of tot commissaris van het Rotterdammer schui- teveer te worden benoemd. Voorts is besloten aan de raadscommissie voor den aanleg van een Spoorweglijn tusschen Leiden en Woerden op te dragen, om bij den Minister van binnenlandsche zaken op nieuw op het verleenen der concessie aan te dringen. Nog is aan Diakenen der Ne- derduitsche Hervormde Gemeente op zekere voor waarden afgestaan een groot deel van den ge meentegrond in de Verwerstraattot het bebouwen met arbeiderswoningen en het stellen van water pompen tot algemeen gebruik; en aan Gebr. Eigeman en Co. het overige deelalsmede aan den Veeschatter J. Engels eene verhooging van bezoldiging ten bedrage van ƒ100 verleend. Zondag 11. werd te Amsterdam de vijf en twintig jarige dienst van den Eerw. Heer Ber nard Hofman als Deken van Amsterdam fees telijk herdacht. De R. C. geestelijkheid van de hoofdstad bood den hooggeachten grijsaard een geschenk in zilver aan als blijk van hoogachting en erkentelijkheid. De heer Hofman wordt door zijne geloofsgenooten en door zijne niet-catho- lijke stadgenooten met achting, eerbied en vertrouwen bejegend, omdat aan zijne ijver en zorg vele nuttige instellingen haar bestaan ver schuldigd zijn. 's Namiddags van dien dag aanvaardde de kandidaat Jac. Eigeman zijne bediening als predikant te Oud-Loosdrecbt met eene leer rede over Psalm 37, na des voormiddags te zijn bevestigd door Ds. J. H. Bösken te Utrecht, die daarvoor tot grondslag van zijne rede nam II Cor. 12:9a. Vrijdag 9 Maart is het springvloed en, naar men voor eenigen tijd reeds berekende, zal die vloed buitengewoon zijn. Men geeft die naam bij ons aan de ongemeene hooge vloeden bij volle en nieuwe maandie plaats hebben op die punten, welke tegenover de maan en de zon liggen en waarop dus sterker gewerkt wordt dan indien de maan zich niet daarbij bevond. Sedert geruimen tijd zijn er geen zoo hooge watergetijden geweest als die, welke in I860 bij de dag- en nachteveningen verwacht worden. Nu staat de buitengewoon hooge vloed wel vermeld op den 9den Maart, ofschoon het reeds den 7den des namiddags ten 12 ure 53 min. volle maan is; doch hiertoe bestaat eene afdoende reden, liet is toch een bewezen feit, dat de gezamenlijke werking van zon en maan tot. het gemeenschappelijk te weeg brengen van een enkelen vloed eerst 36 uren later in de Fransche havens hoog water doet ontstaan. Hierbij valt nog iets anders op te merken. Tijdens de equinoxen wordt tot het ontstaan van den hier boven bedoelden gecombineerden vloed niet volstrekt vereischt, dat de maan op hetzelfde tijdstip den meridiaan passeert. Tus- scheti^jtegflcjaassage en de hooge zee verloopt altoos Hjdnu eens langer dan eens korter, al naar mate de geographische ligging a van het punt der observatie of de gedaante dei zi kusten dit medebrengt. Op eene bepaalde plaats blijft dit verschil van tijd altoos hetzelfde, ter- g< wijl het natuurlijk voor tusschen van elkander si gelegen havens een vrij aanmerkelijk cijfer kan opleveren. kt Wanneer men in den almanak vermeldt vind: Sl dat de betrekkelijke hoogte op den 9den Maar dat is 2 dagen na volle maan, 1.17 za vi bedragen, dan beteekent dit, dat, zoo de ge bi middelde hoogte van den springvloed, ontleeni zc uit waarnemingen, bv. 2 el bedraagt, deze o; sl den 9den Maart kan zijn 2 el X 1.17 2.34 eldat is dus 0.33 el hooger. N Nu moet men zich niet verbeelden, deze nit g( komsten altijd met de waarnemingen te ziei zi overeenstemmen. De windstreek is hier vai Ri merkbaren invloed, zoo zelfs dat springtijen bi hc eeu aflandigen wind somtijds tot gewoon hoog ca water verlaagd worden en zoo ook omgekeerd.ge De vloed van den 4den Februarij 1825 hat daarom die noodlottige gevolgen omdat eenteei zware storm uit het noordwesten het water uiilui de Noord- en Zuiderzee tot eene aanmerkelijkede hoogte op onze kusten dreef; maar het springtij 11 van den 4den Maart daaraanvolgende, waarvaneer men gelijke gevolgen vreesde en dat ook 1.11® (zooals den 9den Maart.) tot betrek kelijktde had, bereikte slechts de gewone hoogte en veren oorzaakte geen het minste onheil. Na De betrekkelijke hoogte van den springvlooivrn van den 28slen Sept. 1859 was 1.10 en bereikttvra te Groningen aan de spilsluizenbij geslotende deuren, eene hoogte van 0.80 el, te Delfzijlhet 0.50 el, te Statenzijl 0.06 el en te Zoutkampaar 0.31 el boven den gewonen vloed; alzoo ner-ma gens eene verontrustende hoogte, en deze be-of trekkelijke hoogte verschilde slechts 0.07 met die van den 9den Maart. te Men moet zich dus niet noodeloos bekom-9or merd maken over aanstaande overstroomingecPro bij den springvloed van 9 Maart dewijl ^eb zooals reeds is aangemerkt, zonder bijkomendeD^au storm, daarvan geene schadelijke gevolgen te - duchten zijn. Lat BUITENLANDSCH NIEUWS. »erc liet De questie omtrent de inlijving van Sa-wir voije, die in de zitting van het Lagerhuis is;ezi opgeworpen en tot hevige debatten beeft aan-an leiding gegeven, zal aanstaande Maandag aanbid de orde van den dag gesteld worden. De heerinli Kinglake beeft een motie voorgesteld, dat heta^i Huis de regering plegtig zal verzoeken bij dee groote mogendheden werkzaam te zijnten eindeote die inlijving te verhinderen. igt In de Vereenigde Staten worden jaarlijkse g 9000 piano's gemaakt, hetgeen aan 1900 werk-jke lieden werk verschaft en waardoor voor eeDe'ng som van 5 millioen dollars wordt omgezet. des

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1860 | | pagina 4