N°. 187. Zaturdag 6 October. A0. 18i riffs v. ffaJ- IEIDSCH MGBLADT Deze Courant verschijnt eiken dag, be halve Zon- en Feestdagen, en kost voor Leiden 1.95 en franco per post 2.80 in de drie maanden. De prijs der Advertentiën is voor eiken regel Zes Cents, behalve 35 Cents zegel recht, voor elke plaatsing. Afzonderlijke Nommers Vijf Cents. Spoortreinen van Leiden naar 's GravenhageDelft, Schiedam en Rotterdam te 10 n. 6 m.; 12 n. 58 m.; 6 u. 3 m.; 9 u. 13 m. Naar Haarlem en Amsterdam te 8 u. 47 m.j 1 u. 3 m.; 4 u. 47 m.; 7 u. 57 m. Stoomboot van Leiden (Ligplaats Haven) naar Amsterdam, Maandag ochtends 4 u., de overige werkdagen 5 u.; van Amsterdam (Beerebijt) naar Leiden 's middags 2 u. Postbusligtingen aan de Lakenhal, aan de Katoenfabriek en op de Nieuwstraat: 'smorgens te 7 ure 55 min., 'smiddags te 12 ure, 'snamid dags te 3 ure 45 min., 'savonds te 8 ure 10 min. Zittingen van het Gemeentebestuur. Gemeenteraad, op onbepaalde tijden. - Burgemeester en WethoudersMaandagen Donderdag te 11 ure. - Commissie van Fabricage, Dingsdag te 12 ure. - Burgemeester, dagelijks te 10 ure. - Bureau der Plaatselijke Secretarie is open dagelijks van 10—4 ure. - Thesaurie, dagelijks van 10—2 ure. -Be Gemeente-Architect is te spreken te zijnen huize op den Ouden Singel, 's morgens van 9—10 ure. Kantoor der Plaatselijke Accijnsen, dagelijks van 8—1 ure en van 36 ure. Kantoor der In- en Uitgaande Rechten en Accijnsendagelijks van 91 ure en van 3—6 ure. Kantoor van 'sRijks Directe Belastingen, Maandag, Dingsdag, Woensdag en Donderdag van 92 ure. Kantoor van Zegel, Registratie dagelijks van 8-4, van de Hypotheken en het Kadaster, van 94 ure. Een gewigtlg oogenbllk voor Indlë. Het zou even dwaas als ligtzinnig zijn bet gewigt van het tegenwoordig oogenblik in twijfel te trekken. De spanning, op koloniaal terrein, is een onloochenbaar feit; die spanning valt niet te ontkennen; zij is het natuurlijk, het onvermijdelijk ge volg van grove misgrepen en baldadigen overmoedwaarvan de weeën reeds te overzien zijn zij nadert het kritiek keer punt, waarop eene oplossing, eene ontknooping volgen moet. Geene kustlichten of andere kinderachtige uitvlugten kunnen de publieke aandacht aftrekken van de veel gewigtiger kwes- tiëndie sedert meer dan een jaar aan de orde van den dag zijn. Geene verzekeringendat de toestand van onze overzee- sche bezittingen in alle opzigten bevredigend zou zijnzullen de diepe klove, door reactiegeest en zwakke volgzaamheid ge graven, voor het oog van de natie wegcijferen. Er bestaat een algemeen, een krachtig, een onweerstaanbaar bewustzijn, dat met betrekking tot onze Indische gewesten veel gebeurd is dat nooit had moeten gebeuren; dat niet geschied is, wat had moeten geschieden; en dat thans gebeuren zal, wat men had moeten weten dat gebeuren zou en dat voor de bescherming der gewigtigste belangen van koloniën en moederlandvoor de eer van de Nederlandsche vertegenwoordiging, voor de eer van de Nederlandsche natie gebeuren moet. De langmoedigheid heeft reeds te lang geduurd. De uittar tingen van de koloniale reactie zijn reeds te veelvuldig geweest en, helaas! aanvankelijk met te erge uitkomsten bekroond, dan dat men nu nog langer dralen kan om voor goed een einde aan den betreurenswaardigen toestand te maken. Onder den invloed van een rampzalig rumoer, door hebzucht, kortzigtigheid en achterwaartsche dweeperij gevoedheeft het koloniaal bestuur de plegtig aan de Oostersche volkeren in hunne landtaal verkondigde grondwet voor Nederlandsch Indië terzijde gesteld. Er was geleidelijke vermindering der heerendien sten beloofd en de heerendiensten zijn toegenomen en verzwaard. In vele streken op Java zwichten als het ware de landbouwers on der den druk van die onbeloonde