5 gevallen voor het Leidsche Tribunaal RADIO Radio-apostolaat DE IJZEREN AARDE iDicd JltaCueti/ WOENSDAG 5 FEBR. 1947 JE LEIDSCHE COURANT PAGINA 2 huis doen uitroepen als sociaal voorman van het personeel, waarmede hij het doel van het NAF nastreefde. Hiervoor had hij ook in Den Haag een radiorede gehouden. Voorts had hij herhaaldelijk omgang gehad met Duitschc militairen. Verd. voerde aan, dat hij sociaal voelde en door de functie van voorman aan te ne men voorkwam hij, dat er een NSB-er aan gesteld werd. Bovendien behoefde hij dan niet naar Duitschland. C. W. Boer, boomkweeker te Boskoop was lid geweest van de NSB, groepshoofd van Kameraadschapszorg en latei hoofd afd. sociale zaken, plaatselijk leider van het NAF en kringleider van de afd. geldwezen van het NAF kring Rijnstreek. Mr. Averbeck, die hem verdedigde schet ste hem als een sociaal werker, niet als po liticus en in dit licht moet men al zijn werk zaamheden beschouwen. In denzelfden trant verklaarde de vol gende beschuldigde M. den Hartog uit Al pen aan den Rijn, die lid was geweest van de NSB en den Landstand en van Agra risch Front. Verd., die geheel doof is, ver klaarde op een schriftelijke vraag van den pres., dat hij reeds voordat de NSB bestond streefde naar verbetering van de positie der akkerbouwers, die in de twintiger ja ren verre van rooskleurig was, Iri de be weging meende hij verwezenlijking van zijn plannen te zulen vinden en daarom sloot hij zich aan zonder aan de buitensporig heden der partij deel te nemen. Uitspraak in al deze zaken over veertien dagen. Kost 22 Millioen. De Tweede Kamer heeft de vergadering van gisteren besteed aan de bespreking van het wetsontwerp tot het toekennen van een uitkeering ineens aan gepensionneerden. Volgens dit wetsontwerp zal aan hen, die pensioen hebben in gevolge de Pensioenwet 1922, een uitkeering worden gegeven van een kwartaal-pensioen, doch niet meer dan 500 gulden. Mevrouw Fortanuer-De W'it (P.v.d.V.) diende een amendement in met het doel voor 1946 het maximum van de uitkeering te verhoogen tot 750. Ook de heer Van Vliet (K.V.P.) bepleitte een verbetering, zeker voor 1947, en drong voorts aan op groote spoed bij de uitbetaling. Minister Becl achtte het ingediende amendement en de andere geopperde mo gelijkheden tot het geven van een degres sieve toeslag (d.w.z. een afnemende toe slag naarmate het pensioen hooger is) niet aanvaardbaar. Alleen voor de burgerlijke ambtenaren kost de uitkeering, zooals de regeering haar voorstelt, al 22 millioen gul den. De minister heeft op spoed aangedron gen bij de voorbereiding van het wetsvoor stel tot herziening van de Pensioenwet. Volgens dit nieuwe vooi-stel zal het maxi mumpensioen op 4650 komen. Voor 1947 zal de minister overleg plegen ovei de mo gelijkheid van verdere verhooging van pen sioenen in verband met de intusschen sinds 1 October verhoogde ambtenaarssalarissen. De Kamer zou heden beslissen. Verdachten reeds op vrije voeten In de zitting van gisteren heeft het Leidsch Tribunaal weer vijf lichte gevallen behandeld. Alle verdachten toch bevonden zich op vrije voeten, enkele hunner zelfs zijn nimmer gedetineerd geweest. Het eerst werd behandeld de zaak tegen G. J. Bouwmeester, opperman te Leiden, die aangesloten was geweest bij de NSNAP, hiervan propagandabiljetten had verspreid en aangesloten geweest was bij de SA-afd. van deze partij. Zoo had hij in bruin uni