Wedstrijdprogram voor Zondag Jhr. de Geer voor Bijz. Gerechtshof H RADIO Washington i°OÜ°° Square i ooooooö ZATERDAG 10 MEI 1947 DE LEIDSE COURANT PAGINA 4 EERSTE KLASSE District I: EmmaHermes DVS; ADOEDO; SpartaVSV; Ajax Feyenoord; DWS't Gooi. District II: XerxesDe Vole- wijckers; DHC—Neptunus; Storm vogels—HBS; DOS—DFC; Excelsior —Haarlem. District III: Enschcd. BoysGo Ahead. QuickAGOVV; Be Quick Tubantia; VitesseEnschede; Wa peningenNEC. District IV: HelmondiaNAC; Willem n—BW; VVV—Helmond; Dc BaronieRKTVV. District V: Be QuickHSC; GV AVVeendam; AchillesSneek; Leeuwarden-F-Emmen; Heerenveen Velocitas. District VI: Maurits—Brabantia; MVVPSVEindhovenSportclub Emma; LimburgiaBleijerheide. TWEEDE KLASSE District II, 2e kl. A: CVVVelox; UnitasHercules; CoalBMT; HVV Gouda; VFCODS. 2e kl. B: SliedrechtVIOS; Over maasFortuna; ScheveningenUW ElinkwijkQuick; SWDCV. District II, 3e kl. A: Hillinen— VCS; Blauw ZwartWassenaar; TYBBSJC. 3e kl. B: TonegidoAlphen; RVC Concordia; LaakkwartierASC. 4e kl. A: Bodegraven—DOSR; Do- cosAlphense Boys; LisseLDWS. 4e kl. B: Lenig en SnelWilhel mus; Zwart BlauwDe Jagers; Rijs wijkESDO. 4 e kl. C: DSORa va: Waddinx- veenVoorburg; HPSVKranen burg; GouderakQuick Steps. LEIDSE VOETBALBOND. Klas IA: WLV 1—Altior 1; Fore- holte 1Leidsche B. 1; Meerburg 1 Kagia 1; VTL 1Warmunda 1; We- ter. B. 1DSB 1. Klas 1B: Lugdunum 4UVS 4; Teylingen 2SJC 2; LFC 3Alphen 3 Klas IC: ASC 4Teylingen 3 Do- cos 2—UVS 5: DOSR 2—Roodenb. 3. Klas 2A: Rijp wetering 1Hazers- woude 1; Oranje Gr. 1MMO 1; VNA 1—SJZ 1. Klas 2B: Altior 2—Foreholte 2; Al phen 4SJC 3; Roodenb. 4Lugdu num 5; DSB 2—UVS 6. Klas 2C: LDWS 2—ASC 5; WSB 3Rouwkoop 2; Alph. B. 3ZLC 2; Klas 3A: Lisse 4—WLV 2; Lugdu num 6LFC 3: Roodenb. 5MMO 2; Altior 3VTL 2. Klas 3B: Foreholte 3ASC 6; Warmunda 3Weter. E. 2; UVS 7 Oranje Groen 2; Alph ia 3Rouw koop 3. Klas 3C: I£agia 2Meerburg 2; Roodenburg 7—Rijpwetering 2; SJZ 2—LFC 6. Klas 4A: LFC 7—LDWS 3; UVS 8 —Weter. B. 3; WSB 4—Docos 4. Klas 4B: Leidsche,B. 2LFC 8; Lugdunum 8MMO 3; VNA 2SJZ 3; Roodenb. 8Alphia. Klas 4C; Leidsche B. 3AZL 2; LDWS 4—Rijpw. 3; SJZ 4—UDO 2. Jun. A.: Lugdunum aAlphia; ASC a—Alphen a; Oranje Gr. a—Rooden- burg a; UVS aZLC. Jun. B.: Alphen bUVS b; LFC b—ASC b: Oranje Gr* b—Roodenb. b; VNA—Lugdunum b. Jun. C.: Meerburg—Altior a; WSB —WLV a; Alph. B. a—Lisse a; DOSR aDocos a. Jun. D: Foreholte bKRV: SJC Alph. B. b; Lisse b—SJZ; MMO Rijpwetering. Jun. E.: Weter. E.—Hazerswoude; Teylingen b—DOSR b; Docos b— Alph. B. c; WLV 'b—Altior b. KON. NED. LAWNTENNISBOND. Overgangsklasse: Mascotte I Cocktail I; IWOO—Nieuw Marlot Club III; PIT I—AKC II; Siod I— Leidse Stud. LTC I; Spiegel III— Sobri I: Nieuw Marlot Club IV Groen Wit I; Iwoo IIDIO I; Thor IILeidse LTC I. Tweede klasse: Coctail IILeimo- nias VI: Park Marlot IV—Leidse Stud. LTC III; Park Honingen I— Clubh. te Werve I; Nieuw Marlot Club VIRacketeers I. KON. NED. KORFBALBOND. EERSTE KLASSE N.H. Ie klas: RohdaSamos; BI. WitDED; Koog ZaandijkSVK; WesterkwartierSwift; Oosterkwar tierArchipel. Z.H. lc klas: HSVGymnasiasten; Vicus OrientisAchilles; HKVOns Eibernest; Het ZuidenDeetos; SpangenDKC. Z.H. 2e kl. A: FluksWion; Gym nasiasten IIOSCR; Deetos II Zwervers; SchiedamDe Algemee- ne; Achilles IIALO. Z.H. 2e kl. B: Ons Eibernest II Ready: TOV—Het Zuiden II; Vicus Orientis IIQuick; Roozenburg Die Haghe. ZUID-HOLLAND TEGEN NOORD-HOLLAND. De samenstelling van het Zuid-Hol landse team, dat op 15 Mei te Delft tegen het Noord-Hollandse team zal spelen, is als volgt samengesteld: Dames: G