Congres over het anti-papisme
I Op korte golf
Een loonsverhoging afgewezen
Jhr. de Geer voor Bijz. Gerechtshof
Washington f™°l
Square i ooooooó
MAANDAG 12 MEI 1947
I
DE LEIDSE COURANT
EAG1NA 2
Prof. Dr. W. Banning en
dr. A. van Melsen als inleiders.
In een zeer druk bezochte bijeen
komst van de Ned. Volksbeweging te
Utrecht is gesproken over het anti
papisme. Wij beperken ons vandaag
tot een kort relaas van het daar ge
sprokene.
Onder anti-papisme verstond prof.
Banning een door ressentiment be
paalde geesteshouding en daaruitvol-
gende practijk, die de Roomse Kerk
ziet als het machtsinstrument ter
verovering van economische, politie
ke, sociale en culturele overheersing
door het R.K. volksdeel met bedrei
ging hetzij van „het Protestants ka
rakter" van ons volk. hetzij van gees
telijke vrijheid en democratie, hetzij
van beide. Anti-papisme moei scherp
worden onderscheiden van een afwij
zing van het Katholicisme als de wa
re godsdienst, aldus spr.
In Nederland bërust het anti-papis
me volgens spr, op de mening, dat ons
volkskarakter -protestants is en be
hoort te blijven; de daarmee verbon
den teleurstelling over het verlies van
eigen machtspositie en afgunst ten
opzichte van de toenemende invloed
van het R.K. volksdeel zowel kwan
titatief als kwalitatief.
Het antf-papisme is, zoo zette deze
Protestanse spreker verder uiteen,
een kwaad uit nationaal, Europees en
christelijk standpunt.
Effectieve bestrijding kan alleen
tot stand komen, indien Protestanten
en Katholieken tot een gemeenschap
pelijke verantwoordelijkheid wor
den gebracht, die in concrete daden
tot uitdrukking komt.
Dooooooooooooooooooooooooooooooooo
oooooooooooooooooooooooooooooooooo
BUITENLAND.
Een vliegtuig van de Ameri
kaanse burgerluchtvaart is boven Ca
pe May (V.S.) in de lucht uit elkaar
gesprongen. Drie personen werden
gedood.
Tengevolge van een hagelbui
zijn in Allahabad (Vóór-Indië) elf
personen gedood. Honderden wonin
gen van lichte constructie zijn volle
dig vernield.
Braziliaanse leger-autoriteitep
hebben medegedeeld, dat zij een com
plot van onder-officieren in het gar
nizoen -van Rio de Janeiro verijdeld
hebben.
De afd. binnenlandse zaken en
publicatie van de geallieerde be
stuurscommissie in Duitsland wordt
ontbonden in het kader van de poli
tiek, om meer macht te geven aan de
gekozen Duitse provinciale regerin
gen.
Op Noord-Kreta is de guerilla-
oorlog opnieuw opgevlamd. Honderd
met zware wapens uitgeruste gueril-
la.strijders hebben Vrijdag een over
val gedaan op Ierapetra. Versclieide-
ne personen werden gedood, een bank
'geplunaerd en een aantal winkels in
brand gestoken.
BINNENLAND.
Een missie-tentoonstelling de
Hamat is Zaterdag in het Kurhaus te
'Scheveningen geopend in tegenwoor
digheid van talrijke kerkelijkb en
wereldlijke autoriteiten. De tentoon
stelling zal a.s. Zondag worden ge
sloten.
In Den Bosch zijn gisteren tal
rijke leden van Maria-congregaties
samengekomen ter bespreking van
het onderwerp: de taak van de M?ria-
congrégaties in dezen tijd. Ook wa
ren er bijeen veel-katholieke architec
ten om er een reeks voordrachten
over kerkelijke architectuur bij te
wonen.
Ex-politieke gevangenen, onge
veer 1200, zijn Zaterdag te Haarlem
bijeengekomen. Zij hebben een tocht
gemaakt naar het eregraf te Bloe-
mendaal, waar o.a. de minister van
Justitie, mr. van Maarseveen, de do
den heeft herdacht.
Een felle bosch. en heidebrand
heeft Zaterdag 400 hectare heide tus
sen Holten en Markelo vernield.
Te Lith bij Oss zijn Zaterdag
vier boerderijen en een woonhuis
grotendeels verbrand.
