H
Reizen in Rijnland
Nederlands drukste spoorlijn
bestaat 100 jaar!
ZATERDAG 24 MEI 1947
DE LEIDSE COURANT
PAGINA 3
TRUMAN HEEFT Donderdag de
wet tot hulpverlening aan Grie
kenland en Turkije ondertekend, na
dat alle instanties, welke een wet in
Amerika moet passeren, hun goed
keuring er aan hadden gehecht. De
,rTrum an-doctrine", welke in V alge
meen inhoudt, dat Amerika actief
hulp dient te bieden, waar een volk
rechtstreeks van buiten af door agres
sie of indirectdoor infiltratie van
zijn yrijheid dreigt te worden be
roofd, heeft dus nu haar toepassing
gevonden op twee van die landen,
welke door Rusland worden be
dreigd en welke nog niet geheel vér-
loren zijn- Landen als Bulgarije, Roe
menië, Joego-Slavië, Hongarije en
Polen, om van de Baltische Staten
en Finland geheel te zwijgen, zijn
reeds zoozeer in de macht van Mos
kou geraakt, dat zelfs Amerika er
geen gat meer in ziet. De invloed in
deze staten was de eerste buit, wel
ke Moskou na de oorlog binnenhaal
de en de Westerse geallieerden kon
den weinig anders doen dan toekij
ken en het fait accompli slikken.
Zelfs moesten zij hard lopen om te
verhinderen, dat de Russische le-
gors nog meer grondgebied bezetten
dan zij reeds gedaan hadden. En
sindsdien hébben de Russen, waar zij
maar konden, getracht hun positie
zoveel mogelijk te verbeteren, waar
bij zij het eigen belang van het Sov
jet-regiem vereenzelvigden met het
belang van de gehele wereld. Het
geen tengevolge had, dat de wereld
nog altijd wacht op de vrede.
Was er aanvankelijk een zekere
bewondering voor de dappere Russi
sche legerscharen, die de Duitsers
zo radicaal hadden weten terug te
drijven van Stalingrad en de Kauka-
sus tot aan Berlijn,, welke bewonde
ring de regeringen' geneigd maakte
om i wat toe te geven aan de Mos-
kouse eisen in de hoop, dat de Rus
sische bondgenoten dan wat meer
handelbaar zouden worden allengs
begon men in te zien, dat de Rus
sen, na een vinger gekregen te heb
ben, naar de hele hand grepen en
toen was het Amerika, dat zich
schrap zette en zei: Nu is het wel
letjes.
Vandaar de Truman-doctrine, wel
ke voor het eerst gelanceerd werd bij
de opening van de conferentie van
Moskou en thans in het stadium van
uitvoering is gekomen.
jA MERIKA'S HULP heeft men wel
•^eens de doodsteek voor de U. N.
O. genoemd, omdat deze wereld-or
ganisatie eigenlijk had moeten doen
wat Amerika nu op eigen gelegen
heid doet.
Maar als men de stuntelige wijze
nagaat, waarop de Griekse kwestie in
de Veiligheidsraad' wordt behan
deld, dan is men toch geneigd te zeg
gen, dat het in ieder geval beter is,
dat er wat gebeurt door een „onbe
voegde" dan dat er niets gebeurt
door een bevoegd orgaan. Men zal
zich herinneren, dat de Ver. Naties
een commissie van onderzoek had
den ingesteld naar de toestanden in
Griekenland. Deze begon haar werk
zaamheden op 3 Februari en trok
zich einde Maart terug te Genève om
haar rapport op te stellen, waarbij
zij te Saloniki een sub-commissie
achterliet om het onder-zoek voort te
zetten, zo nodig ook over de Griekse
grenzen, d.w.z. op Zuid-Slavisch,
Bulgaars en Albanees gebied. De ge
noemde landen weigerden intussen
hiermee accoord te gaan, waarin zij
door de Russische leden der com
missie gesteund werden. Vandaar
dat ^men de zaak heeft voorgelegd
aan de Veiligheidsraad1.
Deze heeft juist dezer dagen een
resolutie van de Russen, om de be
voegdheden van deze sub-commissie
te beperken, verworpen, maar niet
nader vastgesteld, welke bevoegdhe
den de sub-commissie nu wel heeft.