Hofwegen van de Graaf (Detos), G. de Vroet (Detos), M. Vonk (Ons Eibernest), M. Brieër (Vi cus Orientis), J. C. Vlier (Spangen), M. C. Vlier (Spangen). Heren: Seits (Detos), aanv., Engels, Berens, Schoonhoven (allen Ons Eibernest), den Hartigh en de Waal (Het Zuiden). ATHLETIEK Interregionale atletiekwedstrijden voor R.K. Athleten. De Amster damse Atletiekvereniging K.D.O. organiseert morgen Interregionale athletiekwedstrijden voor R.K. ath leten. In dit milieu kan moeilijk een ploeg van de Leidse atletiekvereni ging „De Bataven" gemist worden. Zo trekt dan een grote Bataven- ploeg morgen naar Amsterdam met het vaste besluit de uitgeloofde wis selbeker voor de vereniging welke de beste prestaties heeft gemaakt, te gaan winnen. Voor de deelnemers zij nog opge merkt, dat naar Amsterdam ver trokken wordt per auto. Punt van samenkomst is het station, terwijl het vertrek bepaald is op half elf. BILJARTEN KAMPIOENSCHAP VAN NEDERLAND le KLASSE KLEIN BILJART. De strijd om het kampioenschap van Nederland, eerste klasse klein biljart, kader 35/2, is bijzonder span nend. Na twee dagen hebben vier spelers de leiding, allen met 1 verloren par tij en 6 punten. Door het hoge gemiddelde staat van Lochem op de eerste plaats. De uitslagen luiden: S. van Lochem 400 6 134 66.66 G. v. d. Berg 131 6 72 21.83 B M. Weber 400 18 122 22.22 A. Hiemstra 275 18 97 116.17 L. v. Reyen 400 17 68 23.52 H. v. Dijk 348 17 75 20.47 J H. de Jong 400 16 116 26.66 C- Lankhof 265 16 87 17.66 Van den Berg 400 22 98 18.18 Weber 367 22 113 16.63 Van Lochem 400 15 99 26.66 Hiemstra 370 15 113 26.66 De Jong 400 12 157 32.33 Van Reijen 126 12 54 10.50 Lankhof 400 17 104 23.52 Van Dijk 316 17 77 18.58 De stand luidt: gsp. pnt. alg. gem. Van Lochem 4 6 30.77 De Jong 4 6 28 84 Weber 4 6 22.38 Lankhof 4 6 20.92 Van Reüen 4 3 17.38 v. d. Berg 4 3 16.97 Hiemstra 4 2 19.39 Van Dük 4 0 18.73 Op de vraag van de militaire raads heer, gen.-maj. A. R. v. d. Bant of verdachte bij aankomst in Portugal nog het plan had naar Indië te gaan. antwoordde deze bevestigend. De getuige mr. B. Ph. van Harinx- ma thoe Slooten, Nederlands ambas sadeur in Brussel, die inmiddels.ge arriveerd was, verklaarde dal hij in Lissabon met verdachte gespro ken heeft. Hij kreeg daar de indruk, dat jhr. de Geer overtuigd was, dat Duitsland de oorlog zou winnen. Oud-minister prof dr. P. S. Ger- brandy, thans voorzitter van de raad van Rechtsherstel, is de vol gende getuige. Pres.: In Augustus 1940 vroeg jhr. de Geer, toen hij nog minister president was, verlof om een vacan- tiereis naar Zwitserland te maken. Hoe vond u dit verzoek? Bevreemdde u dat?" Prof. Gerbrandy, die na elke vraag van de president lang aarzelt en de indruk maakt, dat hij niet gaarne de interne dingen uit de diploma tieke sfeer in het openbaar behan deld ziet, antwoordt: „Ja, dit be vreemdde mij". En dan vervolgde hij, op aandringen van dc president: „De plaats van de minister-president was natuurlijk bij de regering". Pres.: „Is het plan gerezen jhr. de Geer naar Indië te zenden. Kunt u daar iets van zeggen?" Get.: „Het leek ons een onprettige situatie, dat een ambteloos oud-mi nister in Engeland vertoefde, zonder speciale taak. Wij meenden, dat het wenselijk was hem bezig te houden en besloten hem met een opdracht naar Indië te zenden." Pres.: „Toen verdachte naar Indië vertrok, lag het in de bedoeling van de Nederlandse regering de oorlog door te zetten tot het bittere einde. Is dat zo? Get.: „Absoluut. Jhr. de Geer was een andere mening toegedaan. Kort voor zijn