NEDERLAND ROEPT DE WERELD FT £3 ENDEGEEST Larens Sint Jans^Processie 50 (aar Kath. Meisjesbescherming Sl.d.J.-zend&i komt op ootCe tomen ZATERDAG 28 JUNI 1947 DE LEIDSE COURANT PAGINA 3 door Een bewoner van Endegeest heeft eens beweerd, dat de zetel van de ziel gezocht moet worden in de pijnappel- klier een zielig idee, dat echter tussen andere vreemde en wonderlij ke denkbeelden niet zou opvallen, stonden we niet voor het feit, dat de pijnappelklier-theorie is verkondigd drie en halve eeuw vóór Endegeest door de stad Leiden werd aangekocht om er een gesticht ter verpleging van ziels-zieken van te maken. De man, de beroemde wijsgeer en natuurkundige René Descartes, heeft twee jaar in Endegeest gezeten. Hij had het buiten in 1614 gehuurd, om er te-midden van de vrije natuur rustig en kalm diepzinnige bespiegelingen te houden. Hij kreeg het al spoedig aan de stok met de godgeleerde heren van de Leidse hogeschool, die het met deze Jezuieten-leerling en trouwe zoon der Moederkerk moeilijk eens konden worden en met hem in heftige polemiek traden. Waarop Descartes de wijste partij koos en verhuisde, met medeneming van het Cartesiaan se duikertje. De geschiedenis met die pijnappelklier daargelaten, was Des cartes of, volgens de toenmalige mode om de namen te verlatijnsen: Carte- sius, een wijsgeer van groot formaat, die een sterke invloed heeft gehad op de natuur-philosophie, al sloeg hij re gelmatig de plank mis. Wat eerder te wijten is aan de gebrekkige natuur kennis van die dagen dan aan de gevolgtrekkingen van zijn zeer ge zond verstand. Het Kasteel Endegeest,' waar Des cartes zijn bivak had opgeslagen, was niet het Endegeest, zoals het zich te genwoordig vertoont of niet ver toont, want het speelt zo'n beetje kie keboe achter de bomen van de bui tenplaats. Het staat open en bloot voor de Leidenaars, maar houdt zich angstvallig verscholen voor de Oegst- geesters. Men heeft ons zelfs wijs willen maken, dat de meerderheid van de Oegstgeesters niet eens weet, dat er aulk een prachtig kasteel in hun gemeente staat. Zij kennen alleen maar het vroegere hoofdgebouw van het gesticht, dat in zijn voorgevel het Leidse wapen voert bij het zien van welk opdringerig blazoen iedere autonome Oegstgeester het hoofd om draait en zijn'pruimpje wegspuugt. Het is zeer betreurenswaardig, dat het kasteel tegelijk-met zijn bewoners aan het maatschappelijk verkeer is onttrokken en er, voor het kasteel althans, geen kans bestaat in de ge wone samenleving terug te komen. Leiden heeft in 1895 de plaats aange kocht en afgesloten. Weinige jaren te-voren, in October 1887. had men nog een kostelijk feest op touw gezet tér gelegenheid van de 80-ste geboortedag van de „Hoogwel geboren Ambachtsvrouw der gemeen te Oegstgeest, Vrouwe Douairière J. M. Gevers van Endegeest-Deutz van Assendelft", waarbij de festiviteiten o.m. bestonden uit een „matinée mu- sicale" 's middags om 1 uur, fbiggen- vangen en vuurwerk. Wie had toen kunnen bevroeden dat de laatste klap van de vuur-pijl, die sissend heenvlood en uitdoofde, tegelijkertijd het einde was van de Endergeester heerlijkheid? Natuurlijk misgunnen we niet de 800 verpleegden van Endegeest en Voorgeest (het jeugd-huis) te kun nen wonen en rondwandelen in de schaduw-rijke lanen van het land goed, waar bloemen en vogelzang hun gebondenheid enigzins vergoe den, maar men verbaast zich toch over het gebrek aan tact dit gesticht te vestigen midden-in een zich uit breidende nabuur-gemeente en in een •kasteel, dat door zijn eeuwen-heugen de geschiedenis en architectonische voornaamheid verdiend had gemeen goed1 van allen te worden. In zijn huidige staat is het Kasteel Endegeest een bouwwerk uit het mid den van de 17e eeuw. Aan weerszij den van het huis verheffen zich sta tige acht-kantige hoektorens, gedekt door koepels die uitlopen in door- luchte spitsen. Het is nog aan drie zijden door middeleeuwse grachten omgeven. Aan de overblijvende zijde is de gracht gedempt en afgesloten door een aardig