Te 's Gravenhage is de zesjarige
D. Biesebroek te water geraakt en
verdronken.
De musioloog A. J. Zuilen, pries
ter-leraar, is naar aanleiding van zijn
zilveren priesterjubileum op het bis
schoppelijk college te Sittard gehul
digd.
De andere inleider op dit congres
was prof. dr. A. van Melsen van de
Kath. Universiteit, aan wiens betoog
wij het volgende ontlenen:
Het kan haast niet anders of niet-
katholieken zullen vanuit hun eigen
levensovertuiging de Katholieke
Kerk sterk vertekend zien. Deze kerk
verschijnt immers in de geschiedenis
als een' uiterst merkwaardig insti
tuut. Door alle wisselingen van gods
dienstige, politieke en culturele aard
handhaaft zij zich als een machtige,
uitwendige, zichtbare organisatie.
Men kijkt daar geïmponeerd tegen
aan en zoekt een verklaring.
De eigenlijke verklaring moet de
niet-katholieke uiteraard ontgaan en
de verklaring, die hij tracht te geven,
moet een sterke „vertekening" met
zich mee brengen, en wel één die in
het algemeen ongunstig zal uitvallen.
De niet-katholjek krijgt het beeld
van een massa-instituut, met een
uiterst verzorgde organisatie, waar
voor men zich hoeden moet! Daar
komt nog bij, d^t de niet-katholiek
als regel zeer slecht op de hoogte is
van het katholicisme en zijn prac-
tijken. Het is al geheimzinnigheid.
dat er aan is. Dit schept een sfeer van zijn.
wantrouwen: de Katholieke Kerk ver
tegenwoordigt een onbestemd gevaar,
waartegen men zich moet teweer stel
len. En het is een bekend psycholo
gisch feit, dat we voor niet ten volle
bekende gevaren veel meer bevreesd
zijn dan voor meer bekende.
Het anti-papisme zou spr. willen
karakteriseren als de geestesgesteld
heiid1, die boven de normale maat, te
pas en te onpas, de katholieke in
vloed wil bestrijden.
Daar iedere levensbeschouwing iets
strijdbaars heeft, zich antithetisch
stelt tegenover een andere, is er geen
reden deze strijdbaarheid als zodanig
van een bepaald epitheton te voor
zien. Pas wanneer een bepaalde maat
overschreden wordt, is er reden van
anti-papisme e.d. te spreken.
De weg om het anti-papisme te
doorbreken noemde spr. niet gemak
kelijk. Toch moeten wij er naar stre
ven, alleen al omdat het grote schade
doet aan onze volksgemeenschap,
waaraan we allen deel hebben en
waarin we moeten samenwerken. Ge
lukkig zullen wij veel kunnen berei
ken door een zo goed mogelijk be
grip over en weer van eikaars funda
mentele inzichten, een ruiterlijke er1
kenning van het goede aan beide zij
den en ten slotte door in ons gedrag
tegenover elkaar volstrekt eerlijk te
ONDERHANDELINGEN IN HET BOUWBEDRIJF
Sinds geruimen tijd worden in het
bouwbedrijf pogingen aangewend om
te geraken tot een nieuw collectief
contract. Patroons en arbeiders zijn
het hierover eens geworden en enige
weken geleden zijn de voorstellen
naar het College van Rijksbemidde
laars gezonden ter goedkeuring. Deze
voorstellen hielden o.a. in een loons
verhoging over de gehele linie (in
de hoogste klasse Van 4 ct. per uur,
in de laagste van 10 ct. per uur).
Het College van Rijksbemiddelaars
heeft, na overleg gepleegd te hebben
met de looncommissie uit de Stichting
van de Arbeid, deze voorstellen af
gewezen, omdat hiervan een „derde
loonronde" het gevolg zou zijn en het
landsbelang dit niet gedoogt.
De gevraagde loonsverhoging werd
o.a. verdedigd op grond van het vele
verzuim dat de bouwarbeiders door
weersomstandigheden etc. hebben.
Dep. van Soc. Zaken verklaarde zich
bereid mede te werken aan de vor
ming van een fonds, waaruit het uit
genoemde oorzaken ontstane loons-
verlies voor 100 pet. wordt vergoed.
De bijdragen voor dit fonds moeten
uit het bedrijf komen.
