H Reizen in Rijnland Nederlands drukste spoorlijn bestaat 100 jaar! ZATERDAG 24 MEI 1947 DE LEIDSE COURANT PAGINA 3 TRUMAN HEEFT Donderdag de wet tot hulpverlening aan Grie kenland en Turkije ondertekend, na dat alle instanties, welke een wet in Amerika moet passeren, hun goed keuring er aan hadden gehecht. De ,rTrum an-doctrine", welke in V alge meen inhoudt, dat Amerika actief hulp dient te bieden, waar een volk rechtstreeks van buiten af door agres sie of indirectdoor infiltratie van zijn yrijheid dreigt te worden be roofd, heeft dus nu haar toepassing gevonden op twee van die landen, welke door Rusland worden be dreigd en welke nog niet geheel vér- loren zijn- Landen als Bulgarije, Roe menië, Joego-Slavië, Hongarije en Polen, om van de Baltische Staten en Finland geheel te zwijgen, zijn reeds zoozeer in de macht van Mos kou geraakt, dat zelfs Amerika er geen gat meer in ziet. De invloed in deze staten was de eerste buit, wel ke Moskou na de oorlog binnenhaal de en de Westerse geallieerden kon den weinig anders doen dan toekij ken en het fait accompli slikken. Zelfs moesten zij hard lopen om te verhinderen, dat de Russische le- gors nog meer grondgebied bezetten dan zij reeds gedaan hadden. En sindsdien hébben de Russen, waar zij maar konden, getracht hun positie zoveel mogelijk te verbeteren, waar bij zij het eigen belang van het Sov jet-regiem vereenzelvigden met het belang van de gehele wereld. Het geen tengevolge had, dat de wereld nog altijd wacht op de vrede. Was er aanvankelijk een zekere bewondering voor de dappere Russi sche legerscharen, die de Duitsers zo radicaal hadden weten terug te drijven van Stalingrad en de Kauka- sus tot aan Berlijn,, welke bewonde ring de regeringen' geneigd maakte om i wat toe te geven aan de Mos- kouse eisen in de hoop, dat de Rus sische bondgenoten dan wat meer handelbaar zouden worden allengs begon men in te zien, dat de Rus sen, na een vinger gekregen te heb ben, naar de hele hand grepen en toen was het Amerika, dat zich schrap zette en zei: Nu is het wel letjes. Vandaar de Truman-doctrine, wel ke voor het eerst gelanceerd werd bij de opening van de conferentie van Moskou en thans in het stadium van uitvoering is gekomen. jA MERIKA'S HULP heeft men wel •^eens de doodsteek voor de U. N. O. genoemd, omdat deze wereld-or ganisatie eigenlijk had moeten doen wat Amerika nu op eigen gelegen heid doet. Maar als men de stuntelige wijze nagaat, waarop de Griekse kwestie in de Veiligheidsraad' wordt behan deld, dan is men toch geneigd te zeg gen, dat het in ieder geval beter is, dat er wat gebeurt door een „onbe voegde" dan dat er niets gebeurt door een bevoegd orgaan. Men zal zich herinneren, dat de Ver. Naties een commissie van onderzoek had den ingesteld naar de toestanden in Griekenland. Deze begon haar werk zaamheden op 3 Februari en trok zich einde Maart terug te Genève om haar rapport op te stellen, waarbij zij te Saloniki een sub-commissie achterliet om het onder-zoek voort te zetten, zo nodig ook over de Griekse grenzen, d.w.z. op Zuid-Slavisch, Bulgaars en Albanees gebied. De ge noemde landen weigerden intussen hiermee accoord te gaan, waarin zij door de Russische leden der com missie gesteund werden. Vandaar dat ^men de zaak heeft voorgelegd aan de Veiligheidsraad1. Deze heeft juist dezer dagen een resolutie van de Russen, om de be voegdheden van deze sub-commissie te beperken, verworpen, maar niet nader vastgesteld, welke bevoegdhe den de sub-commissie nu