Sc Gcicbc (Bou/tcwt
DODENHERDENKING
EN BEVRIJDINGSFEEST
Plechtige herdenking te Leiden
MAANDAG 5 MEI 1947
Bureaux: Papengracht 32, Giro 103003.
Telef.: Administratie, Advertenties 20826.
Eedactie 20015, Directie, drukkerij en
abonnementen 20935.
Directeur: C. M. VAN HAMERSVELD.
Hoofdredacteur: TH. WILMER.
waarin opgenomen „DE BURCHT"
KATHOLIEK DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN
37e JAARGANG No. 11079
Abonnementsprijs f 0.26 per week, f 1.10
per maand, 3.25 per kwartaal. Franco
per post 4.
Advex'tenties: 15 cent per m.m. Ingez.
mededelingen dubbel tarief. Bij contract
belangrijke korting.
1 Telefoontjes: 30 woorden f 1.50.
r\ODEN-HERDENKING en be vrij dings-f eest. Het zijn schone dagen,
die het Nederlandse volk ieder jaar weer opnieuw moet beleven. Het
zijn schone dagen, als het waarlijk zijn dagen van bezinning. Het zijn
schone dagen, omdat de combinatie zo zinrijk is. Wij kunnen een bevrij
dingsfeest vieren, dank zij de doden, dank zij de offers die gebracht zijn,
dank zij de geest van ons volk, waaruit de kracht ontsprong om die offers,
zelfs het offer van het leven te brengen; de geest van verzet tegen dwin
gelandij en tyrannie, de geest van liefde voor hét vaderland en voor de
hoogste geestelijke goederen der mensheid: vrijheid en recht. Zó ma
nifesteerde zich tijdens de oorlog, tijdens de bezetting de geest van het
Nederlandse volk. En in die geest lag verankerd onze indrukwekkende
nationale eenheid, bron van kracht naar binnen en naar buiten. Doden
herdenking en bevrijdingsfeest. Het zullen nutteloze dagen zijn, als
zij be&taan in het organiseren van manifestaties en samenkomsten, die
even indruk op ons maken en dan weer langs ons zijn heengegaan als
het oppervlakkige leven van iederedag. Het zullen nutteloze dagen zijn,
als wij ons niet bezinnen op hoe de geest in ons volk was tijdens de be
zetting, hoe krachtig en prachtig, hoe die geest nu is, en hoe de geest kan
en moet zijn en blijven!
Koningin spreekt het Nederlandse
volk over het heden en de toekomst
De doden-herdenking heeft Zater
dag in vele gemeenten in ons land
plaats gehad op een wijze, die doden
waardig! Ook in Londen en in ver
schillende plaatsen in Australië heb
ben de Nederlanders de gevallenen
herdacht. Het is ons onmogelijk, om
van al die herdenkingen een ook maar.
enigszins uitgebreid verslag te geven;
onze lezers zullen dat begrijpen.
De katholieken hebben Zaterdag en
Zondag in hun kerken de doden her
dacht in gebed en in heilig Misoffer
de meest vruchtbare wijze, waarop
naar katholieke overtuiging de over
ledenen herdacht kunnen worden.
HERDENKINGSREDE VAN
H. M. DE KONINGIN.
Aan de „Woeste Hoeve" te Apel
doorn waren Zaterdagmiddag hon
derden onder wie de minister van
marine en vele andere militaire en
burgerlijke autoriteiten aanwezig,
om getuige te zijn van de plechtig
heid, waarin H. M. de Koningin eér
zou betuigen aan de nagedachtenis
der daar gevallenen. Even over drie
arriveerde H. M., vergezeld door vele
leden van hare hafhouding.
Intussen naderden twee kinderen van
Apeldoornse slachtoffers, Truus de
Jong en Paul Bargers, met een groot
bloemstuk van Hare Majesteit, dat
zij, daarbij door de Koningin gehol
pen, neerlegden aan de voet van het
kruis. Het bloemstuk bestond uit een
kussen van IJsland's mos, 1 meter bij
80 cm., waarop het verzetskruis ter
grootte van 30 cm. Op het verzets
kruis St. Joris, die de draak verslaat,
en in de armen van het kruis de
woorden „trouw tot in de dood". Het
verzetskruis rustte op rozen van de
bijbehorende kleuren (rood en geel).