poortgebouw, dat voor een deel als oranjerie is inge richt. Boveri de poort-doorgang de wa pens van vroegere bewoners. Het huis is aan de binnenplaats in later perio de opgevrolijkt met witte rococo-om- lijstingen. Van buiten is Endegeest ongeschon den; van binnen is het gedeeltelijk ingericht voor de administratie en provisie, gedeeltelijk ook voor de verpleging van vrouwelijke patiënten. Er kan dus geen sprake van zijn het door deze of gene kunstliefhebber te laten bezichtigen. De directeur, dr. C. J. Stotijn, was echten zo vriendelijk ons toegang te verlenen. Het enige vertrek, dat de sfeer van een rijk verleden heeft bewaard, is de Blauwe Kamer, waar de „commis sie van beheer" der gestichten verga dert. De zetel van de voorzitter, h-t. de burgemeester, is gekroond met het Leidse wapen. De heren vergaderen zomer en winter in het bosch; df zaal is rondom behangen met blauw-groen schemerende' woud-partijen, waarin fel-kleurige papegaaien rond fladde ren en een hupse kinderschaar zich vermaakt met touwtje-springen en een bok te plagen. Het zijn kostbare tapijten in warme, sprookjes-achtige kleurenpracht. Boven de fraaie mar meren schoorsteen giet een fantasti sche waterval koelte over de tropi sche woud-visoenen, terwijl boven de deur een ridder verzonken ligt in zoete dromen, en'ondertussen bezoek krijgt van Amor en Venus, Zelfs de hamer van de voorzitter is niet bij machte hem op de aanwezigheid van dit verliefde stel attent te maken. Ook in de wijdse conversatie-zaal van de verpleegsters is iets van de oude luister teruggekeerd. Aanvan kelijk had de gemeente Leiden de zaal geplunderd om er de Lakenhal mee te begiftigen, maar in.1935 heeft men gewetensbezwaren gekregen en de eiken schouw met haar Korinti- sche pilasters .weer naar Endegeest gebracht, In de schouw-boezem een meesle pend ruitergevecht van J. v. d. Stoffe (t 1682), dat vermoedelijk het heetst van de strijd aan het Tolhuis in 1672 uitbeeldt. In de zaal hangt tevens een portret van Willem van der Rijdt en zijn gezin een van de vroegere eigenaren van Endegeest dat de Lakenhal ook al in „Schutzhaft" had genomen en naderhand vrijgegeven heeft. Het museum dreef toen eens klaps de edelmoedigheid zo ver er nog een paar bruiklenen uit het de pót aan toe te voegen. Er viel aan Endegeest inderdaad iets goed te maken. Liefhebbers van antieke tegeltjes vinden onder de zware gewelven van keukens en dienstvertrekken (nu als voorraadkamers in gebruik) een uit gebreide collectie bijeen met aller hande grappige en geestige voorstel lingen. Op het gazon buiten de slotpoort staat een zandstenen pyramide, die op zijn drie zijden voorstellingen heeft van de dans om het Gouden Kalf, de Koperen Slang in de woestijn en Mozes water slaande uit de rotsen. Deze pyramide is afkomstig van Abt spoel. En dan Zijn er de pauwen de troeteldieren van Endegeest. Uit een dakraam op een der zolders zagen we een heer-pauw. die met zijn eigen hoogmoed geen raad wetend, op een van de torens was geklommen en daar zijn waaier van groene glans ogen ontplooide. Er drentelen vele pauwen rond op Endegeest. Een hoofdverpleegster, die ons rondleidde, had het er niet erg op begrepen. „Ze houden je maar wak ker met hun geschreeuw vooral als er regen op komst is". „Syn luut es ofte die duvel ware" zou Jacob van Maerlant de zuster gelijk geven. De pauwen beschouwen het slot als een volière, die strookt met hun prachtlievendë staat en staart en om. waaieren het met een vreemde, on wezenlijke sfeer van vergane glorie en getaande grootheid. Toen we het verbijsterd kasteel verlieten, liep er een mevrouw pauw boven in de dakgoot te slaapwande. len: Syn ganc stille, in der ghebare Alse die dief POORT-DOORGANG KASTEEL ENDEGEEST. De Sint Jansprocessie te Laren in Noord-Holland, die Donderdag we derom is gehouden, is de tiende sinds 1937, toen de majestueuze parochiekerk met haar twee bak stenen torens door de Paus tot basi liek, werd verheven. En welhaast voor de zestigste maal is zij tevens