5 gevallen voor het
Leidsche Tribunaal
RADIO
Radio-apostolaat
DE IJZEREN AARDE
iDicd JltaCueti/
WOENSDAG 5 FEBR. 1947
JE LEIDSCHE COURANT
PAGINA 2
huis doen uitroepen als sociaal voorman
van het personeel, waarmede hij het doel
van het NAF nastreefde. Hiervoor had hij
ook in Den Haag een radiorede gehouden.
Voorts had hij herhaaldelijk omgang gehad
met Duitschc militairen.
Verd. voerde aan, dat hij sociaal voelde
en door de functie van voorman aan te ne
men voorkwam hij, dat er een NSB-er aan
gesteld werd. Bovendien behoefde hij dan
niet naar Duitschland.
C. W. Boer, boomkweeker te Boskoop
was lid geweest van de NSB, groepshoofd
van Kameraadschapszorg en latei hoofd
afd. sociale zaken, plaatselijk leider van het
NAF en kringleider van de afd. geldwezen
van het NAF kring Rijnstreek.
Mr. Averbeck, die hem verdedigde schet
ste hem als een sociaal werker, niet als po
liticus en in dit licht moet men al zijn werk
zaamheden beschouwen.
In denzelfden trant verklaarde de vol
gende beschuldigde M. den Hartog uit Al
pen aan den Rijn, die lid was geweest van
de NSB en den Landstand en van Agra
risch Front. Verd., die geheel doof is, ver
klaarde op een schriftelijke vraag van den
pres., dat hij reeds voordat de NSB bestond
streefde naar verbetering van de positie
der akkerbouwers, die in de twintiger ja
ren verre van rooskleurig was, Iri de be
weging meende hij verwezenlijking van zijn
plannen te zulen vinden en daarom sloot
hij zich aan zonder aan de buitensporig
heden der partij deel te nemen. Uitspraak
in al deze zaken over veertien dagen.
Kost 22 Millioen.
De Tweede Kamer heeft de vergadering
van gisteren besteed aan de bespreking van
het wetsontwerp tot het toekennen van een
uitkeering ineens aan gepensionneerden.
Volgens dit wetsontwerp zal aan hen, die
pensioen hebben in gevolge de Pensioenwet
1922, een uitkeering worden gegeven van
een kwartaal-pensioen, doch niet meer dan
500 gulden.
Mevrouw Fortanuer-De W'it (P.v.d.V.)
diende een amendement in met het doel
voor 1946 het maximum van de uitkeering
te verhoogen tot 750. Ook de heer Van
Vliet (K.V.P.) bepleitte een verbetering,
zeker voor 1947, en drong voorts aan op
groote spoed bij de uitbetaling.
Minister Becl achtte het ingediende
amendement en de andere geopperde mo
gelijkheden tot het geven van een degres
sieve toeslag (d.w.z. een afnemende toe
slag naarmate het pensioen hooger is) niet
aanvaardbaar. Alleen voor de burgerlijke
ambtenaren kost de uitkeering, zooals de
regeering haar voorstelt, al 22 millioen gul
den. De minister heeft op spoed aangedron
gen bij de voorbereiding van het wetsvoor
stel tot herziening van de Pensioenwet.
Volgens dit nieuwe vooi-stel zal het maxi
mumpensioen op 4650 komen. Voor 1947
zal de minister overleg plegen ovei de mo
gelijkheid van verdere verhooging van pen
sioenen in verband met de intusschen sinds
1 October verhoogde ambtenaarssalarissen.
De Kamer zou heden beslissen.
Verdachten reeds op
vrije voeten
In de zitting van gisteren heeft het
Leidsch Tribunaal weer vijf lichte gevallen
behandeld. Alle verdachten toch bevonden
zich op vrije voeten, enkele hunner zelfs
zijn nimmer gedetineerd geweest.
Het eerst werd behandeld de zaak tegen
G. J. Bouwmeester, opperman te Leiden,
die aangesloten was geweest bij de NSNAP,
hiervan propagandabiljetten had verspreid
en aangesloten geweest was bij de SA-afd.
van deze partij. Zoo had hij in bruin uni
form deelgenomen aan oefeningen van de
ze afd. en met opgestoken hand de HH-
groet had gebracht. Verder zou hij zich in
Lotharingen, waar hij gewerkt had, gezegd
hebben: „Als Duitschland verliest, zijn wij
ook verloren."