werkzaamheden en zelfs is men niet teruggedeinsd voor eene herhaling der verschrikkelijke tooneelendie vroeger de arbeid aan de- vestingwerkendoor middel van gepreste arbeiders, heeft opgeleverd. Er was ver mindering van dwang bij de gouvernemeuts-kultures beloofd en reeds voor een aanmerkelijk gedeelte tot stand gebragt. De dwang is thans aanmerkelijk verzwaard en zal nog onbepaald uitgebreid ^worden, indien de bepalingen der suikerregeling ten uitvoer gelegd worden. Er was bescherming beloofd aan han del, nijverheid en landbouw; die bescherming werd verleend en aanvankelijk bloeiden onderscheidene takken van volksvlijt en volkswelvaart. Daartegen is een kruistogt aangelegdzoo hartstogtelijkzoo onberadenzoo onbezonnenmaar tevens zoo verderfelijk en zoo willekeurigdat de woelingen van het bestuur schier ongeloofel^k zouden voorkomenzoo men daar over niet de meest stellige inlichtingen bezatja zelfs de of ficiële bescheiden, thans bij het departement van koloniën, daarvan niet de doorslaande bewijzen leverden. En dat woelendat ter zijde stellen van de wettelijke be palingen aan de Javanen verkondigd, dat uitbreiden van hee rendiensten en dwangarbeid, dat vernietigen van vrije industrie, de bron van goed beloonden vrijwilligen arbeid, is gepaard met eene ergerlijke vermeerdering van strafuitdeelingen. Gevan genis en rottingslagen dreigen meer dan ooit den onwilligen Javaan, die in het denkbeeld verkeerde dat het gouvernement hem de vruchten van zijnen arbeid wilde verzekeren en nu ziet, dat men juist het tegendeel beoogt van hetgeen zoo pleg tig bij de wet is verzekerd geworden. Maar niet allen gehoorzamen even gedwee. Verzet heeft in meer dan een district plaats gegrepende ergerlijke tooneelen, die tot de geschiedenis van het kultuurstelsel behoorden, be ginnen zich weer te herhalen. De bevolking kapt den gedwongen aanplant van de velden weg en werpt den oogst in de rivieren uit kwaadaardigheid. Wie durft er voor instaan dat dit verzet niet meer algemeen zal worden zoo men op den ingeslagen weg blijft doorwandelen? Zou vermeerdering van dwangarbeid, verzwaring van heerendienstennadat hieromtrent aanmerke lijke verligting had plaats gehad, tot geene botsing kunnen leiden? Zou vernietiging, althans tegenwerking van vrijen loon- trekkenden arbeid, waarvan vele inlanders de weldaden hebben leeren waarderengeen krachtigen tegenstand kunnen ontmoe ten en zou men zich niet, welligt zeer spoedig, in de treurige noodzakelijkheid kunnen bevinden om aan de Staten-Generaal medetedeelendat de toestand van Nederlandsch Indië in vele opzigten bedenkelijk is, dat er eene treurige spanning heerscht en dat men omtrent de toevoer van batige sloten niet zonder beduchtheid is Dit zijn geene ijdelijke voorspiegelingen. Elke daad brengt haar loon en hare straf mede. Het loon van het koloniaal bestuur is de toejuiching van de partij van het behoud, hare straf is de verwarde toestand van Nederlandsch Indiëde beschuldiging van het wettelijk terrein verlaten te hebben en de volks- en de landsbelangen aan de eischen van die partij te hebben prijs gegeven. Of die beschuldiging gegrond óf ongegrond is, of zij ver diend of onverdiend isdit kan de volksvertegenwoordiging gemakkelijk bevroeden. Ook zij werd uitgetart en getergd zij de bewaakster van de wetwerd stout afgewezen en het grond wettig gemeen overleg als onnoodig ballast overboord gewor pen zij, de medewetgeefster, werd^met onaannemelijke wets ontwerpen bezig gehouden en daar, waar zij geneigd scheen hare toestemming te schenken werd haar plotseling de minis teriele arbeid uit de handen genomen om niet meer te voor schijn te treden. Geen enkele belangrijke wet op koloniaal

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1860 | | pagina 1