Sacramentsprocessie. Reeds in het begin van de mid deleeuwen, stond op het huidige Sint Janskerkhof nabij Hilversum de plaats, waar de processie jaar lijks haar rustpauze heeft en waar de feestpreek wordt gehouden een kapel, waar de Kerkpatroon werd vereerd. Omtrent de helft van de dertiende eeuw werd een pauselijk voorschrift van kracht, volgens welk het ge bruik werd ingevoerd, om het hei lig Sacrament in processie mee te dragen.. Die gelegenheid zal men toen ook in Laren wel spoedig heb ben aangegrepen; althans in 1296 was de processie een feit. In oude geschriften zien wij namelijk ver meld, dat op de Sint Jansdag van genoemd jaar „Toen een zeer groot aantal Gooilanders in Laren verza meld was om de jaarlijkse processie mee te maken" bekend werd, dat de in het Gooi beminde graaf Flo- ris V dreigde te worden ontvoerd. En in 1565 wist Lambertus Horten- sius, een regionaal geschiadschrij- sius, een regionaal geschiedschrij- van Gooiland te vermelden, „dat in Laren elk jaar op 24 Juni de plech tige Sint Jansprocessie werd ge houden, dat het Allerheiligste daar in langs de velden werd rondgedra gen en dat een ontelbare mensen menigte dan te voet, te paard of per wagen van heinde en verre naar Laren kwam om deze plech tige ommegang mede te vieren". In de tijd van de hervorming werd de toestand anders. De Laar- ders bleven trouw aan het oude ge loof; doch zij moesten, doordat hun parochiekerk aan haar bestemming werd onttrokken en later boven dien het kerkje op het Janskerkhof werd afgebroken, van hun open bare processie afzien. Maar zij versaagden niet, want toen trok de processie, zonder het Allerheiligste, op menige feestdag van Sint Jan in het geheim, midden in de nacht, dan wel in kleine groepjes. Tijdelijk, omstreeks 1613, was het te danken aan het gematigd optre den van de dichter P. C. Hooft, die wij onlangs in verband met het Muiderslot hebben geëerd als drost van Muiden, waaronder het Gooi behoorde, dat de Laarders weei? openlijk met het heilig Sacrament konden uittrekken. Maar in 1654 en ook het volgend jaar brachten regeringspersonen -op 24 Juni een bezoek aan het Siht Janskerkhof, om er uit naam varj de Regering de processiegangers "tej verstrooien. Eerst toen de vervöl-1 ging minder heftig werd, kon de al oude Sint Jansprocessie op plech tige wijze worden hersteld. En., zij wist zich te handhaven toen in het begin van de vorige eeuw het Jan senisme ook in Laren trachtte bin nen te dringen hetgeen echter niet is gelukt. De aloude luister was volkomen, toen de Franse bezetting de gods dienstvrijheid herstelde. Sindsdien is de Larense processie weer alge meen geworden En zij valt niet on der de bepaling, waarop men thans aandringt, onder druk van bepaal de groepen, om er van overheids wege streng de hand aan te hoi den Deze bepaling komt hiero) neer, de alleen gepreviligeerde pr< cessies buiten het terrein van kerk mogen treden. De toeloop is dermate gegroeii dat het houden van de processie Laren in 1848 een recht werd. Da»t betekende echter nog niet, dat h^t heilig Sacrament in monstrans we derom in triomf langs de wegen ejji de velden mocht worden rondge dragen. Eerst in 1886 werd dië ver gunning verleend en wel voor de tijd van vijf jaar, mits zich geen stoornis voordeed. In 1891 werd de vergunning opnieuw voor vijf jaar verleend en in 1896 volgde een duurzame vergunning „voor altijd". De deelname groeit nog steeds; een broederschap is gesticht en bui ten het Gooi zijn het vooral de Am sterdammers en vacantiegangers, die grote belangstelling tonen. De bevolking van Laren zelf denkt steeds schoner straatversieringen uit. De oude dorpskerk heeft plaats gemaakt voor een groots Godshuis, uiterlijk fors, van binnen getooid met ware kunstschatten. Die kerk is thans reeds tien jaar verheven tot Basilica minor, een pauselijke gunst, die slechts bij hoge uitzondering wordt verleend. v. O. HYPOTHEKEN en voor alle andere zaken op het gebied van on roerende Bouw-en Makelaarsbedrljf v.dn Drift Be