Deze laatste beschuldigingen ontkent
verd. ten stelligste Wel had hij in beslo
ten kring den HH-groet gebracht. Op een
vraag van den president waarom hij zulks
deed, antwoordde verd.: „Och, als je in de
kerk bent, bidden allen mee!"
In zijn pleidooi wees mr. Schaper erop,
dat deze verd. reeds vóór den oorlog, in
1938, in Duitschland te werk gesteld was.
Hij had daar goed te eten en dus was het
allerminst te verwonderen, dat hij als vele
anderen vergiftigd werd door de propagan
da van Herr Goebbels? En nu moet hij zich
nog voor een Ned. tribunaal verantwoor
den, omdat er hier toen geen werk en geen
eten voor hem was!
Vervolgens stonden terecht S. A. van
Leeuwen en L. Berk te Leiden, die samen
generatorhout voor auto's aan de Duitschers
hadden geleverd en daarvan voordeel had
den genoten. Van L. had voorts middels den
ABD vervoerswerkzaambeden voor de
Duitschers verricht voor de Herman Goe-
ringwerke, terwijl hij vrijwillig de machi
nes van het Nat. Dagbl. uit Rotterdam naar
Utrecht had overgebracht. Hij stond met
Karei v. Duuren op zeer goeden voet en
ontving Duitsche militairen in huls. Voorts
zou hij verklaard hebben: „waarom moe
ten we bevrijd worden, we hebben het toch
goed onder de Duitschers!".
Van L. verklaarde, dat hij door den ABD
gedwongen was tot de hierboven genoemde
vervoerswerkzaamheden, anders waren zijn
wagens in beslag genoemen. Het machine-
vervoer had hij inderdaad vrijwillig ge
daan. Wat de leverantie van generatorhout
betrof, wezen beiden erop, dat dit opgezet
was voor onze eigen wagens. Later heeft
het rijksbureau ook voor de Duitschers bon
nen afgegeven, waarop zij moester, leveren.
Mr. Vos, die beiden verdedigde voerde
o.m. aan, dat de tenlaste leggingen van le
verantie en voordeel als één feit waren te
beschouwen. Van zijn cliënt Berk zeide spr.,
dat deze op normale wijze aan de leverantie
van hout was gekomen middels de Shell,
waarvoor hij vroeger benzine kreeg. De
Duitschers namen bovendien slechts 25 pet.
af. Alle leveranties waren gedekt door
rijksbonnen. Indien er dus van collaboratie
gesproken kan worden, dan deed dit het
rijksbureau of de Shell, welke mij. even
als de APC, Sinfina enz. Ook op andere
punten van de tenlastelegging ging spr. na
der in. doch hij meende, dat het Tribunaal
voor dit alles geen straf zou kunnen opleg
gen.
D. J. v. Rossum uit Leiden had zich als
portier-huisknecht van het Diaconessen-
DONDERDAG.
HILVERSUM H, 415 M.
7.30 Gram.muziek; 8.15 Gram.muziek;
9.15 Morgenwijding; 9.50 Arbeidsvitaminen;
10.30 Van vrouw tot vrouw; 10.35 Concert;
11.00 Balletmuziek; 11.25 Voordracht; 11.40
Ensemble Jetty Cantor; 12.35 Pierre Palla;
13.15 The Skymasters; 13.45 Gram.platen;
14.00 Voor dc vrouw; 14.20 Zimmerman-
kwartet; 15.00 Voor zieken cn gezonden;
16.30 Spaansche muziek; 17.00 Kaleidoscoop;
17.20 Welk dier deze week? 17.30 Pianoduo;
17.50 Het rijk over zee: 18.15 Orkest; 18.45
Sportpraatje; 19.05 Orkest; 19.15 Voor har
monicaliefhebbers; 19.30 Radiomuz.-school;
20.15 Concert: 21.15 voor de vrouw; 21.45
Confetti; 22.45 Lezingen; 23.15 Orkest; 23.45
Gr.platen.
