S)e £cicbohc6oivt<mt
HET NEDERLANDSCHE VOLK JUICHT:
1 ORANJE I IN VROEGER DAGEN NASSAU 1
eert fpjcitió.eó penaten!
Hoe zich de tak Oranje-Nassau ontwikkelde
Vier kinderen van het Huis van Oranje
Officieel communique van Dr. de Groot
DINSDAG 18 FEBR. 1947
Bureaux: Papengracht 32 Leiden
Giro 103003
Telefoon: Admin., Adv. 20826.
Redactie: 20015.
Dir., drukkerij en Abonnem.
20935.
Abonnementsprijs 0.26 per
week. 1.10 p mnd. ƒ3.25 p.
kwartaal Franco p. post 4.00.
waarin opgenomen „DE BURCHT"
KATHOLIEK DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN
37c JAARGANG No. 11016
Hoofdredacteur: TH. WILMER
Directeur:
C. M. v HAMERSVELD
Uitgave van N.V „De Leidsche
Courant" en Stichting „De
Burcht
Advertenties 15 cent per m.m.
Bij contrac* belangrijke korting.
Het Wapen van ons
Prinsenkind
f Nu de blijde gebeurtenis in ons
Prinselijk Gezin een feit is, rijst de
2 vraag, hoe het wapen van ons jong-
t ste prinsenkind zal zijn. Eerlang zal
dit natuurlijk officieel woiden be-
2 kend gemaakt, maar voorloopig
2 kunnen wij nu reeds afgaan op het
t Koninklijk Besluit van 13 Februari
1 1938, waarbij al het een en ander
2 bepaald is ter gelegenheid van de
1 geboorte van Prinses Beatrix be-
J treffende het Wapen voor de man-
nelijke en vrouwelijke afstammelin-
4 gen van H. K. H. Prinses Juliana
en Z. K. H. Prins Bernhard.
2 Van de vier kwartieren van dit
J prinselijk wapen vertoonen twee
den Nassauschen leeuw en twee de
2 hoorn der Oranjes, terwijl het in het
5 centrum staande zoogenaamde hart-
J schild de roos der Lippes draagt.
2 Bij de mannelijke nakomelingen is
t dit wapen gedekt door twee helmen,
f bij de vrouwelijke nakomelingen
2 echter door de koninklijke kroon,
2 „alles Geplaatst op een mantel van
purper, gevoerd met hermelijn, op-
j gebonden met «oorden en gedekt
met bovengenoemde kroon."
J
JN HET ZUIDEN VAN FRANKRIJK, ten Noorden van Avignon ligt het stadje
Orange, dat eens het centrum van het prinsdom, dat bij ons als Oranje bekend
staat, was. De stamvader van het eerste geslacht, dat over Oranje regeerde, was één
van Karei de Groote's Paladijnen, een ridder, wien§ heldhalftigheid aan het legen
darische grensde. Volgens het oude Frans che Chanson de geste was zijn naam Guil-
laume au Court Nez, omdat zijn neus kort of afgehouwen was. Deze naam werd allengs
verbasterd tot Guillaume au Cornet, vanw aar de cornet of hoorn in het wapen der
Oranje afkomstig is.
Historisch staat vast, dat Guillaume om
streeks 804 in het klooster te Gel lone ging,
alwaar het leven van den inmiddels heilig
verklaarden monnik in het Latijn werd
vastgelegd. Uit deze zg. Vita putten de
jongleurs de stof van hun heldendicht.
Claes van Haerlem trok hieruit weer zijn
Middel-Nederlandsche vertaling, die van
Willem van Oringen spreekt. In de 400 hier
van overgebleven regels wordt beschreven,
hoe de ridder-monnik een paard een poot
uitrukt om de hem aanvallende roovers te
verslaan. Maar dat zullen we schrijven op
rekening der legende.
