Wedstrijdprogram voor Zondag
Jhr. de Geer voor Bijz. Gerechtshof
H
RADIO
Washington i°OÜ°°
Square i ooooooö
ZATERDAG 10 MEI 1947
DE LEIDSE COURANT
PAGINA 4
EERSTE KLASSE
District I: EmmaHermes DVS;
ADOEDO; SpartaVSV; Ajax
Feyenoord; DWS't Gooi.
District II: XerxesDe Vole-
wijckers; DHC—Neptunus; Storm
vogels—HBS; DOS—DFC; Excelsior
—Haarlem.
District III: Enschcd. BoysGo
Ahead. QuickAGOVV; Be Quick
Tubantia; VitesseEnschede; Wa
peningenNEC.
District IV: HelmondiaNAC;
Willem n—BW; VVV—Helmond;
Dc BaronieRKTVV.
District V: Be QuickHSC; GV
AVVeendam; AchillesSneek;
Leeuwarden-F-Emmen; Heerenveen
Velocitas.
District VI: Maurits—Brabantia;
MVVPSVEindhovenSportclub
Emma; LimburgiaBleijerheide.
TWEEDE KLASSE
District II, 2e kl. A: CVVVelox;
UnitasHercules; CoalBMT; HVV
Gouda; VFCODS.
2e kl. B: SliedrechtVIOS; Over
maasFortuna; ScheveningenUW
ElinkwijkQuick; SWDCV.
District II, 3e kl. A: Hillinen—
VCS; Blauw ZwartWassenaar;
TYBBSJC.
3e kl. B: TonegidoAlphen; RVC
Concordia; LaakkwartierASC.
4e kl. A: Bodegraven—DOSR; Do-
cosAlphense Boys; LisseLDWS.
4e kl. B: Lenig en SnelWilhel
mus; Zwart BlauwDe Jagers; Rijs
wijkESDO.
4 e kl. C: DSORa va: Waddinx-
veenVoorburg; HPSVKranen
burg; GouderakQuick Steps.
LEIDSE VOETBALBOND.
Klas IA: WLV 1—Altior 1; Fore-
holte 1Leidsche B. 1; Meerburg 1
Kagia 1; VTL 1Warmunda 1; We-
ter. B. 1DSB 1.
Klas 1B: Lugdunum 4UVS 4;
Teylingen 2SJC 2; LFC 3Alphen 3
Klas IC: ASC 4Teylingen 3 Do-
cos 2—UVS 5: DOSR 2—Roodenb. 3.
Klas 2A: Rijp wetering 1Hazers-
woude 1; Oranje Gr. 1MMO 1; VNA
1—SJZ 1.
Klas 2B: Altior 2—Foreholte 2; Al
phen 4SJC 3; Roodenb. 4Lugdu
num 5; DSB 2—UVS 6.
Klas 2C: LDWS 2—ASC 5; WSB
3Rouwkoop 2; Alph. B. 3ZLC 2;
Klas 3A: Lisse 4—WLV 2; Lugdu
num 6LFC 3: Roodenb. 5MMO 2;
Altior 3VTL 2.
Klas 3B: Foreholte 3ASC 6;
Warmunda 3Weter. E. 2; UVS 7
Oranje Groen 2; Alph ia 3Rouw
koop 3.
Klas 3C: I£agia 2Meerburg 2;
Roodenburg 7—Rijpwetering 2; SJZ
2—LFC 6.
Klas 4A: LFC 7—LDWS 3; UVS 8
—Weter. B. 3; WSB 4—Docos 4.
Klas 4B: Leidsche,B. 2LFC 8;
Lugdunum 8MMO 3; VNA 2SJZ
3; Roodenb. 8Alphia.
Klas 4C; Leidsche B. 3AZL 2;
LDWS 4—Rijpw. 3; SJZ 4—UDO 2.
Jun. A.: Lugdunum aAlphia; ASC
a—Alphen a; Oranje Gr. a—Rooden-
burg a; UVS aZLC.
Jun. B.: Alphen bUVS b; LFC
b—ASC b: Oranje Gr* b—Roodenb.
b; VNA—Lugdunum b.
Jun. C.: Meerburg—Altior a; WSB
—WLV a; Alph. B. a—Lisse a;
DOSR aDocos a.
Jun. D: Foreholte bKRV: SJC
Alph. B. b; Lisse b—SJZ; MMO
Rijpwetering.
Jun. E.: Weter. E.—Hazerswoude;
Teylingen b—DOSR b; Docos b—
Alph. B. c; WLV 'b—Altior b.
KON. NED. LAWNTENNISBOND.
