Congres over het anti-papisme I Op korte golf Een loonsverhoging afgewezen Jhr. de Geer voor Bijz. Gerechtshof Washington f™°l Square i ooooooó MAANDAG 12 MEI 1947 I DE LEIDSE COURANT EAG1NA 2 Prof. Dr. W. Banning en dr. A. van Melsen als inleiders. In een zeer druk bezochte bijeen komst van de Ned. Volksbeweging te Utrecht is gesproken over het anti papisme. Wij beperken ons vandaag tot een kort relaas van het daar ge sprokene. Onder anti-papisme verstond prof. Banning een door ressentiment be paalde geesteshouding en daaruitvol- gende practijk, die de Roomse Kerk ziet als het machtsinstrument ter verovering van economische, politie ke, sociale en culturele overheersing door het R.K. volksdeel met bedrei ging hetzij van „het Protestants ka rakter" van ons volk. hetzij van gees telijke vrijheid en democratie, hetzij van beide. Anti-papisme moei scherp worden onderscheiden van een afwij zing van het Katholicisme als de wa re godsdienst, aldus spr. In Nederland bërust het anti-papis me volgens spr, op de mening, dat ons volkskarakter -protestants is en be hoort te blijven; de daarmee verbon den teleurstelling over het verlies van eigen machtspositie en afgunst ten opzichte van de toenemende invloed van het R.K. volksdeel zowel kwan titatief als kwalitatief. Het antf-papisme is, zoo zette deze Protestanse spreker verder uiteen, een kwaad uit nationaal, Europees en christelijk standpunt. Effectieve bestrijding kan alleen tot stand komen, indien Protestanten en Katholieken tot een gemeenschap pelijke verantwoordelijkheid wor den gebracht, die in concrete daden tot uitdrukking komt. Dooooooooooooooooooooooooooooooooo oooooooooooooooooooooooooooooooooo BUITENLAND. Een vliegtuig van de Ameri kaanse burgerluchtvaart is boven Ca pe May (V.S.) in de lucht uit elkaar gesprongen. Drie personen werden gedood. Tengevolge van een hagelbui zijn in Allahabad (Vóór-Indië) elf personen gedood. Honderden wonin gen van lichte constructie zijn volle dig vernield. Braziliaanse leger-autoriteitep hebben medegedeeld, dat zij een com plot van onder-officieren in het gar nizoen -van Rio de Janeiro verijdeld hebben. De afd. binnenlandse zaken en publicatie van de geallieerde be stuurscommissie in Duitsland wordt ontbonden in het kader van de poli tiek, om meer macht te geven aan de gekozen Duitse provinciale regerin gen. Op Noord-Kreta is de guerilla- oorlog opnieuw opgevlamd. Honderd met zware wapens uitgeruste gueril- la.strijders hebben Vrijdag een over val gedaan op Ierapetra. Versclieide- ne personen werden gedood, een bank 'geplunaerd en een aantal winkels in brand gestoken. BINNENLAND. Een missie-tentoonstelling de Hamat is Zaterdag in het Kurhaus te 'Scheveningen geopend in tegenwoor digheid van talrijke kerkelijkb en wereldlijke autoriteiten. De tentoon stelling zal a.s. Zondag worden ge sloten. In Den Bosch zijn gisteren tal rijke leden van Maria-congregaties samengekomen ter bespreking van het onderwerp: de taak van de M?ria- congrégaties in dezen tijd. Ook wa ren er bijeen veel-katholieke architec ten om er een reeks voordrachten over kerkelijke architectuur bij te wonen. Ex-politieke gevangenen, onge veer 1200, zijn Zaterdag te Haarlem bijeengekomen. Zij hebben een tocht gemaakt naar het eregraf te Bloe- mendaal, waar o.a. de minister van Justitie, mr. van Maarseveen, de do den heeft herdacht. Een felle bosch. en heidebrand heeft Zaterdag 400 hectare heide tus sen Holten en Markelo vernield. Te Lith bij Oss zijn Zaterdag vier boerderijen en een woonhuis grotendeels verbrand. Te 's Gravenhage is