Op het IJsland's mos waren, ter zijde
van het kruis, margrieten aange
bracht. De rand van het kussen was
wederom met rode en gele rozen af
gezet.
Nadat „Wilt heden nu treden" en
„Ecce quomodo moritur" was ge
zongen, hield H. M. een gedenkrede.
Nadat H. M. eerbied had betuigd aan
de nagedachtenis van de slachtoffers
van het oorlogsgeweld en had aange
spoord tot daadwerkelijk medelijden
voor de nagelatenen der gevallenen,
sprak zij over het heden en over de
toekomst.
„Te simpel hebben wij ons gedacht
het herstel van een wereld, welker
ontreddering voor de oorlog reeds
duidelijk aan de dag was getreden.
Wij hebben èen opgave onderschat,
waarin wij, oudere generatie, als wij
het ruiterlijk erkennen, reeds toen
hebben gefaald. Wij moeten opnieuw
beginnen en de jongeren vragen ons
te helpen. Allereerst moeten bij de
zen de teleurstelling en verbittering
overwonnen worden, die zoo vele
ouderen en jongeren bevangen houdt.
Deze doen hen allen en voortdurend
zien naar het ontoereikende in deze
tijd en belet hen oog te hebben voor
het goede, dat daarnaast eveneens
aanwezig is. Laten wij uitgaan van
de nuchtere werkelijkheid „ons volk
is heel arm geworden". Er is nog
steeds een ontstellend gebrek aan
kleding en huisraad. Het tekort aan
woningen zet een domper op het da-
gelijkse leven, vooral van talloze
huisvrouwen; het belet vele jonge
mensen een gezin te stichten. Maar
er is ook een andere zijde aan de wer
kelijkheid. In onze havens, in de fa
brieken, in de mijnen, in de landbouw
en het verkeer en op vele andere ge
bieden worden iedere dag opnieuw,
in eerbied voor een gemeenschappe
lijk doel, persoons- en groepsbelang
ondergeschikt gemaakt aan wat het
belang van ons land vraagt. Daar
vindt men de samenwerking, die ons
economische en sociale leven kan
herstellen en daar wordt reeds veel
verwezenlijkt van wat de gevallenen
voor ogen stond. Zoekt wat u samen
bindt, ook bij het opbouwen op gees
telijk gebied. Want, ook al denkt gij
verschillend, toch kunt gij voor een
gemeenschappelijk doe! samenwer
ken met eerbiediging van elkanders
eigen aard".
„En nu wend ik mij tot de jonge
ren. Op u rust een grote taak in het
gezond maken van de zieke samen
leving, niet alleen in ons vaderland,
maar ook in onze westerse wereld,
versterkt de broederband met kame
raden in andere landen".
„Als ik dan uit mijn eigen levens
overtuiging iets tegen u mag zeggen:
nieuwe volken en nieuwe vuren, het
christendom practisch in toepassing
gebracht over de breedte en door de
diepte des levens. En tot mijn gehele
volk zeg ik: laat ons op deze dag aan
de gevallenen plechtig beloven voor
waarts te gaan en te werken, ieder op
de plaats, waar hij gesteld is, aan de
vemiêuwing van ons vaderland".
Daarop klonk het door allen gezon
gen „Wilhelmus". De Koningin be
groette toen de minister van marine,
die namens de regering een grote
krans bij het gedenkteken legde. Ver
volgens legde de commissaris der
Koningin in Gelderland een krans.
Ieder kreeg daarna gelegenheid een
bloemenhulde te brengen, waarvan
zeer velen gebruik maakten.
Inmiddels onderhield de vorstin zich
met verscheidene familieleden van
omgekomen verzetslieden. Te onge
veer half vier keerde Hare Majesteit
naar 't Loo terug.
Vanwege de „Commissie Nationa
le Herdenking 19401945" werd Za
terdagmiddag een herdenkingsbijeen
komst in de Ridderzaal te 's Graven-
hage gehouden, die werd bijgewoond
door H. K. H. Prinses Juliana en Z.
