Buitenlandsch Nieuws.
een gelukkigen afloop blijft thans alleen nog het bekrammen
van den dijk over. Ook met dien arbeid is reeds een aanvang
gemaakt. Deze vordert van dag tot dag en zal insgelijks tegen
den gestelden termijn, het midden van de volgende maand,
afgedaan kunnen zijn. Diep wordt hier de groote verpligting
gevoeldwelke men heeft aan den tegenwoordigen eigenaar
van Schiermonnikoog, den heer Mr. J. E. Banck. Hij heeft,
door den kostbaren dijk te doen leggen, getoond, dat het zijn
doel is voor het algemeen belang op de beste wijze te zorgen.
Hij zal dit insgelijks nog verder toonen door het volvoeren
van nog meer hoogst nuttige en weldadige plannen.
Met mededeeling te doen eener belangrijke uitvinding,
onlangs gedaan op Muzykaal gebiedzullen wij beoefenaars
dezer schoone kunst welligt geen ondienst bewijzen; het be
treft de Pianino Orchestris, vervaardigd door den heer L. J.
Lefèbre te 's Hage. Wanneer men het pianomagazijn van
bovengenoemde firma binnentreedt, ontwaart men eenen gewo
nen pianinostaande op eene kleine verhevenheid. Verbaasd
waren wij bij het hooren der toonmassa, die deze piano uit
wierp, waardoor wij tot de overtuiging werden gebragt, dat
genoemde pianino orchestris in eene groote behoefte voorziet
immers toch den sterksten instrumenten wordt hun toon of
klank benomen bij de plaatsing in den salon, alwaar dikke
tapijten gordijnen enz. aanwezig zijn deze acoustiek
geeft de volle pracht van het instrument terug en bevat eene
schoone resonnante. Zijn wij wel onderrigtdan zal deze be
langrijke vinding naar het buitenland worden uitgevoerd.
Tot het den 15en gehouden admissie examen aan de hoo-
geschool te Groningen hadden zich twee personen ^aangegeven»
die beide afgewezen zijn.
Op Vrijdag den 21 dezer zal de heer Dr. L. W. E.
Rauwenhoff, benoemd buitengewoon Hoogleeraar in de God
geleerde Faculteit aan de Leidsche Hoogeschooldie betrek
king aanvaarden door het houden eener plegtige redevoering
in de Nederlandsche taal, in het Groot Auditorium der Aka-
demie.
Tot aanvulling en verbetering van het berigt in het blad
van gisteren geplaatst strekt, dat de heer Librecht Lezwijn den
17en September 1810 als aankweekeling van eer van het ge
nootschap M. S. G. werd aangenomen zes jaren later een deel
der taak van het onderwijs op de Rekenschool op zich nam,
in 1820 het eerelidmaatschap hem werd aangeboden en van
1828 tot 1838 zitting had in het bestuur; terwijl hem den
17en Augustus 1837 het lidmaatschap van verdiensten werd
vereerd. - De rentegevende bezittingen van die instelling zijn
hoofdzakelijk ontsproten uit een legaat, in der tijd door Mej.
du Pon aan dat genootschap besproken en waarvan de gun
stige beschikking steeds erkend werd te moeten worden toe
geschreven aan den heilzaraen invloed, die daarop door den
ouden heer Lezwijn, gedurende een groot aantal jaren Bestuur
der van dat genootschap, was uitgeoefend. Eere en erkentelijk
heid, wien lof en dank toekomt.
Alleen door eene talrijke deelneming kan het binnen
Leiden gevestigd Nederlandscb onderling pensioen en wedu-
wenfonds tot stand komen, want het zal niet in werking zijn,
alvorens 500 deelhebbers zijn ingeschreven. Het strekt zich over
geheel ons Bijk uit, - en bij eenigen ijver van de zijde der
directie en hare correspondenten in verschillende plaatsen is
dat getal spoedig te vinden. Het hoofddoel is aan de deel
hebbers op of na zestigjarigen leeftijd een jaarlijksch pensioen
gedurende den verderen leeftijd te verzekeren en aan hen al
leen is het ook vergund, deeltenemen voor hunne echtgenooten
tot verzekering van een jaarlijksch inkomen gedurende hare
weduwenstaat. De deelneming in het weduwenfonds is dus niet
voor iedereen opengesteld en, uit dit oogpunt beschouwd, is
deze instelling eene verzekering voor het leven zoowel als eene
na den dood. Wanneer men deelnemer wordt voor 600 in
het weduwenfonds op 30 jarigen leeftijd ten behoeve zijner
echtgenoote van gelijken ouderdom, moet men vooraf zich als
deelhebber in het pensioenfonds laten inschrijven, waarvan de
minste klasse beloopt 300. 't Wordt dan nog al kostbaar,
want men betaalt in zulk een geval jaarlijks 40, in het pen
sioenfonds 152, te zamen 192; - wel minder dan in andere
fondsen maar bezwarend genoeg om de deelneming niet zoo tal
rijk en algemeen te doen verwachten- en in die steeds toe
nemende en volhardende deelnemingen ligt de eenigste waar
borg van het fonds - gelijk de directie zal erkennendie op
algemeen-en bijval en krachtige ondersteuning rekent.