form deelgenomen aan oefeningen van de ze afd. en met opgestoken hand de HH- groet had gebracht. Verder zou hij zich in Lotharingen, waar hij gewerkt had, gezegd hebben: „Als Duitschland verliest, zijn wij ook verloren." Deze laatste beschuldigingen ontkent verd. ten stelligste Wel had hij in beslo ten kring den HH-groet gebracht. Op een vraag van den president waarom hij zulks deed, antwoordde verd.: „Och, als je in de kerk bent, bidden allen mee!" In zijn pleidooi wees mr. Schaper erop, dat deze verd. reeds vóór den oorlog, in 1938, in Duitschland te werk gesteld was. Hij had daar goed te eten en dus was het allerminst te verwonderen, dat hij als vele anderen vergiftigd werd door de propagan da van Herr Goebbels? En nu moet hij zich nog voor een Ned. tribunaal verantwoor den, omdat er hier toen geen werk en geen eten voor hem was! Vervolgens stonden terecht S. A. van Leeuwen en L. Berk te Leiden, die samen generatorhout voor auto's aan de Duitschers hadden geleverd en daarvan voordeel had den genoten. Van L. had voorts middels den ABD vervoerswerkzaambeden voor de Duitschers verricht voor de Herman Goe- ringwerke, terwijl hij vrijwillig de machi nes van het Nat. Dagbl. uit Rotterdam naar Utrecht had overgebracht. Hij stond met Karei v. Duuren op zeer goeden voet en ontving Duitsche militairen in huls. Voorts zou hij verklaard hebben: „waarom moe ten we bevrijd worden, we hebben het toch goed onder de Duitschers!". Van L. verklaarde, dat hij door den ABD gedwongen was tot de hierboven genoemde vervoerswerkzaamheden, anders waren zijn wagens in beslag genoemen. Het machine- vervoer had hij inderdaad vrijwillig ge daan. Wat de leverantie van generatorhout betrof, wezen beiden erop, dat dit opgezet was voor onze eigen wagens. Later heeft het rijksbureau ook voor de Duitschers bon nen afgegeven, waarop zij moester, leveren. Mr. Vos, die beiden verdedigde voerde o.m. aan, dat de tenlaste leggingen van le verantie en voordeel als één feit waren te beschouwen. Van zijn cliënt Berk zeide spr., dat deze op normale wijze aan de leverantie van hout was gekomen middels de Shell, waarvoor hij vroeger benzine kreeg. De Duitschers namen bovendien slechts 25 pet. af. Alle leveranties waren gedekt door rijksbonnen. Indien er dus van collaboratie gesproken kan worden, dan deed dit het rijksbureau of de Shell, welke mij. even als de APC, Sinfina enz. Ook op andere punten van de tenlastelegging ging spr. na der in. doch hij meende, dat het Tribunaal voor dit alles geen straf zou kunnen opleg gen. D. J. v. Rossum uit Leiden had zich als portier-huisknecht van het Diaconessen- DONDERDAG. HILVERSUM H, 415 M. 7.30 Gram.muziek; 8.15 Gram.muziek; 9.15 Morgenwijding; 9.50 Arbeidsvitaminen; 10.30 Van vrouw tot vrouw; 10.35 Concert; 11.00 Balletmuziek; 11.25 Voordracht; 11.40 Ensemble Jetty Cantor; 12.35 Pierre Palla; 13.15 The Skymasters; 13.45 Gram.platen; 14.00 Voor dc vrouw; 14.20 Zimmerman- kwartet; 15.00 Voor zieken cn gezonden; 16.30 Spaansche muziek; 17.00 Kaleidoscoop; 17.20 Welk dier deze week? 17.30 Pianoduo; 17.50 Het rijk over zee: 18.15 Orkest; 18.45 Sportpraatje; 19.05 Orkest; 19.15 Voor har monicaliefhebbers; 19.30 Radiomuz.