aftreden zeide hij op een ministerraadvergadering, dat hij geen eerste minister kon blijven als ik doorging het aan te sturen op het doorzetten van de oorlog". (Het bovenstaande is reeds ge plaatst in een gedeelte van onze vo rige oplage). De president vraagt aan prof. Ger brandy, of hij nog van mening is, dat de terugkeer van een hoogge plaatst ambtenaar naar Nederland in die tijd, verkeerd geacht moet worden. Prof. Gerbrandy: „Ik acht het fu nest. Als iemand, die zoveel van de politiek wist als jhr. de Geer naar een door Duitsland bezet gebied ging, bestond natuurlijk groot ge vaar, dat de Duitsers bepaalde gehei men in handen zou krijgen". Pres.: „Was de opdracht naar In dië een reële opdracht?" Prof. Gerbrandy: „Zeker. In het belang van Nederland en ook van jhr. de Geer zelf. Er moest goed con tact komen met Indië. Met die op dracht ging jhr. de Geer weg en daarom kreeg hij ook het visum, dat hem zeker niet zou zijn gegeven als hij zich naar een andere plaats wil de begeven". Pres.: „Er is sprake van geweest van Duitse zijde zou dit zijn ge zegd dat een Nederlands gouver nement onder leiding van jhr. de Geer het de Duitsers gemakkelijker zou maken hun bewind in Neder land te voeren. Lijkt het u waar schijnlijk, dat jr. de Geer een derge lijke functie zou hebben aanvaard?" Prof. Gerbrandy: „Zeker niet. Daar was hij natuurlijk tegen". Pres.: „U twijfelt dus niet aan fcijn vaderlandsliefde?" Prof. Gerbrandy: „Niet in subjec tieve zin". Op een desbetrefënde vraag van de president vertelde prof. Gerbran dy dat hij kort voordat verdachte's brochure in druk verscheen, er een gestencilde copie van in handen kreeg. De publicatie van deze bro chure in Nederland droeg natuurlijk niet de goedkeuring van de Koningin. Na de middagpauze trad als eerste getuige de oud-minister van koloniën Ch. I. J. M. Weiter voor het getuigen- hekje. Jhr. de Geer nam met zijn ge wone kalmte zijn plaats weer in. Over het vertrek van jhr. de Geer uit Londen vertelde oud-minister Welter, hoe hij in 1940 aan de ver dachte de opdracht gaf voor zijn zen ding naar Indië. Het initiatief tot deze zending ging uit van minister Weiter en werd door de minister raad bekrachtigd. „Ik vroeg hem", zo verklaarde ge tuige, „of hij er iets voor voelde om naar Indië te gaan om zich te oriën teren ten aanzien van de algemene financiële situatie". Pres.: „Heeft hij de opdracht aan vaard?" Get: „Ja inderdaad". Pres.: „Staat het vast, dat het hem verstrekte visum uitsluitend bestemd was voor Indië?" Get.: Inderdaad". Pres.: „Toen verdachte wegging was hij dus officieel belast met uw opdracht?" Get.: „Ja wij betreurden het, dat een goed financier als jhr. de Geer in Engeland werkeloos was. Wij voel den. dat wij jhr. de Geer ter wille zouden zijn door hem met .een op dracht te belasten. Uit Portugal ont vingen wij een brief waarin hij ons mededeelde, dat hij zich als oud-mi nister gerechtigd achtte naar zijn va derland terug te keren. De minister president heeft hem meegedeeld, dat zulk een handeling ongeoorloofd is". Pres.: „Achtte u het toen ook on- gewenscht, dat hij naar Nederland terugkeerde?" Get.: „Inderdaad". Pres.: „Beschouwde u het feit, dat hij toch naar Nederland terugkeerde, als een woordbreuk?" Get.: .Inderdaad". Nadat getuige Weiter vervolgens over de details van de opdrachtge- ving was ondervraagd, ging hij zit ten om plaats te maken voor de oud- minister van onderwijs, G. Bolke- stein, die eveneens als getuige was opgeroepen. Deze gaf als zijn mening te kennen, dat jhr. de Geer, die van