de zesjarige D. Biesebroek te water geraakt en verdronken. De musioloog A. J. Zuilen, pries ter-leraar, is naar aanleiding van zijn zilveren priesterjubileum op het bis schoppelijk college te Sittard gehul digd. De andere inleider op dit congres was prof. dr. A. van Melsen van de Kath. Universiteit, aan wiens betoog wij het volgende ontlenen: Het kan haast niet anders of niet- katholieken zullen vanuit hun eigen levensovertuiging de Katholieke Kerk sterk vertekend zien. Deze kerk verschijnt immers in de geschiedenis als een' uiterst merkwaardig insti tuut. Door alle wisselingen van gods dienstige, politieke en culturele aard handhaaft zij zich als een machtige, uitwendige, zichtbare organisatie. Men kijkt daar geïmponeerd tegen aan en zoekt een verklaring. De eigenlijke verklaring moet de niet-katholieke uiteraard ontgaan en de verklaring, die hij tracht te geven, moet een sterke „vertekening" met zich mee brengen, en wel één die in het algemeen ongunstig zal uitvallen. De niet-katholjek krijgt het beeld van een massa-instituut, met een uiterst verzorgde organisatie, waar voor men zich hoeden moet! Daar komt nog bij, d^t de niet-katholiek als regel zeer slecht op de hoogte is van het katholicisme en zijn prac- tijken. Het is al geheimzinnigheid. dat er aan is. Dit schept een sfeer van zijn. wantrouwen: de Katholieke Kerk ver tegenwoordigt een onbestemd gevaar, waartegen men zich moet teweer stel len. En het is een bekend psycholo gisch feit, dat we voor niet ten volle bekende gevaren veel meer bevreesd zijn dan voor meer bekende. Het anti-papisme zou spr. willen karakteriseren als de geestesgesteld heiid1, die boven de normale maat, te pas en te onpas, de katholieke in vloed wil bestrijden. Daar iedere levensbeschouwing iets strijdbaars heeft, zich antithetisch stelt tegenover een andere, is er geen reden deze strijdbaarheid als zodanig van een bepaald epitheton te voor zien. Pas wanneer een bepaalde maat overschreden wordt, is er reden van anti-papisme e.d. te spreken. De weg om het anti-papisme te doorbreken noemde spr. niet gemak kelijk. Toch moeten wij er naar stre ven, alleen al omdat het grote schade doet aan onze volksgemeenschap, waaraan we allen deel hebben en waarin we moeten samenwerken. Ge lukkig zullen wij veel kunnen berei ken door een zo goed mogelijk be grip over en weer van eikaars funda mentele inzichten, een ruiterlijke er1 kenning van het goede aan beide zij den en ten slotte door in ons gedrag tegenover elkaar volstrekt eerlijk te ONDERHANDELINGEN IN HET BOUWBEDRIJF Sinds geruimen tijd worden in het bouwbedrijf pogingen aangewend om te geraken tot een nieuw collectief contract. Patroons en arbeiders zijn het hierover eens geworden en enige weken geleden zijn de voorstellen naar het College van Rijksbemidde laars gezonden ter goedkeuring. Deze voorstellen hielden o.a. in een loons verhoging over de gehele linie (in de hoogste klasse Van 4 ct. per uur, in de laagste van 10 ct. per uur). Het College van Rijksbemiddelaars heeft, na overleg gepleegd te hebben met de looncommissie uit de Stichting van de Arbeid, deze voorstellen af gewezen, omdat hiervan een „derde loonronde" het gevolg zou zijn en het landsbelang dit niet gedoogt. De gevraagde loonsverhoging werd o.a. verdedigd op grond van het vele verzuim dat de bouwarbeiders door weersomstandigheden etc. hebben. Dep. van Soc. Zaken verklaarde zich bereid mede te werken aan de vor ming van een fonds, waaruit het uit genoemde oorzaken ontstane loons- verlies voor 100 pet. wordt vergoed. De bijdragen voor dit fonds