-school; 20.15 Concert: 21.15 voor de vrouw; 21.45 Confetti; 22.45 Lezingen; 23.15 Orkest; 23.45 Gr.platen. HILVERSUM I, 301 M. 7.30 Morgengebed; 7.45 Gr.muziek; 8.00 „Pluk den dag"; 9.05 Gr.platen; 9.45 Voor de kleuters; 10.00 Gr.platen; 10.15 Morgen dienst; 11.00 De zonnebloem; 12.03 Piano; 12.30 Stafmuziekkorps Amsterd. politie; 13.15 Klaas v. Beeck; 13.50 Voor de vrouw; 14.00 Orgel; 14.40 Causerie voor de vrouw; 15.25 Kwartet; 16.00 Bijbellezing; 16.45 Or kest; 17.30 Koor; 18.00 Concert; 19.15 Gr. platen; 19.25 De vaart der volken; 19.45 De R.V.D. antwoordt; 20.08 Ontspanning na inspanning; 21.30 Gram.platen; 22.30 Ko- zakkenkoor; 22.45 Avondoverdenking; 23.00 Avondconcert. Herstelde internationale katholieke samenwerking DE vorming van een studie-commissie op het Keulsche Internationale Katholiek Pers- en Filmcongres in 1923 heeft geleid tot de oprichting van het Internationaal Katholiek Radiobureau. Jaar na jaar wer den regelmatig internationale bijeenkom sten gehouden; langzaam en zeker breid de zich de kring van aangesloten landen uit. Vergaderingen werden gehouden in de groote centra van Europa; in 1936 te Am sterdam, in 1938 te Hilversum. Natuurlijk moest de oorlog alle activi teit van het I. R. K onderbreken; doch reeds in 1944 werd te Londen een provi sorisch bureau ingericht, dat aanstonds het contact met de vrije en bevrijde gebieden wist te herstellen. In 1945 kregen de re organisatie-plannen hun definitieven vorm en in April 1946 werden die plannen voor gelegd aan de Staatssecretaris van het Va- ticaan. Het antwoord bevatte aanmoedi gingen en suggesties in het belang van de verwerkelijking. Een half jaar later werd te Rome dc eerste na-oorlogsche internationale bij eenkomst gehouden ;een nieuw uitvoerend bureau werd gekozen. Op Allerheiligendag verleende Paus Pius XII een bijzondere audiëntie aan de bestuursleden en formu leerde bij die gelegenheid vurige wen- schen voor het welslagen van de weder op genomen werkzaamheden in dit delicate en gewichtige apostolaatsgebied. Voortaan zal het Internationaal Katho liek Radiobureau zich aandienen onder den naam Unda en een algemeen secreta riaat openen te Fribourg in Zwitserland. En overwogen wordt het houden van een Katholiek Radio-Wereldcongres te Quebec, in Canada, in 1948. De Unda treedt op. IN dit korte overzicht hebben wij herin- nerd aan de internationale samenwer king van de katholieken op het terrein van de radio. Met de samenwerking be oogde men, de techniek van het hantee- ren van het modernste hulpmiddel in den strijd voor God tot de grootst mogelijke perfectie op te voeren. Zoo is het huidige Internationaal Ka tholiek Radio- en Televisiebureau het or gaan geworden, dat de inspanning van de katholieken uit alle landen der wereld op het gebied van radio en televisie wil bun delen. Het centraalbureau van de Ünda gaat nu organiseeren en een aantal diensten uitoefenen. Daarvoor heeft zij in de ver schillende landen medewerking verkre gen, meestal van afgevaardigden van ka tholieke radio-organisaties. Zij zullen be paalde gegevens in hun land verzamelen en deze regelmatig en snel doorgeven. Op het Unda-secretariaat worden de binnen-' gekomen gegevens door vakmenschen be handeld en wederom op de snelste wijze gedistribueerd. Een bijzondere afdeeling is de „Missio", die zich specialiseert op de aamvending van Unda-diensten voor de Missiegebieden. Men wil aan de missionarissen hulp ver- KW ART AAL-PENSIOEN EXTRA TOT 500 GULDEN. leenen bij het ontwerpen en berekenen, het aanschaffen, plaatsen, in gebimik ne men en exploiteeren van Missie-zendpos- ten en ontvangiririchtingen, teneinde