K. H. Prins Bernhard. Prof. mr. R.
Kranenburg hield een herdenkings-
rede. Toepasselijke muziek en zang
en ten slotte een declamatie van „De
achttien doden" van Jan Campert
door Maarten Kapteyn.
Op de Grebbeberg, waar onder vele
andere militaire en burgerlijke auto
riteiten de minister van oorlog aan
wezig was, sprak generaal Winkel
man een herdenkingsrede uit.
Duizenden hebben Zaterdagavond
deelgenomen aan de stille bedevaart
naar de Waalsdorpersvlakte, de plaats
waar zo vele illegale werkers voor
de Duitse executiepeletons het leven
lieten. Vijf flambouwen markeerden
eenvoudige ruwhouten kruisen,
die op deze plek op zo korte afstand
van het beruchte „Oranje-hotel" te
Scheveningen, staan opgesteld. Sol
daten van de koninklijke landmacht
en de koninklijke marine hadden
naast illegale werkers in hun blauwe
overalls de erewacht betrokken.
Roerloos stonden zij in de zachte
avondwind terwijl de koninklijke mi
litaire kapel de aangrijpende plech
tigheid muzikaal omlijstte. Voor de
kruisen was van hyacinthenbloesem
de Nederlandse vlag uitgelegd,
waarvoor de nabestaanden en talloze
belangstellenden hun bloemenhulde
aan de mannen en vrouwen die hun
leven gaven voor Nederlands vrijheid
neerlegden. Velen werd de ontroe
ring te machtig, vooral toen om 8 uur
twee minuten stilte in acht genomen
werd, gevolgd door het „Wilhelmus".
Op een duintop woei halfstok de Ne
derlandse driekleur. Voor de tweede
maal hebben duizenden hun diepe
dankbaarheid betuigd aan de mannen
en vrouwen van de ondergrondse
strijd, die de zon van de bevrijding
niet mee mochten zien opgaan.
Het plein voor de kathedraal van
St. Bavo te Haarlem was Zatterdag-
middag het toneel var. een grootse
demonstratie van vele katholiek ge-
organiseerden uit Haarlem. O.m. wa
ren de vicaris van het bisdom, mgr. N.
L. A. Ammerlaan, en vele andere
geestelijke autoriteiten aanwezig. Op
het met vlaggen versierde terrein
hield Dré de Wolf, de nationale secre
taris van de Katholieke Arbeidersbe
weging een redevoering, waarna een
openluchtspel werd opgevoerd, dat
de arbeiders in bezettingstijd en
de bevrijding toonde. Hierna zegen
de mgr. Ammerlaan de werktuigen
in, daarmede symboliserende, hoe het
werk van de katholieke arbeiders is
toegewijd aan de geestelijke belangen
van het volk.
DE BEVRIJDING VAN NEDERLAND
Oproep tot gemeenschaps-liefde
en eensgezindheid
1UTEERLAND is 't, dat in de rei dervolken 't Gelauwerd hoofd ver-
heft door het dundoek van de wolken", en, zouden wij aan deze re
gels van Helmers kunnen toevoegen, met de krans der overwinning op
het hoofd, hen treurend en dankbaar herdenkt, die dit victorie-feest met
het offer van hun leven hebben voorbereid. De vigilie van iedere hoge
feestdag is gewijd aan boete en overpeinzing óók de vigilie van de Be
vrijding, welke wij heden vieren, opgeruimd en opgelucht, na Zaterdag
avond in meditatie, gezang en bloemen, de tribuut onzer erkentelijkheid
te hebben gebracht.
STILLE TOCHT EN
BLOEMENHULDE
De Stadsgehoorzaal werd beheerst
door een reusachtig paars kruis, dat
op het podium was geplaatst tussen
de palmen der zegepraal. De vader
landse vlag was als een slepend rouw
kleed over het spreek-gestoelte ge
worpen. Een vaas met calla's bracht
lente-vreugd en verrijzenis-gedach-
ten. De zaal was van boven tot onder
bezet. Aanwezig waren ook het vol
tallig gemeentebestuur en de bestu
ren van organisaties, als Koninginne
dag, Chr. Oranjevereniging, Studen
ten-corps, V.V.S.L. enz.