oestercultuur is ons land ver schaft vele handen werk. Een kijkje tijdens de oestervangst, welke ge schiedt met behulp van verschillende soorten vaartuigen. Indrukken van het internationale congres in Zwitserland. (Van een bijzondere medewerker) |N een sfeer van ernstig overleg en in goed begrip zijn dames uit ver schillende Europese landen naar Fri- bourg in Zwitserland gereisd voor de bijwoning van een congres, bij ge legenheid van het vijftig-jarig be staan van 1'Association catholique in ternationale des oeuvres de protec tion de la jeune fille, in ons land be kend als de katholieke vereeniging tot bescherming van meisjes. Over de brede €n heilzame werk zaamheid van deze in Nederland, en daarbuiten gunstig bekend staande organisatie is genoegzaam geschre ven. Paus Pius Xn heeft dit alles wil len onderstrepen met een allocutie, waarin onder meer het volgende wordt gezegd: deze organisatie gaat dagelijks uit over de wegen der we reld om hulp te verlenen. Haar le den zoeken er de meisjes op, die mo gelijk zijn afgeweken; zij verstoot deze ongelukkigen niet. Zij be schouwt die meisjes als haar zusters in Christus en dus helpt zij hen al len". En de H. Vader verbindt aan zijn woorden het volgende verzoek: verricht iets goeds aan die jonge meisjes, in dezelfde mate, waarin gij het goede hebt ondervonden. Beheerst door deze vaderlijke ge dachte heeft het Freiburgse congres zich enkele dagen beraden, niet al leen in voordrachten en openbare ge- dachtenwisseling, maar ook door het onderling contact Behalve de vele dames uit verschillende landen zelf, maar ook verschillende genodigde autoriteiten hebben deelgenomen aan die uitwisseling van ideeën, waar door aan het slot van vier vrucht bare dagen tastbare conclusies kon den worden gesteld. De uitwerking er van zal geschieden door ieder van de afgevaardigden in eigen kring; en de bijeen te brengen ervaringen zal men de volgende zomer voordra gen op het alsdan in Rome te hou den nieuwe congres. LIET congres van Fribourg stond 11 onder bescherming van de bis schop van Lausanne en telde onder zyn bezoekers Mgr. Signora, die kar dinaal Pizardo vertegenwoordigde. De Nederlandse afvaardiging die te elfder ure twee van haar leden moest missen, was vertegenwoordigd door mevrouw dr. E. G. M. A. Kreyns— Ten Braak uit Hilversum; inplaats van mej. Tilman uit Den Bosch hield zij een voordracht over enkele mo derne aspecten van het werk der meisjesbescherming, welke voor dracht zeker heeft bijgedragen tot beter begrip van hetgeen in deze tijd nodig en wenselijk moet wor den beschouwd. De federatie van katholieke Vrouwenbonden in ons land had de presidente mevrouw (Van een bijzondere medewerker): I^TA de voortreffelijke pioniersarbeid van de Kath. Radio-omroep op het gebied van de wereld-uit zending, heeft de nieuwe organisatie van de Wereld omroep concrete vorm ge vonden en zijn verant woordelijkheid gedeeld met de Rijksoverheid, on der wie hij staat en die hem financiert. Dit wil echter niet zeggen, dat de Overheid de Wereldom roep tot haar spreekbuis heeft gemaakt, of in be paalde richtin invloed' uit oefent. /"\VER dë bekende P.C.J.- zender kan men thans horen de Nederlandse pro- grammadienst, die uitzen dingen verzorgt ten be hoeve van landgenoten over de gehele wereld en Nederlands sprekende be langstellenden, verder de internationale program- madienst die zich slechts tot de buitenlanders richt en tenslotte de ontspan- ningsdienst in het populai re „Happy station" Uit de vele papieren, die ons werden voorgelegd tij dens een bezoek aan het studio-gebouw aan de Bo- thalaan te Hilversum, is wel gebleken, hoezeer de P.C.J.