HILVERSUM I, 301 M.
7.30 Morgengebed; 7.45 Gr.muziek; 8.00
„Pluk den dag"; 9.05 Gr.platen; 9.45 Voor
de kleuters; 10.00 Gr.platen; 10.15 Morgen
dienst; 11.00 De zonnebloem; 12.03 Piano;
12.30 Stafmuziekkorps Amsterd. politie;
13.15 Klaas v. Beeck; 13.50 Voor de vrouw;
14.00 Orgel; 14.40 Causerie voor de vrouw;
15.25 Kwartet; 16.00 Bijbellezing; 16.45 Or
kest; 17.30 Koor; 18.00 Concert; 19.15 Gr.
platen; 19.25 De vaart der volken; 19.45 De
R.V.D. antwoordt; 20.08 Ontspanning na
inspanning; 21.30 Gram.platen; 22.30 Ko-
zakkenkoor; 22.45 Avondoverdenking; 23.00
Avondconcert.
Herstelde internationale
katholieke samenwerking
DE vorming van een studie-commissie op
het Keulsche Internationale Katholiek
Pers- en Filmcongres in 1923 heeft geleid
tot de oprichting van het Internationaal
Katholiek Radiobureau. Jaar na jaar wer
den regelmatig internationale bijeenkom
sten gehouden; langzaam en zeker breid
de zich de kring van aangesloten landen
uit. Vergaderingen werden gehouden in de
groote centra van Europa; in 1936 te Am
sterdam, in 1938 te Hilversum.
Natuurlijk moest de oorlog alle activi
teit van het I. R. K onderbreken; doch
reeds in 1944 werd te Londen een provi
sorisch bureau ingericht, dat aanstonds het
contact met de vrije en bevrijde gebieden
wist te herstellen. In 1945 kregen de re
organisatie-plannen hun definitieven vorm
en in April 1946 werden die plannen voor
gelegd aan de Staatssecretaris van het Va-
ticaan. Het antwoord bevatte aanmoedi
gingen en suggesties in het belang van de
verwerkelijking.
Een half jaar later werd te Rome dc
eerste na-oorlogsche internationale bij
eenkomst gehouden ;een nieuw uitvoerend
bureau werd gekozen. Op Allerheiligendag
verleende Paus Pius XII een bijzondere
audiëntie aan de bestuursleden en formu
leerde bij die gelegenheid vurige wen-
schen voor het welslagen van de weder op
genomen werkzaamheden in dit delicate
en gewichtige apostolaatsgebied.
Voortaan zal het Internationaal Katho
liek Radiobureau zich aandienen onder
den naam Unda en een algemeen secreta
riaat openen te Fribourg in Zwitserland.
En overwogen wordt het houden van een
Katholiek Radio-Wereldcongres te Quebec,
in Canada, in 1948.
De Unda treedt op.
IN dit korte overzicht hebben wij herin-
nerd aan de internationale samenwer
king van de katholieken op het terrein
van de radio. Met de samenwerking be
oogde men, de techniek van het hantee-
ren van het modernste hulpmiddel in den
strijd voor God tot de grootst mogelijke
perfectie op te voeren.
Zoo is het huidige Internationaal Ka
tholiek Radio- en Televisiebureau het or
gaan geworden, dat de inspanning van de
katholieken uit alle landen der wereld op
het gebied van radio en televisie wil bun
delen.
Het centraalbureau van de Ünda gaat
nu organiseeren en een aantal diensten
uitoefenen. Daarvoor heeft zij in de ver
schillende landen medewerking verkre
gen, meestal van afgevaardigden van ka
tholieke radio-organisaties. Zij zullen be
paalde gegevens in hun land verzamelen
en deze regelmatig en snel doorgeven. Op
het Unda-secretariaat worden de binnen-'
gekomen gegevens door vakmenschen be
handeld en wederom op de snelste wijze
gedistribueerd.
Een bijzondere afdeeling is de „Missio",
die zich specialiseert op de aamvending
van Unda-diensten voor de Missiegebieden.