Natuurlijk gelden nu de oorspronke
lijk vastgestelde instructies, zal men
zeggen, maar daarmede zijn niet alle
betrokken staten het eens: „In ieder
geval, zeide een der Amerikaanse
gedelegeerden, staat het aan de lan
den Joego-Slavië, Bulgarije en Al
banië om uit te maken, of zij het be
sluit v. d. Veiligheidsraad al of niet
zullen eerbiedigen." Zulk een half
besluit begrijpen wij niet. Natuurlijk
zullen de agressieve buren van Grie
kenland, onder de ban van Moskou,
er nu niet aan denken om de sub
commissie enige faciliteiten te geven.
Integendeel: dat loopt weer op een
fiasco uit.
De hulp van Amerika komt inder
daad niets te* vroeg voor Grieken
land.
ersengymnastiek
WIE WEET HET?
1. Van welke Pausen zijn de
beroemde Encyclieken „Re.
rum Novarum" en „Quadra-
gesimo Anno"?
2. Bij welke provincies beho
ren de auto's met de letters
B, K en E?
3. Wat is een imker?
4. Wie schreef het bekende
boek „Robinson Crusoë"?
5. Van wie is de opera „Othel
lo"?
6. Kent U de afkortingen: K.
A., K.B. en K.M. (2)?
7. Wat zijn de voornamen van
de componisten Liszt,
Brahms, Haydn, Debussy?
8. Wie was Phidias?
9. Wat is messing?
10. Wat betekenen de Romein
se cijfers D, L en M?
Antwoorden in ons nummer van
Dinsdag a.s.
Het jachtkasteel
van Hare Majesteit
door E 3
De twee leeuwen, die dag en nacht
de ingang tot de Horstlaan bewaken
hebben ahijd de grootste schik. Het
zijn trouwe leeuwen, die nooit hun
postementeri verlaten, maar zij kor
ten zich de tijd met elkander over
het hek heen oude-heren-moppen te
tappen en daarin uitbundig behagen
te scheppen. Hun bejaarde leeuwen
vrolijkheid werkt zo aanstekelijk,
dat iemand, die in neerslachtig ge
moed op het hek toetreedt, er lachend
en opgewekt doorheen-gaat.
Zij zijn gedresseerd recht-op te
zitten en klemmen in hun klauwen
't blazoen van 't geslacht Ter Horst:
vier golvende banen van keel (rood)
op gouden grond, met daaronder de
wapenspreuk:
Deus pa vit Fide Deo.
God voedt ons vertrouw op God.
Een wijze les, recht-uit ontleend
aan het Evangelie over 'de vogelen
des hemels en de leliën des velds;
een preek in vier woorden, die de
bezoeker, opgekikkerd door de
lachende leeuwen, tot bezonken
vreugde stemt bij het binnenkomen
van deze aardse lusthof van bloe-
men-confetti en nachtegaal-serena
des.
Evenals op de Hof van Eden staat
ook hier een bordje: „Verboden Toe
gang". Een engel met vlammend
zwaard, vermomd in een tuinman
met een strooien hoed op, vraagt de
„verbannen zonen van Eva" naar
hun geloofsbrieven en wijst ieder
een terug, welke deze niet kan aan
bieden.
Het is hier koninklijk jachtterrein.
Ten teken daarvan staat naast het
hek een hardstenen paal, waarop de
woorden:
Eigen jagt van Z. K. H. Prins
Frederik.
Wie was deze prins Frederik?
Niet de jong-gestorven zoon van
Willem III, doch een zoon van Wil
lem I en een broer van Willem II.
Hij werd: in 1797 in ballingschap
te Berlijn geboren en bereikte de
aartsvaderlijke leeftijd van 84 jaar.
„Een nobei, gemoedelijk en beschei
den man" schetst dr. Japikse hem
„van groot organisatie-talent".
Prins Frederik was gehuwd met prin
ses Louise van Pruisen en bekleed
de lange tijd de functies van admi
raal en veldmaarschalk. Zijn be
scheidenheid deed hem weigeren de
kroon van Griekenland te aanvaar
den. Hij woonde op „de Paauw" te
Wassenaar, welk buiten hij in 1837
door aankoop met Backershagen,
Raaphorst, Eikenhorst en Ter Horst
tot één uitgestrekt landgoed ver
enigde.
Ter Horst is dus de staart van de
Paaüw en het is een echte pronk-
staart. Het is geen kroon-domein,
maar door weer latere aankoop van
de erven van prins Frederik per
soonlijk eigendom van onze Ko
ningin.
