EIDSCH DAGBLAD.
105.
Maandag 1
Julij.
A*, i860.
Het Dagblad kost in de 3 maanden 1.95. Afzonderlijke Nommers 3 Cents.
«rtreinen van Leiden naar 's GravenhageDelft, Schiedam en Rotterdam tc 9 u. 42 m.; 12 u. 7 m.; 3 u. 4 ra.;
P, m.; 9 u. 24 m. Naar Haarlem en Amsterdam te 8 u. 26 ra.; 10 u. 58 m.; 12 u. 59 m.; 4 u. 5S m.; 9 n. 28 m.
Poitbusligtingen aan de Lakenhal, aan de Katoenfahriek en op de Nicnwstraat: 'smorgens te 7 ure 30 min.,
Mags te 12 ure, 'snamiddags te 3 ure 45 min., 'savonds te 8 ure 30 min.
Eittiogcn van het Gemeentebestuur. Gemeenteraad op onbepaalde tijden. Burgemeester en Wethouders
hwlag en Donderdag 11 ure. Commissie van Fabricage, Dingsdag 12 ure. Burgemeesterdagelijks tc
[ore. Bureau der Plaatselijke Secretarie is open dagelijks van 104 ure. Zon- en Feestdagen uitgezon-
Thesaurie, dagelijks van 102 ure. Be Gemeente-Architect i9 te spreken tc zijnen huize op den
ra Singel, Wijk V, N°. 328, 'smorgens van 910 ure.
Kantoor der Plaatselijke Accijnsen, dagelijks van S1 ure en van 36 ure.
Kantoor van 'sRijks Directe Belastingen, Maaudag, Dingsdag, Woensdag en Donderdag van 92 ure.
Kantoor van Zegel, Registratie dagelijks van 84, van het Kadaster en de Hypotheken van 94 ure.
Een Kerkelijk geschil.
IV.
De terechtwijzingendie Ds. Laurillard
beleefd is geweest in de Leydsche Courant
gevenbetreffen hoofdzakelijk twee punten
onjuist door ons waren voorgesteld of lie-
\tme feiten, die hij in zijne betrekking, als
van den Leidschen kerkeraad, beter dan wij
slut was nnauwkeurig op te geven. Het eer-
beeft betrekking op de beleefde uitnoodi-
die aan de Gemeente-Commissie is ge
in, om gemeenschappelijk het bestaande re-
nent te wijzigenwaaraan niet is voldaan
dat Ds. L., niettegenstaande hij het offi-
jt antwoord ook onder zijne oogen kon heb-
genomenden inhoud daarvan niet mede-
|t. - Het tweede betreft de welwillendheid
de Kerkeraad heeft betoond, om nog een-
il na de weigering der Gemeente-Commissie
tot de bedoelde reglementsverandering mede
|werken, een lid, dat benoemd was, aan de
neente voortestellen«wiens naam zou kun-
genoemd worden." Ook zonder nadere aan-
ling nemen wij op gezag van Ds. L., dien
op zijn woord geloovenwanneer het zulke
tn betreftaandat wij in die opzigten de
onjuist hebben beschreven en- al was
ook niemand die het wilde gelooven - wij
jen de verzekering, dat, als we in deze zaak
ilden of een schijn van partijdigheid op
laadden't was ter goeder trouw en zonder
let.
pen heeft ons de opmerking gemaaktdat de
ftiek van Ds. L. meer was eene apologie van de
Indelingen des kerkeraads dan wel eene critiek
onze voorstelling van de zaak. 't Is ook ons
"gekomendat de terechtwijzigingen geen de
Me verandering brengen in het wezen der
feiten. De Gemeente-Commissie heeft een be
noemd lid aan den Kerkeraad ter voorstelling aau
de Gemeente opgevenen zij heeft dat lid doen
zitting nemenofschoon die voorstelling niet
heeft plaats gehad. - De Kerkeraad heeft dc
Gemeente-Commissie uitgenoodigdom in ge
meen overleg een Dieuw reglement op het be
heer der kerkeljjke goederen te maken maar die
beleefdheid werd weder onbeleefdheidtoen hij
zonder haar dat werk begon en voleindigde.
De groote vraag is evenwel en blijft ter be
antwoording over, of de Kerkeraad op dat ge
bied bevoegd is een wetgevend gezag uitteoefe-
nen? Op dat punt neemt Ds. L. een zeer ver
standig stilzwijgen in acht.
Het is waar, op nog ééne onjuistheid heeft
Ds. L. ons betrapt en ook daardoor hulde aan
de verongelijkte waarheid" willen toebren
gen. Zij betreft de verkeerde aanhaling van
een art. van het nog van kracht zijnde regle
ment. Naar onze lezing komt het door ons
aangehaalde 14 art. te pasals de Kerkeraad
gelijk de oorsprong van het geschil medebrengt
bezwaar heeft, om een benoemd lid der Ge
meente-Commissie aan de Gemeente voortestel
len, en is art 15 van toepassing op verschillen,
die tussschcn de Gemeente-Commissie en den
Kerkeraad ontstaan zijn. Uit de handelingen
des Kerkeraads is evenmin als uit de terecht
wijzingen van Ds. L. helder gewordenwat
men eigenlijk wil, en nu bevreemdt het ons zeer,
dat Ds. L. het grootste gedeelte van art. 5
letterlijk heeft overgenomen, maar juist heeft
weggelateu de laatste zinsnedeover het ge-
wigt van welke bezwarenzoo van den Kerke
raad als van de Gemeentezal geoordeeld wor
den op de wijze, welke bij art. 14 bepaald is,"
Wordt niet de waarheid evenzeer verongelijkt,
als zij niet in haar volle licht is geplaatst?
Men zegt dat het in kerkelijke vergaderingen
V