N°. 168. Zaturdag 15 September. A0. 1860 De Gemcente-begrootlng voor 1861. Binnenlandsch Nieuws. LEIDSCH DAGBLAD. Deze Courant verschijnt eiken dag, be halve Zon- en Feestdagen, en kost voor Leiden ƒ1.95, en franco per post 2.80 in de drie maanden. De prijs der Advertentiën is voor eiken regel Zes Cents, behalve 35 Cents zegel recht, voor elke plaatsing. Afzonderlijke Nomraers Vijf Cents. Spoortreinen van Leiden naar 's GravenhageDelft, Schiedam en Rotterdam te 9 u. 42 m.; 12 u. 7 m.; 3 u. 4 m.; 6 u. 9 m.; 9 u. 24 m. Naar Haarlem eri Amsterdam te 8 u. 26 m.; 10 u. 58 m.; 12 u. 59 ra.; 4 u. 58 m.; 9 u. 28 m. Stoomboot van Leiden (Ligplaats Haven) naalr Amsterdam, Maandag ochtends 3 u., de overige werkdagen 4 u. 30 min.; van Amsterdam (Bee- rebijt) naar Leiden 's middags 2 u. Postbusligtingen aan de Lakenhal, aan de Katoenfabriek en op de Nieuwstraat: 'smorgens te 7 ure 30 min., 'smiddags te 12 ure, 'snamid dags te 3 ure 45 min., 's avonds te 8 ure 30 min. Zittingen van het Gemeentebestuur. Gemeenteraad op onbepaalde tijden. - Burgemeester en WethoudersMaandagen Donderdag te 11 ure. - Commissie van Fabricage, Dingsdag te 12 ure. - Burgemeester, dagelijks te 10 ure. - Bureau der Plaatselijke Secretarie is open dagelijks van 104 ure. - Thesaurie, dagelijks van 102 ure. Be Gemeente-Architect is te spreken te zijnen huize op den Ouden Singel, 'smorgens van 910 ure. Kantoor der Plaatselijke Accijnsen, dagelijks van 81 ure en van 30 ure. Kantoor der In- en Uitgaande Rechten en Accijnsen, dagelijks van 91 ure en van 36 ure. Kantoor van 'sRijks Directe Belastingen, Maandag, Dingsdag, Woensdag en Donderdag van 92 ure. Kantoor van Zegel, Registratie dagelijks van 84, van het Kadaster en de Hypotheken, van 94 ure. I. Het beheer der plaatselijke geldmiddelen is niet het minst belangrijke der taak van een gemeentebestuur. Tot een der eerste vereischten van een goed en regelmatig bestuur behoort voorzeker eene strenge verantwoordelijkheid en eene zoo groot mogelijke openbaarheid ten aanzien van geldelijke zakendie of de eigendommen van het ligcbaam, waarover het bestuur •taat, of het ligchaam zelf, de ingezetenen, betreffen. Dat be- hser is bij de gemeentewet geregeld door voorschriften ten aanzien van begrooting en rekening, - overeenstemmende met de eischen, die een beroemd staatsman stelde: //liet is in het belang der gemeente, dat alle ontvangsten en uitgaven op de begrooting voorkomendat de minst drukkende belastingen en niet meer dan noodig, met de minste kostenzooveel mo gelijk slechts van het zuiver inkomen der burgers worden ge heven dat het gemeentevermogen niet worde verkwist of de toekomst ligtzinnig verbonden; maar dat het plaatselijk bestuur aan den anderen kant ook uitgaven niet ontzie of vertrage, waar de gemeentedienst uitgaaf vordert. Er zijn posten van uitgave, zonder welke eene gemeente niet ordelijk wordt gere geerd. - Het is heilzaam zoo de Staten waken dat het pu blieke geld niet tot tegemoetkoming in bijzonder belang, niet als gunst, - dat het uitsluitend ten gemeenen beste worden besteed." Het opmaken der jaarlijksche begrooting eener gemeente is dus geene gemakkelijke taak, wanneer die beginselen telkens met naauwgezetheid worden toegepast. Altijd blijft de twijfel overschieten, of men ook uitgaven heeft ontzien en vertraagd, die het belang der gemeente eischte, - dan of men ook meer heft dan noodig is, en, wat men heftinvordert met de minste kosten of op de minst drukkende wijze. - Ja 't is geen kunst eene begrooting jaarlijks optemakendoor verandering van datum's en cijfersnaar een eenmaal voorgeschreven vorm die zich bloot wijzigt naar een vooraf vastgestelden loop, even als de cijfers van een eeuwigdurenden kantoor-almanak. Zulk eene begrooting bedoelen we niet en lag evenmin in de be doelingen van den ontwerper der gemeentewet, die onder noodige inlichtingen bij de gemeentebegrooting wat meer ver langde dan statistieke en officieële vormen. Inlichtingen, bere deneerd en helder voorgesteld, die kracht en leven geven aan de doode cijfers en van een juisten blik getuigen, ten aanzien van den toestand der plaatselijke geldmiddelen - niet enkel in het belang der gemeentekas maar in dat der ingezetenen - niet enkel wat den belastingheffer aangaat, maar ook met. het oog op de belastingschuldigen. In dien geest is men hier en daar gewoon de ontworpene begrooting der inkomsten en uitgaven van de gemeente voor een volgend jaar bij den Gemeenteraad in te leidenmet een beknopt overzigt van den financiëlen toestand der gemeente en met een bevattelijke voorstelling van het karakter, dat die begrooting bezit in overeenstemming of bij verschil met vroe ger, - boven en behalve de memorie van toelichting en ver dere bescheiden die tot verduidelijking der verschillende hoofd stukken en posten van uitgaaf kunnen strekken. Die van Am sterdam, voor ons liggende, is aangeboden met een begeleidenden brief, waarin op den voorgrond wordt gesteld de aard en de oorzaken van de verschillen die men uit de vergelijking der afzonderlijke hoofdstukken zal ontdekken, en de gevolgen, die daaruit voortvloeijen voor den toestand, dien de begrooting voor stelt. En na eene tamelijk uitvoerige voorstelling van de hoofd trekken wordt de vraag gedaanof de tegenwoordige middelen voldoende zullen wezen om ook behoeften te dekken die nog te voorzien zijn Of men ze zal moeten verhoogen of nieuwe belastingen invoeren En reeds het opwerpen van die vragen wekt tot ernstig nadenken over de doeltreffende werking van het bestaande belastingstelsel. 't Is ons niet ondienstig voorgekomen met zulk een oog de gemeentebegrooting van Leiden voor 1861 te overzien. Z. M. heeft benoemd, bij het 2de reg. drau^idwlH«4mt. kwartierm., den lsten luit.-kwart. J. J. D. H. jS&schaoi', vfc

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1860 | | pagina 1