PORTRETTEN.
j. J. CREMER,
Advertentiën.
WIJKBOEK VAN LEYDEN
Kees Springer in en buiten de Kerk,
Brievenbus.
dige positie en beloofde dadelijk amende honorable; hij had
zich door eene sterke gelijkenis laten misleidenen bonne mine
d mauvais jeu spelende, erkende hij zich in den persoon te
hebben vergist. De herkules-achtige commis-voyageur nam met
deze verklaring genoegen, echter niet voor dat de heldhaftige
verdediger der beklaagde onschuld de noodige fiesschen wijn
aan de verzamelde getuigen had ten goede gegeven.
OFFICIEEL NIEUWS.
Vergadering van den Gemeenteraad van LeidenDon
derdag den len November 1860, 's namiddags te 1|- uur. -
Onderwerpen: 1°. Voordragt aangaande de jaarwedden van
Burgemeester en Secretaris; - 2°. Voorstellen omtrent het
Stedelijk Ziekenhuis; - 8°. Voorwaarden van aanbesteding van
brand- en lichtstoffen- 3°. Adres van de naamlooze ven
nootschap der bierbrouwerij de Posthoorn en azijnmakerij de
Twee Sleutels, tot het leggen van eene stoep voor Wijk VI
N°. 918; - 5°. Adres van C. Blansjaar c. s. om gemeente
grond - 6°. Adres van J. P. Ramakerstot het maken eener
lozing; - 7°. Adressen om afschrijving van plaatselijke directe
belasting, 1860, van Vrouwe M. P. van der Moore - Koop
man; D. C. Otken; C. G. WemmerslagerJ. F. Broekman;
M. van der Zwiep - Somerwil en J. van Haaften.
Trekpleister van Albespeyres.
Op het vel gelegd met de zwarte kant,
welke kleeft, trekken zij eene blaar in 6
of 8 uur, lerwijl de gewone pleister 24
uren noodig heeft. Het papier van
Albespeyres onderhoudt vervolgens, op
zich zelfeene overvloedige eu regelmatige
ettering, zonder reuk of pijn. Sints
meer dan 40 jaren zijn de blaartrekkende
pleisters van Albespeyres gedurig aanbe-
volen door de beroemdste geneeskundigen,
professorenchefs van hospitalenleden
van geleerde genootschappen: op bevel
van den raad van gezondheid zijn zij ge
bruikt bij de militaire geneeskundige dienst
in Frankrijk; het is eene der zeldzaamste
verbeteringen waarvan de geneesheer nota
moet nemenschreef het Institut medi
cal. Bij den uitvinder te Parijsfau
bourg Saint-Denis, 80, en in de apothe
ken en droogistwinkels van alle landen,
die voorzien zijn van de echte aanbeve
lenswaardige fransche geneesmiddelen.
Daar een namaker reeds tot een jaar ge
vangenisstraf is veroordeeldmoet men
steeds letten op den naam van Albespey
res op ieder blad en zich verzekeren van
de echtheid.
J. YV. KNIPPENBERG,
Gemeente-bode.
Prijs 50 Cents.
VRIJWILLIGE VERKOOPING.
In het Keer en-Logement aan den
Burg te Leidenop Zaturdag den
3den November 1860, des avonds
ten zes ure bij opbod en afslagvan
N° 1. Een WINKELHUISERF en
TUIN aan de Noordzijde van de Haar
lemmerstraat nabij de Kraaivangerstraat
Wijk VI, N». 485.
N°. 2. Een WINKELHUIS en ERF
aan de Oostzijde van de Hooglandsche
Kerkgracht, Wijk VII, N°. 990.
N°. 3 en 4. Twee HUIZEN en ER
VEN, aan de Noordzijde van de Molen-
steeg, Wijk II N°. 49 en 50.
N°. 5. Een dito op de Binnenveslgracht
omtrent de GeerestraatWijk II, N°. 607.