wel heeft. Natuurlijk gelden nu de oorspronke lijk vastgestelde instructies, zal men zeggen, maar daarmede zijn niet alle betrokken staten het eens: „In ieder geval, zeide een der Amerikaanse gedelegeerden, staat het aan de lan den Joego-Slavië, Bulgarije en Al banië om uit te maken, of zij het be sluit v. d. Veiligheidsraad al of niet zullen eerbiedigen." Zulk een half besluit begrijpen wij niet. Natuurlijk zullen de agressieve buren van Grie kenland, onder de ban van Moskou, er nu niet aan denken om de sub commissie enige faciliteiten te geven. Integendeel: dat loopt weer op een fiasco uit. De hulp van Amerika komt inder daad niets te* vroeg voor Grieken land. ersengymnastiek WIE WEET HET? 1. Van welke Pausen zijn de beroemde Encyclieken „Re. rum Novarum" en „Quadra- gesimo Anno"? 2. Bij welke provincies beho ren de auto's met de letters B, K en E? 3. Wat is een imker? 4. Wie schreef het bekende boek „Robinson Crusoë"? 5. Van wie is de opera „Othel lo"? 6. Kent U de afkortingen: K. A., K.B. en K.M. (2)? 7. Wat zijn de voornamen van de componisten Liszt, Brahms, Haydn, Debussy? 8. Wie was Phidias? 9. Wat is messing? 10. Wat betekenen de Romein se cijfers D, L en M? Antwoorden in ons nummer van Dinsdag a.s. Het jachtkasteel van Hare Majesteit door E 3 De twee leeuwen, die dag en nacht de ingang tot de Horstlaan bewaken hebben ahijd de grootste schik. Het zijn trouwe leeuwen, die nooit hun postementeri verlaten, maar zij kor ten zich de tijd met elkander over het hek heen oude-heren-moppen te tappen en daarin uitbundig behagen te scheppen. Hun bejaarde leeuwen vrolijkheid werkt zo aanstekelijk, dat iemand, die in neerslachtig ge moed op het hek toetreedt, er lachend en opgewekt doorheen-gaat. Zij zijn gedresseerd recht-op te zitten en klemmen in hun klauwen 't blazoen van 't geslacht Ter Horst: vier golvende banen van keel (rood) op gouden grond, met daaronder de wapenspreuk: Deus pa vit Fide Deo. God voedt ons vertrouw op God. Een wijze les, recht-uit ontleend aan het Evangelie over 'de vogelen des hemels en de leliën des velds; een preek in vier woorden, die de bezoeker, opgekikkerd door de lachende leeuwen, tot bezonken vreugde stemt bij het binnenkomen van deze aardse lusthof van bloe- men-confetti en nachtegaal-serena des. Evenals op de Hof van Eden staat ook hier een bordje: „Verboden Toe gang". Een engel met vlammend zwaard, vermomd in een tuinman met een strooien hoed op, vraagt de „verbannen zonen van Eva" naar hun geloofsbrieven en wijst ieder een terug, welke deze niet kan aan bieden. Het is hier koninklijk jachtterrein. Ten teken daarvan staat naast het hek een hardstenen paal, waarop de woorden: Eigen jagt van Z. K. H. Prins Frederik. Wie was deze prins Frederik? Niet de jong-gestorven zoon van Willem III, doch een zoon van Wil lem I en een broer van Willem II. Hij werd: in 1797 in ballingschap te Berlijn geboren en bereikte de aartsvaderlijke leeftijd van 84 jaar. „Een nobei, gemoedelijk en beschei den man" schetst dr. Japikse hem „van groot organisatie-talent". Prins Frederik was gehuwd met prin ses Louise van Pruisen en bekleed de lange tijd de functies van admi raal en veldmaarschalk. Zijn be scheidenheid deed hem weigeren de kroon van Griekenland te aanvaar den. Hij woonde op „de Paauw" te Wassenaar, welk buiten hij in 1837 door aankoop met Backershagen, Raaphorst, Eikenhorst en Ter Horst tot één uitgestrekt landgoed ver enigde. Ter Horst is dus de staart van de Paaüw en het is een echte