Overgangsklasse: Mascotte I
Cocktail I; IWOO—Nieuw Marlot
Club III; PIT I—AKC II; Siod I—
Leidse Stud. LTC I; Spiegel III—
Sobri I: Nieuw Marlot Club IV
Groen Wit I; Iwoo IIDIO I; Thor
IILeidse LTC I.
Tweede klasse: Coctail IILeimo-
nias VI: Park Marlot IV—Leidse
Stud. LTC III; Park Honingen I—
Clubh. te Werve I; Nieuw Marlot
Club VIRacketeers I.
KON. NED. KORFBALBOND.
EERSTE KLASSE
N.H. Ie klas: RohdaSamos; BI.
WitDED; Koog ZaandijkSVK;
WesterkwartierSwift; Oosterkwar
tierArchipel.
Z.H. lc klas: HSVGymnasiasten;
Vicus OrientisAchilles; HKVOns
Eibernest; Het ZuidenDeetos;
SpangenDKC.
Z.H. 2e kl. A: FluksWion; Gym
nasiasten IIOSCR; Deetos II
Zwervers; SchiedamDe Algemee-
ne; Achilles IIALO.
Z.H. 2e kl. B: Ons Eibernest II
Ready: TOV—Het Zuiden II; Vicus
Orientis IIQuick; Roozenburg
Die Haghe.
ZUID-HOLLAND TEGEN
NOORD-HOLLAND.
De samenstelling van het Zuid-Hol
landse team, dat op 15 Mei te Delft
tegen het Noord-Hollandse team zal
spelen, is als volgt samengesteld:
Dames: G Hofwegen van de Graaf
(Detos), G. de Vroet (Detos), M.
Vonk (Ons Eibernest), M. Brieër (Vi
cus Orientis), J. C. Vlier (Spangen),
M. C. Vlier (Spangen).
Heren: Seits (Detos), aanv., Engels,
Berens, Schoonhoven (allen Ons
Eibernest), den Hartigh en de Waal
(Het Zuiden).
ATHLETIEK
Interregionale atletiekwedstrijden
voor R.K. Athleten. De Amster
damse Atletiekvereniging K.D.O.
organiseert morgen Interregionale
athletiekwedstrijden voor R.K. ath
leten. In dit milieu kan moeilijk een
ploeg van de Leidse atletiekvereni
ging „De Bataven" gemist worden.
Zo trekt dan een grote Bataven-
ploeg morgen naar Amsterdam met
het vaste besluit de uitgeloofde wis
selbeker voor de vereniging welke
de beste prestaties heeft gemaakt, te
gaan winnen.
Voor de deelnemers zij nog opge
merkt, dat naar Amsterdam ver
trokken wordt per auto. Punt van
samenkomst is het station, terwijl
het vertrek bepaald is op half elf.
BILJARTEN
KAMPIOENSCHAP VAN
NEDERLAND le KLASSE
KLEIN BILJART.
De strijd om het kampioenschap
van Nederland, eerste klasse klein
biljart, kader 35/2, is bijzonder span
nend.
Na twee dagen hebben vier spelers
de leiding, allen met 1 verloren par
tij en 6 punten. Door het hoge
gemiddelde staat van Lochem op de
eerste plaats. De uitslagen luiden:
S. van Lochem 400 6 134 66.66
G. v. d. Berg 131 6 72 21.83
B M. Weber 400 18 122 22.22
A. Hiemstra 275 18 97 116.17
L. v. Reyen 400 17 68 23.52
H. v. Dijk 348 17 75 20.47
J H. de Jong 400 16 116 26.66
C- Lankhof 265 16 87 17.66
Van den Berg 400 22 98 18.18
Weber 367 22 113 16.63
Van Lochem 400 15 99 26.66
Hiemstra 370 15 113 26.66
De Jong 400 12 157 32.33
Van Reijen 126 12 54 10.50
Lankhof 400 17 104 23.52
Van Dijk 316 17 77 18.58
De stand luidt:
gsp. pnt. alg. gem.
Van Lochem 4 6 30.77
De Jong 4 6 28 84
Weber 4 6 22.38
Lankhof 4 6 20.92
Van Reüen 4 3 17.38
v. d. Berg 4 3 16.97
Hiemstra 4 2 19.39
Van Dük 4 0 18.73
Op de vraag van de militaire raads
heer, gen.-maj. A. R. v. d. Bant of
verdachte bij aankomst in Portugal
nog het plan had naar Indië te gaan.
antwoordde deze bevestigend.
De getuige mr. B. Ph. van Harinx-
ma thoe Slooten, Nederlands ambas
sadeur in Brussel, die inmiddels.ge
arriveerd was, verklaarde dal hij
in Lissabon met verdachte gespro
ken heeft. Hij kreeg daar de indruk,
dat jhr. de Geer overtuigd was, dat
Duitsland de oorlog zou winnen.