onder meer het isolement van den missionaris op te heffen en de handicap van de groote afstanden ongedaan te maken. Kort ge zegd: men wil de radio, wellicht ook de televisie, stellen in dienst van het missio- neeringswerk. "Welke Wereldomroep? MEN kan niet anders dan de levendige hoop koesteren, dat de internationale voorlichting op het gebied van de katho lieke activiteit terzake van de radio, spoe dig weer op gang komt. Daardoor is een nieuwe vlucht van het radio-apostolaat mo gelijk; endie vlucht is ook ge- wenscht. Bepalen wij ons tot eigen land, waar voor den oorlog de Kath. Radio-Omroep met groote moeite en kosten een eigen we reld-uitzending had opgebouwd, die door medewerking van de Phohi vrijwel on aantastbaar was. Helaas werd alle activi teit, onmogelijk, toen na de bevrijding anderen zich wierpen op den wereldom roep, en dat kon-den doen met den wette- lijken en geldelijken steun van de Rijks overheid. De practische uitvoering van dit semi- officieele overheidsapparaat was, en is nog, de P. C. J., die ontegenzeggelijk goede uit zendingen in den wereldaether brengt, doch naar onzen smaak al te weinig reke ning houdt met de belangen van de ka tholieke missie en ook-van de protestant- sche zending. Wij zullen daarop niet critisch ingaan. Alleen willen wij vaststellen, dat deze wereldomroep, in zijn huidigen opzet en zijn leiding, weinig waarborgen biedt voor een uitbreiding van hetgeen ons belangrijk voorkomt op het gebied van wereld-apostolaat. Intusschen zit men met een zeer kost baar apparaat, dat mogelijk werd door de bescherming van de stichting „Radio Ne derland in overgangstijd". De vraag is ge wettigd, of deze Wereldomroep in de toe komst niet eveneens kan ressorteeren on der de Nederlandsche Radio-Unie, welke Uit Nederland gestolen goud in Zwitserland Een betrouwbare Amerikaansche regee- ringsbron deelde aan U. P. mede, dat Duit sche documenten, onlangs in de Russische zóne van Duitschland ontdekt, aantoonen, dat de Duitschers gedurende den oorlog bij een transactie met de Zwitsers bijna ze ventig millioen dollar Nederlandsch goud naar Zwitserland hebben gestuurd, het welk door dit land als deel van den Duit- schen goudvoorraad aanvaard werd. Deze ontdekking is volgens genoemde bron gedaan, nadat de geallieerden een overeenkomst met de Zwitsers afsloten over de Duitsche bezittingen en het ontdooien van de Zwitsersche bezittingen in de V. S. Thans overwegen de Amerikaansche autoriteiten contact op te nemen met En geland en Frankrijk, om een moreel be roep te doen op Zwitserland met betrekking tot dit goud. BESCHIKKING OP GRATIEVERZOEKEN. De minister van justitie maakt bekend, dat H. M. koningin afwijzend heeft beschikt op het gratieverzoek van G. J. H. Ganze- vlcs, tot de doodstraf veroordeeld bij sen tentie van het Bijzonder Gerechtshof te Amsterdam. Teyens wordt bekend gemaakt, dat H. M. de Koningin gratie heeft verleend aan: G. C. van Wessum, D. van der Kraan, L. de Bruin en L. C. Klootwijk, allen tot de dood straf veroordeeld bij sententie van het Bij zonder Gerechtshof te Amsterdam. Ten aan zien van deze vier veroordeelden is de doodstraf verwisseld in een tijdelijke ge vangenisstraf met aftrek van den tijd in verzekerde bewaring doorgebracht, te on dergaan in een Rijkswerkinrichting en wel ten aanzien van van Wessum voor den tijd van 10 jaren, ten aanzien van van der Kraan voor den tijd