Prins Frederik zat %r warmpjes
bij en voerde een kalme, prinsheer
lijke hofstaat. Op de plaats van de
ridder-hofstede Ter Horst liet hij in
1876 een jacht-kasteeltje bouwen.
Uit de trein van Leiden naar Den
Haag kan men het voorbij zien flitsen
Volgens de toenmalige smaak was
het bizonder mooi, maar moderne
bezoekers doet het denken aan de
gewrochten, die handige slagers bij
een winkelweek in hun etalage zet
ten, kasteeltjes van rode worst-spe
cie, kwistig gegarneerd met randjes
vet. De slager in dit geval, de bouw
meester J. W. F. Mouton, had Go-
thische aandriften en speelde het
klaar een gebouw met /grote ven
sters te omranken met middeleeuwse
stijlfiguren. Het kasteel zou minder
druk en winkelweek-achtig zijn, als
al die geel-gesausde bogen, kantélen
en omlijstingen him natuurlijke
kleur herkregen. Het zou daardoor
ook uiterlijk de vorstelijke staatsie
verwerven, die het inwendig zeker
ten toon spreidt.
Het jachtslot lijkt ons niet echt
te zijn, maar de etalage, waarin het
staat is echt. Groene gordijnen van
linde- en eikenloof aan weerszijden,
een weerspiegelende gracht ervóór
en een echte blauwe hemel erboven.
Er zijn nog enige restanten van
het vorige huis Ter Horst. Over de
zonnewijzer op het voorplein. op
18e eeuwse sokkel, schuift de scha
duw van de tijd.
„Loopt zc'n instrument nooit ach
ter?" informeerde Engeline, in
een ogenblik van verstandsverbijse
ring, op welke vraag Egbert en
Eduard hatelijk begonnen te knor
ren.
Van de bijgebouwen is alleen het
linkse in zijn oorspronkelijke staat,
paardenstal en koetshuis, gehand
haafd. Boven de midden-deur het
jaartal in grote Romeinse cijfers:
1701 en daarboven in steen gehou
wen het wapen van Ter Horst, met
een paardekop als helm-teken.
In iedere barokke omlijsting van
de rij „ossen-ogen"-raampjes, waar
van het glas gebroken is, zat een
boeren-zwaluw te kwetteren, terwijl
andere door de zwarte gaping van
de deur in-en-uit glipten.
„Het verbaast me" merkte
Eduard op dat in de Monumenten
van Geschiedenis en Kunst van Ter
Horst niet wordt gerept".
„Zo zie je" aldus Egbert „dat
ook Jupiter wel eens een dutje doet".
We smaakten het als een genoegen,
vrij van school, zonder onze trouwe,
uiterst nauwkeurige vraagbaak, op
eigen houtje kunstlievende ontdek
kingen te doen en de meester vriend
schappelijk op de vingers te tikken.
Naast het jachthuis vonden we nog
een rijk met festoenen in wapens ge-
beefdhouwde pomp, bekroond door
een dubbele bloemvaas, en in de zij
gevel -ingemetseld het blazoen van
Ter Horst.
Het was zulk zalig lenteweer; het
geurde in het bos zoo kruiïg en een
koor van lijsters, tuinfluiters,
nachtegalen, fitis, wielewaal en wat
dies meer zij zong zo vrolijk, dat wij
onszelf geweld aan moesten doen het
jachthuis van binnen te gaan bekij
ken.
We waren veel liever met Enge
line gaan dwalen in de schemerende
lanen van het „Oude Bos" of de
„Kuffelaar".
„Plicht is plicht" preekte Egbert.
„Ga dan maar alleen" kwamen
Engeline en Eduard verdacht eens
gezind in opstand.
Zo geschiedde, dat een eenzame en
onthutste Egbert de hoek van het
jachtslot orii sloog, en mevrouw D.
d,e Jong, echtgenote van de opzichter
en koninklijke huisbewaarster in de
tuin aantrof, gezeten onder de reu
ken-parasol van een rode beuk.
Er zijn vele dappere Nederlanders
geweest in de bezettingstijd. Me
vrouw De Jong is er een van.
Toen Herr Rauter hier kwam ja
gen en de Reichskommissar Zes-en-
een-Kwart, de zaak kwam opnemen,
of hij hier niet kon v/onen (maar
Frau Reichskommissarin vond het te
klein!); toen huis en plaats wemel
den van Duitse soldaten, hebben
we haar meer dan eens ontmoet.