Voorts kan onder dezelfde verhou
dingen met het Dept. van Soc. Zaken
in overleg worden getreden over de
KATHOLIEKE FILM ACTIE.
Op 16 Mei a.s. zal het Diocesaan
Comité van de K.F.A. in het Bisdom
Haarlem over een eigen Bureau ko
men te^beschikken. Het Diocesaan
Bureau voor Kath. Filmactie zal ge
vestigd worden in de Paul-Gabriël-
straat 2432 Den Haag (telefoon
774402). Voorlopig zal het geopend
zijn op Maandag, Woensdag en Vrij
dag, 's morgens van 9 tot 1 uur. De
bedoeling is van dit bureau uit de
algemene propaganda voor de goede
en tegen de slechte film in ons Bis
dom te leiden. Tevens zal het dienst
doen als informatiebureau.
HERSENGYMNASTIEK
ANTWOORDEN.
Volgens een statistiek van
vóór den oorlog 467.000.000,
d.i. gen vierde van heel de
menschheid ongeveer- i
Een verzachtende uitdruk
king voor iets onaange
naams.
Bolivia en Paraquay.
Een film, waarbij men den
afstand tusschen de beelden
perspectivisch ziet,
Albert Helman.
Albany in dien staat New-
York Albury in Australië
ten N. "van Melbourne.
Een spel, dat handlt over de
oude zeden en gebruiken
van een.bepaalde streek.
Aruba, Bonaire, Curasao,
Saba, St. Eustatius en St.
Martin.
Het Engelse slagschip „Van
guard".
Fin Lassi Parkkinen.
instelling van een pensioenfonds in
het bouwbedrijf evenals dat in den
landbouw is gebeurd.
Verder zal nog worden onderzocht
in hoever tegemoet kan worden ge
komen aan toekenning van het volle
loon aan arbeiders van 23 jaar.
Een indeling in 5 loonklassen is
onder bepaalde voorwaarden aan
vaard, doch de 5 ct. per uur .voor ar
beid' buiten tarief is afgewezen.
DE VERWERKING VAN MELK
EN DE AFZET VAN MELK
PRODUCTEN.
Het bedr-ijfschap voor zuivel heeft
aan de producenten van en handela
ren in zuivel- en melkproducten een
uiteenzetting gegeven, hoe het in het
nieuwe seizoen de verwerking van
melk tot zuivel- en melkproducten en
de afzet van deze producten dacht
te doen verleden. Daarbij is aangeno
men, dat het melkverbruik voor di
recte consumptie tot de huidige om
vang beperkt blijft en dat ook het ge
bruik van karnemelk aan banden
blijft gelegd.
Aan dit schema is het volgende ont
leend:
De te produceren boter zal vrijwel
uitsluitend voor de binnenlandse be
hoefte moeten dienen. De mogelijk-'
heid bestaat, dat in het totale vet-
rantsoen (margarine en boter) van
tijd tot tijd een groter deel in boter
beschikbaar zal worden gesteld dan
tot nu toe geschiede, hetgeen inmid
dels voor de kinderen van 314 jaar
is gebeurd.
Voor xport voornamelijk naar
de tropen is slechts, zoals men
weet, een hoeveelheid van 1000 ton
gereserveerd.
De voormalige minister-president der
Nederlandse regering in Londen,
jhr. De Geer, in de beklaagdenbank.
De kaasproductie zal na de geringe
omvang in de afgelopen wintermaan
den snel toenemen. Ook van deze pro
ductie zal het grootste gedeelte be
stemd 'orden voor de consumptie in
het binnenland. Bij handhaving van
hét kaasrantsoen op de tegenwoordi
ge grootte zal er naar schatting 13.000
ton voor export overblijven.
De producenten van gecondenseer
de melk is toestemming verleend te
beginnen met de vervaardiging van
een klein gedeelte (5.000 ton) van
het voor export bestemde kwantum
(35.000 ton). Wanneer meer zekerheid
is verkregen van de hoeveelheden,
waarvan op grond van handels-over
eenkomsten export zal plaats hebben,
zal de productie op ruimere schaal
worden vrijgegeven.