zijn reis de medewerking van de Nederlandse regering en ook van an dere instanties had ontvangen, er zeer verkeerd aan gedaan heeft door naar Nederland te gaan in plaats van naar Indië zoals was afgesproken. Pres.: „Acht u de terugkeer naar Nederland van verdachte als iets be denkelijks?" Get.: „Inderdaad". Pres.: Meent u dat het prestige der Nederlandse regering in Engeland hierdoor te lijden heeft gehad?" Get.: „Inderdaad, en het heeft moeite gekost het gebeurde te ver klaren". Ten aanzien van de brochure achtte getuige het moreel fnuikend, dat er- in gesproken werd over onderhande lingen met Duitsland, alsof het ging om besprekingen tussen gelijkwaar dige partijen. Pres.: „Verdachte kreeg voor zijn aftreden als minister-president in Londen -het grootkruis van Oranje Nassau. Hoe zou uw advies hierom trent aan de Kroon thans luiden?" Get.: ,Ik zou een ongunstig advies uitbrengen". Uit verschillende verklaringen, die ter zitting werden voorgelezen, blijkt dat men in regeringskringen in Lon den de reis naar Nederland sterk veroordeelde. In sommige verklarin gen wordt zelfs van „woordbreuk" gesproken. Voordat de getuige Otto Bene, de thans gedetineerde oud-gevolmach tigde van de Duitse regering in den Haag gehoord werd, verzoekt prof. van Hamel de partijen zo min moge lijk vragen te stellen aan de Duitse getuige: „Omdat het niet nodig is dat Duitsers een oordeel zouden vel len over zuiver Nederlandse aange legenheden". Otto Bene had toen de aanvraag van verdachte binnenkwam, aan zijn regering geadviseerd, dat er geen bezwaar was jhr. de Geer in Nederland toe te laten, indien hij zich zou verplichten zich niet op po litiek terrein te bewegen. Verdachte vertelde vervolgens hoe hij eerst in Lissabon en toen in Ber lijn op reis naar Nederland deze be lofte 'heeft afgelegd. Hij ontkende ooit beloofd te hebben, dat hij in Nederland niets tegen de Duitsers zou ondernemen. Deze voorwaarde was hem naar zijn zeggen nooit gesteld. Getuige Otto Bene verklaarde voorts, dat men in Duitse kringen er in politiek opzicht een zekere waarde aan hechtte dat jhr. de Geer naar Nederland terugkeerde. De voornaamste reden was echter, dat men er geen nadeel in zag „de oude man naar zijn familie te laten terug keren". Vervolgens las de president de verklaring van von Ribbentrop voor, waarin deze zeide, dat hij inderdaad toestemming had gegeven jhr. de Geer in Nederland toe te laten. Von Ribbentrop wist dat verdachte een vooraanstaand man was in de Neder landse politiek en meende, dat hij Wellicht de leiding van een Neder lands kabinet onder Duitse invloed óp zich zou kunnen nemen. De beklaagde ondervraagd Vervolgens ging de president er toe over jhr. de Geer te ondervragen. Pres.: „U heeft zich in strijd met dc wil van dc Nederlandse regering naar Nederland begeven. Geeft u dit toe?" Jhr. de Geer: „Inderdaad, in strijd met de wens van de regering, maar ik was geen minister meer en was de regering geen gehoorzaamheid verschuldigd". Jhr, -de Geer was niet bereid ver dere vragen van het Hof thans te beantwoorden. Hij meende, dat hij alle te stellen vragen in zijn plei dooi van morgen kon beantwoorden. „Ik acht het efficiënter", zo zeide hij, „morgen te spreken. Als ik nu uw vragen beantwoord zal ik mor gen in herhaling moeten treden". Toch gaat jhr. de Geer in op de hem gestelde vragen en geeft enkele punten van de tenlastelegging toe, doch ontkent ten stelligste, dat zijn terugkomst in Nederland nadelige invloed zou hebben op de vastbeslo tenheid van het Nederlandse volk de strijd voort te zetten. Op de vraag, of verdachte de geaccepteerde reis- credietbrief niet beschouwde als een verplichting, zijn opdracht in Indië uit te voeren, antwoordde hij: ,Toen ersengymnastiek Wie weet 't? 1- Weet u ongeveer hoeveel inwoners China heeft? 