Het geslacht van Willem van Oringen
werd in het prinsdom Oranje opgevolgd
door het huis Beaux, naar het heet afstam
mend van één der Wijzen van het Oosten,
waarvan weer de ster met zestien stralen
in het Oranje-wapen afkomstig is. Vervol
gens kwam het prinsdom Oranje onder het
huis Chalons, waarvan de wapenspreuk Je
Maintiendrai Chalons, ontdaan van het laat
ste woord, nog heden de wapenspreuk der
Oranjes is. De laatste telg van het huis Cha
lons, die prins van Oranje was, heette Phi-
libert. Zijn zuster Claude was getrouwd
met Hendrik III van Nassau en toen Phili-
bert in 1529 sneuvelde, erfde René van Nas
sau, zoon van Hendrik en Claude, he., prins
dom Oranje, waarmee voorgoed de namen
van het prinsdom Oranje en het graafschap
Nassau aaneen waren geklonken tot den
ons zoo vertrouwden klank Oranje-Nassau.
OMSTREEKS 1100....
In Duitschland ligt aan de Lahn het
stadje Nassau, dat eens de zetel der graven
was. Omstreeks 1100 was de burcht Nassau
gesticht, maar reeds in 1255, een jaar na
den dood van Hendrik II, werd het grond
gebied tusschen diens twee zonen verdeeld,
waarbij het slot Nassau gemeenschappelijk
bezit bleef en de tweede zoon Otto het
Noordelijk gelegen Dillenburg $rfde Nadat
er nog in 1303 en 1343 deelingen hadden
plaats gevonden, splitste zich tenslotte in
1529 de tak Oranje-Nassau af, doordat zoo
als boven gemeld René van Nassau het
prinsdom Oranje van Philiber erfde.
Meer Nassauwers dan men gewoonlijk
denkt hebben zich een blijvende plaats in
de Nederlandsche geschiedboeken weten
te verschaffen. De eerste belangrijke plaats,
waar we den nam Nassau in onze vader-
opgete-^kend vinden, is, die, waar de
tot Keizer gekozen Adolf van Nassau, oom
zegger van den reeds genoemden Otto van
Nassau-Dillenburg, nauw geïnteresseerd is
bij de intrigues, welke onze graaf Floris V
niettegenstaande zijn leenplichtighejd aan
den keizer ontwikkelde tusschen Engeland
en Frankrijk.
Nauwer betrokken bij onze vaderland-
sche geschiedenis is Engelbrecht van Nas
sau, die door zijn huwelijk met de erfdoch
ter van Polanen in 1404 Brabantsch edel
man, baron van Breda en heer van de Lek,
Oosterhout., Steenbergen en Geertrui Jen-
berg werd. Is hij ook als stamvader van
de Nassauwers in de Nederlander, te be
schouwen, zijn kleinzoon Engelbrecht II
wist zich pas een formeele plaats in de bo
venlagen van ons staatsbestel te verzeke
ren, door in 1485 onder het regentschap van
Maximiliaan van Oostenrijk over den late-
ren Philips de Schoone als stadhouder op
te; treden, welke functie hem in 1501 voor
goed werd toevertrouwd. Eveneens onder
Maximiliaan treedt Adolf III van Nasau-
Wiesbaden op, die in 1478 Gel re verovert
en in 1481 en 1489 respectievelijk van Zut-
fen en Gelre stadhouder wordt, zij het ook
voor korten duur.
Een veel bekender Adolf vhn Nassau is
de jongere broer van Willem de Zwijger,
die in 1568 bij Heiligerlee sneuvelde, zooals
Lodewijk en Hendrik van Nasau, eveneens
jongere broers van prins Willem, in 1574
op de Mookerheide zouden sneuvelen. En
zoo zijn er velen meer onder de Naussau-
wers, die zich meer of minder voor de Ne-
In de negentiende eeuw is
het Oranjehuis een geslacht,
rijk aan kin;eren. Willem
I, die uit ballinschap in Pet
vaderland terugkeert, heeft
drie zoons en twee dochïei's.
Willem II, zijn opvolger op
den troon heeft drie zoons
en een dochter. Een van zijn
zoons, prins Casimir, gebo
ren in 1822, sterft op zeer
jeugdigen leeftijd, maar de
andere prinsen bereiken den
mannelijken leeftijl cn prin
ses Sophie, gehuwd net Ka-
rel Alexander van Saksen
Weimar Eisenach zal een
hoogen leeftijd bereiken.
Willem III heeft drie zoons,
van wie Prins Mnvrits op
zevenjarigen leef4ijsterft.