Alle xabrieken, die over een ver
stuivingsinstallatie beschikken, kon
den op 7 April j.l. beginnen me. de
vervaard.-ging van magere melkpoe
der. Van Mei af zal de volledig^ ca
paciteit gebruikt moeten worden,
waarvoor het bedrijfschap zo nodig
melk zal leveren. In de zomer zullen
•de., bedrijven, die daarvoor het meest
imaanmerking komen, volle melkpoe
der, moeten vervaardigen. Deze pro
ductie zal tot eind October voortgaan
n de poeder zal in hoofdzaak be-
temd worden voor binnenlandse con-
jÊhptie in de wintermaanden. Het
plan is om 3.000 ton volwalsen- en/of
Verstuivingspoeder voor de uitvoer
te bestemmen.
In Maart is in enkele fabrieken een
begin gemaakt met de productie van
caseïne uit melk, die deels niet voor
andere-doeleinden geschikt is of niet
aan andere producten ten goede kan
komen.
De productie kan ongeveer tot de
herfst voortduren. Export van caseïne
is niet in het schema opgenomen,, De
bij de kaas- en caseïne-productie vrij
komende wei dient zovéél mogelijk
aan de veehouders te worden terug
geleverd.
De tweede dag.
Jhr. de Geer, sprekende over zijn
levensloop vertelde hoe hij in 1907, op
37-jarige leeftijd lid werd van de
Tweede Kamer. In 1920 werd hij bur
gemeester van Arnhem en in 1921
minister van Financiën. Verdachte
vertelde hoe hij zich in die tijd ont
wikkelde tot financieel expert. Zijn
werkzaamheden in de 'Tweede Ka
mer. Van 19231925 had verdachte
zich geheel buiten de actieve politiek
gehouden. In die tijd^deed hij veel
journalistiek werk en schreef in
hoofdzaak over financiële aangele
genheden, Van 1926 tot 1929 was jhr.
de Geer eerste minister en tevens mi
nister van Financiën. Van 19291933
hij minister van Financiën en
van 10 Augustus 19393 September
1940 was hij wederom kabinetsforma
teur en werd het hoofd van het twee
de ministerie de Geer.
In de periode 19331939 was jhr.
de Geer Kamerlid en trad toen op
als woordvoerder van de Christelijk
Historische partij.
Pres.: „Heeft u zich ook met buiten
landse politiek bemoeid?"
Verd.: „Ik heb vaak in de Kamer
gesproken over de Volkerenbonds-
politiek".
Sprekende over de proclamatie van
10 Mei 1940, die door jhr. de Geer
\y-as opgesteld, zeide prof. van Hamel,
dat deze destijds grote waardering
heeft ontmoet. Verdachte was overi
gens zo concludeerde de president
-r dezelfde toenaderingspolitiek toe
gedaan als Chamberlain destijds in
Muenchen.
-:-De president richtte het verwijt tot
verdachte, dat hij bij zijn radiorede
uit Londen nooit critiek heeft doen
horen op het onrechtmatige van de
Duitse inval in Nedéidand. Voorts
yerweet prof. van Hamel de verdach
te, dat hij het Nederlandse volk toen
de raad gaf samen te werken met de
Duitsers.
Jhr. de Geer antwoordde hierop:
„In 1942 gaf de regering in Londen
ook een dergelijke aanwijzing aan de
Nederlandse ambtenaren en ik werd
ip 1940 heus niet geleid door Leger
des Heils-motieven of iets dergelijks".
Pres.: „U heeft maling gehad aan
de wens van de regering; u had ma
ling aan het landsbelang. Erkent u
dat dat fout was?"
Verd.: „Men kan op verschillende
wijze oordelen over wat bevorderlijk
is voor het landsbelang. Als men zich
niet naar de wil van een ander richt
houdt het niet in, dat men èr „ma
ling" aan heeft".
Bij het verdere verhoor van ver
dachte wees de president op een pas
sage in zijn brochure, waarin jhr. de
Geer spreekt van een morele gelijk
stelling tussen Duitsland en de geal
lieerden. Prof. van Hamel stelde daar
op de volgende vraag:
„In 1942 verscheen uw brochure
met deze tendenz. In Frankrijk heerst
Laval en de Europese landen stonden
onder ..schoftenregeringen". Wat
heeft u hierop te zeggen?"
Verdachte: „In 1939 boden de Ko
ningin en de Belgische Koning hun
goede diensten aan voor overleg tus>
sen zulke „schoftenregeringen" en de
geallieerden. Een dergelijke stap is
altijd te verdedigen, wanneer men
geleid wordt door de wens Europa van
de ondergang te redden".