Zij droeg toen steevast om haar
hals een ketting met een groot zil
veren medaillon, waarop de beelte
nis van Hare Majesteit.
Het was een uitdaging, maar zelfs
Rauter heeft die moeten slikken.
„Hebt u er nooit geen last mee ge
had?" vroegen we, onderwijl me
vrouw De Jong, bij wie zich nu ook
de bekwame opzichter had gevoegd,
een kop thee inschonk.
„Nooit" verklaarden beiden, en
dat op een onverzettelijke toon,
waaruit men kon horen, dat dp dit
fiere dubbel-fort de Duitsers geen
aanslag hadden durven beramen.
Het jachthuis is inwendig prins
heerlijk aangekleed. Van buiten is
het één-en-al namaak-gothiek, van
binnen één-en-al namaak-renaissance,
maar ongelofelijk rijk en kostbaar.
Een vorstelijke droom, aan welker
verwezenlijking geen kosten zijn ge
spaard. Men kan nu wel smalend
zeggen; 't is alles imitatie, doch ook
mockturtle-soep kan smaken of het
echte schildpadsoep is. Deze reeks
zwaar-betimmerde vertrekken met
hun weelderig-gesneden schouwen,
buffetten, kasten, met hun van hein-i
de en ver bij elkaar verzamelde
goudleren behangen en antieke gfcn
bel ins, met hun benijdenswaardige
collecties Delfts en Chinees porcelqu}
vormen in hun geheel en samenh^pg
een monument, dat de kunstlievende;
Prins Frederik zich gesticht heeft,
en dat, naar we hopen, nooit ont
luisterd zal worden.
Deze prins moet een verwoed ver
zamelaar van antikiteiten zijn ge
weest met een ruime geest. In zijn
Een hoek van de ontvangkamer in het koninklijk jachthuis te Voor
schoten.
bibliotheek (waarvan de boeken he
laas verdwenen zijn) staan op de
schouw bonte borden met voorstel
lingen van de Zeven Sacramenten en
op een der kasten een fayence Ma
donna-beeld; in zijn zitkamer een
wat wonderlijke porceleinen triptiek
van het Laatste Avondmaal.
De prins schijnt er ook aan ge
dacht te hebben in dit huis te gaan
slapen. Eèhalve een zitkamer, bi
bliotheek, eetzaal (op het buffet
prachtige bokalen van kristal) is er
ook een slaapkamer met een plech
tig hemelbed. Of de prins er ook
geslapen heeft, weten we niet. Er is
een wastafel met paarse tegels, waar
op Willem Carel Hendrik Friso is
afgebeeld te paard met een orajije
sjerp om, met daarnevens de por
tretten in tegels van deze Oranje
telg en zijn gemalin Anna, prinses
van Engeland.
Het is ondoenlijk alle curiositeiten
AMSTERDAM - ROTTERDAM
In de eerste jaren na 1839, toen het
spoorlijntje van Amsterdam naéW
Haarlem ging uitgroeien, tot het vëel
omvattende bedrijf dat wij heden
kennen, toonden onze voorouders niet
al te veel begrip voor de enorme
waarde, welke een goed geoutilleerd
transportbedrijf voor het economisch
leven heeft. Meter voor meter moest
dé voor de uitbreiding van de spoor
weg benodigde grond worden vrijge
maakt. Vrijwel iedereen zag zijn
persoonlijke belangen ernstig be
dreigt door de uitbreiding van de
spoorlijn-
Verschillende onteigeningsproces
sen waren nodig, eer het gehele tra
ject in handen van de spoorwegmaat
schappij was. Het laat zich verstaan,
dat deze gang van zaken zeer veel
tijd en geld heeft gekost.
Het was meer dan eens noodzake
lijk om bijzondere werkzaamheden
te verrichten, welke feitelijk met de
bouw van de spoorweg niets hadden
uit te staan, doch alleen nodig ble
ken om tegemoet te komen aan de
overdreven angst van de bevolking
voor deze nieuwe ontwikkeling Vaii
de techniek.