moeten uit het bedrijf komen. Voorts kan onder dezelfde verhou dingen met het Dept. van Soc. Zaken in overleg worden getreden over de KATHOLIEKE FILM ACTIE. Op 16 Mei a.s. zal het Diocesaan Comité van de K.F.A. in het Bisdom Haarlem over een eigen Bureau ko men te^beschikken. Het Diocesaan Bureau voor Kath. Filmactie zal ge vestigd worden in de Paul-Gabriël- straat 2432 Den Haag (telefoon 774402). Voorlopig zal het geopend zijn op Maandag, Woensdag en Vrij dag, 's morgens van 9 tot 1 uur. De bedoeling is van dit bureau uit de algemene propaganda voor de goede en tegen de slechte film in ons Bis dom te leiden. Tevens zal het dienst doen als informatiebureau. HERSENGYMNASTIEK ANTWOORDEN. Volgens een statistiek van vóór den oorlog 467.000.000, d.i. gen vierde van heel de menschheid ongeveer- i Een verzachtende uitdruk king voor iets onaange naams. Bolivia en Paraquay. Een film, waarbij men den afstand tusschen de beelden perspectivisch ziet, Albert Helman. Albany in dien staat New- York Albury in Australië ten N. "van Melbourne. Een spel, dat handlt over de oude zeden en gebruiken van een.bepaalde streek. Aruba, Bonaire, Curasao, Saba, St. Eustatius en St. Martin. Het Engelse slagschip „Van guard". Fin Lassi Parkkinen. instelling van een pensioenfonds in het bouwbedrijf evenals dat in den landbouw is gebeurd. Verder zal nog worden onderzocht in hoever tegemoet kan worden ge komen aan toekenning van het volle loon aan arbeiders van 23 jaar. Een indeling in 5 loonklassen is onder bepaalde voorwaarden aan vaard, doch de 5 ct. per uur .voor ar beid' buiten tarief is afgewezen. DE VERWERKING VAN MELK EN DE AFZET VAN MELK PRODUCTEN. Het bedr-ijfschap voor zuivel heeft aan de producenten van en handela ren in zuivel- en melkproducten een uiteenzetting gegeven, hoe het in het nieuwe seizoen de verwerking van melk tot zuivel- en melkproducten en de afzet van deze producten dacht te doen verleden. Daarbij is aangeno men, dat het melkverbruik voor di recte consumptie tot de huidige om vang beperkt blijft en dat ook het ge bruik van karnemelk aan banden blijft gelegd. Aan dit schema is het volgende ont leend: De te produceren boter zal vrijwel uitsluitend voor de binnenlandse be hoefte moeten dienen. De mogelijk-' heid bestaat, dat in het totale vet- rantsoen (margarine en boter) van tijd tot tijd een groter deel in boter beschikbaar zal worden gesteld dan tot nu toe geschiede, hetgeen inmid dels voor de kinderen van 314 jaar is gebeurd. Voor xport voornamelijk naar de tropen is slechts, zoals men weet, een hoeveelheid van 1000 ton gereserveerd. De voormalige minister-president der Nederlandse regering in Londen, jhr. De Geer, in de beklaagdenbank. De kaasproductie zal na de geringe omvang in de afgelopen wintermaan den snel toenemen. Ook van deze pro ductie zal het grootste gedeelte be stemd 'orden voor de consumptie in het binnenland. Bij handhaving van hét kaasrantsoen op de tegenwoordi ge grootte zal er naar schatting 13.000 ton voor export overblijven. De producenten van gecondenseer de melk is toestemming verleend te beginnen met de vervaardiging van een klein gedeelte (5.000 ton) van het voor export bestemde kwantum (35.000 ton). Wanneer meer zekerheid is verkregen van de hoeveelheden, waarvan op grond van handels-over eenkomsten export zal plaats hebben, zal de productie op ruimere schaal worden vrijgegeven. Alle xabrieken, die over een ver stuivingsinstallatie beschikken, kon den op 7 April j.l. beginnen me. de vervaard.