De zitting werd hierna om 13 uur
geschorst tot 2 uur.
REQUISITOIR.
Men vraagt zich af, aldus de advo
caat-fiscaal mr. Bakhoven, of het niet
wenselijk zou zijn, dat ook afgetreden
minister zich voor de Stat.en.Generaal
moeten verantwoorden voor hun fou
ten van beleid. Echter zal dit niet in
sluiten, dat bij het begaan van een
strafbaar feit geen strafrechtelijke
verantwoording zou moeten volgen.
Uitvoerig besprak mr. Bakhoven
vervolgens de staat van defensie van
Nederland in de Meidagen van 1940
en concludeerde, dat de geruchten, als
zou d§ defensie te wensen over heb
ben gelaten als gevolg van de slappe
instelling van het ministerie-de Geer,
onjuist blijken te zijn. Hij herinner
de in dit verband er aari hoe jhr. de
Geer op 19 April 1940 in een radio
rede bekend maakte, dat elke aanval
op Nederlands gebied op de meest
drastische wijze zou worden bestre
den.
Vervolgens ging mr. Bakhoven in
zijn requisitoir over tot bespreking
van de dagvaarding. Hij zeide: „Jhr.
de Geer was volkomen beheerst door
de neutraliteitsgedachte. Toen de
oorlog kwam en de ministerraad
naar Engeland moest vertrekken,
raakte hij het stuur volkomen kwijt.
Er ging geen leiding meer van hem
uit. Doch ook onder de andere leden
van het ministerie was onzekerheid
merkbaar en tot het vertrek naar En
geland werd eerst na lange discussie
besloten. Jhr. de Geer verzette zich
er niet tegen, doch heeft zich er ook
niet voor beijvefd. Bij minister de
Geer en ook bij andere leden van het
kabinet bestond de idee, dat het ver
dedigen van de neutraliteit nog niet
inhield een zich aansluiten bij de an
dere partij.
Toen de Duitse overwinningen
kwamen .ontstond er in Nederlandse
regeringskringen te Londen een de
faitistische geest. Aanvankelijk meen
de men echter, dat de oorlog eind 194Ö
afgelopen zou zijn en de terugkeer
naar het vaderland mogelijk. Zeer
zeker stond jhr. de Geer in zijn de
faitistische houding niet alleen. Ve
len in de Nederlandse kolonie wa
ren zo".
Mr. Bakhoven meent, dat de ver
dediging van jhr. de Geer ten aan
zien van de eerste radiorede uit Lon
den in Mei 1940, waarin hij de amb
tenaren aanraadde met de Duitsers
samen te werken zeer zwak te noe
men is. Erger is wat er niet instond,
zo meende mr. Bakhoven, n.l. de
trouw aan onze bondgenoten en de
onverzettelijke wil de strijd voort te
zetten.
Uitvoerig schilderde mr. Bakhoven
de houding van jhr. de Geer bij de
besprekingen der regering in Lon
den. Hij wilde en dit is ook de me
ning van prof. Gerbrandy de Duit
sers niet tezeer tegen Nederland in
het harnas jagen, en de mogelijkheid
tot toenadering met de Duitsers open
houden.
„Wel moet ik hieraan toevoegen",
zo zeide mr. Bakhoven, „dat jhr. de
Geer zich ten slotte door zijn ambt
genoten tot andere gedachte liet
brengen. Ik geloof niet, dat jhr. de
Geer een compromisvrede nastreef
de, die voor Nederland nadelig was.
Hij liet zich echter te zeer leiden
door zijn pacifistische inslag.
„De terugkeer van jhr. de Geer",
zo zeide mr. Bakhoven, „heeft op de
ppe broeders1" een funeste invloed
gehad. Vooral op hen, die een offi
ciële functie bekleedden. Ik neem
niet aan. dat bij de verdachte de op
zet tot bevoordeling van de vijand
bestaan heeft. Toch had hij moeten
weten, dat hij Nederland door zijn
handelwijze benadeelde.
Toen de Koningin een afschrift van
het manuscript had gelezen, liet zij
een brief schrijven aan jhr. de Geer,
waarin zij een antwoord gaf dat aan
duidelijkheid niets te wensen over
liet. Deze brief is echter nooit ver
zonden aangezien inmiddels geble
ken was, dat verdachte's „cri de
coeur" reeds in circulatie was".