Een boer in Rijswijk was van me
ning, dat de rook van de rijdende
treinen zijn boter en melk zou aan
tasten, welke werd bewaard in de
kelder van zijn woonhuis, dat vrij
ddcht aan de spoorlijn lag. Hij eiste,
dat langs zijn aan de spoorban gren
zend eigendom een houten schutting
zou worden geplaatst, zo hoog dat de
rook hem geen overlast zou kunnen
aandoen. Hoe onwaarschijnlijk dit
heden ten dage ook lijkt, de boer
werd in het gelijk gesteld', en de
spoorwegmaatschappij was genood
zaakt, om deze lange,' hoge schutting
te bouwen, en haar nog tientallen
jaren te onderhouden.
Nabij Delft was een houtzaagmo
lenaar in de veronderstelling, dat de
trein een zeer ernstig brandgevaar
voor zijn molen betekende. Hij ver
langde, dat de spoorwegen langs zijn
erf een 80 meter lange tunnel zouden
bouwen, waaronder de treinen door
zouden rijden. Deze constructie was
echter zoo kostbaar, dat het voorde
liger bleek de molen op te kopen.
Met de ontvangen koopsom was de
molenaar in staat een geheel nieuw
bedrijf te bouwen, op veilige afstand
van het gevreesde voortrazende vuur-
monster.
Het merkwaardigste incident was
echter wel het proces dat gevoerd
werd over de onteigening van het
laantje van der Gaag nabij Delft. De
spoorlijn moest nog juist een laantje
kruisen, dat eigendom was van Van
der Gaag. Tegenover het bod van
de Maatschappij van 100.stond de
eis van de eigenaar van ƒ20.000.
Met alle mogelijke middelen werd
door Van der Gaag het proces ver
traagd, en toen de maatschappij het
gehele traject tot Rotterdam gereed
had, met uitzondering van de over
gang van het Laantje van Van der
Gaag werd een hulpspoor gecon
strueerd, waardoor de treinen om het
lantje heen konden rijden. Speciale
voorzieningen waren getroffen om de
veiligheid in de korte bocht te ver
zekeren en na enkele experimenten
werd de lijn die reeds van Amster
dam tot Den Haag in gebruik was tot
Rotterdam doorgetrokken.
Speciaal voor dit doel geoefende
machinisten brachten de treien over
het hulpspoor om het laantje heen.
Op 31 Mei 1847 werd de lijn in be
drijf gesteld en waren Amsterdam,
Den Haag en Rotterdam per spoor
verbonden.
Van der Gaag zag nu wel in, dat
zijn spel verloren was en stelde en
kele dagen na de opening zijn gebied
ter beschikking van de Maatschappij.
De dag hierna was het spoor reeds
doorgetrokken.
Al de moeilijkheden die bij de
bouw van de spoorweg waren opge
treden hadden tengevolge gehad, dat
de kosten veel hoger waren dan de
oorspronkelijke raming. Zo bleek, dat
het bedrag dat voor de aankoop van
de benodigde gronden was besteed
driemaal zo hoog, als de oorspron
kelijke begroting had aangewezen.
HULPSPOOR VOOR HET LAANTJE VAN GAAG NABkJ DELFT
van dit huis, schoorsteen-stukken,
bolkronen, tegeltableaux, haardpla
ten te beschrijven. Meer grappig dan
mooi is de vestibule, die van onder
tot boven blauw betegeld is met
Oranje-vorsten en andere nationale
helden en met een heirleger van, als
we goed berekend hebben, twaalf
honderd ruitertjes; waarvan er niet
één aan de ander gelijk is.
Het stoffelijk omhulsel van de grij
ze prins ligt vergeten in de Nieuwe
Kerk van Delft, maar in het Huis
Ter Horst vinden we zijn ziel
„nobel, gemoedelijk en bescheiden"
weerkaatst.
Eén ding hebben we op de met
grote piëteit onderhouden Horst ge
mist: een beeltenis in brons of verf
van zijn doorluchtige bewoner.
HANDELSOVEREENKOMST MET
RUSSISCHE ZONE VAN
DUITSLAND.
De Berlijnsche correspondent van
de „Tijd" bericht:
Onderhandelingen tussen de Ne
derlandse delegatie en de Sovjet-Rus
sische autoriteiten te Berlijn inzake
een handelsovereenkomst met de
Russische zone van Duitsland heb
ben haar beslag gekregen.
Het resultaat der besprekingen be
antwoordt klaarblijkelijk aan de ver
wachtingen.