Men wil aan de missionarissen hulp ver-
KW ART AAL-PENSIOEN EXTRA TOT
500 GULDEN.
leenen bij het ontwerpen en berekenen,
het aanschaffen, plaatsen, in gebimik ne
men en exploiteeren van Missie-zendpos-
ten en ontvangiririchtingen, teneinde onder
meer het isolement van den missionaris op
te heffen en de handicap van de groote
afstanden ongedaan te maken. Kort ge
zegd: men wil de radio, wellicht ook de
televisie, stellen in dienst van het missio-
neeringswerk.
"Welke Wereldomroep?
MEN kan niet anders dan de levendige
hoop koesteren, dat de internationale
voorlichting op het gebied van de katho
lieke activiteit terzake van de radio, spoe
dig weer op gang komt. Daardoor is een
nieuwe vlucht van het radio-apostolaat mo
gelijk; endie vlucht is ook ge-
wenscht.
Bepalen wij ons tot eigen land, waar voor
den oorlog de Kath. Radio-Omroep met
groote moeite en kosten een eigen we
reld-uitzending had opgebouwd, die door
medewerking van de Phohi vrijwel on
aantastbaar was. Helaas werd alle activi
teit, onmogelijk, toen na de bevrijding
anderen zich wierpen op den wereldom
roep, en dat kon-den doen met den wette-
lijken en geldelijken steun van de Rijks
overheid.
De practische uitvoering van dit semi-
officieele overheidsapparaat was, en is nog,
de P. C. J., die ontegenzeggelijk goede uit
zendingen in den wereldaether brengt,
doch naar onzen smaak al te weinig reke
ning houdt met de belangen van de ka
tholieke missie en ook-van de protestant-
sche zending.
Wij zullen daarop niet critisch ingaan.
Alleen willen wij vaststellen, dat deze
wereldomroep, in zijn huidigen opzet en
zijn leiding, weinig waarborgen biedt
voor een uitbreiding van hetgeen ons
belangrijk voorkomt op het gebied van
wereld-apostolaat.
Intusschen zit men met een zeer kost
baar apparaat, dat mogelijk werd door de
bescherming van de stichting „Radio Ne
derland in overgangstijd". De vraag is ge
wettigd, of deze Wereldomroep in de toe
komst niet eveneens kan ressorteeren on
der de Nederlandsche Radio-Unie, welke
Uit Nederland gestolen
goud in Zwitserland
Een betrouwbare Amerikaansche regee-
ringsbron deelde aan U. P. mede, dat Duit
sche documenten, onlangs in de Russische
zóne van Duitschland ontdekt, aantoonen,
dat de Duitschers gedurende den oorlog
bij een transactie met de Zwitsers bijna ze
ventig millioen dollar Nederlandsch goud
naar Zwitserland hebben gestuurd, het
welk door dit land als deel van den Duit-
schen goudvoorraad aanvaard werd.
Deze ontdekking is volgens genoemde
bron gedaan, nadat de geallieerden een
overeenkomst met de Zwitsers afsloten over
de Duitsche bezittingen en het ontdooien
van de Zwitsersche bezittingen in de V. S.
Thans overwegen de Amerikaansche
autoriteiten contact op te nemen met En
geland en Frankrijk, om een moreel be
roep te doen op Zwitserland met betrekking
tot dit goud.
BESCHIKKING OP GRATIEVERZOEKEN.
De minister van justitie maakt bekend,
dat H. M. koningin afwijzend heeft beschikt
op het gratieverzoek van G. J. H. Ganze-
vlcs, tot de doodstraf veroordeeld bij sen
tentie van het Bijzonder Gerechtshof te
Amsterdam.
Teyens wordt bekend gemaakt, dat H. M.
de Koningin gratie heeft verleend aan: G. C.
van Wessum, D. van der Kraan, L. de
Bruin en L. C. Klootwijk, allen tot de dood
straf veroordeeld bij sententie van het Bij
zonder Gerechtshof te Amsterdam. Ten aan
zien van deze vier veroordeelden is de
doodstraf verwisseld in een tijdelijke ge
vangenisstraf met aftrek van den tijd in
verzekerde bewaring doorgebracht, te on
dergaan in een Rijkswerkinrichting en wel
ten aanzien van van Wessum voor den tijd
van 10 jaren, ten aanzien van van der
Kraan voor den tijd van 12 jaren, ten aan
zien van de Bruin voor den tijd van 20 ja
ren en ten aanzien van Klootwijk voor den
tijd van 12 jaren.