-ging van magere melkpoe der. Van Mei af zal de volledig^ ca paciteit gebruikt moeten worden, waarvoor het bedrijfschap zo nodig melk zal leveren. In de zomer zullen •de., bedrijven, die daarvoor het meest imaanmerking komen, volle melkpoe der, moeten vervaardigen. Deze pro ductie zal tot eind October voortgaan n de poeder zal in hoofdzaak be- temd worden voor binnenlandse con- jÊhptie in de wintermaanden. Het plan is om 3.000 ton volwalsen- en/of Verstuivingspoeder voor de uitvoer te bestemmen. In Maart is in enkele fabrieken een begin gemaakt met de productie van caseïne uit melk, die deels niet voor andere-doeleinden geschikt is of niet aan andere producten ten goede kan komen. De productie kan ongeveer tot de herfst voortduren. Export van caseïne is niet in het schema opgenomen,, De bij de kaas- en caseïne-productie vrij komende wei dient zovéél mogelijk aan de veehouders te worden terug geleverd. De tweede dag. Jhr. de Geer, sprekende over zijn levensloop vertelde hoe hij in 1907, op 37-jarige leeftijd lid werd van de Tweede Kamer. In 1920 werd hij bur gemeester van Arnhem en in 1921 minister van Financiën. Verdachte vertelde hoe hij zich in die tijd ont wikkelde tot financieel expert. Zijn werkzaamheden in de 'Tweede Ka mer. Van 19231925 had verdachte zich geheel buiten de actieve politiek gehouden. In die tijd^deed hij veel journalistiek werk en schreef in hoofdzaak over financiële aangele genheden, Van 1926 tot 1929 was jhr. de Geer eerste minister en tevens mi nister van Financiën. Van 19291933 hij minister van Financiën en van 10 Augustus 19393 September 1940 was hij wederom kabinetsforma teur en werd het hoofd van het twee de ministerie de Geer. In de periode 19331939 was jhr. de Geer Kamerlid en trad toen op als woordvoerder van de Christelijk Historische partij. Pres.: „Heeft u zich ook met buiten landse politiek bemoeid?" Verd.: „Ik heb vaak in de Kamer gesproken over de Volkerenbonds- politiek". Sprekende over de proclamatie van 10 Mei 1940, die door jhr. de Geer \y-as opgesteld, zeide prof. van Hamel, dat deze destijds grote waardering heeft ontmoet. Verdachte was overi gens zo concludeerde de president -r dezelfde toenaderingspolitiek toe gedaan als Chamberlain destijds in Muenchen. -:-De president richtte het verwijt tot verdachte, dat hij bij zijn radiorede uit Londen nooit critiek heeft doen horen op het onrechtmatige van de Duitse inval in Nedéidand. Voorts yerweet prof. van Hamel de verdach te, dat hij het Nederlandse volk toen de raad gaf samen te werken met de Duitsers. Jhr. de Geer antwoordde hierop: „In 1942 gaf de regering in Londen ook een dergelijke aanwijzing aan de Nederlandse ambtenaren en ik werd ip 1940 heus niet geleid door Leger des Heils-motieven of iets dergelijks". Pres.: „U heeft maling gehad aan de wens van de regering; u had ma ling aan het landsbelang. Erkent u dat dat fout was?" Verd.: „Men kan op verschillende wijze oordelen over wat bevorderlijk is voor het landsbelang. Als men zich niet naar de wil van een ander richt houdt het niet in, dat men èr „ma ling" aan heeft". Bij het verdere verhoor van ver dachte wees de president op een pas sage in zijn brochure, waarin jhr. de Geer spreekt van een morele gelijk stelling tussen Duitsland en de geal lieerden. Prof. van Hamel stelde daar op de volgende vraag: „In 1942 verscheen uw brochure met deze tendenz. In Frankrijk heerst Laval en de Europese landen stonden onder ..schoftenregeringen". Wat heeft u hierop te zeggen?" Verdachte: „In 1939 boden de Ko ningin en de Belgische Koning hun goede diensten aan voor overleg tus> sen zulke „schoftenregeringen" en