van 12 jaren, ten aan zien van de Bruin voor den tijd van 20 ja ren en ten aanzien van Klootwijk voor den tijd van 12 jaren. HONGAREN TE KOOP. De s^ven handel is afgeschaft. Dat heb ben wij altijd gedacht, maar het blijkt niet waar te zijn. Zelfs na den oorlog nog niet. De Hongaarsche radio meldde tenminste, dat een groot aantal Hongaarsche boeren gedeporteerd was naar Tsjecho-Slowakije. De Hongaren zijn overgebracht naar Pre- cesica, waar zij „zijn verkocht aan land- bouw-ondernemers, voor prijzen van vijf honderd tot duizend Tsjechische kronen per stuk", aldus voegde de radio er aan toe. „De Tsjechen, die de Hongaarsche ar beidskrachten kochten, zouden zeer ver baasd geweest zijn te bemerken dat vrou wen en kinderen met de Hongaarsche mannen waren megekomen, daar zij be grepen hadden, dat slechts werklooze Hon gaarsche mannen als vrijwilligers werk zouden komen zoeken." op 15 Februari a.s. zal optreden. Niet al leen zullen dan de kosten ongetwijfeld da len, doch vooral is dan mogelijk een be ter contact met Missie en Zending in ver re landen overzee- Ongetwijfeld zal de Unda veel kunnen doen in deze. Zij heeft voor ons land den moreelen steun verkregen van den Kardi naal-Aartsbisschop. Immers, Z.Em. J. Kard. Dc Jong, verklaarde in een schrij ven aan de directie van het bureau der Unda: „Wij achten het van groot belang, dat dit Bureau zijn arbeid, welke er op gericht is, het katholiek geloof en de ka tholieke levensopvatting door de meest moderne middelen: radio en televisie, te verbreiden en daaraan de plaats te verze keren in den aether, die hun toekomt, her vat. wijl het door zijn doelstelling en mid delen een machtig hulpapnaraat kan zijn in dienst van de Christelijke cultuuren van den vrede". Hilversum. A. v. O. LEIDSCHE VROEDSCHAP De gemeenteraad van Leiden werd gis teren geopend met de gebruikelijke nieuw jaarsbegroetingen. De rede van den voor zitter was een voorbeeld voor den Raad: kort en zakelijk. De voornaamste feiten, die uit 1946 verdienen te worden geme moreerd en nog eens extra vermeld, pas seerden de revue, waaruit men kon con- stateeren, dat.de nieuwe Raad nog niet zoo heel veel belangrijks heeft tot stand gebracht! Al gauw ging de gemeenteraad over in een zitting met gesloten deuren naar aan leiding van de benoeming van een gemeen te-ontvanger. En nu niet op verdoek van een der Raadsleden, maar op vei-zoek van den wethouder van financiën v. d- Kwaak. Gelukkig was er echter eerst in het open baar gesproken. De heer Perquin (K.V.P.). ild van de commissie van financiën, had in een helder betoog, welks juistheid1 nie mand kon ontkennen, verklaard, dat de sollicitant A. C. SommeHhg uit Breda (oud- Leidenaar en oud-gemeente-ontvanger van Oegstgeest), een man met zeer veel erva ring, die in Breda hoofd is van de afdee ling financiën ter gem.-secretarie en als zoodanig uitstekende aanbevelingen heeft, verreweg de meeste en belangrijkste diplo ma's bezit en om dat alles de candidaat is, waarop de Raadsleden van de K.V.P. zullen stemmen, kiezend den beste onder de vele goede sollicitanten. Maar 't bleek al gauw, dat de Raad voor deze redeneering niet toegankelijk was en dat de stemming zou gaan tusschen twee sollicitanten uit de Leidsche gemeente ambtenaren, n.l. de heer F. Verstegen, plaatsv. en waarn. gemeente-ontvanger als No. 1 door B. en W- voorgedragen, en de heer E. Eversteyn, van de afdeeling finan ciën ter