2. Wat is een euphemisme? 3. Welke 2 Zuid-Amerikaanse Staten grenzen niet aan een oceaan? 4. Wat is een stereoscopische film? 5. Wie is de schrijver van „De dolle dictator"? 6. Waar liggen Albany en Al- bury? 7. Wat is een folkloristisch spel? 8. Welke zijn de West-Indische eilanden? 9. Met welk schip is de Engel se koninklijke familie korte tijd geleden naar Zui'd-Ari- ka gegaan? 10. Wie is de wereldkampioen schaatsenrijden? Antwoorden in ons nummer van a.s. Maandag. ik uit Londen wegging, was ik inder daad van plan naar Indië te gaan". Verder zeide hij: „De regering heeft zich nooit er over bezwaard, dat ik mijn Indische opdracht niet uitvoerde, echter wèl dat ik naar Nederland terugging. Hieraan kunt u zien hoeveel waarde de regering aan de opdracht hechtte". De getuige Otto Bene werd weer voorgeroepen en verklaarde, dat hij na inzage van de brochure, deze naar het ministerie van buitenlandse za ken ter beoordeling had doorgezon den. De brochure kwam terug met enkele correcties, die met jhr. de Geer besproken werden. Otto Bene gaf toe, dat hij aan publicatie van de brochure een propagandistische uit werking toekende, die gunstig was voor een vereniging van de Europe se landen en in zekere zin ook voor het Duitse rijk. Verdachte antwoordde op een des- betrefende vraag, dat er in de bro chure geen enkele principiële veran dering is aangebracht. Hij vertelde voorts, dat Janke van zijn superieu ren een berisping kreeg, omdat hij ten slotte de goedkeuring gaf aan de brochure, die in verschillende op zichten afweek van' de opvatting van de Duitse regering. Dc getuige E. Voorhoeve, ex-pro pagandaleider van de N.S.B.. thans gedetineerd, vertelde over de bro chure. dat jhr. de Geer zyn bemid deling had gezocht om de brochure gepubliceerd te krijgen. Hij heeft deze bemiddeling verleend, doch moest dit privé doen en geheim hou den voor de leiding van de N.S.B., die jhr. de Geer niet welgezind was wegens de maatregelen, die in de Meidagen 1940 tegen de N.S.B.'ers waren genomen. De getuige T. Goedewaagen, tij dens de bezetting secretaris-generaal van het departement van volksvoor lichting en kunst, die van Neder landse zijde het „imprimatur" voor de brochure gegeven had, zeide, dat de inhoud hem daarom sympathiek was, omdat zij boven de partijen een overbrugging tussen de strijdende mogendheden propageerde tot heil van geheel Europa. De hoofdredacteur van „Vrij Ne derland" H. M. van Randwijk ver klaarde als getuige, dat de terug komst in Nederland van verdachte op het Nederlandse volk een slechte invloed had, juist omdat er in die tijd nog stromingen waren in Neder land, die meenden, dat overleg met Duitsland nuttiger was dan de strijd voort te zetten. Het Tweede Kamerlid J. H. Scheps evenals de getuige van Randwijk een bekend illegaal werker tijdens de Duitse bezetting, liet zich in ge lijke zin uit. Dr. M. van Blankenstein, hoofdre dacteur van „De stem van Neder land" vertelde op verzoek van de pre sident iets over de reactie die het weggaan van jhr. de Geer in Lon- dense kringen gewekt had. Hij gaf als zijn mening te kennen, dat de te rugkeer naar Nederland van jhr. de Geer niet veel invloed had op de opinie der Englsen jegens Neder land. De president sloot de zitting tot Zaterdagochtend 10 uur. Is Uw Radio