Oud-minister prof dr. P. S. Ger-
brandy, thans voorzitter van de
raad van Rechtsherstel, is de vol
gende getuige.
Pres.: In Augustus 1940 vroeg
jhr. de Geer, toen hij nog minister
president was, verlof om een vacan-
tiereis naar Zwitserland te maken.
Hoe vond u dit verzoek? Bevreemdde
u dat?"
Prof. Gerbrandy, die na elke vraag
van de president lang aarzelt en de
indruk maakt, dat hij niet gaarne
de interne dingen uit de diploma
tieke sfeer in het openbaar behan
deld ziet, antwoordt: „Ja, dit be
vreemdde mij". En dan vervolgde
hij, op aandringen van dc president:
„De plaats van de minister-president
was natuurlijk bij de regering".
Pres.: „Is het plan gerezen jhr. de
Geer naar Indië te zenden. Kunt u
daar iets van zeggen?"
Get.: „Het leek ons een onprettige
situatie, dat een ambteloos oud-mi
nister in Engeland vertoefde, zonder
speciale taak. Wij meenden, dat het
wenselijk was hem bezig te houden
en besloten hem met een opdracht
naar Indië te zenden."
Pres.: „Toen verdachte naar Indië
vertrok, lag het in de bedoeling van
de Nederlandse regering de oorlog
door te zetten tot het bittere einde.
Is dat zo?
Get.: „Absoluut. Jhr. de Geer was
een andere mening toegedaan. Kort
voor zijn aftreden zeide hij op een
ministerraadvergadering, dat hij
geen eerste minister kon blijven als
ik doorging het aan te sturen op het
doorzetten van de oorlog".
(Het bovenstaande is reeds ge
plaatst in een gedeelte van onze vo
rige oplage).
De president vraagt aan prof. Ger
brandy, of hij nog van mening is,
dat de terugkeer van een hoogge
plaatst ambtenaar naar Nederland
in die tijd, verkeerd geacht moet
worden.
Prof. Gerbrandy: „Ik acht het fu
nest. Als iemand, die zoveel van de
politiek wist als jhr. de Geer naar
een door Duitsland bezet gebied
ging, bestond natuurlijk groot ge
vaar, dat de Duitsers bepaalde gehei
men in handen zou krijgen".
Pres.: „Was de opdracht naar In
dië een reële opdracht?"
Prof. Gerbrandy: „Zeker. In het
belang van Nederland en ook van
jhr. de Geer zelf. Er moest goed con
tact komen met Indië. Met die op
dracht ging jhr. de Geer weg en
daarom kreeg hij ook het visum, dat
hem zeker niet zou zijn gegeven als
hij zich naar een andere plaats wil
de begeven".
Pres.: „Er is sprake van geweest
van Duitse zijde zou dit zijn ge
zegd dat een Nederlands gouver
nement onder leiding van jhr. de
Geer het de Duitsers gemakkelijker
zou maken hun bewind in Neder
land te voeren. Lijkt het u waar
schijnlijk, dat jr. de Geer een derge
lijke functie zou hebben aanvaard?"
Prof. Gerbrandy: „Zeker niet.
Daar was hij natuurlijk tegen".
Pres.: „U twijfelt dus niet aan fcijn
vaderlandsliefde?"
Prof. Gerbrandy: „Niet in subjec
tieve zin".
Op een desbetrefënde vraag van
de president vertelde prof. Gerbran
dy dat hij kort voordat verdachte's
brochure in druk verscheen, er een
gestencilde copie van in handen
kreeg. De publicatie van deze bro
chure in Nederland droeg natuurlijk
niet de goedkeuring van de Koningin.
Na de middagpauze trad als eerste
getuige de oud-minister van koloniën
Ch. I. J. M. Weiter voor het getuigen-
hekje. Jhr. de Geer nam met zijn ge
wone kalmte zijn plaats weer in.
Over het vertrek van jhr. de Geer
uit Londen vertelde oud-minister
Welter, hoe hij in 1940 aan de ver
dachte de opdracht gaf voor zijn zen
ding naar Indië. Het initiatief tot
deze zending ging uit van minister
Weiter en werd door de minister
raad bekrachtigd.
„Ik vroeg hem", zo verklaarde ge
tuige, „of hij er iets voor voelde om
naar Indië te gaan om zich te oriën
teren ten aanzien van de algemene
financiële situatie".
Pres.: „Heeft hij de opdracht aan
vaard?"
Get: „Ja inderdaad".
Pres.: „Staat het vast, dat het hem
verstrekte visum uitsluitend bestemd
was voor Indië?"
Get.: Inderdaad".
Pres.: „Toen verdachte wegging
was hij dus officieel belast met uw
opdracht?"