Bij gebreke van een orgel werd op
versterkte gramofoonmuziek een Aria
van Bach gespeeld ter inleiding. Mu
ziek is van alle kunst de meest ver-
geestelijke; toch deed het onwennig
aan, dat de klanken ons niet recht
streeks maar over een plaat bereik
ten. Ondersteund door de harmonie
„Werkmans Wilskracht" zong de me
nigte vervolgens het „Wilt heden nu
treden", waarna pater Gilbertus Lo-
huis o.f.m.. in pij, de eerste toespraak
hield, welke van begin tot eind in
onverflauwde aandacht werd beluis
terd.
Toespraak van pater Lohuis.
In de natuur van de mens ligt de
noodzaak van het offer. De mens
heeft het offer nodig voor zichzelf,
voor zijn gezin, voor de gemeenschap.
Het offer is een huldeblijk aan God.
Reeds de primitieve mens kent het
offer. Als de Openbaring in haar vol
heid nadert, dan wordt het offer door
de Goddelijke Geest gereglemen
teerd; dan krijgt het wijsheid, plech
tigheid, erkenning. Deze drang tot of
feren wijst heen naar het grootste
offer, naar Gods Zoon, die Zich gaf
als offer voor aller verlossing. Dat of
fer is het middelpunt, de kern der
mensen-geschiedenis. Sindsdien heeft
het offer een nog heiliger betekenis
gekregen, voor een persoon, voor een
gezin, voor de gemeenschap. In
allervreselijkste periode van de ge
schiedenis van ons land, zijn ook in
Leiden offers gebracht, offers hier
te lande en aan de evenaar. Voor de
hoogste waarden hier op aarde: God
en vaderland, hebben sommigen alles
geofferd: hun welzijn, hun bloed. Zij
liggen, volgens Christus' woord, nu
als zaad in de aarde en zullen hon
derdvoudige vrucht afwerpen. Helden
en heldinnen, soldaten, strijders van
het verzet met helder inzicht en kijk
op het leven, hebben hun leven gege
ven in deze intentie: Zij hoopten, dat
degenen die de rampspoed zouden
overleven, hen in eensgezinde liefde
zouden volgen, als broeders en zus
ters van één gemeenschap. Wij kun
nen bij deze Leidse herdenking bloe
men strooien waarbij ook niet ver
geten mogen worden de helden van
de Java-zee, de gruwelijke ellende
van de Japanse concentratie-kam
pen, onze gefolterde Joodse landgeno
ten doch dat heeft geen zin als we
ons niet verenigen met de stem van
hun bloed: éénheid in Nederland.
Want bloed heeft een stem. Het bloed
van Abel riep naar de hemel. Het
bloed van Christus roept over hemel
en aarde. Het bloed der gevallenen
roept om liefde en eensgezindheid.
God zegene de bloemen, welke wij
gaan leggen. Bloemen hebben een
hart; dat zij het zinnebeeld van ons
hart. Laat onze harten één zijn met
hen, die zich voor ons geofferd heb
ben: één voor God, één voor Oranje,
één voor het vaderland. Het vergt
zelftucht, offerend te streven naar
eenheid, naar onderling begrip, naar
onderlinge steun. Juist als dit stre
ven offers vraagt, is het: Christen
dom in top-vorm. Dit hoge ideaal
vond spr. in „De Kruisbanier" van
Guido Gezelle, met het eerste couplet
waarvan hij zijn toespraak besloot.
Een machtig „Wilhelmus" heeft
wel enig land een volkslied in fiere
vroomheid en historische verbonden
heid aan het onze gebjk? zwol in
het bevrijde Leiden op Trom-geroffel
en het bazuingeschal tromgeroffel
was voldoende geweest kondigde
de stilte van één minuut aan, een
stilte van ontroerende herinnering
aan onze lieve doden, wier gebeente
in de aarde is gelegd of gesmeten, of
verbrand is en weggeworpen ,of in
de diepten van de zee verdween Het
„Mijn schilt ende betrouwen", dat
daarna werd gezongen, is ook hun
laatste gedachte geweest.
Toespraak van dominee
Van Andel.