Uit Turin wordt geschreven: »Men verkeert hier wegens
Oostenrijk in ernstige bezorgdheid. De troepen, die het in de
districtenOltrepo genaamd en de uiterste grens van het
Mantuasche en Modeensche vormende, concentreert, geven
aanleiding tot de vreesdat zij het Modeensche gebied zullen
binnenrukkenwaardoor de Piemontesche armee in tweeën zou
worden gescheiden. Men beantwoordt deze beweging door eene
bijeentrekking van troepen aan de Mincioin den afgeloopen
nacht is een park zware artillerie derwaarts gezonden."
De koning van Napels heeft de militaire kas meegeno
men en aan de Schatkist 220,000 ducaten voor de kas van
Gaeta, 40000 voor die van Capua en 880000 voor zich zei
ven aangevraagd en, daar de schatkist zooveel geld niet bezat,
heeft men dit geld uit de bank genomen en daarvoor rente
certificaten in de plaats gegeven. Voor zijn vertrek had de ko
ning aan generaal Marcarella bevel gegevenom voor het
gieten van het geschut benoodigde machinerien te vernietigen
hieraan is echter niet voldaan.
De heer Edwin James berigt op de volgende wijze zijn
bezoek, aan Garibaldi te Salerno gebragt. Door een Amerikaan,
tot den staf behoorende, werd hij bij generaal geleid, n Daar
ontmoette ik, zegt James, in eene slaapkamer, die gevuld was
met zijn staf en de plaatselijke overheidden belangloozen
en dapperen bevrijder van Italië, in zijn rood overhemd, lin
nen broek en versleten laarzen. Daar bij den spiegel 9tond
terwijl hij zijne lange dunne haren kamde, de grootste patriot
seder Washington. Wij werden aangediend, en hij bleef eenige
oogenblikken in dezelfde houding, doch was blijkbaar in ge
dachten verdiept. Hij gaf ons een hartelijken handdrukvroeg
met de grootste belangstelling naar den toestand van Napelsof
de Koning die stad reeds verlaten had, toen wij vertrokken (6
Sept.) en of ër zich troepen tusschen Eboli en Salerno bevon
den doch zijn voornaamste wensch was, de gevoelens van het
Engelsche volk te kennenmet opzigt tot de groote zending,
die hij te volbrengen had. Hij prees zeer onzen admiraal te
Napels en verzocht ons hem 's avonds weder te Eboli te be
zoeken werwaarts hijna van paarden verwisseld te hebben
zich spoedde. Hij verklaarde Napels zoo spoedig mogelijk te
willen nemen, en, indien het zijn konzonder een enkel men-
schenleven op te offeren. Alles bewoog zich in opgewondenheid
te Salerno. De nationale garde was in grooten getale opgeko
men en voerde zoo goed mogelijk muziekstukken uit. Afgevaar
digde priesters en franciskaner monniken verdrongen zich om
Garibaldi. Vrouwen en kinderen wierpen bloemen in de kamer,
terwijl hij op een ouden, zwakken stoel in den hoek zat, on
bewogen en kalm. Zijn voorkomen heeft iets eenvoudigs en
grootschdat zeer treft, iets bedaards en beradens; doch toen
hij het onderwerp der Fransche politiek behandelde, vonkelde
zijn blik eensklapsen sprak hij in korte puntige volzinnen
over de deelneming der Fransche natie in zijne zaakdoch
over den keizer in bewoordingen, die het onnoodig is te herhalen."
De berigten uit Napels bewijzendat Garibaldi aldaar
eeu onvergelijkelijk gezond verstand en eene juistheid van oor
deel ten toon spreidt, die zelfs zijn vurigste bewonderaars ver-
baadt. Van Auletta naar Napels reisde een dagblad-correspon
dent toevallig mede met den dictator en hangt een treffend
tafereel op van zijne onverschrokkenheid zoowel te midden van
de gevaren, welke de weg zelf opleverde bij den koortsachtigen
spoed, waarmede Garibaldi reisde, als tegenover de mogelijk
heid van eene ontmoeting met de verspreide soldaten van de
ontbonden Napolitaansche legerkorpsen. Al spoedig bleek het
echter, dat noch officieren noch soldaten er aan dachten, zich
van den dictator, die bijna ongewapend en onverzeld reisde,
meester] te maken. Karakteristiek is het feit, dat, terwijl Gari
baldi eenige oogenblikken rust nam op zijne reis, de pluimen
van zijn hoed, die hij had afgelegd, waren verdwenen. Men
had ze als kostbare relieken van zijn persoon weggenomen.
Het Journal des Débats deelt mede, dat de gemalin var.
Frans II zich niet naar Spanje, maar naar Munchen begeeft,
werwaarts de prins van Buffano haar vergezelt.