Mr. Bakhoven besloot zijn requi
sitoir, dat bijna 3 uur had geduurd,
met de woorden:
„Edelachtbare heren, het komt niet
vaak voor, dat zulk een bejaarde
verdachte berecht moet worden. Jhr.
de Geer heeft ons land vele goede
diensten bewezen en uw Hof moge
jegens hem alle barmhartigheid be
trachten, die het nodig mocht oorde
len. Wij mogen hem echter de straf
niet besparen. Ik heb de eer te requi-
reren een voorwaardelijke gevange
nisstraf voor de tijd van één jaar, ge
combineerd met een onvoorwaarde
lijke geldboete van ƒ4000.of 4
maanden hechtenis. Voorts ontzetting
van het recht openbare ambten te be
kleden en het recht van verkiezing
9f verkiesbaarheid voor de tijd van 5
jaar".
De zitting werd daarop tot 19 uur
geschorst.
Om 7 uur werd de zitting hervat
en de president nodigde de grijze
staatsman uit met zijn verdediging te
beginnen.
DE BEKLAAGDE VERDEDIGT
ZICH.
Ik word verdacht, aldus jhr. de
Geer, niet van het plegen van een
openbaar misdrijf, maar van het be
zitten van boze gedachten. Ik ben
verdacht geworden van ontrouw aan
onze vrije en democratische instellin
gen, van geestelijke verbondenheid
met mensen, die ik als landverraders
beschouw. Dit werd nog versterkt
door mijn terugkeer in Nederland, die
voor mij niets anders was, dan een
terugkeer naar mijn familie, als vrij
burger. Zeker heb ik nooit sympa
thieën gehad voor het nationaal-so-
cialisme. In 1933 hield ik een rede in
het parlement waarvan een mijner
ambtgenoten zeide, dat het de scherp
ste aanval op het naticnaal-socialis-
me was, die hij ooit gehoord had".
Jhr. de Geer haalde vervolgens
talrijke passages aan uit vroeger door
hem gehouden redevoeringen, waarin
hij zich scherp kantte tegen het anti
semitisme en het nationaal-socialisme,
Dat ik naar Nederland terugkeerde
is verkeerd geweest. Niet voor het
Nederlandse volk gelukkig, alleen
maar voor mijzelf. Echter ben ik niet
geleid door de een of andere ontrou
we gedachte toen ik besloot naar Ne
derland te gaan. Mijn werkelijke te
rugkeer was „de onpolitieke terug
keer Van een ambteloos burger". Het
fantoom van mijn terugkeer was „de
wolk van achterklap en achterdocht",
die daardoor opwaaide.
Sprekende over zijn brochure be
toogde jhr. de Geer, dat er velen met
hem (o.a. Lloyd George), een opvat
ting huldigden gelijk aan die, welke
hij in zijn brochure uitgewerkt had.
Uitvoerig besprak hij hoe Engeland
steeds getracht heeft de oorlog te
voorkomen 'en hoe Chamberlain met
grote bijval van het Engelse parle
ment, en van vrijwel de gehele we
reld, in 1938 op vredelievende wijze
met de Duitsers sprak, terwijl reeds
toen duizenden in de Duitse concen
tratiekampen leden.
„Defaitisme", zo zeide hij, „had
geen deel aan mijn brochure. Even
min als de vredeswil van Lloyd Geor
ge als defaitisme is op te vatten. Ook
is het geen defaitisme geweest van
allen", zoo riep hij uit, „die ooit naar
vrede streefden en meenden, dat oor
log zelfmoord betekent. Ook ditmaal
is onze beschaving aan het ergst ont
komen. Defaitisme is het te twijfelen
aan de mogelijkheid, dat de volkeren
elkander eens zullen vinden".
Komende tot het slot van zijn plei
dooi haalde verdachte een citaat aan
over de „Dreyfuss-affaire:
„Dreyfuss is schuldig en zijn on
schuld is een verzachtende omstan
digheid". Hij ging voort met te zeg
gen: „Zo zou het ook met mijn geval
zijn indien u mij zoudt veroordelen.