gemeente-secretarie. Beiden, naar wij vernamen, mannen met zeer goede kwaliteiten. De eerste had een voorkeur doordat hij het ontvangersambt reeds tij delijk heeft uitgeoefend, en zóó, dat het al ler waardeering had getrokken; de twee de kon wijzen op een waarlijk uitsteken den staat van dienst tijdens de illegaliteit en ook speciaal wat betreft het accuraat, conscienttieus en volkomen belangeloos fi nancieel beheer over millioenen guldens, die hem ter distributie over onderduikers, spoorwegpersoneel e.a. waren toever trouwd. Wij kunnen ons voorstellen, dat een Raadslid", wien wij vóór de Raadszitting vroegen: „wie zou er als ontvanger be noemd worden", ons antwoordde: ik weet het heusch niet en durf mij ook niet aan een voorspelling wagen; zeker is alléén, dat" het zal gaan tusschen de heeren Ever steyn en Verstegen en dat het tusschen die twee sollicitanten niet veel verschil zal ge ven in behaald stemmental". Maar de uit slag van de stemming heeft dat Raadslid in het ongelijk gesteld: de heer Verstegen kreeg 22 stemmen, de heer Eversteyn 11: 2 stemmen op No. 2 van d'e aanbeveling (de gemeente-ontvanger van Rijswijk), 2 vacatures. Wij vermoeden, dat na de ge voerde besprekingen meerdere Raadsleden een draai hebben genomen. En onze in druk is ook, dat verschilende partijen ver deeld hebben gestemd, zoodat het ge lukkig! geen politieke-partijstemming is geweest. Bij de verdere afhandeling van de agenda zijn er hier en daar opmerkingen gemaakt, wenken gegeven, ook wel uitin gen van ontevredenheid gedaan, maar tot een hoofdelijke stemming is het bü geen enkel punt gekomen. Bij het punt om twee scholen voor eindonderwijs om te zetten in opleidingsscholen werd een debat aan gesneden over de onderwijs-politiek aangesneden; het geschiedde „terloops". De wethouder van onderwijs, de heer v. Schaik deed de verheugende mededeeling, dat hij alles zal doen, wat hij maar doen kan, om de scholen vor eindonderwijs zoo goed mogelijk te doen zijn, en vooral het 7e en 8e leerjaar (het V G.L.O.). Deze „ter- loopsche" mededeeling heeft groot waar de, zoowel voor het openbaar als voor het bijzonder onderwijs. En, afschoon er maar 35 Raadsleden wa ren, door twee vacatures, zooals gisteren in het verslag vermeld, noemen wij ons toch Het 38ste. In „Het Vrije Volk" (P. v. d. A.) lezen we in het verslag van de Raadsvergadering: De heer Perquin (K.V.P.) was het debat begonnen met het voorstel om een katholiek te benoemen, n.l. den heer Sommeling uit Breda, volgens spr. de man, die voor deze positie in aan merking kwam. Dit is toch wel een samenvatting van het betoog van den heer Perquin, welke een onware voorstelling van zaken suggereert! De heer Sommeling werd niet aanbevolen, als katholiek, maar om zijn capaciteiten, zooals zeer d!uidelijk is verklaard! Het is spijtig, maar zoo nu en dan moet een ontwik keld mensch zijn weten schappelijke bagage eens herzien, daar de mannen der wetenschap telkens wat nieuws ontdekken, waardoor nieuwe theorieën veroude ren en oude theorieën weer nieuw worden. Wij moeten nu onze visie op het ontstaan van de aarde herzien. Tot nu toe dachten wij, dat de aarde in heel oude tijden een vloeibare bol was ge weest, die langzaam was af gekoeld en nog steeds be zig is kouder en harder te worden. Zoo hebben ze ons op school verteld en dat klopt met onze eigen erva ringen, want de wereld wordt ieder jaar kouder en alsmaar