Voorlopig is overeengekomen, dat
gedurende een jaar goederen in bei
de richtingen zullen worden vervoerd
ten bedrage van 2025 millioen gul
den. Na overleg zal de overeenkomst
telkenmale voor een jaar worden ver
lengd.
Rusland zal voornamelijk kali, hout,
chemische producten en producten
der metaalindustrie leveren. Wat het
laatste betreft, zowel half-fabrikaten
en onderdelen van machines als com
plete machines (o.a. schrijfmachines).
Omgekeerd zal Nederland naar de
Russische zóne van Duitsland leveren
superfosfaat, rubber, chemische
grondstoffen, die in Duitsland niet
voorradig zijn, en haring. Voor alle
machines en onderdelen daarvan, die
Nederland betrekt, zal het overeen
komstige hoeveelheden metaal ter be
schikking moeten stellen.
De betalingsregeling is gebaseerd op
Nederlandse valuta. De afrekening
aan het eind van het jaar geschiedt
evenwel in die zin, dat het eventuële
saldo na overleg wordt betaald in de
valuta, welke door de crediteur
wordt gewenst.
Uiteraard leverde vooral het trans
port-probleem grote moeilijkheden
op, aangezien er van Nederlandse zij
de weinig neiging bestond, Neder
lands spoorwegmaterieel lang en ver
van huis te sturen, terwijl aan de an
dere kant de Russen in hun zóne een
groot tekort aan wagons hebben.
In de practijk zal moeten blijken of
door samenwerking en wederzijdse
toegeeflijkheid een vruchtbare oplos
sing zal worden gevonden.
In de overeenkomst is tevens reke
ning gehouden met de mogelijkheid,
de veredelingsindustrie in de Russi
sche zóne van Duitsland in te scha
kelen. Nederlandse firma's zullen ka
toen en wol kunnen leveren, die in
de Duitse fabrieken der Russische
zóne zullen kunnen worden verwerkt.
DELFTS MARKTSPEL 1947.
Te Delft wordt op 2, 4, 5, 6 en 7
Juni a.s. een Marktspel opgevoerd^
een „Spel van Gerechtigheid", ont
worpen door Eduard Velerman en
Kees van Iersel, met eep tekst van
Hanno van Wagenvoorde. ""Het spel
begint 's avonds om 9 uur.
NIEUWE j
BOEKEN C
Bakker, W. Met moedige
mannen in rusteloos ijs. Geil!.
met 1 uitsl. krt en teken. dr. S.
Rutte, Zeist, Dijkstra. V. Boeien
de bekhrijving van Nansen's be
roemde Noord'pool-tocht met het
zeilschip „Fram". Voor iedereen
aanbevolen.
Balfoort, Dirk J. Antonius
StradivariusGeill. met foto's
t.d.t. A'dam, H. W. J. Becht,
(Symphoniareeks). V. Zeer in-
tex-essante studie over Stradiva
rius en zijn beroemde violen en
cello's. De tekst leest prettig en
is rijk aan kleurrijke details.
Baum, Vicki. Berlin Hotel.
Vert. uit h. Duits (Berlin Hotel)
dr H. M. A. Ludolf v. Everdiin-
gen Utrecht, de Haan. IH. De
naam v. d'. schrijfster zal velen
trekken. Het is overigens een
niemandalletje. De hele sfeer
van Nazi-terreur en contra-ter
reu r van officieren en hun Ma-
del is van de bekende soort.
Blyton, Enid. Het geheim
van het onheilseiland- Vert. u.
h Engels (Island of Adveniure)
dr. A. H. J. Th. Koning V. Soort
jeugd-detective-verhaai, met ge
liefkoosde avonturen (or.tmasKe-
ring valsemuntersbende!). Cnze
jonge lezers zullen er wel van
genieten.
van Breukelen. J. J. M.
Christendom in de steigers.
Roermond; Maaseik, J. J. Ro
men en Zn. IVV- Geestdriftig
pleidooi voor vernieuwing en in
tense beleving van het ware
Christendom. Opbouwend, zij
het soms te simplistisch.
Brugman, Jan, Pater. Het
leven van Jezus. Met een in
leiding van dr. B. Knipping, O.F.
M. Bewerkt cL dr. Mathias Goos-
sens, O.F.M. Roermond;
Maaseik, J- J. Romen en Zn..
(Gekruiste Handen, nr. 2). IV.