pronk- staart. Het is geen kroon-domein, maar door weer latere aankoop van de erven van prins Frederik per soonlijk eigendom van onze Ko ningin. Prins Frederik zat %r warmpjes bij en voerde een kalme, prinsheer lijke hofstaat. Op de plaats van de ridder-hofstede Ter Horst liet hij in 1876 een jacht-kasteeltje bouwen. Uit de trein van Leiden naar Den Haag kan men het voorbij zien flitsen Volgens de toenmalige smaak was het bizonder mooi, maar moderne bezoekers doet het denken aan de gewrochten, die handige slagers bij een winkelweek in hun etalage zet ten, kasteeltjes van rode worst-spe cie, kwistig gegarneerd met randjes vet. De slager in dit geval, de bouw meester J. W. F. Mouton, had Go- thische aandriften en speelde het klaar een gebouw met /grote ven sters te omranken met middeleeuwse stijlfiguren. Het kasteel zou minder druk en winkelweek-achtig zijn, als al die geel-gesausde bogen, kantélen en omlijstingen him natuurlijke kleur herkregen. Het zou daardoor ook uiterlijk de vorstelijke staatsie verwerven, die het inwendig zeker ten toon spreidt. Het jachtslot lijkt ons niet echt te zijn, maar de etalage, waarin het staat is echt. Groene gordijnen van linde- en eikenloof aan weerszijden, een weerspiegelende gracht ervóór en een echte blauwe hemel erboven. Er zijn nog enige restanten van het vorige huis Ter Horst. Over de zonnewijzer op het voorplein. op 18e eeuwse sokkel, schuift de scha duw van de tijd. „Loopt zc'n instrument nooit ach ter?" informeerde Engeline, in een ogenblik van verstandsverbijse ring, op welke vraag Egbert en Eduard hatelijk begonnen te knor ren. Van de bijgebouwen is alleen het linkse in zijn oorspronkelijke staat, paardenstal en koetshuis, gehand haafd. Boven de midden-deur het jaartal in grote Romeinse cijfers: 1701 en daarboven in steen gehou wen het wapen van Ter Horst, met een paardekop als helm-teken. In iedere barokke omlijsting van de rij „ossen-ogen"-raampjes, waar van het glas gebroken is, zat een boeren-zwaluw te kwetteren, terwijl andere door de zwarte gaping van de deur in-en-uit glipten. „Het verbaast me" merkte Eduard op dat in de Monumenten van Geschiedenis en Kunst van Ter Horst niet wordt gerept". „Zo zie je" aldus Egbert „dat ook Jupiter wel eens een dutje doet". We smaakten het als een genoegen, vrij van school, zonder onze trouwe, uiterst nauwkeurige vraagbaak, op eigen houtje kunstlievende ontdek kingen te doen en de meester vriend schappelijk op de vingers te tikken. Naast het jachthuis vonden we nog een rijk met festoenen in wapens ge- beefdhouwde pomp, bekroond door een dubbele bloemvaas, en in de zij gevel -ingemetseld het blazoen van Ter Horst. Het was zulk zalig lenteweer; het geurde in het bos zoo kruiïg en een koor van lijsters, tuinfluiters, nachtegalen, fitis, wielewaal en wat dies meer zij zong zo vrolijk, dat wij onszelf geweld aan moesten doen het jachthuis van binnen te gaan bekij ken. We waren veel liever met Enge line gaan dwalen in de schemerende lanen van het „Oude Bos" of de „Kuffelaar". „Plicht is plicht" preekte Egbert. „Ga dan maar alleen" kwamen Engeline en Eduard verdacht eens gezind in opstand. Zo geschiedde, dat een eenzame en onthutste Egbert de hoek van het jachtslot orii sloog, en mevrouw D. d,e Jong, echtgenote van de opzichter en koninklijke huisbewaarster in de tuin aantrof, gezeten onder de reu ken-parasol van een rode beuk. Er zijn vele dappere Nederlanders geweest in de bezettingstijd. Me vrouw De Jong is er een van. Toen