de geallieerden. Een dergelijke stap is altijd te verdedigen, wanneer men geleid wordt door de wens Europa van de ondergang te redden". De zitting werd hierna om 13 uur geschorst tot 2 uur. REQUISITOIR. Men vraagt zich af, aldus de advo caat-fiscaal mr. Bakhoven, of het niet wenselijk zou zijn, dat ook afgetreden minister zich voor de Stat.en.Generaal moeten verantwoorden voor hun fou ten van beleid. Echter zal dit niet in sluiten, dat bij het begaan van een strafbaar feit geen strafrechtelijke verantwoording zou moeten volgen. Uitvoerig besprak mr. Bakhoven vervolgens de staat van defensie van Nederland in de Meidagen van 1940 en concludeerde, dat de geruchten, als zou d§ defensie te wensen over heb ben gelaten als gevolg van de slappe instelling van het ministerie-de Geer, onjuist blijken te zijn. Hij herinner de in dit verband er aari hoe jhr. de Geer op 19 April 1940 in een radio rede bekend maakte, dat elke aanval op Nederlands gebied op de meest drastische wijze zou worden bestre den. Vervolgens ging mr. Bakhoven in zijn requisitoir over tot bespreking van de dagvaarding. Hij zeide: „Jhr. de Geer was volkomen beheerst door de neutraliteitsgedachte. Toen de oorlog kwam en de ministerraad naar Engeland moest vertrekken, raakte hij het stuur volkomen kwijt. Er ging geen leiding meer van hem uit. Doch ook onder de andere leden van het ministerie was onzekerheid merkbaar en tot het vertrek naar En geland werd eerst na lange discussie besloten. Jhr. de Geer verzette zich er niet tegen, doch heeft zich er ook niet voor beijvefd. Bij minister de Geer en ook bij andere leden van het kabinet bestond de idee, dat het ver dedigen van de neutraliteit nog niet inhield een zich aansluiten bij de an dere partij. Toen de Duitse overwinningen kwamen .ontstond er in Nederlandse regeringskringen te Londen een de faitistische geest. Aanvankelijk meen de men echter, dat de oorlog eind 194Ö afgelopen zou zijn en de terugkeer naar het vaderland mogelijk. Zeer zeker stond jhr. de Geer in zijn de faitistische houding niet alleen. Ve len in de Nederlandse kolonie wa ren zo". Mr. Bakhoven meent, dat de ver dediging van jhr. de Geer ten aan zien van de eerste radiorede uit Lon den in Mei 1940, waarin hij de amb tenaren aanraadde met de Duitsers samen te werken zeer zwak te noe men is. Erger is wat er niet instond, zo meende mr. Bakhoven, n.l. de trouw aan onze bondgenoten en de onverzettelijke wil de strijd voort te zetten. Uitvoerig schilderde mr. Bakhoven de houding van jhr. de Geer bij de besprekingen der regering in Lon den. Hij wilde en dit is ook de me ning van prof. Gerbrandy de Duit sers niet tezeer tegen Nederland in het harnas jagen, en de mogelijkheid tot toenadering met de Duitsers open houden. „Wel moet ik hieraan toevoegen", zo zeide mr. Bakhoven, „dat jhr. de Geer zich ten slotte door zijn ambt genoten tot andere gedachte liet brengen. Ik geloof niet, dat jhr. de Geer een compromisvrede nastreef de, die voor Nederland nadelig was. Hij liet zich echter te zeer leiden door zijn pacifistische inslag. „De terugkeer van jhr. de Geer", zo zeide mr. Bakhoven, „heeft op de ppe broeders1" een funeste invloed gehad. Vooral op hen, die een offi ciële functie bekleedden. Ik neem niet aan. dat bij de verdachte de op zet tot bevoordeling van de vijand bestaan heeft. Toch had hij moeten weten, dat hij Nederland door zijn handelwijze benadeelde. Toen de Koningin een afschrift van het manuscript had gelezen, liet zij een brief schrijven aan jhr. de Geer, waarin zij een antwoord gaf dat aan duidelijkheid