N°. 208.
Woensdag 31 October. A°. 1860.
In- en Uitgaande rechten.
LEIDSCQ DAGBLAD.
Deze Courant verschijnt eiken dag, be
halve Zon- en Feestdagen, en kost voor
Leiden ƒ1.95, en franco per post 2.80
in de drie maanden.
De prijs der Advertentiën is voor eiken
regel Zes Cents, behalve 35 Cents zegel
recht, voor elke plaatsing. Afzonderlijk»
Nommers Vijf Cents.
Spoortreinen van Leiden naar 's GravenhageDelft, Schiedam en Rotterdam te 10 u. 6 m.; 12 u. 5S m.; 6 u. 3 m.; 9 u. 13 m. Naar Haarlem
en Amsterdam te 8 u. 47 m.; 1 u. 3 m.; 4 u. 47 m.; 7 u. 57 m.
Stoomboot van Leiden (Ligplaats Haven) naar Amsterdam, Maandag ochtends 4 u., de overige werkdagen 5 u.; van Amsterdam (Beerebijt)
naar Leiden 's middags 2 u.
Postbusligtingen aan de Lakenhal, aan de Katoenfabriek en op de Nieuwstraat: 'smorgens te 7 ure 55 min., 'smiddags te 12 ure, 'snamid
dags te 3 ure 45 min., 'savonds te 8 ure 10 min.
Zittingen van bet Gemeentebestuur. Gemeenteraad op onbepaalde tijden. - Burgemeester en WethoudersMaandag en Donderdag te 11 ure. -
Commissie van FabricageDingsdag te 12 ure. - Burgemeesterdagelijks te 10 ure. - Bureau der Plaatselijke Secretarie is open dagelijks van 104
ul'e- Thesauriedagelijks van 102 ure. De Gemeente-Architect is te spreken te zijnen huize op den Ouden Singel, 's morgens van 9—10 ure.
Kantoor der Plaatselijke Accijnsen, dagelijks van 81 ure en van 36 ure.
Kantoor der In- en Uitgaande Rechten en Accijnsendagelijks van 91 ure en van 36 ure.
Kantoor van 'sRijks Directe Belastingen, Maandag, Dingsdag, Woensdag en Donderdag van 92 ure.
Kantoor van Zegel, Registratie dagelijks van 84, van de Hypotheken en het Kadaster, van 94 ure.
II.
Nu willen wij ook het nadeel aanwijzen, dat de schatkist
lijdt door den maatstaf der waarde. Algemeen nemen de expe
diteurs aangoederen van de woning van den fabriekant aan
het huis van den winkelier te expediëren tegen 6 pCt.; goe
deren die alleen aan inkomende regtenvracht, leges en ver
dere onkosten meer dan 7 pCt. moesten kosten.
Doch wat geschiedt er?
Men geeft slechts 60 of hoogstens 70 pCt. aan door de
menigte goederen, welke alsdan worden ingevoerd, kunnen de
visiteurs niet iederen dag benaderenhebben zij eenmaal goe
deren genoeg voorhandendan wordt de kans waargenomen
en men laat groote partijen aanvoeren, die ook niet hooger
dan tegen 50 a 60 pCt. worden aangegeven; dit gelukt ten
nadeele der schatkist. Op de grensdorpen van ons rijkwaar
kantoren van in- en uitgaande regten zijn, worden duizenden
ingevoerd door de fabrikanten, die wel bewust zijn, dat daar
fonds noch verstand vertegenwoordigd is om zendingen boven
de 200 te benaderen, de aangifte is dan, hoe ook gesteld,
immer goed. Wie is hiervan nu de lijdende partij? Immers de
schatkist.
Men zou wel op deze aanmerking omtrent de benaderingen
kunnen antwoorden de aangever ontvangt 10 pCt. boven zijne
aangifte en dan kan hij nieuwe goederen ontbieden. Dat is wel
waar, maar is hiermede de winkelier geholpen? Tot voorbeeld
diene, dat een grossier, de Leipziger of Frankfort er mis be
zoekende, met het doel zich bij verschillende fabriekanten van
het noodige te voorzien, na 14 dagen daar te hebben door-
gebragt, zijn assortiment bij 20 of soms 30 verschillende fa
briekanten vindt. Na nu zijne vertering en reiskosten te heb
ben gemaakt, keert hij met zijne goederen naar het vaderland
terug en declareert uit vrees voor benadering de volle waarde.
De benadering heeft soms desniettemin plaats. Wat heeft hij
dan gewonnen, wanneer hij 10 pCt. meer ontvangt? Niets dan
teruggave voor reis- en verblijfkosten en vracht. Nu is het hem
onmogelijk die goederen weder te ontbiedengedurende een
jaar is hij zonder dezelve en dus zonder verdienstenaltijd ten
gevolge van de benadering. Wij zouden hieromtrent meerdere
voorbeelden kunnen aanwijzendoch willen het geduld der le
zers niet langer op de proef stellen.
Men zou eindelijk wel de wetsbepaling kunnen aanvoeren
waarin gezegd wordt, dat, indien de aangever bewijzen kan,
dat door hem de volle waarde is gedeclareerdde adjudicatie door
den heer directeur geweigerd wordtmaar de ondervinding heeft
echtsr geleerddat hieraan geen gevolg wordt gegeven en dat
een directeur in een dergelijk geval ten antwoord gaf: /'dat
men wel eene daartoe expresselijk opgemaakte factuur kan
vertoonen." Hiermede is alle verdere discussie op dit punt
afgebroken. Heeft men zich bij het aangeven van een artikel
vergist en tracht men zich bij sommige controleurs of direc
teurs te verontschuldigen dan wordt men naauwelijks aange
hoord of krijgt ten antwoord: //dat men een smokkelaar is,
en indien er een abuis bestaatdat het land daarvan voordeel
moet trekken."
Dit alles zijn de gevolgen der benadering. De gepatenteerde
handelaar, die voor stad en land groote onkosten moet op
brengen wordt in het ongelijk gestelden moet het onder
spit delven voor den ambtenaar, voor wiens bezoldiging hij
ook belastingen moet opbrengen.
Op bovenstaande gronden meenen wij dat het meer dan tijd
is, dat het stelsel van benadering worde gewijzigd en bij het
tarief de maatstaf van het gewigt worde aangenomen. De
schatkist toch kan hierdoor een meer zuiveren balans maken
terwijl de handel dan niet benadeeld of belemmerd wordt. Wil
men echter het thans bestaande stelsel van benadering behou
den dat men dan het middel te baat neme om beëedigde
taxateurs op kosten van den benaderde te benoemenuit han
deldrijvende personen te kiezendiewanneer de visiteurs de
goederen als te laag aangegeven beschouwendie taxeren en
voor het verzwegene als boete een dubbel recht doen betalen,
zoodat de aangever dadelijk in het bezit der goederen^kpmt.
of wel dat men aan de visiteurs de bevoegdheid ^efhenke^ om X
de waarde der goederen naar hun inzien te verhoogen en den
aangever de dubbele rechten dier verhooging Iaat, betalen.