Daarna sprak ds. H. van Andel,
Gereformeerd predikant te den Haag,
wiens lange met pathos voorgedragen
rede, vrijwel niemand heeft weten te
trekken. Aan zijn geestes-oog zag spr.
voorbijtrekken de lange stoet van ge
sneuvelden, van hen die door een
vuurpeleton vielen, van de doden in
de concentratie-kampen, van alle
anderen door oorlogsgeweld omgeko
menen. Bij het offer, dat zij brachten,
hebben zij niet alleen gedacht aan
het verleden, maar ook aan heden en
toekomst, aan het behoud van die on-
schatbare goederen: vrijheid en ge
rechtigheid, die altijd de inzet zijn
geweest van onze vaderlandse oorlo
gen en die wij veilig weten in de
schatkamer der Oranjes. Maar de
vraag klemt: zijn die goederen, zo
duur betaald, ook veilig bij ons? Als
een van de gevallen strijders opstond
uit het graf, zouden we hem rondlei
den door het leven van het Neder
landse volk met beschaamde kaken of
met dankbare trots? Nederland richt
zich langzaam op, maar het erfgoed
van vrijheid en gerechtigheid heeft
het nog niet volkomen onder de knie.
Dit goed, dat niet alleen bestemd is-
voor onszelven of voor het nationaal
bestaan, maar tegelijkertijd behoort
tot de goederen van het Koninkrijk
Gods dit goed heeft zijn diepste
fundering in eerbiediging van de sou-
vereiniteit van den Potentaat der po
tentaten, wien te dienen norm is voor
vrijheid en ongerepte gerechtigheid.
Jezus Christus heeft die vrijheid en
gerechtigheid gered uit een wereld,
die door zonde en egoïsme verteerd
werd. De weg, die we moeten gaan is
niet die van egoïsme, „van de elle
boog" maar van zelfverloochening,
We moeten offers brengen als de
naastenliefde en de gemeenschapszin
dit vordert. Het offer, dat de geval
lenen gebracht hebben, moet door
gaan in ons' aller leven. Alleen dan
hebben we het recht de vrijheiduvlag
te planten op de puinen van het ver
woeste Nederland, op de graven van
onze doden.
Met het „Heer, die Uw tent in de
hemelen spreidt", werd de herden
king besloten.
Kranslegging bij het kruis.
Schelle schijnwerpers wierpen hun
licht over de bijgewerkte muur van
het bij èen bombardement gehavende
Natuurkundig Museum aan de Steen-
straat en over het witte kruis, dat
vanwege de nationale
feestdag verschijnt de
leidse courant heden vroe-
geplant is als voorlopig monument.
Stram hielden daaromheen vertegen
woordigers van legereenheden en van
de B.S., de wacht. De belangstelling
van de burgerij voor de plechtige
kranslegging was zeer groot; de af
zetting goed geregeld. De eerste, die
een bloemen-hulde bracht, was de
burgemeester, met de ambtsketen om
hangen. De burgemeester, te zamen
met het ere-comité en het stichtings
bestuur „Doden-herdenking" bleef het
défilé gadeslaan. De deelname hier
aan was zeer bevredigend. Er werden
prachtige kransen aangedragen door
allerlei organisaties, maar aandoen
lijker waren de ruikertjes, die nabe
staanden van gevallenen met devote
toewijding neerlegden. Zij vooral be
reikten, dat deze plechtigheid harte
lijk en innig was. Het gevaar toch be
staat. dat in de loop -van de tijd deze
krans-lcgging bij een monument,' zal
vervlakken tot een officiële ritus: een
dode herdenking. Dit jaar was dat
zeker niet het geval. Toen de laatste
deelnemers aan de „stille tocht" langs
was getrokken, en de erewacht inge
rukt, bleef het witte kruis achter, het
embleem der eeuwige verlossing, op
rijzend uit een vracht van geleidelijk-
verwelkende, van het leven afgesne
den bloemen. „Sicut flos agri.Als
.de akkerbloem zullen zij verkwijnen".
Kath. Jongeren herdenken de doden
Een overzicht van de Waalsdorper vlakte, waar op indrukwekkende wij
ze door tienduizenden de helden van het verzet geëend worden.