Get.: „Ja wij betreurden het, dat
een goed financier als jhr. de Geer
in Engeland werkeloos was. Wij voel
den. dat wij jhr. de Geer ter wille
zouden zijn door hem met .een op
dracht te belasten. Uit Portugal ont
vingen wij een brief waarin hij ons
mededeelde, dat hij zich als oud-mi
nister gerechtigd achtte naar zijn va
derland terug te keren. De minister
president heeft hem meegedeeld, dat
zulk een handeling ongeoorloofd is".
Pres.: „Achtte u het toen ook on-
gewenscht, dat hij naar Nederland
terugkeerde?"
Get.: „Inderdaad".
Pres.: „Beschouwde u het feit, dat
hij toch naar Nederland terugkeerde,
als een woordbreuk?"
Get.: .Inderdaad".
Nadat getuige Weiter vervolgens
over de details van de opdrachtge-
ving was ondervraagd, ging hij zit
ten om plaats te maken voor de oud-
minister van onderwijs, G. Bolke-
stein, die eveneens als getuige was
opgeroepen. Deze gaf als zijn mening
te kennen, dat jhr. de Geer, die van
zijn reis de medewerking van de
Nederlandse regering en ook van an
dere instanties had ontvangen, er
zeer verkeerd aan gedaan heeft door
naar Nederland te gaan in plaats van
naar Indië zoals was afgesproken.
Pres.: „Acht u de terugkeer naar
Nederland van verdachte als iets be
denkelijks?"
Get.: „Inderdaad".
Pres.: Meent u dat het prestige der
Nederlandse regering in Engeland
hierdoor te lijden heeft gehad?"
Get.: „Inderdaad, en het heeft
moeite gekost het gebeurde te ver
klaren".
Ten aanzien van de brochure achtte
getuige het moreel fnuikend, dat er-
in gesproken werd over onderhande
lingen met Duitsland, alsof het ging
om besprekingen tussen gelijkwaar
dige partijen.
Pres.: „Verdachte kreeg voor zijn
aftreden als minister-president in
Londen -het grootkruis van Oranje
Nassau. Hoe zou uw advies hierom
trent aan de Kroon thans luiden?"
Get.: ,Ik zou een ongunstig advies
uitbrengen".
Uit verschillende verklaringen, die
ter zitting werden voorgelezen, blijkt
dat men in regeringskringen in Lon
den de reis naar Nederland sterk
veroordeelde. In sommige verklarin
gen wordt zelfs van „woordbreuk"
gesproken.
Voordat de getuige Otto Bene, de
thans gedetineerde oud-gevolmach
tigde van de Duitse regering in den
Haag gehoord werd, verzoekt prof.
van Hamel de partijen zo min moge
lijk vragen te stellen aan de Duitse
getuige: „Omdat het niet nodig is
dat Duitsers een oordeel zouden vel
len over zuiver Nederlandse aange
legenheden". Otto Bene had toen de
aanvraag van verdachte binnenkwam,
aan zijn regering geadviseerd, dat er
geen bezwaar was jhr. de Geer in
Nederland toe te laten, indien hij
zich zou verplichten zich niet op po
litiek terrein te bewegen.
Verdachte vertelde vervolgens hoe
hij eerst in Lissabon en toen in Ber
lijn op reis naar Nederland deze be
lofte 'heeft afgelegd. Hij ontkende
ooit beloofd te hebben, dat hij in
Nederland niets tegen de Duitsers
zou ondernemen. Deze voorwaarde
was hem naar zijn zeggen
nooit gesteld.
Getuige Otto Bene verklaarde
voorts, dat men in Duitse kringen
er in politiek opzicht een zekere
waarde aan hechtte dat jhr. de Geer
naar Nederland terugkeerde. De
voornaamste reden was echter, dat
men er geen nadeel in zag „de oude
man naar zijn familie te laten terug
keren".
Vervolgens las de president de
verklaring van von Ribbentrop voor,
waarin deze zeide, dat hij inderdaad
toestemming had gegeven jhr. de
Geer in Nederland toe te laten. Von
Ribbentrop wist dat verdachte een
vooraanstaand man was in de Neder
landse politiek en meende, dat hij
Wellicht de leiding van een Neder
lands kabinet onder Duitse invloed
óp zich zou kunnen nemen.
De beklaagde ondervraagd
Vervolgens ging de president er
toe over jhr. de Geer te ondervragen.
Pres.: „U heeft zich in strijd met
dc wil van dc Nederlandse regering
naar Nederland begeven. Geeft u dit
toe?"
Jhr. de Geer: „Inderdaad, in strijd
met de wens van de regering, maar
ik was geen minister meer en was
de regering geen gehoorzaamheid
verschuldigd".