Herr Rauter hier kwam ja gen en de Reichskommissar Zes-en- een-Kwart, de zaak kwam opnemen, of hij hier niet kon v/onen (maar Frau Reichskommissarin vond het te klein!); toen huis en plaats wemel den van Duitse soldaten, hebben we haar meer dan eens ontmoet. Zij droeg toen steevast om haar hals een ketting met een groot zil veren medaillon, waarop de beelte nis van Hare Majesteit. Het was een uitdaging, maar zelfs Rauter heeft die moeten slikken. „Hebt u er nooit geen last mee ge had?" vroegen we, onderwijl me vrouw De Jong, bij wie zich nu ook de bekwame opzichter had gevoegd, een kop thee inschonk. „Nooit" verklaarden beiden, en dat op een onverzettelijke toon, waaruit men kon horen, dat dp dit fiere dubbel-fort de Duitsers geen aanslag hadden durven beramen. Het jachthuis is inwendig prins heerlijk aangekleed. Van buiten is het één-en-al namaak-gothiek, van binnen één-en-al namaak-renaissance, maar ongelofelijk rijk en kostbaar. Een vorstelijke droom, aan welker verwezenlijking geen kosten zijn ge spaard. Men kan nu wel smalend zeggen; 't is alles imitatie, doch ook mockturtle-soep kan smaken of het echte schildpadsoep is. Deze reeks zwaar-betimmerde vertrekken met hun weelderig-gesneden schouwen, buffetten, kasten, met hun van hein-i de en ver bij elkaar verzamelde goudleren behangen en antieke gfcn bel ins, met hun benijdenswaardige collecties Delfts en Chinees porcelqu} vormen in hun geheel en samenh^pg een monument, dat de kunstlievende; Prins Frederik zich gesticht heeft, en dat, naar we hopen, nooit ont luisterd zal worden. Deze prins moet een verwoed ver zamelaar van antikiteiten zijn ge weest met een ruime geest. In zijn Een hoek van de ontvangkamer in het koninklijk jachthuis te Voor schoten. bibliotheek (waarvan de boeken he laas verdwenen zijn) staan op de schouw bonte borden met voorstel lingen van de Zeven Sacramenten en op een der kasten een fayence Ma donna-beeld; in zijn zitkamer een wat wonderlijke porceleinen triptiek van het Laatste Avondmaal. De prins schijnt er ook aan ge dacht te hebben in dit huis te gaan slapen. Eèhalve een zitkamer, bi bliotheek, eetzaal (op het buffet prachtige bokalen van kristal) is er ook een slaapkamer met een plech tig hemelbed. Of de prins er ook geslapen heeft, weten we niet. Er is een wastafel met paarse tegels, waar op Willem Carel Hendrik Friso is afgebeeld te paard met een orajije sjerp om, met daarnevens de por tretten in tegels van deze Oranje telg en zijn gemalin Anna, prinses van Engeland. Het is ondoenlijk alle curiositeiten AMSTERDAM - ROTTERDAM In de eerste jaren na 1839, toen het spoorlijntje van Amsterdam naéW Haarlem ging uitgroeien, tot het vëel omvattende bedrijf dat wij heden kennen, toonden onze voorouders niet al te veel begrip voor de enorme waarde, welke een goed geoutilleerd transportbedrijf voor het economisch leven heeft. Meter voor meter moest dé voor de uitbreiding van de spoor weg benodigde grond worden vrijge maakt. Vrijwel iedereen zag zijn persoonlijke belangen ernstig be dreigt door de uitbreiding van de spoorlijn- Verschillende onteigeningsproces sen waren nodig, eer het gehele tra ject in handen van de spoorwegmaat schappij was. Het laat zich verstaan, dat deze gang van zaken zeer veel tijd en geld heeft gekost. Het was meer dan eens noodzake lijk om bijzondere werkzaamheden te verrichten, welke feitelijk met de bouw van de spoorweg niets hadden uit te staan, doch alleen nodig ble ken om tegemoet te komen aan de