niets te wensen over liet. Deze brief is echter nooit ver zonden aangezien inmiddels geble ken was, dat verdachte's „cri de coeur" reeds in circulatie was". Mr. Bakhoven besloot zijn requi sitoir, dat bijna 3 uur had geduurd, met de woorden: „Edelachtbare heren, het komt niet vaak voor, dat zulk een bejaarde verdachte berecht moet worden. Jhr. de Geer heeft ons land vele goede diensten bewezen en uw Hof moge jegens hem alle barmhartigheid be trachten, die het nodig mocht oorde len. Wij mogen hem echter de straf niet besparen. Ik heb de eer te requi- reren een voorwaardelijke gevange nisstraf voor de tijd van één jaar, ge combineerd met een onvoorwaarde lijke geldboete van ƒ4000.of 4 maanden hechtenis. Voorts ontzetting van het recht openbare ambten te be kleden en het recht van verkiezing 9f verkiesbaarheid voor de tijd van 5 jaar". De zitting werd daarop tot 19 uur geschorst. Om 7 uur werd de zitting hervat en de president nodigde de grijze staatsman uit met zijn verdediging te beginnen. DE BEKLAAGDE VERDEDIGT ZICH. Ik word verdacht, aldus jhr. de Geer, niet van het plegen van een openbaar misdrijf, maar van het be zitten van boze gedachten. Ik ben verdacht geworden van ontrouw aan onze vrije en democratische instellin gen, van geestelijke verbondenheid met mensen, die ik als landverraders beschouw. Dit werd nog versterkt door mijn terugkeer in Nederland, die voor mij niets anders was, dan een terugkeer naar mijn familie, als vrij burger. Zeker heb ik nooit sympa thieën gehad voor het nationaal-so- cialisme. In 1933 hield ik een rede in het parlement waarvan een mijner ambtgenoten zeide, dat het de scherp ste aanval op het naticnaal-socialis- me was, die hij ooit gehoord had". Jhr. de Geer haalde vervolgens talrijke passages aan uit vroeger door hem gehouden redevoeringen, waarin hij zich scherp kantte tegen het anti semitisme en het nationaal-socialisme, Dat ik naar Nederland terugkeerde is verkeerd geweest. Niet voor het Nederlandse volk gelukkig, alleen maar voor mijzelf. Echter ben ik niet geleid door de een of andere ontrou we gedachte toen ik besloot naar Ne derland te gaan. Mijn werkelijke te rugkeer was „de onpolitieke terug keer Van een ambteloos burger". Het fantoom van mijn terugkeer was „de wolk van achterklap en achterdocht", die daardoor opwaaide. Sprekende over zijn brochure be toogde jhr. de Geer, dat er velen met hem (o.a. Lloyd George), een opvat ting huldigden gelijk aan die, welke hij in zijn brochure uitgewerkt had. Uitvoerig besprak hij hoe Engeland steeds getracht heeft de oorlog te voorkomen 'en hoe Chamberlain met grote bijval van het Engelse parle ment, en van vrijwel de gehele we reld, in 1938 op vredelievende wijze met de Duitsers sprak, terwijl reeds toen duizenden in de Duitse concen tratiekampen leden. „Defaitisme", zo zeide hij, „had geen deel aan mijn brochure. Even min als de vredeswil van Lloyd Geor ge als defaitisme is op te vatten. Ook is het geen defaitisme geweest van allen", zoo riep hij uit, „die ooit naar vrede streefden en meenden, dat oor log zelfmoord betekent. Ook ditmaal is onze beschaving aan het ergst ont komen. Defaitisme is het te twijfelen aan de mogelijkheid, dat de volkeren elkander eens zullen vinden". Komende tot het slot van zijn plei dooi haalde verdachte een citaat aan over de „Dreyfuss-affaire: „Dreyfuss is schuldig en zijn on schuld is een verzachtende omstan digheid". Hij ging voort met te zeg gen: „Zo zou het ook met mijn geval zijn indien u mij zoudt veroordelen. Want indien bij mij de opzet aanwezig geweest was, mijn