Indrukwekkende plechtigheid
bij het monument aan
de Haagse Schouw
Zondagmorgen organiseerde de
Stadsraad en de Districtsleiding van
de N.K.J.B. een dodenherdenking
voor de Kath. Jongeren van Leiden
en Omgeving.
Daartoe verzamelden zich ruim 300
jongeren in d- Rectoraatskerk aan de
Haagse Schouw, waar om half negen
door Kap A. M, Vulsma uit Meerburg
een H. Mis werd opgedragen.
Na de H. Mis stelden allen zich op
en voorafgegaan door de vlaggen
van Gidsen en Kajotters trok de
groep naar het monument. Daar blie
zen de hoornblazers van de St. Fran-
ciscusgroep het militaire Wilhelmus.
Vervolgens werd de vlag gehesen en
declameerde mej. Nel van Paridon
het gedicht: „Zij zagen het doel".
Nadat een bloemstuk van witte se
ringen op de trappen van het monu
ment gelegd was, hield Kap. Vulsma
een korte toespraak," waarin spr. de
jongeren wees op de goede gedachte
om vóór de feestelijke herdenking
van onze "bevrijding eerst in rouw te
gedenken de vele duizenden die hun
leven hebben gegeven voor or.ze be
vrijding, Terwijl wij in Mei '40 bang
afwachtten, hebben onze soldaten
hier op deze historische plaats de
eerste stoot opgevangen. Met dank
baarheid vervuld gedenken wij ook
de talloos velen, die na de capitulatie
de strijd tegen de onderdrukker op
namen, zowel mannen als vrouwen.
Zij hebben het kostbaarste gegeven
wat een mens geven kan: hun leven.
Zij stierven opdat wij zoud;en leven;
zij offerden zich op voor het recht en
de vrijheid. Het is een vrome traditie
geworden, aldus spr., dat Leiden's
Jongeren elk jaar hier te zamen ko
men, want wij hebben een plicht te
vervullen tegenover hen, die wij hier
eerbiedig gedenken. Wij moeten hen
echter niet gedenken met woorden
alleen; wij moeten onze hoop stellen
op God.
„Mijn schilt en de betrouwen sijt
v Ghij, o Godt, mijn Heer;
Öp U soo wil ick bouwen,
verlaet mij nimmer meer"
Als wij deze woorden in daden om
zetten, dan is dat een prachtig bewijs
van onze dankbaarheid jegens hen.
Zij zullen bij God barmhartigheid
vinden, want God zal veel vergeven
aan hen, die zelf veel gegeven hebben
voor hun Vaderland. Wij geloven in
een voortbestaan en vragen daarom
God in een vurig gebed onze doden
genadig te willen zijn.
Met vijf onze Vaders en Weesge
groeten werd de toespraak gespten.
Hierna declameerde Nic. Schrama
„Het Red der Gevallenen" van Gab.
Smit.
Tot slot bliezen de hoornblazers de
dodenmars en hiermede was deze in
drukwekkende plechtigheid ten
einde.
De Kath. Arbeiders her
denken hun doden
De afd. Leiden van de Ned. Kath
Arbeidersbeweging heeft gisteravond
in het St, Antoniusclubhuis een bij
eenkomst gehouden ter herdenking
van de tijdens de oorlog gevallenen.
Verblijdend was de grote belangstel
ling er was geen plaats onbezet. En
verblijdend ook de waardige, echt-
katholieke wijze, waarop deze her
denking plaats had.
Voor de K.A.B, Sympho'nie zowel
als voor het zangkoor beide onder
leiding van de heer Jan Gordijn
hebben wij oprechte waardering. De
keuze van de nummers èn de uitvoe
ring ervan gaven deze avond een
waardig en voornaam cachet.
En in een rede van de weleerw.
heer kapelaan W. Bende werd den
toehoorders in een klaar licht voor
ogen gehouden het voorbeeld van de
gevallenen, het voorbeeld van trouw
aan God en trouw aan het vaderland,
Wij mogen, aldus spr., de heldendaden
van de gevallenen niet vergeten; zij
moeten blijven leven in ons midden.