overdreven angst van de bevolking voor deze nieuwe ontwikkeling Vaii de techniek. Een boer in Rijswijk was van me ning, dat de rook van de rijdende treinen zijn boter en melk zou aan tasten, welke werd bewaard in de kelder van zijn woonhuis, dat vrij ddcht aan de spoorlijn lag. Hij eiste, dat langs zijn aan de spoorban gren zend eigendom een houten schutting zou worden geplaatst, zo hoog dat de rook hem geen overlast zou kunnen aandoen. Hoe onwaarschijnlijk dit heden ten dage ook lijkt, de boer werd in het gelijk gesteld', en de spoorwegmaatschappij was genood zaakt, om deze lange,' hoge schutting te bouwen, en haar nog tientallen jaren te onderhouden. Nabij Delft was een houtzaagmo lenaar in de veronderstelling, dat de trein een zeer ernstig brandgevaar voor zijn molen betekende. Hij ver langde, dat de spoorwegen langs zijn erf een 80 meter lange tunnel zouden bouwen, waaronder de treinen door zouden rijden. Deze constructie was echter zoo kostbaar, dat het voorde liger bleek de molen op te kopen. Met de ontvangen koopsom was de molenaar in staat een geheel nieuw bedrijf te bouwen, op veilige afstand van het gevreesde voortrazende vuur- monster. Het merkwaardigste incident was echter wel het proces dat gevoerd werd over de onteigening van het laantje van der Gaag nabij Delft. De spoorlijn moest nog juist een laantje kruisen, dat eigendom was van Van der Gaag. Tegenover het bod van de Maatschappij van 100.stond de eis van de eigenaar van ƒ20.000. Met alle mogelijke middelen werd door Van der Gaag het proces ver traagd, en toen de maatschappij het gehele traject tot Rotterdam gereed had, met uitzondering van de over gang van het Laantje van Van der Gaag werd een hulpspoor gecon strueerd, waardoor de treinen om het lantje heen konden rijden. Speciale voorzieningen waren getroffen om de veiligheid in de korte bocht te ver zekeren en na enkele experimenten werd de lijn die reeds van Amster dam tot Den Haag in gebruik was tot Rotterdam doorgetrokken. Speciaal voor dit doel geoefende machinisten brachten de treien over het hulpspoor om het laantje heen. Op 31 Mei 1847 werd de lijn in be drijf gesteld en waren Amsterdam, Den Haag en Rotterdam per spoor verbonden. Van der Gaag zag nu wel in, dat zijn spel verloren was en stelde en kele dagen na de opening zijn gebied ter beschikking van de Maatschappij. De dag hierna was het spoor reeds doorgetrokken. Al de moeilijkheden die bij de bouw van de spoorweg waren opge treden hadden tengevolge gehad, dat de kosten veel hoger waren dan de oorspronkelijke raming. Zo bleek, dat het bedrag dat voor de aankoop van de benodigde gronden was besteed driemaal zo hoog, als de oorspron kelijke begroting had aangewezen. HULPSPOOR VOOR HET LAANTJE VAN GAAG NABkJ DELFT van dit huis, schoorsteen-stukken, bolkronen, tegeltableaux, haardpla ten te beschrijven. Meer grappig dan mooi is de vestibule, die van onder tot boven blauw betegeld is met Oranje-vorsten en andere nationale helden en met een heirleger van, als we goed berekend hebben, twaalf honderd ruitertjes; waarvan er niet één aan de ander gelijk is. Het stoffelijk omhulsel van de grij ze prins ligt vergeten in de Nieuwe Kerk van Delft, maar in het Huis Ter Horst vinden we zijn ziel „nobel, gemoedelijk en bescheiden" weerkaatst. Eén ding hebben we op de met grote piëteit onderhouden Horst ge mist: een beeltenis in brons of verf van zijn doorluchtige bewoner. HANDELSOVEREENKOMST MET RUSSISCHE ZONE VAN DUITSLAND. De Berlijnsche