-uitzendingen beant- over de gehele wereld ver spreide landgenoten. Door het geven van ooggetuige verslagen, bij voorkeur niet uit de studio, opdat de uitzending zo levendig mo gelijk zij, tracht men de geestelijke afstand tussen de luisteraars elders en het moederland zoveel moge lijk te verkleinen. Zowel de Indonesische afdeling als de West-Indische heb ben reeds grote luisteraars- groepen gevormd, waar onder onze Nederlandse missionarissen, ook die el ders in de wereld, een be langrijk aandeel hebben. Voor onze missionarissen. LIIER raken wij de ru- briek van de godsdien stige uitzendingen, welke wij nochtans gaarne onder de K.R.O. hadden zien on dergebracht. Doch zoals Kees Middelhoff het katho lieke deel van deze rubriek met liefde en kennis ver zorgt, kan men vrede heb- ben met de thans gevolg de methode Wij denken aan de reportage van de Stille Omgang, die recht streeks van Amsterdam woorden aan een wezen lijke behoefte van talrijke, naar de West werd uitge zonden en waarin het aan schildering fiiet onljbrak). Verder aan het devote klankbeeld over klooster- en priesterleven en aan het door de heer Middel hoff zelf geschreven ien in klank gebrachte Kerstver haal uit geteistérd Neder land. Zonen van ons volk. ver spreid over de gehele aard bol, genieten van deze bij zondere en natuurlijk, ook van meer algemene uitzen dingen. Wars van slaafse navol ging heeft de Wereldom roep vaste series uitzen dingen in allerlei talen ge organiseerd ten dienste van het buitenland. Daar bij maakt men gebruik van de gramofoonplaat. De programma's, op deze pla ten vastgelegd, worden aan buitenlandse Omroepen ter uitzending aangeboden in hun binnenlandse pro gramma's. Daarbij over weegt men, platen-pro gramma's van voor Neder land representatieve mu sici en ook composities sa men te stellen, zodanig, dat ze een afgerond geheel vormen en van een toelich tende tekst in enkele vreemde talen kunnen worden voorzien. Buiten landse omroepstations, die deze programma's in bruik leen krijgen aangeboden, kunn«tt aldus Nederlands cultureel vlagvertoon in de vreemde bevoraeren. ^\OK aan onze zeelieden heeft de Wereldomroep gedacht. Met hen wil men een band weven door mid del van het nationale pro gramma. Juist in de vreem de, op eenzame posten en op de wereldzeën, put de zeeman een stimulans uit het onmiddellijke contact met het land van herkomst. Voor die zeeman, maar ook voor de Nederlandse za kenman in New York of de geëmigreerde Jonge boer in Canada maakt de Wereldomroep vrolijke en ernstige muziek, laat kun stenaars aan het woord, behandelt eigen vader landse vraagstukken en veel meer. Het wekelijkse program ma „PCJ roept het Schip van de week" is bestemd voor de officieren en man schappen ter Nederlandse koopvaardij. Elke Woens dag wordt het de wereld ingestuurd, nadat het schip, dat die week voor oproe pen in aanmerking komt, telegrafisch op de hoogte is gesteld en het verzoek heeft gekregen, over de ontvangst van de uitzen ding te rapporteren. Dit programma-deel vormt voor een half uur een onzichtbare, vriend schappelijke gemeenschap van zeelieden aan boord en hun familieleden thuis. In de Hilversumse studio's kan men herhaaldelijk de vrouwen en verloofden, de moeders en kinderen, de vaders en broers van onze koopvaardij-vaarders, ge wapend met een op schrift gestelde „groet voor hem", welke groet dan op de plaat wordt vastgelegd om daarna te worden uitge zonden. Zo kunnen de fa milieleden hier hun stem men ver op een schip laten horen. De meeste rederijen werken graag mee, zodat in de loop van een jaar tal van Nederlandse schepen kunnen worden opgeroe pen, in de eerste plaats de schepen van de grote vaart, vaart. Het rechtstreeks contact maakt ook deze uitzending dus niet tot een dode stu dio-vertoning. Dit kan niet anders dan welkom zijn voor hen, die ver weg zijn en zo graag rechtstreeks Manken van thuis en ver trouwde omgeving willen opvangen. SteenbergeEngeringh afgevaar digd, hetgeen voor het landelijk con tact zeker van belang moet heten. In haar kwaliteit van presidente der internationale Unie van kath. Vrou wenorganisaties heeft mevrouw Steenberge bovendien een toespraak tot het congres gericht. Ogenschijnlijk geleek het program ma wat overladen;; doch de wijze, waarop verschillende onderwerpen in kort bestek niettemin grondig werden behandeld, kon