N°. 6. Een dito aan de Zuidzijde van
het Levendaal omtrent de Kraaijerstraat
Wijk II, N°. 493, en
N°. 7. Een dito op de Binnenvestgracht
omtrent de Kraaijerstraat, Wijk III, N°.
65. - Allen te Leiden.
Voormelde perceelen zijn te bezigtigen
daags vóór en op den dag der verkooping;
terwijl informatiën te bekomen zijn ten
Kantore van den Notaris P. MULLER,
le Leiden.
Het eene LAthographie
Alom verkrijgbaar.
- Prijs I.9«.
Een opmerker, die de goede of slechte
keuze van Commissarissen der Maatschappij
voor Toonkunst in zake de benoeming van
een Directeur aan hunne Muziekschool niet
beoordeelen kan, omdat hij alle gegevens
hiertoe mist vraagt toch of de wijze,
waarop zij onderwijzers op verzoek eer
vol ontslaan," betamelijk is?
Hij maakte die opmerking, tegelijk met
vele andere oor- en ooggetuigenbij het
Zaturdag II. gehouden examen van de leer
lingen der muziekschool en het bij die ge
legenheid uitgebragt verslag van den Se
cretaris. Van zelf was daarin opgenomen
het door den Heer Wetrens gevraagd ont
slag, en werd verder medegedeeld hoe
Commissarissen trachtten hem daarop te
doen terugkomendoch na vergeefsche
poging gemeend hadden hem zijn eervol
ontslag niet te mogen weigeren. Na deze
kennisgeving van Commissarissen bij monde
van den Secretaris, moest iedereen vermoe
den dat deze zich tot den Heer Wetrens zou
wenden, en hem, na 15 eervolle dienst
jaren eene welverdiende hulde brengen
voor hetgeen hij in het belang der instel
ling had verrigt. Hiervan gebeurde echter
niets, maar wel werd - als om hem te
plagen - zijn medeonderwijzer de Heer de
Graaf op de vleijendste wijze toegesproken.
Onwillekeurig komen nu de vragen op:
Waartoe die beteekenisvolle lompheid je
gens den eerste, en die vleijende hulde
aan den laatste? Was er niet veel meer
aanleiding tot eene toespraak aan den
Te Lyon bevond zich dezer dagen een commis-voyageur
in een restauratietoen men hem het bezoek van een vriend
meldde. Uit de zaal gaande, ontmoette hij in den gang een
jong mensch, die hem onmiddellijkonder het uiten der grofste
beleedigingenverweet de eer zijner zuster te hebben aange
rand en deswege op staande voet voldoening verlangde. De
commis-voyageureen man van herculische krachtbleef op
deze beleedigingen bedaard en betuigde herhaaldelijk zijne on
schuld doch het jonge menschal meer en meer in woede
gerakende, begon hem al meer en meer op zóódanige wijze te
kwetsen, dat de gasten van de table d'hote door het veroorzaakte
rumoer zich naar voren begaven en het jonge mensch trachtten
tot bedaren te brengenalles vruchteloos. De commis-voyageur
dit tooneel eindelijk moede, stiet een der ramen open (het was
op de tweede verdieping), pakte het jonge mensch bij de borst
en wierp neen, hield hem met uitgestrekten arm uit
het raam, hem toen allerbedaardst de woorden toevoegende:
wik verklaar plegtig en op mijne eer, in getuigen van al deze
heerendat ik u niet ken, noch uwe zuster, dat ik u beiden
nimmer heb gezien. Gij zult uwe beleedigende woorden intrek
ken of gij zult mij tot eene daad noodzakendie niet die van
een fatsoenlijk mensch is." Hierbij schudde hij hem hevigdoch
met ijzwsterken arm hem steeds uit het raam houdende. De jeugdige
beschermer zijner zuster bevond zich in geene benijdenswaar
Bij A. W. SYTHOFF zijn nog eenige
Exemplaren verkrijgbaar gesteld
van het
DOOK