En indrukwekkend was de conclusie
van de spreker, toen hij er op wees,
dat wij meer dan met bloemen en met
toespraken aan onze dure plicht van
dankbaarheid kunnen voldoen door
r hen te bidden, opdat God
hen, als zij nog straffen moeten uit
boeten, opneme in de hemelse heer
lijkheid. Met een'gezamenlijk gebed
werd deze toespraak besloten.
De voorzitter van de afd. Leiden
der Ned. Kath. Arbeidersbeweging,
de heer A. J. v. Oyen. die in het be
gin van de avond gememoreerd had
het feit, dat ongeveer 1000 leden van
de N.K.A.B. dooor oorlogsgeweld zijn
gestorven, o.w, vijf leden van de
Leidse afdeling, overhandigde later
aan de aanwezige familieleden van de
gevallenen, met een in het kader van
de avond passend zuiver-doorvoelde
en hartelijk-meelevende toespraak
een mooie herdenkingsplaat. De vijf
Leidse leden van de Ned. Kath. Ar
beidersbeweging, die gevallen zijn,
zijn: J. M. v. d. Boogaerd, oud 57 jaar,
bouwvakarbeider, die 10 Dec. 1944 bij
een bombardemtnt is gedood; B. A.
Guldemond, oud 35 jaar, fabrieks
arbeider, die, in Duitsland te werk
gesteld, daar bij een bombardement
om het leven is gekomen; J. Romijn,
oud 22 jaar, lid en mede-oprichter van
de Kath. Kappersbediendenbond, die,
ondergedoken in Stompwijk, daar op
5 Sept. 1944 is doodgeschoten; H. Th.
Rozemijer, oud 21 jaar, bouwvakar
beider, die in Duitsland wegens ver
zet is geyangen genomen en op 6 Ju
ni 1944 in Buchenwald is overleden.
Tragisch is, dat ook de vader van deze
jonge held op dezelfde wijze door het
Duitse geweld is om het leven ge
bracht; H. Vinkenstijn, 47 jaar, lid
van „St. Rafaël", die bij Sassenheim,
terwijl hij als conducteur op de tram
stond, bij een beschieting is gedood.
De heer v. Oyen besloot zijn toe
spraak met de wens, dat wij de over
ledenen mogen helpen, zo nodig, door
offers en gebeden, en zo mogen leven,
zoals zij geleefd hebben.
De katholieke arbeiders hebben
hun overleden vrienden herdacht op
een waardige, katholieke wijze,
NEDERLANDSE
GEFUSILLEERDEN HERDACHT
TE DIJON.
Zondag heeft in de nabijheid van
Dijon een eenvoudige doch ontroe
rende herdenking plaats gevonden
van de daar tijdens de oorlog gefu
silleerde 134 menschen, van wie 9
Nederlanders. Burgerlijke en militai-
de autoriteiten van het district wa
ren aanwezig. Talrijke kransen wer
den aan de voet van de gedenkplaat
neergelegd, o.m. door de consul en le-
deh van de Nederlandse kolonie te
Dijon.
In een korte rede heeft de burge
meester van Dijon een groet gericht
tot Nederland en woorden van lof
gesproken over de offers, die de Ne
derlandse daden zich voor hun vader
land hebben getroost.
£en koM&ttje...
„God, die de gemoederen van de
gelovigen eensgezind stemt, verleen,
dat uw volk beminne hetgeen Gij
voorschrijft, verlange hetgeen Gij
belooft, opdat, te midden van de wis
selvalligheden van deze wereld, on
ze harten %daar gevestigd blijven,
waar de ware vreugde is te vinden".
Gebed uit de Mis van gisteren.
WEERSVERWACHTING
o plaatselijk nog regen. d
In het uiterste Noorden van gr
g het land tijdelijk nog krachtige g
g wind tussen Oost en Zuid, in het g
g overige gedeelte zwakke tot ma- g
g tige wind, overwegend tussen
g Zuid-Oost en Zuid-West. Zwaar
g bewolkt met tijdelijke opklarin- o
o gen met hier en daar ochtend- o
o mist- Plaatselijk enige regen of
enkele regenbuien. Iets zachter.
nnoooooooonoooonnooooooooooooooooo