HONGAREN TE KOOP.
De s^ven handel is afgeschaft. Dat heb
ben wij altijd gedacht, maar het blijkt niet
waar te zijn. Zelfs na den oorlog nog niet.
De Hongaarsche radio meldde tenminste,
dat een groot aantal Hongaarsche boeren
gedeporteerd was naar Tsjecho-Slowakije.
De Hongaren zijn overgebracht naar Pre-
cesica, waar zij „zijn verkocht aan land-
bouw-ondernemers, voor prijzen van vijf
honderd tot duizend Tsjechische kronen
per stuk", aldus voegde de radio er aan
toe. „De Tsjechen, die de Hongaarsche ar
beidskrachten kochten, zouden zeer ver
baasd geweest zijn te bemerken dat vrou
wen en kinderen met de Hongaarsche
mannen waren megekomen, daar zij be
grepen hadden, dat slechts werklooze Hon
gaarsche mannen als vrijwilligers werk
zouden komen zoeken."
op 15 Februari a.s. zal optreden. Niet al
leen zullen dan de kosten ongetwijfeld da
len, doch vooral is dan mogelijk een be
ter contact met Missie en Zending in ver
re landen overzee-
Ongetwijfeld zal de Unda veel kunnen
doen in deze. Zij heeft voor ons land den
moreelen steun verkregen van den Kardi
naal-Aartsbisschop. Immers, Z.Em. J.
Kard. Dc Jong, verklaarde in een schrij
ven aan de directie van het bureau der
Unda: „Wij achten het van groot belang,
dat dit Bureau zijn arbeid, welke er op
gericht is, het katholiek geloof en de ka
tholieke levensopvatting door de meest
moderne middelen: radio en televisie, te
verbreiden en daaraan de plaats te verze
keren in den aether, die hun toekomt, her
vat. wijl het door zijn doelstelling en mid
delen een machtig hulpapnaraat kan zijn
in dienst van de Christelijke cultuuren
van den vrede".
Hilversum. A. v. O.
LEIDSCHE VROEDSCHAP
De gemeenteraad van Leiden werd gis
teren geopend met de gebruikelijke nieuw
jaarsbegroetingen. De rede van den voor
zitter was een voorbeeld voor den Raad:
kort en zakelijk. De voornaamste feiten,
die uit 1946 verdienen te worden geme
moreerd en nog eens extra vermeld, pas
seerden de revue, waaruit men kon con-
stateeren, dat.de nieuwe Raad nog niet
zoo heel veel belangrijks heeft tot stand
gebracht!
Al gauw ging de gemeenteraad over in
een zitting met gesloten deuren naar aan
leiding van de benoeming van een gemeen
te-ontvanger. En nu niet op verdoek van
een der Raadsleden, maar op vei-zoek van
den wethouder van financiën v. d- Kwaak.
Gelukkig was er echter eerst in het open
baar gesproken. De heer Perquin (K.V.P.).
ild van de commissie van financiën, had
in een helder betoog, welks juistheid1 nie
mand kon ontkennen, verklaard, dat de
sollicitant A. C. SommeHhg uit Breda (oud-
Leidenaar en oud-gemeente-ontvanger van
Oegstgeest), een man met zeer veel erva
ring, die in Breda hoofd is van de afdee
ling financiën ter gem.-secretarie en als
zoodanig uitstekende aanbevelingen heeft,
verreweg de meeste en belangrijkste diplo
ma's bezit en om dat alles de candidaat
is, waarop de Raadsleden van de K.V.P.
zullen stemmen, kiezend den beste onder de
vele goede sollicitanten.