correspondent van de „Tijd" bericht: Onderhandelingen tussen de Ne derlandse delegatie en de Sovjet-Rus sische autoriteiten te Berlijn inzake een handelsovereenkomst met de Russische zone van Duitsland heb ben haar beslag gekregen. Het resultaat der besprekingen be antwoordt klaarblijkelijk aan de ver wachtingen. Voorlopig is overeengekomen, dat gedurende een jaar goederen in bei de richtingen zullen worden vervoerd ten bedrage van 2025 millioen gul den. Na overleg zal de overeenkomst telkenmale voor een jaar worden ver lengd. Rusland zal voornamelijk kali, hout, chemische producten en producten der metaalindustrie leveren. Wat het laatste betreft, zowel half-fabrikaten en onderdelen van machines als com plete machines (o.a. schrijfmachines). Omgekeerd zal Nederland naar de Russische zóne van Duitsland leveren superfosfaat, rubber, chemische grondstoffen, die in Duitsland niet voorradig zijn, en haring. Voor alle machines en onderdelen daarvan, die Nederland betrekt, zal het overeen komstige hoeveelheden metaal ter be schikking moeten stellen. De betalingsregeling is gebaseerd op Nederlandse valuta. De afrekening aan het eind van het jaar geschiedt evenwel in die zin, dat het eventuële saldo na overleg wordt betaald in de valuta, welke door de crediteur wordt gewenst. Uiteraard leverde vooral het trans port-probleem grote moeilijkheden op, aangezien er van Nederlandse zij de weinig neiging bestond, Neder lands spoorwegmaterieel lang en ver van huis te sturen, terwijl aan de an dere kant de Russen in hun zóne een groot tekort aan wagons hebben. In de practijk zal moeten blijken of door samenwerking en wederzijdse toegeeflijkheid een vruchtbare oplos sing zal worden gevonden. In de overeenkomst is tevens reke ning gehouden met de mogelijkheid, de veredelingsindustrie in de Russi sche zóne van Duitsland in te scha kelen. Nederlandse firma's zullen ka toen en wol kunnen leveren, die in de Duitse fabrieken der Russische zóne zullen kunnen worden verwerkt. DELFTS MARKTSPEL 1947. Te Delft wordt op 2, 4, 5, 6 en 7 Juni a.s. een Marktspel opgevoerd^ een „Spel van Gerechtigheid", ont worpen door Eduard Velerman en Kees van Iersel, met eep tekst van Hanno van Wagenvoorde. ""Het spel begint 's avonds om 9 uur. NIEUWE j BOEKEN C Bakker, W. Met moedige mannen in rusteloos ijs. Geil!. met 1 uitsl. krt en teken. dr. S. Rutte, Zeist, Dijkstra. V. Boeien de bekhrijving van Nansen's be roemde Noord'pool-tocht met het zeilschip „Fram". Voor iedereen aanbevolen. Balfoort, Dirk J. Antonius StradivariusGeill. met foto's t.d.t. A'dam, H. W. J. Becht, (Symphoniareeks). V. Zeer in- tex-essante studie over Stradiva rius en zijn beroemde violen en cello's. De tekst leest prettig en is rijk aan kleurrijke details. Baum, Vicki. Berlin Hotel. Vert. uit h. Duits (Berlin Hotel) dr H. M. A. Ludolf v. Everdiin- gen Utrecht, de Haan. IH. De naam v. d'. schrijfster zal velen trekken. Het is overigens een niemandalletje. De hele sfeer van Nazi-terreur en contra-ter reu r van officieren en hun Ma- del is van de bekende soort. Blyton, Enid. Het geheim van het onheilseiland- Vert. u. h Engels (Island of Adveniure) dr. A. H. J. Th. Koning V. Soort jeugd-detective-verhaai, met ge liefkoosde avonturen (or.tmasKe- ring valsemuntersbende!). Cnze jonge lezers zullen er wel van genieten. van Breukelen. J. J. M. Christendom in de steigers. Roermond; Maaseik, J. J. Ro men en Zn. IVV- Geestdriftig pleidooi voor vernieuwing en in tense beleving van het ware