defect? B«l. 24244 DE RADIOTECHNISCHE DIENST I.E.M.C.0. N.V., Nieuwe Rijn 32 Repareert vlug, betrouwbaar en vakkundig DE BROOD-POSITIE „De klant is koning" Het bureau van de Nederl. bakke rij-stichting schrijft: Dit spreekwoord werd steeds in de loop der jaren door de bakkers van Nederland gehuldigd. De bakker was de welwillendheid zelf. De wens van de klant kon zo gek niet zijn, of de bakker trachtte aan de verlangens der klanten te vol doen. Tijdens de orolog moest de bakker, gedwongen door de distributiebepa lingen, tot.zijn spijt meermalen de klant teleurstellen, alhoewel hij steeds tot de grootst mogelijke opof feringen om de klant te helpen bereid was. Na de bevrijding kwam, ook al door optimistische geluiden die van re geringskringen verscheidene malen werden gehoord, bij het publiek de mening naar voren, dat de broodbon feitelijk niet meer nodig was. Men gaf al zijn broodbonnen aan de bak ker en betrok zoveel brood als het gezin nodig had. Ook de bakker of zijn bezorger, die een aantal klanten hadden, die het totale broodrantsoen niet opnamen en daardoor de meer broodetende klant ter wille kon zijp, vond dit niet zo erg, totdat hij tot zijn schrik bemerk te, dat hoe langer hoe meer klanten het totale broodrantsoen van 2200 gram per week gingen opnemen en de reeds op een groot broodverbruik ingestelde families nog meer brood gingen betrekken, hetgeen neerkwam op verbruik van brood, dat niet ge dekt was door een broodbon. Het gevolg hiervan is, dat de van regeringswege verstrekte werkvoor- raden bloem, door te groot broodver bruik, verdwenen zijn en vele bak kers momenteel in moeilijkheden zijn geraakt Wij z(jn dan ook, gezien de kleine graanvoorraad in Europa, verplicht een waarschuwend woord tot het pu bliek te richten en mede te delen, dat de bakker niet in staat is een enkel brood zonder bon te leveren. Zondag HILVERSUM I (301 M.) 8.00 Nieuws. 8.30 Voor het platte land. 9.30 Men vraagt., wij draaien. 11.45 „Tot het hart van ons volk". 12.00 Nieuws uit U.S.A. 12.30 De Zondagsclub. 13.00 Nieuws. 13.50 Spoorwegen spreken. 14.05 Boeken halfuur. 15.57 Reportage. 16.15 The Skymasters. 16.30 „Wat scholieren over onderwijsvernieuwing den ken". 16.50 Sport-reportage. 17.10 „Gesprekken met luisteraars". 17.30 Ome Keesje. 18. Nieuws. 18.15 Sport. 18.30 Ned. Strijdkrachten. 19.30 „Camera Obscura". 20.00 Nieuws. 20.15 Orgel. 20.45 Paul Vlaanderen. 22.05 Cabaret. 23.00 Nieuws. 23.15 Gram.platen. HILVERSUM II (415 M.) 8.00 Nieuws. 8.15 Van man tot man, 9.30 Nieuws. 9.45 Opening „Groninger dag". 10.00 Hoogmis. 11.30 Gronings Strijkkwartet. 12.00 Angelus. 12.15 „In 't Boeckhuys". 12.30 „Orkest zonder naam". 13.00 Nieuws. 13.25 Gron. orkest. 14.00 „Wat ons overbleef". 14.15 Gron. orkest. 14.45 „Grönneger Legkaore". 16.30 Ziekenlof. 18.30 Gram.platen. 19.30 Nieuws. 20.00 Actualiteiten. 20.13 De gewone man. 20.20 „Grön neger Oavend". 22.15 Avondgebed. 22.30 Nieuws. 23.35 Klassiek concert. Maandag HILVERSUM I (301 M.) 7.00 Nieuws. 8.00 Nieuws. 8.15 Gram.platen. 9.15 Morgenwijding. 9.30 Gram.platen. 10.30 Van vrouw tot vrouw. 11.45 Familieberichten, uit Indië. 12.00 Het Lyra-trio. 12.35 Stafmuziekkorps. 13.00 Nieuws. 13.50 orgel. 14.20 „God save the king". 15,05 „Grand-hotel". 17.00 The Sky masters. 17.30 Hoort zegt het voort. 18.00 Nieuws. 18.30 Ned. Strijd krachten. 19.00 ..en nu naar bed! 19.05 Metropole orkest. 20.00 Nieuws 20.05 Journaal. 20.40 „Een dokter voor dokters", 21.30 Hoorspel. 22.10 Kamermuziek. 23.00 Nieuws. 23.45 Gram.platen. HILVERSUM II (415 M.) 7.00 Nieuws. 