Maar 't bleek al gauw, dat de Raad voor
deze redeneering niet toegankelijk was en
dat de stemming zou gaan tusschen twee
sollicitanten uit de Leidsche gemeente
ambtenaren, n.l. de heer F. Verstegen,
plaatsv. en waarn. gemeente-ontvanger als
No. 1 door B. en W- voorgedragen, en de
heer E. Eversteyn, van de afdeeling finan
ciën ter gemeente-secretarie. Beiden, naar
wij vernamen, mannen met zeer goede
kwaliteiten. De eerste had een voorkeur
doordat hij het ontvangersambt reeds tij
delijk heeft uitgeoefend, en zóó, dat het al
ler waardeering had getrokken; de twee
de kon wijzen op een waarlijk uitsteken
den staat van dienst tijdens de illegaliteit
en ook speciaal wat betreft het accuraat,
conscienttieus en volkomen belangeloos fi
nancieel beheer over millioenen guldens,
die hem ter distributie over onderduikers,
spoorwegpersoneel e.a. waren toever
trouwd.
Wij kunnen ons voorstellen, dat een
Raadslid", wien wij vóór de Raadszitting
vroegen: „wie zou er als ontvanger be
noemd worden", ons antwoordde: ik weet
het heusch niet en durf mij ook niet aan
een voorspelling wagen; zeker is alléén,
dat" het zal gaan tusschen de heeren Ever
steyn en Verstegen en dat het tusschen die
twee sollicitanten niet veel verschil zal ge
ven in behaald stemmental". Maar de uit
slag van de stemming heeft dat Raadslid
in het ongelijk gesteld: de heer Verstegen
kreeg 22 stemmen, de heer Eversteyn 11:
2 stemmen op No. 2 van d'e aanbeveling
(de gemeente-ontvanger van Rijswijk), 2
vacatures. Wij vermoeden, dat na de ge
voerde besprekingen meerdere Raadsleden
een draai hebben genomen. En onze in
druk is ook, dat verschilende partijen ver
deeld hebben gestemd, zoodat het ge
lukkig! geen politieke-partijstemming is
geweest.
Bij de verdere afhandeling van de
agenda zijn er hier en daar opmerkingen
gemaakt, wenken gegeven, ook wel uitin
gen van ontevredenheid gedaan, maar tot
een hoofdelijke stemming is het bü geen
enkel punt gekomen. Bij het punt om twee
scholen voor eindonderwijs om te zetten
in opleidingsscholen werd een debat aan
gesneden over de onderwijs-politiek
aangesneden; het geschiedde „terloops". De
wethouder van onderwijs, de heer v.
Schaik deed de verheugende mededeeling,
dat hij alles zal doen, wat hij maar doen
kan, om de scholen vor eindonderwijs zoo
goed mogelijk te doen zijn, en vooral het
7e en 8e leerjaar (het V G.L.O.). Deze „ter-
loopsche" mededeeling heeft groot waar
de, zoowel voor het openbaar als voor het
bijzonder onderwijs.
En, afschoon er maar 35 Raadsleden wa
ren, door twee vacatures, zooals gisteren
in het verslag vermeld, noemen wij ons
toch
Het 38ste.
In „Het Vrije Volk" (P. v. d. A.) lezen
we in het verslag van de Raadsvergadering:
De heer Perquin (K.V.P.) was het
debat begonnen met het voorstel om
een katholiek te benoemen, n.l. den
heer Sommeling uit Breda, volgens spr.
de man, die voor deze positie in aan
merking kwam.
Dit is toch wel een samenvatting van het
betoog van den heer Perquin, welke een
onware voorstelling van zaken suggereert!
De heer Sommeling werd niet aanbevolen,
als katholiek, maar om zijn capaciteiten,
zooals zeer d!uidelijk is verklaard!
Het is spijtig, maar zoo
nu en dan moet een ontwik
keld mensch zijn weten
schappelijke bagage eens
herzien, daar de mannen der
wetenschap telkens wat
nieuws ontdekken, waardoor
nieuwe theorieën veroude
ren en oude theorieën weer
nieuw worden. Wij moeten
nu onze visie op het ontstaan
van de aarde herzien. Tot
nu toe dachten wij, dat de
aarde in heel oude tijden
een vloeibare bol was ge
weest, die langzaam was af
gekoeld en nog steeds be
zig is kouder en harder te
worden. Zoo hebben ze ons
op school verteld en dat
klopt met onze eigen erva
ringen, want de wereld
wordt ieder jaar kouder en
alsmaar harder. Maar de
Russen, die sommige dingen
anders zien dan wij, vertel
len ons nu op gezag van
een wiskundige en Poolon-
derzoeker, genaamd Schmidt
dat de aarde ontstaan is
als vast lichaam.