Want indien bij mij de opzet aanwezig
geweest was, mijn land te benadelen,
dan zou ik de zwaarste straf verdie
nen. Indien u mij deze niet geeft is
het, omdat gij zelf niet aan deze op
zet kunt geloven. Ik meen dat uw
Hof dus niet tot een veroordeling te
gen mij zal kunnen komen. Mocht het
oordeel echter anders zijn, dan ver
zoek ik u wel rekening te houden met
mijn hoge leeftijd. Misschien heb ik
de avondvrede niet verdiend. Ik heb
vele fouten gemaakt, maar als in deze
klacht het „schuldig" wordt uitge
sproken zal het zijn tegen iemand
die ten aanzien van uw aanklacht een
rein geweten heeft".
Na repliek en dupliek van de pro
cureur-fiscaal en jhr. de Geer sloot
de president de zitting. De uitspraak
is bepaald op 23 Mei om 9.30 uur.
Humoristische Avonturen-roman,
door:
LEROY SCOTT.
(Wordt vervolgd).
41)
„Ik zou best willen, dat het waar
was, inijnheer De Peyster, maar u
vergeet, dat ik ongetrouwd ben en
te jong om haar vader te zijn. Maar
ik weet er iets op" en hij naderde
mevrouw De Peyser. „Onze lieve An-
gélique is getrouwd en ik weet zeker,
dat zij geen ogenblik zal aarzelen,
de jonge mevrouw De Peyster als
haar dochter aan te nemen. Is het
niet zo, Angélique?"
Maar deze gaf taal noch teken.
„Ze is een beetje doof", mompelde
de heer Pyecroft en van zijn hand
een roeper makend, schreeuwde hij:
„Angélique, als het hier iemand op
bézoek komt, zal ik zeggen, dat de
jonge mevrouw De Peyster je dochter
is?"
Mevrouw De Peyster knikte.
„Je zult het dus zeggen?"
Even scheen mevrouw De Peyster
te aarzelen; toen knikte ze langzaam
Het grappige van de hele situatie
drong zich op dat ogenblik bijzon
der sterk aan Mary op. „Hoe heerlijk
toch, moeder, u altijd bij mij te heb
ben!" riep zij ondeugend, en met ge
opende armen snelde zij op de ge
sluierde gedaante toe.
Maar, deze scheen daar niets op ge
steld te zijn en nestelde zich nog
dieper in de stoel. Het was of haar
hart ophield te kloppen. Nog één
seconde en danMaar ook nu red
de de onbetaalbare heer Pyecroft,
alias Archibald Simpson, alias Tho
mas Preston, alias wie weet wie? de
situatie. Met een beschermend gebaar
plaatste hy zich tussen zijn zuster en
de aanstormende jonge dame.
„Geen opwinding, als het u belieft.
De dokter heeft het verboden".
„Wat scheelt haar dan? Toch niet
iets van ernstige aard?"
„Wij willen hopen van niet, In
hoofdzaak een zenuwstoring als ge
volg van eindeloze tobberijen over
moeilijke huiselijke aangelegenhe
den".
„Maar dat is toch al heel treyrig",
zei de mooie, zachte stem. „Als zij
echter niet goed is, .dan moet zij wat
meer frisse lucht hebben. Die dikke
voile is ook zo benauwd. Waarom
slaat ze die niet op?"
„Een beetje zacht alstublieft! Als
ze u over die voile hoort spreken,
dan is ze helemaal van streek. U moet
weten", ging de heer Pyecroft zonder
aarzelen voort, en zijn stem klonk
ééns zo meewarig, „toen onze zuster
Angélique op een keer, het was in
het eerste jaar van haar huwelijk,
bezig was de petroleumkachel, het
was toch immers een petroleumka
chel, hé Mathille?"
„Ja zeker, zeker", vuile deze haas
tig aan.
„De petroleumkachel aan te ste
ken", ging de heerPyecroft onver
stoord voort, „had er een vreeselijke
ontploffing plaats. Angélique's ge
zicht werd deerlijk misvormd, zelfs
zo, dat ze er liefst niet over hoort
praten. De arme! zij gaat nooit uit,
of zij beeft een dikke voile voor".
„Hoe treurig!" riep Mary vol me
delijden.
„Ja, dat was een treurige voorval.