7.30 Gram.platen. 8.00 Nieuws, 8.30 Gram.platen. 9.15 „Ochtendbezoek bij onze jonge zie ken", 9.30 politieberichten. 9.50 Or kestwerken. 11.00 Gram.platen. 11.35 Pianorecital. 12.15 Orgel, 13.00 Nieuws. 14.00 Voor jonge moeders. 15 15 Strijkkwartet. 16.45 Concert. 17.45 Piano. 18.00 Sport. 19.00 Nieuws. 19.40 Gram.platen. 20.15 Orgel. 21.15 „Sangh en spel". 22.00 Nieuws. 22.30 Piano. 23.00 Gram. platen, Humoristische Avonturen-roman, door: LEROY SCOTT. 40) Toen de zaken zover stonden, kwam er waarachtig weer iemand de trap af. Op Jack en Mary scheen dit niets geen indruk te maken. De heer Pye- croft schrok geweldig, maar zorgde er voor. dat niemand er iets van merkte. En mevrouw De Peyster? Zij dacht het te besterven! Wie zou daar nu weer zijn? Zou er dan nooit een eind komen aan de Egyptische pla gen? Ook Mathilde verwachtte nieuw onheil. Vol schrik staarde zij Jack aan en stotterde bevend1: „Wie, wie is daar?" ,,'t Is oom Bob maar", zei Jack heel gewoontjes. Oom Bob maar! Maar ites vrese- 1 ijkers had mevrouw De Peyster niet kunnen bedenken! Oom Bob t och was niemand anders dan rechter Har vey! Zij kromp nog meer ineen in haar stoel en schoof die nog wat ver der van het licht af. want als hij haar nu eens zou zien! op het toppunt van haar vernederingen! Zij hoorde Jack heel kalmpjes tot Mathilde uit leggen: „Wel, Mathilde, er steekt toch niets bijzonders in. Oom Bob is toch al sinds jaren gewend het oppertoezicht over het huis te houden, als moeder en ik op reis zijn en van tijd tot tijd eens een kijkje te nemen, om te zien of alles in orde is. Wij lieten hem weten, dat wij hier waren en vroegen hem. eens aan te komen. Nu. vanavond kwam hij ons opzoeken, en toen het zo'n vreeselijk weer werd, vroegen wij hem vannacht hier tc blijven. Oom Bob en jij, Mathilde, je hebt beiden heel wat op ons voor; jullie kunt zo maar vrij het huis in- en 'uitgaan, zonder achterdocht te wek ken". Alleen maar oom Bob! Ondanks de hevige schrik, kwam een nieuwe gedachte bij mevrouw De Peyster op, een gedachte, die heer verbijsterend was ,dat zij voor een ogenblik haar eigien narigheden vergat Rechter Harvey toch, de verstokte verzame laar van oude handschriften en de heer Pyecroft, alias Thomas Preston, die er niets in zag ze bij dozijnen te vervalsen, waren onder hetzelfde dak, en op het punt elkaar te ont moeten. Wat zou er gebeuren, als zij van aangezicht tot aangezicht ston den? Zjj herinnerde zich, dat ze meer dan eens een slechte gelijkenis van hem in de bladen had gezien. Onwil lekeurig keek zij naar de deur, waar door iedere minuut de rechter kon binnenkomen en van achter haar voi le verbreidde zij vol spanning het kritieke moment. Daar ging de deur open en de rech ter stond op dc drempel. De Heer Pyecroft ontstelde hevig, hij toch had op het eerste gezicht de rechter her kend, maar reeds was hij zioh zelf weer meester. Jack gaf de binnen komende de nodige inlichtingen: met zijn hand wees hij naar Angélique Jones-Simpson, die een heel eind van de overige afzat; hij verklaarde de aanwezigheid van de twee gasten en vertelde de rechter, wat deze weten wilde. Al meer dan eens had de rechter 'n verwonderde blik op de heer Pye croft geslagen; diens gezioht scheen hem om een of andere redien te boeien. „Mag ik u eens vragen, mijnheer Simpson, of ik u soms ergens ontmoet kan hebben?" dus wendde hij zich tot deze. „Uw gezicht komt mij zo bekend voor, maar ik kan u niet thuis brengen. Heb ik u-misschien ergens ontmoet?" „Dan zou het moeten zijn op onze laatste