Christendom. Opbouwend, zij het soms te simplistisch. Brugman, Jan, Pater. Het leven van Jezus. Met een in leiding van dr. B. Knipping, O.F. M. Bewerkt cL dr. Mathias Goos- sens, O.F.M. Roermond; Maaseik, J- J. Romen en Zn.. (Gekruiste Handen, nr. 2). IV. Een welkom werk, boeiend door persoonlijke stijl, en tevens een gedegen studie over Pater Brug man en de middeleeuwse Le vens van Jezus. Charrière, Kanunnik. Maria onze Moeder. Vert. uit h. Frans (Marie notre Mère) dr. Rector G. J. Morsch Roermond; Maaseik, J. J. Romen en Zn. V. doe God Maria voor 't Moeder schap toerustte en hoe" Maria haar kinderen van dit Moeder schap laat genieten. Eenvoudig en delicaat behandeld*. Cobb, Humphrey. Op het veld van Eer. Vert. dr. Eva RaedtDe Canter. A'dam, Em. Querido, (Salamander reeks). H Een tendentieus-realis tisch oorlogsboek, waarin het le ven in de frontlinie, terwille van de ironie, onnodig bestiaal be schreven wordt. Wegens de per verse sfeer is streng voorbehoud minstens geboden. Coenen, Jos., Kanunnik. Fatima voor en na de onthullin gen van Zuster Dolorata. Roermond; Maaseik, J. J. Ro men en Zn. Men doet goed. dit werk zeer critisch te lezen. Over Fatima bestaan o.i. betere schrifturen. Francotta, R. A. Het uur van Spanje. Geill. met 10 blz. foto's. Antwerpen; Tilburg, Standaaid-Boekh. IV,. Reisbrie ven over Franco-Spanje- Het is geen opwekkend boek. Hoewel de stijl ironisch is (niet pro- Franco en niet per se anti-cleri- caal). de Raeymaeker, L. dr. In leiding tot de wijsbegeerte. Antwerpen. Pantheon; A'dam, L. J. Veen, (De Wetensch. Bibl.). IV. De wijsbegeerte als vak, de geschiedenis van 't wijsgerig denken, en de hedendaagse wijs- gerige activiteit. Geen herdruk, maar nieuwe bewerking. Steur, Pieter, dr. C.M. Het Communisme volgens Pius IX: Vert. uit h. Latijn (Divini Re- demptoris) Nijmegen, De Koepel. V. Steur, Pieter, di\ CM. De Vrede volgens Pius XI. Vert. uit h. Laijn (Ubi Arcano). Nijmegen, De Koepel, (Gods plan nu). V- Twee beroemde En cyclieken, in populaire frisse be werking, naar Engels voorbeeld: in korte ritmische zinnen samen gevat. Wirtz, Hans Eros in Huwe lijksbanden. Bewerkt n. h. Duits (Vom Eros zur Ehe) dr. J. G. H. Holt. Utrecht, Nijmegen, Dekker Van de Vegt. IV. Eien gods dienstig, eerlijk en practisoh hu welijksboek, paedagogisch waar devol en fraai uitgegeven. Een aanwinst! Volw. Jungblut, Leon, S.V.D. On der Boogschutters. Het inte ressante leven van de Bh iels in Brits-Indië. Steyl-Tegelen, So- verdi-Pers. V. Een boeiend boek, rijk aan volkenkundige gege vens. Keuning, H. J. dir. Het Ne derlandse volk ip zijn woonge bied. Hoofdlijnen van een eco nomische en sociale geografie van Nederland. Den Haag, H. P. Leopold. V. Belangrijk synthe tisch werk over ontstaan en handhaving van ons land, met aparte aandacht voor cultuur landschap, bevolking en produc tie. van der Meer, F., dr. Augus- tinus de ZielzorgerEen studie over de practijk van een Kerk vader. Gfeill. met 24 blz. foto's en 1 uitsl. krt. Utrecht, Brussel, Het Spectrum. V. Hét boek over de H. Augustinus, een magistraal meesterwerk zoals maar eens in 'n kwart eeuw geschreven wordt, Naeff, Top. De Dochter. A'dam, Em. Querido, (Salaman derreeks). IV. Een vrij somber verhaal over een dochter, die eerst haar vader veroordeelt, maar na zijn tragische dood hem verdedigt. I verboden; II streng voor behoud; IH voorbehoud; IV volwassenen; IVV rijpe: e jeugd; V allen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1947 | | pagina 3