LEIDSCH DAGBLAD. A". 1860. Het Dagblad kost in de 3 maanden 1.95. Afzonderlijke Nommers 3 Cents. Spoortreinen van Leiden naar 's GravenhageDelft, Schiedam en Rotterdam te 9 n. 42 m.; 12 u. 7 m.; 3 u. 4 m.; 6 u. 9 nn; 9 u. 24 in. Naar Haarlem en Amsterdam te 8 u. 26 ra.; 10 u. 58 m.; 12 u. 59 m.; 4 u. 5S m.; 9 n. 28 ra. Postbusligtingen aan de Lakenhal, aan de Katoenfabriek en op de Nieuwstraat'smorgen9 te 7 ure 30 min., 'smiddags te 12. ure, 'snamiddags te 3 ure 45 min., 'savonds te 8 ure 30 min. Zittingen van het Gemeentebestuur. Gemeenteraad op onbepaalde tijden. Burgemeester en Wethouders I, Maandag en Donderdag 11 ure. -Commissie van Fabricage, Dingsdag 12 ure. Burgemeesterdagelijks te 10 ure. Bureau der Flaatselijke Secretarie is open dagelijks van 104 ure. Zon- en Reestdagen uitgezon derd. Thesaurie, dagelijks van 102 ure. Be Gemeente-Architect is te spreken te zijnen huize op den Ouden Singel, Wijk V, N°. 328, 'smorgens van 910 ure. Kantoor der Plaatselijke Accijnsen, dagelijks van 81 ure en van 36 ure. Kantoor van 'sRijks Directe Belastingen, Maandag, Dingsdag, Woensdag en Donderdag van 92 ure. Kantoor van Zegel, Registratie dagelijks van 84, van het Kadaster en de Hypothekenvan 94 ure. De Spoorwegmotiën. II. Eene teugellooze vrijheid staat met losbandig heid gelijk en die de bevoegdheid der Regering om te kiezenwelk plan in het algemeen belang de voorkeur verdient uit de aanvragendie wer den gedaan betwistmoet noodwendig den regel aannemendat iedere onderneming van een mid del van vervoer op vergunning recht heeftals er maar geen ondersteuning of gunstbetoon in z(jne aanvrage voorkomt. Eigenlijk zou dus alles nederkomen op eene bloote kennisgeving van Ielk plan aan de Regering, met welke mededee- ling men kon volstaan, totdat er eene onteige ning van grond ten algemeeneu nutte vereischt werd. Maar hoeveel waarde we ook toekennen aan het stelsel van repressie boven dat van pre ventie, zooveel is zeker, dat, gelijk we reeds vroeger aantoondeneene onteigening ten alge- meenen nutte meer in zich sluit, dan de motie van orde schijnt té veronderstellen. We wagen dan ook de gissing, dat niet allen, die vóór de motie van 27 April stemdeneven ligtvaardig het bijzonder eigendom zouden aantasten, om ten algemeene nutte over bet grondbezit te be schikken. Onwilleurig zijn we gekomen tot een nieuw punt, waarop de toepassing der vrijzinnige of liberale beginselen menigmaal den kalmen geest verwant heeft verrast. Menigmaal is het gebeurd, dat de liberalen in de toepassing hunner begin selen van eene ongedachte zijde steun vonden zooals: wanneer het de vrijheid van godsdienst, van onderwijs of van vereeniging gold, van de zijde der kerkelijke partijendie daarbij voor zich toevallig belang hadden, en evenzeer tegenstand van andere, kerkelijke richtingendie zich wel wet den naam van liberaal wilden versierenmaar alles behalve geneigd waren gelijke rechten aan allen te gunnen. Zóó was het ook bij de mo- tiën die aangenomen werden door het overwigt, dat de voorstanders van liberale beginselen bezorgden aan hen, die blijkbaar toonden, dat de uitsluiting van eene gevraagde concessie, niet in beginsel maar in de toepassing, de voor name drijfveer waswaarom zij aan een libe raal beginsel hulde bewezen. En dat tastbaar blijk meenen we daarin te vinden dat men zich volstrekt niet heeft gewaagdom het algemeen nut of belang van de eene lijn boven de andere te wikken of te wegen of, wat vooral niet mogt achterwege gebleven zijnde nadeelen te bere kenen die uit de terzijdestelling van de eene boven de andere onderneming zouden voortvloei den. 't Is integendeel hoogst opmerkelijkdat, wat er ook geschreven is en bij de Regering of voor het groote publiek als grief is ingebragtalleen betreft de handhaving van een liberaal beginsel, maar niet het minst eene eerlijke en duidelijke opgave van de nadeelen, die de beschikking of beslissing der Regering zal veroorzaken aan het openbaar belang. Wat nog van dien aard in het adres der 's Graven haagsche Kamer van Koop handel en Fabrijken wordt aangevoerdis blijk baar eene onjuiste voorstelling, omdat meu als eene grief aanmerkt, dat de Hollandsche IJze ren Spoorweg met de Rijn-Spoorweg wordt ver bonden en het doet voorkomenalsof 's Gra venhage niet aan den Hollandschen Spoorweg ligt, die toch werkelijk het hoofdpunt der verbinding zal uitmaken. Uit dien loop der motie trekken we dezen wenkdatzoodra hartstogt en partij geest in het spel komen deJrtfndhavT rala beginselen meer heid vereischt, opdat i die hartstogtelijkheid worden meegesleurd en niet aan voorbeelden

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1860 | | pagina 1