harder. Maar de Russen, die sommige dingen anders zien dan wij, vertel len ons nu op gezag van een wiskundige en Poolon- derzoeker, genaamd Schmidt dat de aarde ontstaan is als vast lichaam. In den loop van milliarden jaren het komt er op een paar millioentjes niet aan! werd een aantal gigantische brokken ijzeren meteoren in het binnenste van de aar de geconcentreerd, terwijl de lichtere stukken van stee- nen meteoren op de opper vlakte bleven. Deze theorie, aldus Schmidt in een rap port aan het congres van Sowjet-aardrijkskundigen, verklaart tevens de verdee ling van de aarde in kern en korst, welker dichtheid van het middelpunt naar de oppervlakte afneemt. Het officieele Sowjet pers bureau meldt, dat de nieu we theorie totnogtoe door de feiten is bevestigd. Wij zijn benieuwd naar die feiten. Voor ons blijkt uit dit alles tenminste i feit en dat is dit: Nu zijn wij misschien al zóó lang op deze kleine aardbol en wij weten er nog niets van. En toch verbeelden wij ons vaak, wijzer te zijn dan de Maker van die aardbol. WAAR BLEEF door J. S- FLETSCHER. 42) Welke de levensomstandigheden en de broodwinning van het gezin Clent, moeder, zoon en dochter dan ook mochten zijn, het v/as duidelijk, dat ze er smaak van had den zich met comfort te omringen en dat ze zich heel behagelijk in de beschutting van deze hut bevonden, hoezeer huilende winden en brullende zeeën er buiten ook tekeer gingen. Het viel Blake die vol was van het mysterie van Richard Malve- ry's verdwijning en die zich afvroeg of hij werkelijk op dien avond, welke zoovele verbijsterende raadsels had opgeleverd, naar deze hut was gelokt ook spoedig op, dat deze knusse huiskamer volkomen afgesloten was gehouden van de buiten wereld. Toen hij en Alherton van landzijde haar naderden, had hij geen lichtglimpje kunnen waarnemen tot Gillian de deur ge opend ha'd; nu hij binnen was. zag hij er de reden van. Het eenige raam dat uitzicht zou kunnen bieden over het land was ste vig afgeschut en afgesloten; gorihnen wa ren er ook voor gehangen. Maar in een uithoek van de kamer merkte hij ook een klein raam op, aangebracht in een venster nis. Er voor hing een, thans gedoofde, lamp; hij berekende, dat dit venster uit zicht gaf op den dam aan de uitmonding van den inham en op het open water van de zee er buiten; zonder twijfel moest 't soms als lichtbaken dienst doen. Gillian wees haar bezoekers op twee van de vele gemakkelijke met kussens voor ziene ligstoelen waarvan de hut was voor zien ,zij zelf nam plaats in de hoek van een oude canapé, die aan een der zijden van een helder brandend vuur van drijf hout stond'. Ze was klaarblijkelijk even zeer op haar gemak als elke eerbare vrouw- van-de-wereld aan haar eigen theetafel zou zijn geweest en Atherton, hoewel hij al een enkele maal in de huis was geweest, doch nooit eenig contact van belang met haar bewoners had gehad, voelde zich wat ver legen bij de inleiding van het onderwerp. Maar verlegenheid was Gillian blijkbaar vreemd. Ze beschouwde glimlachend de twee mannen en er was iets van waar deering in haar opnemen van Blake, wat hem half verontwaardigd en half bleu maakte. Gillian lachte, toen ze zich tot den commissaris wendde, die evenals zijn metgezel, zijn omgeving nauwkeurig op nam „En waarover wilde u eens met ons of ieder van ons praten, commissaris Ather ton?" vroeg ze nonchalant. „Ik durf wel zeggen, dat ik u evenveel inlichtingen