Jhr, -de Geer was niet bereid ver
dere vragen van het Hof thans te
beantwoorden. Hij meende, dat hij
alle te stellen vragen in zijn plei
dooi van morgen kon beantwoorden.
„Ik acht het efficiënter", zo zeide
hij, „morgen te spreken. Als ik nu
uw vragen beantwoord zal ik mor
gen in herhaling moeten treden".
Toch gaat jhr. de Geer in op de
hem gestelde vragen en geeft enkele
punten van de tenlastelegging toe,
doch ontkent ten stelligste, dat zijn
terugkomst in Nederland nadelige
invloed zou hebben op de vastbeslo
tenheid van het Nederlandse volk de
strijd voort te zetten. Op de vraag,
of verdachte de geaccepteerde reis-
credietbrief niet beschouwde als een
verplichting, zijn opdracht in Indië
uit te voeren, antwoordde hij: ,Toen
ersengymnastiek
Wie weet 't?
1- Weet u ongeveer hoeveel
inwoners China heeft?
2. Wat is een euphemisme?
3. Welke 2 Zuid-Amerikaanse
Staten grenzen niet aan een
oceaan?
4. Wat is een stereoscopische
film?
5. Wie is de schrijver van „De
dolle dictator"?
6. Waar liggen Albany en Al-
bury?
7. Wat is een folkloristisch
spel?
8. Welke zijn de West-Indische
eilanden?
9. Met welk schip is de Engel
se koninklijke familie korte
tijd geleden naar Zui'd-Ari-
ka gegaan?
10. Wie is de wereldkampioen
schaatsenrijden?
Antwoorden in ons nummer van
a.s. Maandag.
ik uit Londen wegging, was ik inder
daad van plan naar Indië te gaan".
Verder zeide hij: „De regering
heeft zich nooit er over bezwaard,
dat ik mijn Indische opdracht niet
uitvoerde, echter wèl dat ik naar
Nederland terugging. Hieraan kunt u
zien hoeveel waarde de regering aan
de opdracht hechtte".
De getuige Otto Bene werd weer
voorgeroepen en verklaarde, dat hij
na inzage van de brochure, deze naar
het ministerie van buitenlandse za
ken ter beoordeling had doorgezon
den. De brochure kwam terug met
enkele correcties, die met jhr. de
Geer besproken werden. Otto Bene
gaf toe, dat hij aan publicatie van de
brochure een propagandistische uit
werking toekende, die gunstig was
voor een vereniging van de Europe
se landen en in zekere zin ook voor
het Duitse rijk.
Verdachte antwoordde op een des-
betrefende vraag, dat er in de bro
chure geen enkele principiële veran
dering is aangebracht. Hij vertelde
voorts, dat Janke van zijn superieu
ren een berisping kreeg, omdat hij
ten slotte de goedkeuring gaf aan de
brochure, die in verschillende op
zichten afweek van' de opvatting van
de Duitse regering.
Dc getuige E. Voorhoeve, ex-pro
pagandaleider van de N.S.B.. thans
gedetineerd, vertelde over de bro
chure. dat jhr. de Geer zyn bemid
deling had gezocht om de brochure
gepubliceerd te krijgen. Hij heeft
deze bemiddeling verleend, doch
moest dit privé doen en geheim hou
den voor de leiding van de N.S.B.,
die jhr. de Geer niet welgezind was
wegens de maatregelen, die in de
Meidagen 1940 tegen de N.S.B.'ers
waren genomen.
De getuige T. Goedewaagen, tij
dens de bezetting secretaris-generaal
van het departement van volksvoor
lichting en kunst, die van Neder
landse zijde het „imprimatur" voor
de brochure gegeven had, zeide, dat
de inhoud hem daarom sympathiek
was, omdat zij boven de partijen een
overbrugging tussen de strijdende
mogendheden propageerde tot heil
van geheel Europa.
De hoofdredacteur van „Vrij Ne
derland" H. M. van Randwijk ver
klaarde als getuige, dat de terug
komst in Nederland van verdachte
op het Nederlandse volk een slechte
invloed had, juist omdat er in die
tijd nog stromingen waren in Neder
land, die meenden, dat overleg met
Duitsland nuttiger was dan de strijd
voort te zetten.
Het Tweede Kamerlid J. H. Scheps
evenals de getuige van Randwijk
een bekend illegaal werker tijdens
de Duitse bezetting, liet zich in ge
lijke zin uit.
Dr. M. van Blankenstein, hoofdre
dacteur van „De stem van Neder
land" vertelde op verzoek van de pre
sident iets over de reactie die het
weggaan van jhr. de Geer in Lon-
dense kringen gewekt had. Hij gaf
als zijn mening te kennen, dat de te
rugkeer naar Nederland van jhr. de
Geer niet veel invloed had op de
opinie der Englsen jegens Neder
land.