Een welkom werk, boeiend door
persoonlijke stijl, en tevens een
gedegen studie over Pater Brug
man en de middeleeuwse Le
vens van Jezus.
Charrière, Kanunnik. Maria
onze Moeder. Vert. uit h. Frans
(Marie notre Mère) dr. Rector
G. J. Morsch Roermond;
Maaseik, J. J. Romen en Zn. V.
doe God Maria voor 't Moeder
schap toerustte en hoe" Maria
haar kinderen van dit Moeder
schap laat genieten. Eenvoudig
en delicaat behandeld*.
Cobb, Humphrey. Op het
veld van Eer. Vert. dr. Eva
RaedtDe Canter. A'dam,
Em. Querido, (Salamander
reeks). H Een tendentieus-realis
tisch oorlogsboek, waarin het le
ven in de frontlinie, terwille van
de ironie, onnodig bestiaal be
schreven wordt. Wegens de per
verse sfeer is streng voorbehoud
minstens geboden.
Coenen, Jos., Kanunnik.
Fatima voor en na de onthullin
gen van Zuster Dolorata.
Roermond; Maaseik, J. J. Ro
men en Zn. Men doet goed. dit
werk zeer critisch te lezen. Over
Fatima bestaan o.i. betere
schrifturen.
Francotta, R. A. Het uur
van Spanje. Geill. met 10 blz.
foto's. Antwerpen; Tilburg,
Standaaid-Boekh. IV,. Reisbrie
ven over Franco-Spanje- Het is
geen opwekkend boek. Hoewel
de stijl ironisch is (niet pro-
Franco en niet per se anti-cleri-
caal).
de Raeymaeker, L. dr. In
leiding tot de wijsbegeerte.
Antwerpen. Pantheon; A'dam, L.
J. Veen, (De Wetensch. Bibl.).
IV. De wijsbegeerte als vak, de
geschiedenis van 't wijsgerig
denken, en de hedendaagse wijs-
gerige activiteit. Geen herdruk,
maar nieuwe bewerking.
Steur, Pieter, dr. C.M. Het
Communisme volgens Pius IX:
Vert. uit h. Latijn (Divini Re-
demptoris) Nijmegen, De
Koepel. V.
Steur, Pieter, di\ CM. De
Vrede volgens Pius XI. Vert.
uit h. Laijn (Ubi Arcano).
Nijmegen, De Koepel, (Gods
plan nu). V- Twee beroemde En
cyclieken, in populaire frisse be
werking, naar Engels voorbeeld:
in korte ritmische zinnen samen
gevat.
Wirtz, Hans Eros in Huwe
lijksbanden. Bewerkt n. h. Duits
(Vom Eros zur Ehe) dr. J. G. H.
Holt. Utrecht, Nijmegen, Dekker
Van de Vegt. IV. Eien gods
dienstig, eerlijk en practisoh hu
welijksboek, paedagogisch waar
devol en fraai uitgegeven. Een
aanwinst! Volw.
Jungblut, Leon, S.V.D. On
der Boogschutters. Het inte
ressante leven van de Bh iels in
Brits-Indië. Steyl-Tegelen, So-
verdi-Pers. V. Een boeiend boek,
rijk aan volkenkundige gege
vens.
Keuning, H. J. dir. Het Ne
derlandse volk ip zijn woonge
bied. Hoofdlijnen van een eco
nomische en sociale geografie
van Nederland. Den Haag, H.
P. Leopold. V. Belangrijk synthe
tisch werk over ontstaan en
handhaving van ons land, met
aparte aandacht voor cultuur
landschap, bevolking en produc
tie.
van der Meer, F., dr. Augus-
tinus de ZielzorgerEen studie
over de practijk van een Kerk
vader. Gfeill. met 24 blz. foto's en
1 uitsl. krt. Utrecht, Brussel,
Het Spectrum. V. Hét boek over
de H. Augustinus, een magistraal
meesterwerk zoals maar eens in
'n kwart eeuw geschreven wordt,
Naeff, Top. De Dochter.
A'dam, Em. Querido, (Salaman
derreeks). IV. Een vrij somber
verhaal over een dochter, die
eerst haar vader veroordeelt,
maar na zijn tragische dood hem
verdedigt.
I verboden; II streng voor
behoud; IH voorbehoud; IV
volwassenen; IVV rijpe: e
jeugd; V allen.