land te benadelen, dan zou ik de zwaarste straf verdie nen. Indien u mij deze niet geeft is het, omdat gij zelf niet aan deze op zet kunt geloven. Ik meen dat uw Hof dus niet tot een veroordeling te gen mij zal kunnen komen. Mocht het oordeel echter anders zijn, dan ver zoek ik u wel rekening te houden met mijn hoge leeftijd. Misschien heb ik de avondvrede niet verdiend. Ik heb vele fouten gemaakt, maar als in deze klacht het „schuldig" wordt uitge sproken zal het zijn tegen iemand die ten aanzien van uw aanklacht een rein geweten heeft". Na repliek en dupliek van de pro cureur-fiscaal en jhr. de Geer sloot de president de zitting. De uitspraak is bepaald op 23 Mei om 9.30 uur. Humoristische Avonturen-roman, door: LEROY SCOTT. (Wordt vervolgd). 41) „Ik zou best willen, dat het waar was, inijnheer De Peyster, maar u vergeet, dat ik ongetrouwd ben en te jong om haar vader te zijn. Maar ik weet er iets op" en hij naderde mevrouw De Peyser. „Onze lieve An- gélique is getrouwd en ik weet zeker, dat zij geen ogenblik zal aarzelen, de jonge mevrouw De Peyster als haar dochter aan te nemen. Is het niet zo, Angélique?" Maar deze gaf taal noch teken. „Ze is een beetje doof", mompelde de heer Pyecroft en van zijn hand een roeper makend, schreeuwde hij: „Angélique, als het hier iemand op bézoek komt, zal ik zeggen, dat de jonge mevrouw De Peyster je dochter is?" Mevrouw De Peyster knikte. „Je zult het dus zeggen?" Even scheen mevrouw De Peyster te aarzelen; toen knikte ze langzaam Het grappige van de hele situatie drong zich op dat ogenblik bijzon der sterk aan Mary op. „Hoe heerlijk toch, moeder, u altijd bij mij te heb ben!" riep zij ondeugend, en met ge opende armen snelde zij op de ge sluierde gedaante toe. Maar, deze scheen daar niets op ge steld te zijn en nestelde zich nog dieper in de stoel. Het was of haar hart ophield te kloppen. Nog één seconde en danMaar ook nu red de de onbetaalbare heer Pyecroft, alias Archibald Simpson, alias Tho mas Preston, alias wie weet wie? de situatie. Met een beschermend gebaar plaatste hy zich tussen zijn zuster en de aanstormende jonge dame. „Geen opwinding, als het u belieft. De dokter heeft het verboden". „Wat scheelt haar dan? Toch niet iets van ernstige aard?" „Wij willen hopen van niet, In hoofdzaak een zenuwstoring als ge volg van eindeloze tobberijen over moeilijke huiselijke aangelegenhe den". „Maar dat is toch al heel treyrig", zei de mooie, zachte stem. „Als zij echter niet goed is, .dan moet zij wat meer frisse lucht hebben. Die dikke voile is ook zo benauwd. Waarom slaat ze die niet op?" „Een beetje zacht alstublieft! Als ze u over die voile hoort spreken, dan is ze helemaal van streek. U moet weten", ging de heer Pyecroft zonder aarzelen voort, en zijn stem klonk ééns zo meewarig, „toen onze zuster Angélique op een keer, het was in het eerste jaar van haar huwelijk, bezig was de petroleumkachel, het was toch immers een petroleumka chel, hé Mathille?" „Ja zeker, zeker", vuile deze haas tig aan. „De petroleumkachel aan te ste ken", ging de heerPyecroft onver stoord voort, „had er een vreeselijke ontploffing plaats. Angélique's ge zicht werd deerlijk misvormd, zelfs zo, dat ze er liefst niet over hoort praten. De arme! zij gaat nooit uit, of zij beeft een dikke voile voor". „Hoe treurig!" riep Mary vol me delijden. „Ja, dat was een treurige voorval. Wij hebben ons dan ook allen bui tengewoon aan haar gehecht. Ook haar doofheid spruit uit dit treurige ongeluk voort. "U begrijpt, alles te samen heeft haar wat teruggetrokken gemaakt. Ze schuwt