niet anders dan een versterking beteken van de positie der gouden katholieke inter nationale vereniging. Vooral beiang- ijk was de rede van mej. De Bois- deffre, secretaresse-generaal van het nationale Rranse comité. Zij behan delde de immoraliteit in de wereld en haar terugslag op het vrouwelijk element. Gelukkig bleef het niet bij geschiedenis; zij gaf ook de midde len ter verbetering aan Prof. Laura Dupraz uit Fribourg besprak de in ternationale samenwerking met gro te organisaties en pater Pilloud O P. gaf geestelijke middelen aan voor verdere actie en propaganda. Al deze inleidingen voerden tot een diepa ge- dacliten wisseling. De dames hebben het congres be sloten met het bijwonen van een godsdienstige plechtigheid in de ka pel van het bisschoppelijk paleis, waar Z.H.Exc. Charriere de H. Mis opdroeg en de H. Communie uit reikte. In ontvangsten, onder andere in het stadhuis en met enkele excur sies hebben de congressisten ver strooiing gevonden na de practische werkzaamheden in de vergaderzaal. Men is naar eigen land terugge keerd, gesterkt in de grote zending, die van de Meden wordt verwacht: de redding in Christus van het jon ge meisje en van de jonge vrouw. ersengymnastiek WIE WEET HET? 1. Wanneer en waar werd; Na poleon geboren? 2. Wat zijn de Oreaden? 3. Wie was Louis Pasteur? 4. Wat is de hoogste berg van Engeland en Wales? 5. Hoe sreekt men een ambas sadeur aan? 6. Wat is exegese? 7. Van wie is het toneelstuk „De Leeuwendalers"? 8. Wat is een cycloon en wat een cycloop? 9. Welke betekenissen heeft het woord „couvert"? 10. Wat is een hypocriet? Antwoorden in ons nummer van Maandag a.s. ADMIRAAL IN MONNIKSPIJ De krijgs-verrichtingen van een Carmeliet Op 16 Juni a.s., het feest van O. L. Vr. van de Berg Carmel, zal (gelijk we gisteren reeds in 't kort mede deelden) admiraal Thierry d'Argen- lieu, de vroegere hoge commissaris in Indo-Ohina^ die zeven jaar gele den het klooster verliet om in Franse krijgsdienst te treden, onder de naam van pater Lodewijk van de H. Drie eenheid, wederom in het klooster der Ongeschoeide Carmelieten terug keren. In 1889 uit een oude Bretonse fa milie geboren, volgde hij de traditie van zijn familie en liet zich als leer ling van de zeevaartschool inschrij ven. Nog voor het begin van de eerste wereldoorlog was hij zeeofficier en nam later deel aan de strijdi in Noord Afrika, waar hij onder de invloed van generaal Lyauty kwam en spoe dig promotie maakte. Hij onder scheidde zich bij tal van operaties in de Middellandse Zee. Na het sluiten van de vrede ver wisselde hij dc officiers-uniform voor de monninkspij en in 1920 trad hij in de orde der Ongeschoeide Carmelie ten, waarna hij in 1932 provinciaal voor de Parijse provincie dier orde werd. Negentien jaar nadat hij de marl- nedienst verlaten had, brak de tweede wereldoorlog uit en pater d'Argenlieu trad wederom als kapi tein ter zee in zeedienst ommeel te nemen aan de verdediging -ran het belegerde Cherbourg. Hij werd krijgsgevangen gemaakt doch hij slaagde er in om als boer ver#, eed te ontsnappen, waarop hij zich aan boord van een bark naar Londen begaf waar hij op 1 Juni T940 aankwam. Op 18 Juni d. a. v. gaf hij gehoor aan eenoproep van generaal De Gaulle, die hem tot chef van de vrije Franse zeestrijdkrachten benoemde. Bij de strijd voor Dakar werd hij zwaar gewond. Na zijn herstel werkte hij aan de hervorming van de Fran se koopvaardij in Afrika en aan de installaties van de geallieerde bases in de Pacific. Op 15 Augustus 1944 deed hij met generaal De Gaulle en generaal Le- clerc zijn intocht in het bevrijde Parijs. Hij keerde daarop naar zijn kloos ter terug doch met toestemming van zijn overheid aanvaardde hij de post Van hoge commissaris in Indo-China, v/aar de politieke toestand steads hachelijker werd. Enige maanden geleden riep de re gering hem als zodanig terug en ken de hem de hoogste onderscheiding ,de militaire medaille toe.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1947 | | pagina 3