De president sloot de zitting tot
Zaterdagochtend 10 uur.
Is Uw Radio defect?
B«l. 24244
DE RADIOTECHNISCHE DIENST
I.E.M.C.0. N.V., Nieuwe Rijn 32
Repareert vlug, betrouwbaar en vakkundig
DE BROOD-POSITIE
„De klant is koning"
Het bureau van de Nederl. bakke
rij-stichting schrijft: Dit spreekwoord
werd steeds in de loop der jaren door
de bakkers van Nederland gehuldigd.
De bakker was de welwillendheid
zelf. De wens van de klant kon zo
gek niet zijn, of de bakker trachtte
aan de verlangens der klanten te vol
doen.
Tijdens de orolog moest de bakker,
gedwongen door de distributiebepa
lingen, tot.zijn spijt meermalen de
klant teleurstellen, alhoewel hij
steeds tot de grootst mogelijke opof
feringen om de klant te helpen bereid
was.
Na de bevrijding kwam, ook al door
optimistische geluiden die van re
geringskringen verscheidene malen
werden gehoord, bij het publiek de
mening naar voren, dat de broodbon
feitelijk niet meer nodig was. Men
gaf al zijn broodbonnen aan de bak
ker en betrok zoveel brood als het
gezin nodig had.
Ook de bakker of zijn bezorger, die
een aantal klanten hadden, die het
totale broodrantsoen niet opnamen en
daardoor de meer broodetende klant
ter wille kon zijp, vond dit niet zo
erg, totdat hij tot zijn schrik bemerk
te, dat hoe langer hoe meer klanten
het totale broodrantsoen van 2200
gram per week gingen opnemen en
de reeds op een groot broodverbruik
ingestelde families nog meer brood
gingen betrekken, hetgeen neerkwam
op verbruik van brood, dat niet ge
dekt was door een broodbon.
Het gevolg hiervan is, dat de van
regeringswege verstrekte werkvoor-
raden bloem, door te groot broodver
bruik, verdwenen zijn en vele bak
kers momenteel in moeilijkheden zijn
geraakt
Wij z(jn dan ook, gezien de kleine
graanvoorraad in Europa, verplicht
een waarschuwend woord tot het pu
bliek te richten en mede te delen, dat
de bakker niet in staat is een enkel
brood zonder bon te leveren.
Zondag
HILVERSUM I (301 M.)
8.00 Nieuws. 8.30 Voor het platte
land. 9.30 Men vraagt., wij draaien.
11.45 „Tot het hart van ons volk".
12.00 Nieuws uit U.S.A. 12.30 De
Zondagsclub. 13.00 Nieuws. 13.50
Spoorwegen spreken. 14.05 Boeken
halfuur. 15.57 Reportage. 16.15 The
Skymasters. 16.30 „Wat scholieren
over onderwijsvernieuwing den
ken". 16.50 Sport-reportage. 17.10
„Gesprekken met luisteraars". 17.30
Ome Keesje. 18. Nieuws. 18.15
Sport. 18.30 Ned. Strijdkrachten.
19.30 „Camera Obscura". 20.00
Nieuws. 20.15 Orgel. 20.45 Paul
Vlaanderen. 22.05 Cabaret. 23.00
Nieuws. 23.15 Gram.platen.
HILVERSUM II (415 M.)
8.00 Nieuws. 8.15 Van man tot
man, 9.30 Nieuws. 9.45 Opening
„Groninger dag". 10.00 Hoogmis.
11.30 Gronings Strijkkwartet. 12.00
Angelus. 12.15 „In 't Boeckhuys".
12.30 „Orkest zonder naam". 13.00
Nieuws. 13.25 Gron. orkest. 14.00
„Wat ons overbleef". 14.15 Gron.
orkest. 14.45 „Grönneger Legkaore".
16.30 Ziekenlof. 18.30 Gram.platen.
19.30 Nieuws. 20.00 Actualiteiten.
20.13 De gewone man. 20.20 „Grön
neger Oavend". 22.15 Avondgebed.
22.30 Nieuws. 23.35 Klassiek concert.
Maandag
HILVERSUM I (301 M.)
7.00 Nieuws. 8.00 Nieuws. 8.15
Gram.platen. 9.15 Morgenwijding.
9.30 Gram.platen. 10.30 Van vrouw
tot vrouw. 11.45 Familieberichten,
uit Indië. 12.00 Het Lyra-trio. 12.35
Stafmuziekkorps. 13.00 Nieuws. 13.50
orgel. 14.20 „God save the king".