Bisschoppelijke vergadering, hier in de stad. Misschien hebt u ze als leken-afgevaardigde bezocht, waagde de heer Pyecroft op te mer ken „Neen, ik heb niiet één der zittingen bijgewoond". „Dan kan u me daar ook niet ge zien hebben", zei de heer Pyecroft weer. „Misschien valt het mij straks te binnen", opperde de rechter. „Niet onmogelijk", zei de heer Pye croft weer. Ondanks haar eigen zorgen en ze nuwachtigheid 'had mevrouw De Pey ster toch nog lust, zich to verbazen over het wondere aanpassingsvermo gen van deze jongeman, die zich zo brutaal aan haar had opgedrongen. Hij scheen zo echt thuis te zijn on danks 'het gevaar, dat hem voort durend bedreigde; men kon zien, dat hij eerst recht genoot, als de zaken tot een crisis kwamen. „Rechter Harvey", zo begon hij weer, want het Was in aller belang beter, bet gesprek gaande Le houden, „mijnheer De Peyster sprak er juist over, toen u binnen kwam, dat hij graag had, dat zijn verblijf hier voor iedereen verborgen bleef. En ik had juist verklaard, dat de jaren mijner nu niet precies zo verlopen waren, als wenselijk is, maar dat ik door een reeks van goede werken daarvoor voldoening heb trachten te geven. Om oprecht te zijn, moet ik hieraan helaas toevoegen, dat er in de laatste tijd een zal ik zeggen, herval heeft plaats gehad, des te meer be treurenswaardig, omdat ik meende de oude Adam geheel te hebben over wonnen. Om kort te zijn, ik heb mij schuldig gemaakt aan een feit, dat door de politie als zeer ernstig wordt beschouwd, zelfs zeer ernstig, dat zij mij op de hielen zit. Gij ziet dus, dat ik in dezelfde omstandigheden ver keer als mijnheer De Peyster, altijd in zover, dat wij niet willen weten, dat wij hier wonen. Daar we nu een maal aan elkaar zjjn overgeleverd en ieder van ons het in zijn macht heeft de ander te verraden, zou het dan niet het beste zijn, d*at wij met elkaar afspreken, dat er geen woord zal ge rept worden over het verblijf van mijnheel De Peyster en van mij hier in huis. Ik voor mij ben bereid, de gelofte te doen". „Ik ook", zei Jack. „En ik ook", zei Mary. „Bovendien, aan wie zou ik het moeten vertellen; ik kom de deur niet uit". „En mag ik weten, rechter Har vey, of ik op uw toestemming kan rekenen?" De rechter aarzelde een ogenblik en zeide toen: „Ja, ziet eerc hier, het is voor mij dubbel moeilijk om de hand te heb ben in een zaa:: die in botsing kan komen met de wet Maar terwille van Jack zeg ik ja". „Dank u. rechter 'Harvey", zei de de heer Pyècroft en maakte een def tige buiging. ruimd adem. Die Pyecroft was tóch Mevrouw De Peyster haalde ver- wel een bijzonder man, voor alles wist hij raad. „Nu 'heb ik nog een voorstel", zei Jack. Ik zag van middag weer die vervelende Mayfair om hel huis slui pen. Hij loert de geheele dag op een kansje, om hier te komen. Treft hij mij hier alleen aan, dan betekent het niets, dat levert hem geen stof voor zyn artikelen. Iets anders is het even wel als hij er achter komt. dat ik ge trouwd ben. Daar schrijft hij natuur lijk een heel verhaal over in zijn blad en moeder komt het in enkele dagen te weten. Mij dunkt, Mathilde, nu je toch al zoveel familie op bezoek hebt. zal je zeker niets tegen hebben mijn vrouw bij gelegenheid voor een ja laat ik-zeggen voor een nichtje te doen doorgaan?" „O ja, dat zou leuk zijn", riep Mary. „Maar, mijnheer Jack, neen, dat gaat toch niet", weerlegde de zenuw achtige Mathilde. „Mijnheer Simpson, kan zij niet voor uw dochter doorgaan?" vroeg Jack. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1947 | | pagina 4