Maar met twee prinsen,,
die den mannelijken leef
tijd bereiken, komt toen
geen oogenblik de gedachte
op, dat het Nederlandsche
Koningshuis geen opvolger
zal hebben.
Maar in 1877 begint een
reeks van jaren, die zware
offers eischt. Koningin So
phie overlijdt. In 1879 sterft
prins Hendrik en enkele
j Als ten tijde van j
1 Koning Willem II I
maanden later bezwijkt erf
prins Willem te Parijs aan
longontsteking, in 1880 gaat
Prinses Wilhelmina, de
dochter van Koning Willem
I heen, in 1881 haar broeder
prins Frederik en in 1885
sterft ook Prins Alexander,
die zijn broeder Willem was
opgevolgd als erfprins.
Koning Willem III is een
eenzaam vorst geworden en
het lijkt, dat hij de laatste
telg zal zyn uit een geslacht,
dat Trutwin, den graaf van
Laurenburg, die in het jaar
1100 leefde, tot zijn voorva
deren telt.
Maar als in 1890 de Ko
ning op Het Loo overlijdt,
is uit het tweede huwelijk
het prinsesje geboren, dat de
tradities van een konings
huis kan overdragen in den
nieuwen tijd.
Prinses Wilhelmina, acht
jaar na het overlijden van
haar vader tot den troon ge
roepen, ziet haar huwelijk
met Prins Hendrik gezegend
door de geboorte van Prin
ses Juliana. De geboorte van
Nederland's jongste vorsten
kind roept herinneringen op
aan de lang vervlogen pe
riode, waarin het huwelijk
van Willem II met Anna
Paulówna, de keizerlijke
prinses uit Rusland, ook vier
prinsen-kinderen rijk was.
v. d- W.
derlandsche -raak hebben ingezet, rr^nnen
en vrouwen, zooals van Maurits de namen
Nassau-Odijk en Nasau-Ouwerkerk sprui
ten, gelijk van Frederik Hendrik Nassau-
Zuylestein. Bepalen we ons echter tot ons
onderwerp: Oranje-Nassau.
In 1544 sneuvelde René van Nassau, die
door het huwelijk van zijn vader Hendrik
II van Nassau met Claude van Chalons ook
wel René van Chalons genoemd werd sinds
Claude's vader Philibert hem tot erfgenaam
gemaakt had. Hendrik was stadhoucer van
Holland. Zeeland en Gelre geweest en de in
1518 te Breda geboren René voegde aan die
functies nog het stadhouderschap over
Utrecht toe, waarbij door erfenis nog tal
van bezittingen in de Nederlanden en
Frankrijk onder zijn beheer kwamen. René
sneuvelde als eenige zoon kinderloos. De
broer zijns vaders, Willem de Oude of de
Rijke had echter vijf zoons en Je oudste
hunner, Willem, wordt nu in 1544 René's
erfgenaam en dus de tweede drager van
den gecombineerden naam Oranje-Nassau,
slechts elf jaar oud. Het is bekend, hoe deze
Willem, die zich de eerenamen van de Zwij
ger en later Vader des Vaderlands heeft
weten te verwerven, in Brussel aanwezig
was bij den afstand van Karei V ten be
hoeve van zijn zoon Philips II en hoe hij
bij diens vertrek in 1559 het stadhouder
schap over Holland, Zeeland en Utrecht
aanvaardde. Iedere Nederlander weet, hoe
hij de leiding nam in den strijd togen de
Spaansche overheersching tot zijn droevig
einde.
DE OUDSTE....
Welke Nassauwer erfde Oranje na den
verraderlijken moord van 1584? Zooals de
traditie het voorschreef: de oudste zoon.
Dit was Philips Willem, die sinds hij als
student uit Leuven naar Spanje ontvoerd
was. tot 1595 geduld moest hebben eer hij
in het gezelschap van aartshertog Albertus
naar Brussel kon gaan. Als Philips Willem
echter in 1618 kinderloos sterft, komt de
titel aan den volgenden zoon, Maurits. En
als deze in 1625 eveneens kinderloos komt
te overlijden, dan vervalt het erfgoed aan
Frederik Hendrik, van wien het bij diens
dood in 1647 overgaat op zijn eenigen wet
tigen zoon Willem II.