15,05 „Grand-hotel". 17.00 The Sky
masters. 17.30 Hoort zegt het voort.
18.00 Nieuws. 18.30 Ned. Strijd
krachten. 19.00 ..en nu naar bed!
19.05 Metropole orkest. 20.00 Nieuws
20.05 Journaal. 20.40 „Een dokter
voor dokters", 21.30 Hoorspel. 22.10
Kamermuziek. 23.00 Nieuws. 23.45
Gram.platen.
HILVERSUM II (415 M.)
7.00 Nieuws. 7.30 Gram.platen.
8.00 Nieuws, 8.30 Gram.platen. 9.15
„Ochtendbezoek bij onze jonge zie
ken", 9.30 politieberichten. 9.50 Or
kestwerken. 11.00 Gram.platen. 11.35
Pianorecital. 12.15 Orgel, 13.00
Nieuws. 14.00 Voor jonge moeders.
15 15 Strijkkwartet. 16.45 Concert.
17.45 Piano. 18.00 Sport. 19.00
Nieuws. 19.40 Gram.platen. 20.15
Orgel. 21.15 „Sangh en spel". 22.00
Nieuws. 22.30 Piano. 23.00 Gram.
platen,
Humoristische Avonturen-roman,
door:
LEROY SCOTT.
40)
Toen de zaken zover stonden, kwam
er waarachtig weer iemand de trap
af. Op Jack en Mary scheen dit niets
geen indruk te maken. De heer Pye-
croft schrok geweldig, maar zorgde
er voor. dat niemand er iets van
merkte. En mevrouw De Peyster? Zij
dacht het te besterven! Wie zou daar
nu weer zijn? Zou er dan nooit een
eind komen aan de Egyptische pla
gen? Ook Mathilde verwachtte nieuw
onheil. Vol schrik staarde zij Jack
aan en stotterde bevend1:
„Wie, wie is daar?"
,,'t Is oom Bob maar", zei Jack
heel gewoontjes.
Oom Bob maar! Maar ites vrese-
1 ijkers had mevrouw De Peyster niet
kunnen bedenken! Oom Bob t och
was niemand anders dan rechter Har
vey! Zij kromp nog meer ineen in
haar stoel en schoof die nog wat ver
der van het licht af. want als hij haar
nu eens zou zien! op het toppunt van
haar vernederingen!
Zij hoorde Jack heel kalmpjes tot
Mathilde uit leggen:
„Wel, Mathilde, er steekt toch niets
bijzonders in. Oom Bob is toch al sinds
jaren gewend het oppertoezicht over
het huis te houden, als moeder en ik
op reis zijn en van tijd tot tijd eens
een kijkje te nemen, om te zien of
alles in orde is. Wij lieten hem weten,
dat wij hier waren en vroegen hem.
eens aan te komen. Nu. vanavond
kwam hij ons opzoeken, en toen het
zo'n vreeselijk weer werd, vroegen
wij hem vannacht hier tc blijven.
Oom Bob en jij, Mathilde, je hebt
beiden heel wat op ons voor; jullie
kunt zo maar vrij het huis in- en
'uitgaan, zonder achterdocht te wek
ken".
Alleen maar oom Bob! Ondanks
de hevige schrik, kwam een nieuwe
gedachte bij mevrouw De Peyster op,
een gedachte, die heer verbijsterend
was ,dat zij voor een ogenblik haar
eigien narigheden vergat Rechter
Harvey toch, de verstokte verzame
laar van oude handschriften en de
heer Pyecroft, alias Thomas Preston,
die er niets in zag ze bij dozijnen te
vervalsen, waren onder hetzelfde
dak, en op het punt elkaar te ont
moeten. Wat zou er gebeuren, als zij
van aangezicht tot aangezicht ston
den? Zjj herinnerde zich, dat ze meer
dan eens een slechte gelijkenis van
hem in de bladen had gezien. Onwil
lekeurig keek zij naar de deur, waar
door iedere minuut de rechter kon
binnenkomen en van achter haar voi
le verbreidde zij vol spanning het
kritieke moment.
Daar ging de deur open en de rech
ter stond op dc drempel. De Heer
Pyecroft ontstelde hevig, hij toch had
op het eerste gezicht de rechter her
kend, maar reeds was hij zioh zelf
weer meester. Jack gaf de binnen
komende de nodige inlichtingen: met
zijn hand wees hij naar Angélique
Jones-Simpson, die een heel eind van
de overige afzat; hij verklaarde de
aanwezigheid van de twee gasten en
vertelde de rechter, wat deze weten
wilde.
Al meer dan eens had de rechter 'n
verwonderde blik op de heer Pye
croft geslagen; diens gezioht scheen
hem om een of andere redien te
boeien.