de omgang met vreemde en het is natuurlijk het beste dat u niet veel notitie van haar neemt", Mary voegde zich weer bij de an deren. De arme mevrouw DePeyster kwad een beetje bij. Hoe alles in zijn werk was gegaan, was haar een raad sel, maar ze begreep dat ze opnieuw gered was door de wonderlijke talen ten van de heer Pyecroft. „Wat ik zeggen wou, Mathilde", hoorde ze Mary vragen, „heb je ook in de krant gelezen over mevrouw De Peyster's reis? Vandaag moest de boot aankomen". „Neen, M Mary", zei Mathilde. „Er stond in de krant, dat ze zee ziek was, lat zij heel de reis niet ééns haar hut heeft kunnen verla ten". Er klonk diep medelijden in haar stem. „Ja^ het laatste van alle passagiers is zij van de boot gegaan; met veel moeite werd ze naar een rijtuig gebracht". „Moeder was anders nooit zeeziek", zei Jack. De rechter zei niets, maar op zijn knap gelaat lag een uitdrukking van drpefheid. Jack zag het en net een plotselinge beweging de hand van de rechter drukkend, zei hij met j ongensachtige openhartigtigheid „Oom Bob, ik weet, dat u veel meer verdriet heeft dan een van ons. Ik heb van u altijd gehouden als van een vader en nooit kan ik de gedachte van mij afzetten, dat eens de dag zal komen, waarop ik u in werkelijkheid vader kan noemen. Ik zie moeder nog wel eens van mening verande ren". „Dank, Jack, je bent altijd zo aar dig en hartelijk voor mij", en hij drukte de jongen man innig de hand. En diep in haar hoekje verscholen bloosde mevrouw De Peyster, achter haar dikke voile. Nog een tijdje gingen de anderen door met over mevrouw De Peyster te praten, en deze luisterde.ze was nu volstrekt niet doof. En ze hadden het er over, dat ze daar nu zo ver van huis ziek lag en ieder had een woord je van medelijden en voelde met haar mee. Ze waren toch werkelijk lief en aardig. En de heer Pyecroft? Op enigen afstand van de anderen stond hij daar op het oog heel ernstig, maar bij zich zelf moest hij lachen, omdat al les zo vlot van stapel ging. Het leukst van alles was nog, dat niemand er ook maar 'het flauwste begrip van had, dat 'hy in zekere zin met de gro te mevrouw De Peyster verwant was dat juffrouw Gardner in werke lijkheid wat meer was dan secreta resse en juffrouw van gezelschap, maar hij vond het niet nodig hier over iets uit te laten.... Clara, dat meisje met haar 'hoogstaande begrip pen van eer, zou wel niets meer van hem willen weten, als zij van zijn laatste kwajongensstreek hoorde, als zij er achter kwam, dat hij, ondanks haar verbod toch de woning van me vrouw De Peyster als schuilplaats had verkoren. Maar als hij haar weerzag en hij kon haar eens precies vertellen, hoe alles in elkaar zat, dan moest zy hem wel vergeven, want 't was toch ook een reuzengrap. Ja, zij moest hem wel vergeven. Zo kwam het, dat de heer Pyecroft in een zeer goede bui was. Nu, dit was niets ongewoons bij hem; zijn voorouders waren bepaald mensen geweest met veel gevoel voor humor! XIV. HET DAKKAMERTJE Mevrouw De Peyster dankte de hemel, toén even later, het liep al tegen éénen, Jack en Mary en rechter Harvey aftrokken, zodat zij nu met dritën, zusters en broers zogenaamd, achterbleven. Ze hadden al afgespro ken, dat de heer Pyecroft de kamer, vroeger door Jack bewoond, zou krij gen, Mathilde kreeg natuurlijk haar eigen vertrek en mevrouw De Pey ster het kamertje er naast, dat ge woonlijk door haar tweede-meisje gebruikt werd. Boven, bij de deur, moest de heer Pyecroft nog even zijn hart luchten tegen zijn dierbare zusters. (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1947 | | pagina 2