jEIDSGH dagblad. N°. 155. Woensdag 59 Augustus. A°. 1860. Het Dagblad kost in de 3 maanden f 1.95. Afzonderlijke Nommers 3 Cents. Spoortreinen van Leiden naar 's Gravenhage, Delft, Schiedam en Rotterdam te 9 u. 42 m.; 12 u. 7 m.; 3 u. 4 m.; u. 9 m.; 9 u. 24 m. Naar Haarlem en Amsterdam te 8 u. 26 ra.; 10 u 5S m.; 12 u. 59 m,; 4 u. 5S m.; 9 u. 28 m. Postbusligtingen aan de Lakenhal, aan de Katoenfabriek en op de Nienwstraat: 'smorgens te 7 ure 30 min., middags te 12 ure, 'snamiddags te 3 ure 45 min., 'savonds te 8 ure 30 min. 'Zittingen van het Gemeentebestuur. Gemeenteraad op onbepaalde tijden.Burgemeester en Wethouders laandag en Donderdag 11 ure. Commissie van FabricageDingsdag 12 ure. Burgemeesterdagelijks te 0 ure.. Bureau der Plaatselijke Secretarie is open dagelijks van 10 4 ure. Zon- en Feestdagen uitgezoo md. Thesauriedagelijks van 102 ure. Be Gemeente-Architect is te spreken te zijnen huize op den uden Singel, Wijk V, N°. 328, 'smorgen9 van 910 ure. .Kantoor der Plaatselijke Accijnsen, dagelijks van S 1 ure en van 3 6 ure. Kantoor van 'sRijks Directe Belastingen, Maandag, Dingsdag, Woensdag en Donderdag van 9 2 ure. Kantoor van Zegel, Registratie dagelijks van 84, van het Kadaster en de Hypothekenvan 9—4 ure. Vereerd ging ter bevordering van fabriek en handwerknijverheid in Nederland ig hare laatste bijeenkomst aan Donderdag Aug. 's morgens te acht ure, en kwamen fi de orde de verschillende voorstellen die be kking hadden op de aanschaffing van matrices or medailles en het uitschrijven van prijs vra- i en dieeene langdurige beraadslaging uitlokten, irvan de uitkomst wasdat besloten werd te usten in hetgeen door het hoofdbestuur was rigt met betrekking tot de vervaardigde ma ce en de kosten te nemen voor rekening der eeniging, maar ook daaronder te begrijpen door de Zwolsche afdeeling tot hetzelfde ein- n ware gemaakt; - terwijl ondanks de bestrijding i de Zwolsche en Leidsche afgevaardigden rd aangenomen het beginseldat de algemeene gadering jaarlijks, voor en aleer de voorge- lde prijsvragen in behandeling komenzal dissenof er al dan niet prijsvragen zullen rden uitgeschreven. - Alsnu in overweging tomen zijnde de bepaling der plaats, waar it volgende jaar de algemeene vergadering li zijn, wordt besloten, aan het verlangen r Amsterdamsche afgevaardigden te voldoen lodat die vergadering zal gehouden worden Amsterdam, bijaldien het Paleis voorVolks- ijt aldaar wordt ingewijd. - Het hoofdbe- uur bragt daarop ter tafel de voorstellen ie in de vergadering krachtens art. 37 der et waren ingezonden en is besloten op voorstel in het hoofdbestuur, om de afdeelingen te loren op het gisteren behandelde punt wegens t binnen Amsterdam te houden algemeen Ingres en het hoofdbestuur te magtigen, om ereenkorastig den uitslag harer overwegingen i handelen, - waarbij de wettelijke bepalingen p de stemming der afgevaardigden ook voor de afdeelingen zullen worden toegepast. Alsnu volgde een voorstel van Leiden van dezen inhoud De Ncdcrlandsche Maatschappij ter Bevordering van Nijverheid heeft in hare Algemeene Vergadering, te Arnhem gehouden, besluiten genomen betrekkelijk het gewigtige vraagstuk van den arbeid van kinderen in FabriekenTrafieken en ambachten. Daar de hande lingen der Maatschappij nog niet in druk verschenen zijn is het moeijèlijk, juist te bepalen wat besloten is doch uit de verschillende berigten daaromtrent inge wonnen blijkt ten stelligste: lu. dat die besluiten zijn genomen ten gevolge van de conclusion van een rapport over dat vraagstuk, uit- gebragt door eene Commissie benoemd in de Alge meene Vergadering van 1859; 2°. dat die conclusiën de strekking hebbenom eene wettelijke regeling dier aangelegenheid door de Hooge Regering uit te lokken. Welke nu de graad van onzekerheid zij, die er be staat ten aanzien van de juiste bewoordingen en den vorm dier besluiten van de Algemeene Vergadering der Maatschappij ter Bevordering van Nijverheid zoo veel is onbetwistbaar zeker dat het bewuste rap port is uitgebragt en de daaruit voortgevloeide be sluiten zijn genomen, zonder voorafgaand grondig on derzoek dier belangrijke zaak in quaestie immers is van zoodanig onderzoek noch vóór, noch gedurende het jaar 1859 iets gebleken. Hoe men nu ook denke mogen over het al of niet wenschelijke en doelmatige eener wettelijke regeling van kinderarbeid, het komt aan de Leidsche Afdeeling voor, dat een naauwgezet, onpartijdig en grondig onderzoek naar de feiten en hunne gevolgen hier ie lande noodzakelijk vereischt wordt, alvorens men tot het nemen van besluiten kan en mag overgaan. De Leidsche Afdeeling stelt dus voor, dat door het Hoofdbestuur een waakzaam oog op deze aangelegen heid gehouden worde en mogt het blijken dat de Nederlandschc Maatschappij ter bevordering van Nij verheid werkelijk stappen bij de Hooge Regering deed, om eene wettelijke regeling op den kinderarbeid te verkrijgendat het Hoofdbestuur dan met allen ernst en klem zijne stem verheffe om te betoogen, dat er vooraf eene officiëele enquête op dat punt moet wor den ingesteldom eerst later en op grond van de uitkomsten daarvan zoo noodig tot eene wettelijke re geling over te gaan.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1860 | | pagina 1