„Mag ik u eens vragen, mijnheer
Simpson, of ik u soms ergens ontmoet
kan hebben?" dus wendde hij zich
tot deze. „Uw gezicht komt mij zo
bekend voor, maar ik kan u niet thuis
brengen. Heb ik u-misschien ergens
ontmoet?"
„Dan zou het moeten zijn op onze
laatste Bisschoppelijke vergadering,
hier in de stad. Misschien hebt u ze
als leken-afgevaardigde bezocht,
waagde de heer Pyecroft op te mer
ken
„Neen, ik heb niiet één der zittingen
bijgewoond".
„Dan kan u me daar ook niet ge
zien hebben", zei de heer Pyecroft
weer.
„Misschien valt het mij straks te
binnen", opperde de rechter.
„Niet onmogelijk", zei de heer Pye
croft weer.
Ondanks haar eigen zorgen en ze
nuwachtigheid 'had mevrouw De Pey
ster toch nog lust, zich to verbazen
over het wondere aanpassingsvermo
gen van deze jongeman, die zich zo
brutaal aan haar had opgedrongen.
Hij scheen zo echt thuis te zijn on
danks 'het gevaar, dat hem voort
durend bedreigde; men kon zien, dat
hij eerst recht genoot, als de zaken
tot een crisis kwamen.
„Rechter Harvey", zo begon hij
weer, want het Was in aller belang
beter, bet gesprek gaande Le houden,
„mijnheer De Peyster sprak er juist
over, toen u binnen kwam, dat hij
graag had, dat zijn verblijf hier voor
iedereen verborgen bleef. En ik had
juist verklaard, dat de jaren mijner
nu niet precies zo verlopen waren,
als wenselijk is, maar dat ik door een
reeks van goede werken daarvoor
voldoening heb trachten te geven.
Om oprecht te zijn, moet ik hieraan
helaas toevoegen, dat er in de laatste
tijd een zal ik zeggen, herval
heeft plaats gehad, des te meer be
treurenswaardig, omdat ik meende
de oude Adam geheel te hebben over
wonnen. Om kort te zijn, ik heb mij
schuldig gemaakt aan een feit, dat
door de politie als zeer ernstig wordt
beschouwd, zelfs zeer ernstig, dat zij
mij op de hielen zit. Gij ziet dus, dat
ik in dezelfde omstandigheden ver
keer als mijnheer De Peyster, altijd
in zover, dat wij niet willen weten,
dat wij hier wonen. Daar we nu een
maal aan elkaar zjjn overgeleverd en
ieder van ons het in zijn macht heeft
de ander te verraden, zou het dan
niet het beste zijn, d*at wij met elkaar
afspreken, dat er geen woord zal ge
rept worden over het verblijf van
mijnheel De Peyster en van mij hier
in huis. Ik voor mij ben bereid, de
gelofte te doen".
„Ik ook", zei Jack.
„En ik ook", zei Mary. „Bovendien,
aan wie zou ik het moeten vertellen;
ik kom de deur niet uit".
„En mag ik weten, rechter Har
vey, of ik op uw toestemming kan
rekenen?"
De rechter aarzelde een ogenblik
en zeide toen:
„Ja, ziet eerc hier, het is voor mij
dubbel moeilijk om de hand te heb
ben in een zaa:: die in botsing kan
komen met de wet Maar terwille
van Jack zeg ik ja".
„Dank u. rechter 'Harvey", zei de
de heer Pyècroft en maakte een def
tige buiging.
ruimd adem. Die Pyecroft was tóch
Mevrouw De Peyster haalde ver-
wel een bijzonder man, voor alles
wist hij raad.
„Nu 'heb ik nog een voorstel", zei
Jack. Ik zag van middag weer die
vervelende Mayfair om hel huis slui
pen. Hij loert de geheele dag op een
kansje, om hier te komen. Treft hij
mij hier alleen aan, dan betekent het
niets, dat levert hem geen stof voor
zyn artikelen. Iets anders is het even
wel als hij er achter komt. dat ik ge
trouwd ben. Daar schrijft hij natuur
lijk een heel verhaal over in zijn
blad en moeder komt het in enkele
dagen te weten. Mij dunkt, Mathilde,
nu je toch al zoveel familie op bezoek
hebt. zal je zeker niets tegen hebben
mijn vrouw bij gelegenheid voor een
ja laat ik-zeggen voor een nichtje te
doen doorgaan?"
„O ja, dat zou leuk zijn", riep Mary.
„Maar, mijnheer Jack, neen, dat
gaat toch niet", weerlegde de zenuw
achtige Mathilde.
„Mijnheer Simpson, kan zij niet
voor uw dochter doorgaan?" vroeg
Jack.
(Wordt vervolgd).