Wij hebben ons dan ook allen bui
tengewoon aan haar gehecht. Ook
haar doofheid spruit uit dit treurige
ongeluk voort. "U begrijpt, alles te
samen heeft haar wat teruggetrokken
gemaakt. Ze schuwt de omgang met
vreemde en het is natuurlijk het beste
dat u niet veel notitie van haar
neemt",
Mary voegde zich weer bij de an
deren. De arme mevrouw DePeyster
kwad een beetje bij. Hoe alles in zijn
werk was gegaan, was haar een raad
sel, maar ze begreep dat ze opnieuw
gered was door de wonderlijke talen
ten van de heer Pyecroft.
„Wat ik zeggen wou, Mathilde",
hoorde ze Mary vragen, „heb je ook
in de krant gelezen over mevrouw
De Peyster's reis? Vandaag moest de
boot aankomen".
„Neen, M Mary", zei Mathilde.
„Er stond in de krant, dat ze zee
ziek was, lat zij heel de reis niet
ééns haar hut heeft kunnen verla
ten". Er klonk diep medelijden in
haar stem. „Ja^ het laatste van alle
passagiers is zij van de boot gegaan;
met veel moeite werd ze naar een
rijtuig gebracht".
„Moeder was anders nooit zeeziek",
zei Jack.
De rechter zei niets, maar op zijn
knap gelaat lag een uitdrukking van
drpefheid. Jack zag het en net een
plotselinge beweging de hand van
de rechter drukkend, zei hij met
j ongensachtige openhartigtigheid
„Oom Bob, ik weet, dat u veel meer
verdriet heeft dan een van ons. Ik
heb van u altijd gehouden als van
een vader en nooit kan ik de gedachte
van mij afzetten, dat eens de dag zal
komen, waarop ik u in werkelijkheid
vader kan noemen. Ik zie moeder
nog wel eens van mening verande
ren".
„Dank, Jack, je bent altijd zo aar
dig en hartelijk voor mij", en hij
drukte de jongen man innig de hand.
En diep in haar hoekje verscholen
bloosde mevrouw De Peyster, achter
haar dikke voile.
Nog een tijdje gingen de anderen
door met over mevrouw De Peyster
te praten, en deze luisterde.ze was
nu volstrekt niet doof. En ze hadden
het er over, dat ze daar nu zo ver van
huis ziek lag en ieder had een woord
je van medelijden en voelde met haar
mee. Ze waren toch werkelijk lief
en aardig.
En de heer Pyecroft? Op enigen
afstand van de anderen stond hij
daar op het oog heel ernstig, maar bij
zich zelf moest hij lachen, omdat al
les zo vlot van stapel ging. Het leukst
van alles was nog, dat niemand er
ook maar 'het flauwste begrip van
had, dat 'hy in zekere zin met de gro
te mevrouw De Peyster verwant was
dat juffrouw Gardner in werke
lijkheid wat meer was dan secreta
resse en juffrouw van gezelschap,
maar hij vond het niet nodig hier
over iets uit te laten.... Clara, dat
meisje met haar 'hoogstaande begrip
pen van eer, zou wel niets meer van
hem willen weten, als zij van zijn
laatste kwajongensstreek hoorde, als
zij er achter kwam, dat hij, ondanks
haar verbod toch de woning van me
vrouw De Peyster als schuilplaats
had verkoren. Maar als hij haar
weerzag en hij kon haar eens precies
vertellen, hoe alles in elkaar zat, dan
moest zy hem wel vergeven, want
't was toch ook een reuzengrap. Ja,
zij moest hem wel vergeven.
Zo kwam het, dat de heer Pyecroft
in een zeer goede bui was. Nu, dit
was niets ongewoons bij hem; zijn
voorouders waren bepaald mensen
geweest met veel gevoel voor humor!
XIV.
HET DAKKAMERTJE
Mevrouw De Peyster dankte de
hemel, toén even later, het liep al
tegen éénen, Jack en Mary en rechter
Harvey aftrokken, zodat zij nu met
dritën, zusters en broers zogenaamd,
achterbleven. Ze hadden al afgespro
ken, dat de heer Pyecroft de kamer,
vroeger door Jack bewoond, zou krij
gen, Mathilde kreeg natuurlijk haar
eigen vertrek en mevrouw De Pey
ster het kamertje er naast, dat ge
woonlijk door haar tweede-meisje
gebruikt werd.
Boven, bij de deur, moest de heer
Pyecroft nog even zijn hart luchten
tegen zijn dierbare zusters.
(Wordt vervolgd.)