LEIDSCH DAGBLAD.
NY 72. Vrijdag 25 Mei. A0. 1860.
Het Dagblad kost In de 3 maanden 1.95. Afzonderlijke Nommers 3 Cents.
Spoortreinen van Leiden naar 's Gravenhage, Delft, Schiedam en Rotterdam te 9 u. 42 m.;12 u. 7 m.; 3 u. 4 m.;
6 n. 9 m.; 9 u. 24 m. Naar Haarlem en Amsterdam te 8 u. 26 m.; 10 u. 58 m.; 12 u. 59 m.; 4 u. 58 m.; 9 u. 28 m.
Postbusligtingen aan de Lakenhal, aan de Katoenfabriek en op de Nieuwstraat: 'amorgens te 7 ure 30 min.,
'smiddags te 12 ure, 'snamiddags te 3 ure 45 min., 'savonds te 8 ure 30 min.
Zittingen van het Gemeentebestuur. Gemeenteraad op onbepaalde tijden. Burgemeester en Wethouders
Maandag en Donderdag 11 ure. Commissie van Fabricage, Dingsdag 12 ure. Burgemeesterdagelijks te
10 ure. Bureau der Plaatselijke Secretarie is open dagelijks van 104 ore. Zon- en Feestdagen uitgezon
derd. Thesaurie, dagelijks van 102 ure. Be Gemeente-Architect is te spreken te zijnen hnizo op den
Ouden Singel, Wijk V, N°. 328, 'smorgens van 910 ure.
Kantoor der Plaatselijke Accijnsen, dagelijks van 81 ure en van 36 ure.
Kantoor van 'sRijks Directe Belastingen, Maandag, Dingsdag, Woensdag en Donderdag van 92 ure.
Kantoor van Zegel, Registratie dagelijks van 84, van het Kadaster en de Hypothekenvan 94 ure.
Minderjarigen
mogen geene kamers huren en alle overeenkom
sten van dien aard zijn nietig, wanneer de
verhuurders die hebben aangegaan. Die stelling
is op de wet gegrond, omdat bij Art. 1366 van
het Burgerlijk Wetboek minderjarigen onbekwaam
zijn verklaardom overeenkomsten te treffen
en niemand zal het nut van die wetsbepaling
betwijfelendie weet, dat de grens tussehen
meerder- en minderjarigheid niet willekeurig en
zonder een heilzaam doel is gesteld.
Zal daarmede nu voor goed beslist zijndat
aan geen minderjarigen student huisvesting wordt
verleend of het onmisbare verschaft, dan op
schriftelijke magtiging van den vader of den
voogd? Op die wijze zou de bestaande toe
stand 'tonderste boven worden gekeerd; want
waarlijk het ongerief en de last, die daardoor
werden veroorzaakt, zouden den toestand van een
Student ondragelijk maken. In den regel zal elk
vader zich aansprakelijk stellen voor de trouwe
naleving der overeenkomstendie de zoon heeft
aangegaan, en bij uitzondering zal zich het ge
val voordoen, dat hij zich beroept op eene nie
tigheid der overeenkomstuit hoofde van de
minderjarigheid des zoons, wanneer namelijk
blijkt.dat van zijne bij de wet veronderstelde
onbekwaamheid om overeenkomsten te treffen
een voor hem nadeelig of verderfelijk gebruik
is gemaakt. Een vader of voogd, die zijn zoon
of pupil de zelfstandigheid toekent, om zich
elders te vestigen en een eigen huishouden aan
teleggen handelt werkelijkalsof hij eene ver
klaring voor den kantonrechter zijner woonplaats
aflegt, waarbij aan den minderjarigen, die den
vollen ouderdom van 18 jaren heeft bereikt,
bepaalde rechten van meerderjarigheid worden
toegekend. Eigenlijk moest ten aanzien van eiken
minderjarigen Student worden gehandeldzooals
bij Art. 480 van het Burgerlijk Wetboek tot
het verleenen van handligting is voorgeschreven.
Elke nuttige zaak staat voor misbruik bloot
en, gelijk de billijkheid eischt, dat overeenkom
sten, te goeder trouw aangegaan, worden geëer
biedigd, al heeft de wetgever de bevoegdheid
der partijen niet onbepaald gesteld, zoo is het
evenzeer noodig, dat er waarborgen bestaan te
gen de nadeelige gevolgen, welke uit oneerlijke
verbindtenissen met hendie de vereischte male
van doorzigt en ervaring missen, kunnen voort
spruiten. In zoo ver dus heeft Art. 1366 van
het Burg. Wetboek eene heilzame strekking en
is het een mijlpaal in het maatschappelijke leven
tot waarschuwing voor een ieder, die van den
minderjarigen toestand zou willen misbruik ma
ken tot het plegen van onrechtmatige handelingen.
Bedoeld artikel is niet geschikt, om strenge-
lijk en onvoorwaardelijk te worden toegepast en
voor hen, die er zich aan mogten vergrepen
hebbenis het altijd raadzaam, bij aldien er ge
schil ontstaat, zulks buiten rechterlijke beslissing
te houden. Waar zou het heen, bijaldien aan
getrouwde vrouwen zoowel als aan minderjarigen,
die niet zoo ver af zijn van het tijdstip der
meerderjarigheidverboden werd eenige daad of
handeling te verrigtendie het karakter van het
treffen eener overeenkomst droeg? Wat hetver-
hur en van kamers betrefthet kan nimmer strek
ken in het belang dér minderjarigen die zich
afzonderlijk moeten vestigendat hun de zede
lijke magt onthouden wordtom zich in dit
opzigt met meerderjarigen te kunnen gelijk stel
len. Alle overige dadenwaartoe zij zich onvoor
waardelijk bevoegd moeten achtenzouden even
zeer in strijd met hun belang tapetenworden
nagelaten, bijaldien het enkele/gevalv^dafhu
gelukkig tot de uitzonderingeÉiWtaiort-f meer
algemeen mogt plaats hebberjj ifrf|édér sehul-,
denaar in Art. 1366 Burg. ^e^(^Aéen? vrij-