kan geven als ieder van' beide anderen. Moeder is niet wat ze moet zijn en Judah is niet dikwijls thuis, zoodat ik tegenwoordig de meest-verantwoordelijke persoon van het huis ben. En als iemand iets noodig heeft komt-ie bij mij." „Juist", antwoordde Atherton. „Dan zal ik maar recht op het doel af gaan. Ik wilde graag inlichtingen hebben. Zonder twijfel heeft u iets gehoord over de verdwijning van mijnheer Richard Malvery?" Gillian lichtte een welgevormde arm en hand op en blikte weer glimlachend naar het belooningsaffichie, dat dicht bij den schouw tegen de muur was gehangen. „Dat kreeg ik van iemand", antwoordde ze nonchalant. „Ik weet niet meer van wie, een of ander die langs kwam". ,,Ik wilde wel iets over hem hooren", zei Atherton. „Hij was zeker in Marshwyke op den avond van 27 Februari en even ze ker op Norman's Point, even buiten Shil- hampton, op dienzelfden avond. Hij moet hier dien avond minstens tweemaal voor bij gekomen zijn." „Dat is wel mogelijk", zei Gillian onge ïnteresseerd; „maar er komen hier een hee- leboel menschen voorbij, die we niet zien. Weet u zeker dat hij hier in de buurt v. as. héél zeker?" „Zoo zeker als tweemaal twee vier is", antwoordde Atherton. Gillian zweeg een oogenblik; toen wierp ze op Blake en tweeden onderzoekenden blik. „Is deze heer een detective, die naar hem op zoek is?" vroeg ze plotseling. „Heelemaal niet", antwoordde Atherton- „Deze heer, mijnheer Blake, was de com pagnon van mijnheer Richard Malvery in Canada en hij is er erg op gebrand zijn ouden vriend te vinden." „Heeft iemand hem verteld, dat hij hem misschien wel hier zou kunnen vinden?" vroeg ze, haar glimlach verbredend zoodat haar bezoekers een prachtig stel pai el- witte tanden zagen. Atherton keek haar aan met zijn eigen, veelbeteekend glimlachje. „Ik geloof, dat mijnheer Richard Malve ry gewoon was, hier nogal eens aan te komenvroeger", merkte hij op. Gillian lachte. „U moogt wel zeggen, commissaris Ather ton, dat hij hier vroeger altijd was", zei ze. ,,En dat, denk ik", vervolgde Atherton met een nieuwen blik dien Gillian vlug opmerkte, „was waarschijnlijk de reden waarom uw broer zoo onvoorzichtig was zekere, laat ons zeggen, onprettige opmer kingen over hem te maken?" „U moogt evengoed zeggen, dreigemen ten, om kort te gaan", antwoordde ze. „Maar Judah had altijd de zotte gewoonte zijn tong maar te laten gaan en hij heeft altijd een idee fixe over iemand of iets, hij is twistziek. Ik hem me nooit over Dick Malvery beklaagd. Hij kwam hier veel, liep me natuurlijk achterna, want ik was toen jong en zag er aardig uit! Maar toen hij vertrok, wel, toen vertrok hij. En als hij in Februari terugkwam naar de ze streek, commissaris Atherton. is hij hier niet aan geweest. En wat Judah betreft, die was in dien tijd niet thuis, noch in En geland". „Dat heb ik gehoord", merkte Atherton op. „Dan weet u niets van Richard Malve- ry's verdwijning? Ook nooit iets gehoord?" Gillian schudde haar hoofd. „Ik weet niets over Dick Malvery se dert hij zes jaar geleden verttrok", ant woordde zij. „Ik weet, dat hij toen vrij plot seling verdween en dat hij zijn oude vrien den nooit vertelde, dat hij van plan was te vertrekken. Maar ik wil u wel vertellen, wat ik van hem weet, als u er tenminste belang in stelt". „We zullen graag naar u luisteren", zei Atherton. (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1947 | | pagina 2