In den loop van milliarden
jaren het komt er op een
paar millioentjes niet aan!
werd een aantal gigantische
brokken ijzeren meteoren
in het binnenste van de aar
de geconcentreerd, terwijl
de lichtere stukken van stee-
nen meteoren op de opper
vlakte bleven. Deze theorie,
aldus Schmidt in een rap
port aan het congres van
Sowjet-aardrijkskundigen,
verklaart tevens de verdee
ling van de aarde in kern
en korst, welker dichtheid
van het middelpunt naar de
oppervlakte afneemt.
Het officieele Sowjet pers
bureau meldt, dat de nieu
we theorie totnogtoe door
de feiten is bevestigd.
Wij zijn benieuwd naar
die feiten. Voor ons blijkt
uit dit alles tenminste i
feit en dat is dit: Nu zijn
wij misschien al zóó lang op
deze kleine aardbol en wij
weten er nog niets van. En
toch verbeelden wij ons
vaak, wijzer te zijn dan de
Maker van die aardbol.
WAAR BLEEF
door
J. S- FLETSCHER.
42)
Welke de levensomstandigheden en de
broodwinning van het gezin Clent, moeder,
zoon en dochter dan ook mochten zijn, het
v/as duidelijk, dat ze er smaak van had
den zich met comfort te omringen en dat
ze zich heel behagelijk in de beschutting
van deze hut bevonden, hoezeer huilende
winden en brullende zeeën er buiten ook
tekeer gingen. Het viel Blake die vol
was van het mysterie van Richard Malve-
ry's verdwijning en die zich afvroeg of hij
werkelijk op dien avond, welke zoovele
verbijsterende raadsels had opgeleverd,
naar deze hut was gelokt ook spoedig
op, dat deze knusse huiskamer volkomen
afgesloten was gehouden van de buiten
wereld. Toen hij en Alherton van landzijde
haar naderden, had hij geen lichtglimpje
kunnen waarnemen tot Gillian de deur ge
opend ha'd; nu hij binnen was. zag hij er
de reden van. Het eenige raam dat uitzicht
zou kunnen bieden over het land was ste
vig afgeschut en afgesloten; gorihnen wa
ren er ook voor gehangen. Maar in een
uithoek van de kamer merkte hij ook een
klein raam op, aangebracht in een venster
nis. Er voor hing een, thans gedoofde,
lamp; hij berekende, dat dit venster uit
zicht gaf op den dam aan de uitmonding
van den inham en op het open water van
de zee er buiten; zonder twijfel moest 't
soms als lichtbaken dienst doen.
Gillian wees haar bezoekers op twee van
de vele gemakkelijke met kussens voor
ziene ligstoelen waarvan de hut was voor
zien ,zij zelf nam plaats in de hoek van
een oude canapé, die aan een der zijden
van een helder brandend vuur van drijf
hout stond'. Ze was klaarblijkelijk even
zeer op haar gemak als elke eerbare vrouw-
van-de-wereld aan haar eigen theetafel zou
zijn geweest en Atherton, hoewel hij al een
enkele maal in de huis was geweest, doch
nooit eenig contact van belang met haar
bewoners had gehad, voelde zich wat ver
legen bij de inleiding van het onderwerp.
Maar verlegenheid was Gillian blijkbaar
vreemd. Ze beschouwde glimlachend de
twee mannen en er was iets van waar
deering in haar opnemen van Blake, wat
hem half verontwaardigd en half bleu
maakte. Gillian lachte, toen ze zich tot
den commissaris wendde, die evenals zijn
metgezel, zijn omgeving nauwkeurig op
nam
„En waarover wilde u eens met ons of
ieder van ons praten, commissaris Ather
ton?" vroeg ze nonchalant. „Ik durf wel
zeggen, dat ik u evenveel inlichtingen kan
geven als ieder van' beide anderen. Moeder
is niet wat ze moet zijn en Judah is niet
dikwijls thuis, zoodat ik tegenwoordig de
meest-verantwoordelijke persoon van het
huis ben. En als iemand iets noodig heeft
komt-ie bij mij."
