood met goud vof blaauw, de dames roode of blaauwe zijde met goud of schoone bloemen. Alhoewel ik er niets van verstaan konde, heb ik toch enkele dingen begrepen. Zoo waren de dames op reisgezeten in een rijtuig dat vol- genderwijze werd voorgesteldde dames liepen tusschen 2 lap pen aan een stok met wielen er op geschilderd en daarachter een man die ze als het ware voort moest duwen, dan wan neer ze alzoo een weinig gekuijerd hadden, kwamen er kerels in het zwart met een sabel in iedere hand zijnde roovers die ze wilden bestelenmaar dan ook kwamen anderen in het rood om ze te beschermen. Dan ontstond een verschrikkelijk ge vecht, vergezeld van allerlei bokkensprongen als het duikelen voor- en achterover; dan weder stelde het tooneel een slaap kamer voor, dat op een opene en gemakkelijke manier wordt voorgesteld door een Chinees op een stoel, welke een lange stok met een gordijn in de hand houdt, waarachter eerst den heer des huizes en daarna zijn vrouw, beiden in slaaptenue voor den dag kwamenzich de oogen uitwrijvende alsof het schelle licht der lampen hen hinderlijk was. Deze lampen waren aldus: een houten bak aan een touw opgehangen, waarin een bakje met olie en lampenkatoen geplaatst werdt. Deze beer was van de roode partijzijn soldaten kwamen hem waarschu wen dat de zwarten in aantogt warenzij wilden hem mede- nemen, maar aangezien hij zijn vrouw niet wilde verlaten, aar zelde hij weg te gaan en dan juist kwamen de zwarten, weder een verschrikkelijk gevecht, de man ontvlugtte bij tijds, de

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1860 | | pagina 2