In 1650 sterft plotseling op 24-jarigen
leeftijd Willem II. Acht dagen la'er wordt
zijn eerste kind geboren. Het is een zoontje,
dat over zijn jeugdig hoofdje de stormen
van de Acte van Seclusie en het eeuwig
Edict ziet gaan, totdat in 1672 de inmiddels
gerijpte jonge man het stadhouderschap
aanvaardt als Willem III. In 1702 komt hij
evenwel door een val zijn paard aan zijn
einde zonder kinderen na te laten. De dood
van den man, die als kind onder het eerste
stadhouderlooze tijdperk had moeten leven,
luidde het tweede stadhouderlooze tijd
perk in.
En Oranje? Lodewijk XIV annexeerde
het prinsdom oogenblikkelijk, nu de gele
genheid door dit onverwachte heengaan
gunstig was.
Het prinsdom was vdorgoed verloren en
voortaan erfde nog slechts de titel over.
En zoo kwam deze in 1702 aan Jan Willem
Friso.
ACHTER-ACHTER-KLEIN ZOCN.
Jan Willem Friso was een achter achter-
kléinzoon van Jan de Oude, die de oudste
broer van Willem de Zwijger was en 24
kinderen had. Jan de.Oude is dar, ook de
stamvader van de regeerende Oranjes sinds
het tweede stadhouderlooze tijdperk, dus
ook van koningin Wilhelmina (en niet Wil
lem de Zwijger, zooals velen denken). Van
Jan de Oude's eersten zoon Willem Lode
wijk ging Nassau-Dietz en het stadhouder
schap over Friesland bij ontstentenis van
mannelijke nakomelingen in 1620 over op
den vijfden zoon Ernst Casimir, wiens af
stammelingen in rechte lijn het Friesche
stadhouderschap van elkaar overnamen.
Het waren Willem Frederik, Hendrik Casi
mir II en vervolgens de zooeven genoemde
Jan Willem Friso, die van Willem III den
titel van prins Van Oranje erfden De zoon
van laatsgenoemden, Willem Ka^el Hen
drik Friso werd in 1747 tevens erfstadhou
der van Holland en Zeeland, waarmee het
tweede stadhouderlooze tijdperk afgesloten
werd. In 1732 had hij bij de nadere regeling
van de erfenis van Willem III openlijk af
stand van het prinsdom Oranje gedaan,
zoodat de Fransche koningen er sindsdien
niet slechts de facto maar ook de jure
meester van waren en de titel voor de
Nassauwers nooit mer edan een ornament
zou zijn.
Willem V erfde als laatste in de reeks der
Hollandsche stadhouders den titel van zijn
vader. De Fransche Revolutie breekt uit.
18 Januari 1795 vlucht de prins naar En
geland, waar de Oranje-telg een toevlucht
zou vinden, totdat 30 Novemoer 1813
's prinsen zoon te Scheveningen weer voet
aan land zette, om in 1814 als Koning Wil
lem I te worden ingehuldigd. Het huis
Oranje-Nassau leefde voort in Koning Wil
lem II, Koning Willem III en Kon'ngin
Wilhelmina. Nog eens moest Oranje-Nas
sau in Engeland schut zoeken vooi de stor
men, die over het continent woedden, maar
na den bangen tijd van 1940 tot 1945 keerde
het vorstenhuis weer in het vaderland te
rug. Thans heeft Prinses Juliana het leven
geschonken aan een vierde prinsenkind,
zoodat de stamboom van het huis Oranje-
Nassau weer rijker uitbot, dan in lang het
geval is geweest.
De manschappen der saluutbatterij uiten hun vreugde bij het vernemen van het
heugelijk nieuws.
Dr. J. de Groot, behandelend geneesheer van H. K. H. Prinses Juliana,
heelt het volgende officieele communuque uitgegeven:
„Hare Koninklijke Hoogheid Prinses Juliana
schonk heden ten 2.24 uur het leven aan een
flinke dochter". w.g. Dr. J. DE GROOT
Officieel wordt medegedeeld, dat de geboorte van
onze nieuwe Prinses om enkele minuten voor half drie
geschiedde. De geboorte had een normaal verloop en
was zelfs voor Baron Baud, Secretaris van H. K. H.
Prinses Juliana, een verrassing. Het is daarom dat een
officieele waarschuwing niet kon worden gegeven.