„Juist", antwoordde Atherton. „Dan zal
ik maar recht op het doel af gaan. Ik wilde
graag inlichtingen hebben. Zonder twijfel
heeft u iets gehoord over de verdwijning
van mijnheer Richard Malvery?"
Gillian lichtte een welgevormde arm en
hand op en blikte weer glimlachend naar
het belooningsaffichie, dat dicht bij den
schouw tegen de muur was gehangen.
„Dat kreeg ik van iemand", antwoordde
ze nonchalant. „Ik weet niet meer van wie,
een of ander die langs kwam".
,,Ik wilde wel iets over hem hooren", zei
Atherton. „Hij was zeker in Marshwyke
op den avond van 27 Februari en even ze
ker op Norman's Point, even buiten Shil-
hampton, op dienzelfden avond. Hij moet
hier dien avond minstens tweemaal voor
bij gekomen zijn."
„Dat is wel mogelijk", zei Gillian onge
ïnteresseerd; „maar er komen hier een hee-
leboel menschen voorbij, die we niet zien.
Weet u zeker dat hij hier in de buurt
v. as. héél zeker?"
„Zoo zeker als tweemaal twee vier is",
antwoordde Atherton.
Gillian zweeg een oogenblik; toen wierp
ze op Blake en tweeden onderzoekenden
blik.
„Is deze heer een detective, die naar hem
op zoek is?" vroeg ze plotseling.
„Heelemaal niet", antwoordde Atherton-
„Deze heer, mijnheer Blake, was de com
pagnon van mijnheer Richard Malvery in
Canada en hij is er erg op gebrand zijn
ouden vriend te vinden."
„Heeft iemand hem verteld, dat hij hem
misschien wel hier zou kunnen vinden?"
vroeg ze, haar glimlach verbredend zoodat
haar bezoekers een prachtig stel pai el-
witte tanden zagen.
Atherton keek haar aan met zijn eigen,
veelbeteekend glimlachje.
„Ik geloof, dat mijnheer Richard Malve
ry gewoon was, hier nogal eens aan te
komenvroeger", merkte hij op.
Gillian lachte.
„U moogt wel zeggen, commissaris Ather
ton, dat hij hier vroeger altijd was", zei ze.
,,En dat, denk ik", vervolgde Atherton
met een nieuwen blik dien Gillian vlug
opmerkte, „was waarschijnlijk de reden
waarom uw broer zoo onvoorzichtig was
zekere, laat ons zeggen, onprettige opmer
kingen over hem te maken?"
„U moogt evengoed zeggen, dreigemen
ten, om kort te gaan", antwoordde ze.
„Maar Judah had altijd de zotte gewoonte
zijn tong maar te laten gaan en hij heeft
altijd een idee fixe over iemand of iets,
hij is twistziek. Ik hem me nooit over
Dick Malvery beklaagd. Hij kwam hier
veel, liep me natuurlijk achterna, want ik
was toen jong en zag er aardig uit! Maar
toen hij vertrok, wel, toen vertrok hij.
En als hij in Februari terugkwam naar de
ze streek, commissaris Atherton. is hij hier
niet aan geweest. En wat Judah betreft,
die was in dien tijd niet thuis, noch in En
geland".
„Dat heb ik gehoord", merkte Atherton
op. „Dan weet u niets van Richard Malve-
ry's verdwijning? Ook nooit iets gehoord?"
Gillian schudde haar hoofd.
„Ik weet niets over Dick Malvery se
dert hij zes jaar geleden verttrok", ant
woordde zij. „Ik weet, dat hij toen vrij plot
seling verdween en dat hij zijn oude vrien
den nooit vertelde, dat hij van plan was te
vertrekken. Maar ik wil u wel vertellen,
wat ik van hem weet, als u er tenminste
belang in stelt".
„We zullen graag naar u luisteren", zei
Atherton.
(Wordt vervolgd.)