Herdenking gouden jubileum Endegeest Politierechter straft de kleine misdaad GEEN OORLOG AAN DE POOL! 'Diciï MaCv&tif DINSDAG 28 JAN. 1917 DE LEIDSCHE COUKAN i PAGINA 2 De mijnopruimingsdienst der Kon. Ned. Marine verricht belangrijk werk in Indo nesië. Een aangespoelde mijn is door dedeskundige manschappen gedemonteerd'. Zij kan nu per boot naar dieper water worden gebracht, waar zij zonder gevaar kan zinken, Op den achtergrond een Catalina-vliegboot, welke de aangespoelde mijnen opspoort. QP PLECHTIGE WIJZE heeft gistermid feit. dat het vijftig jaar geleden is, dat zegenrijken arbeid begon. In een bijeenko zaal, vond een plechtige herdenkingsbijeen degenen, die aan „Endegeest" hun krach Dr. C. P. J. Stotijn blikt in de toekomst Onder de aanwezigen merkten we o.m. op mr. E. J. M. H. Bolsius, lid van Ged. Sta ten van Zuid-Holland, vanzelfsprekend de burgemeester van Leiden, jhr. mr. F. H. van Kinschot, alle wethouders en de ge meentesecretaris, mr. J. Bool, burgemeester Bouman van Oegstgeest met de wethouders, mr. A. v. d. Sande Bakhuyzen, oud-burge meester van Leiden, de heer Gorrevinck, oud-burgemeester van Oegstgeest, prof. Carp, directeur van de psychiatrische kli nieken, dr. Endtz namens de Ver. tot Bevor dering van het Ziekenhuiswezen, de heer Könings, voorz. van de Ver. van Zieken huis-administraties, dr. Kraus namens de Ver. voor Psychiatrie en Neurologie; voorts directeuren van inrichtingen voor krank zinnigenverpleging, hoofden van diverse gemeentelijke takken van dienst, enz. Te omstreeks half drie werd de bijeen komst geopend met een herdenkingsrede van den geneesheer-directeur, dr. C. P. J. Stotijn. Herdenkingsrede dr. C. P. J. Stotijn. Na een hartelijk welkomstwoord tot alle aanwez.gen, in het bijzonder tot de genoo- digden zeide dr. Stotijn, dat een tijdvak van een halve eeuw thans is afgesloten en dat een nieuw tijdvak voor ons ligt. Een zoo be langrijk moment in de geschiedenis van het ges acht dwingt tot bezinning en spr meen de hieraan niet beter uiting te kunnen ge ven dan door op dezen dag, die de overgang vormt tusschen twee belangrijke perioden, een overzicht tte geven over de geschiede nis van het gesticnt om vervolgens eenige richtlijnen te wijden aan de toekomst. Spr. ging vervolgens het ontstaan van „Endegeest" in den breede na vanaf de eerste plannen en eerste besluiten, om ver volgens de verschillende niet onbelangrijke uitbreidingen, welke in den loop der jaren plaats vonden te memoreeren. De meeste bijzonderheden daaromtrent hebben wij in ons artikel van j.L Vrijdag, aan „Endegeest" gewijd, reeds medegedeeld. Dr. Stotijn voegde hier tevens aan toe een lijst van personen, die zich in den loop der jaren voor „Endegeest" verdienstelijk heb ben gemaakt. Zoo traden op 15 Jan. 1897 de eerste personeelsleden in dienst onler wie de huismeester, de heer C. G. D. v. d. Klaauw, de boekhouder Jac. de Nie en de tuinbaas J. W. van Zomeren. Dienzelfden dag trad bovendien in dienst de hoofdver pleegster Zr. C. Bloemendal. Op 27 Januari tenslotte werden de eerste RADIO Woensdag. HILVERSUM I (301 M.) 7.00 Nieuws. 7.15 Ochtendgymnastiek. 7.30 Orgelmuziek. 8.00 Nieuws, 8.15 „Het Jo Vincentkwartet". 8.30 Morgenconcert. 9.00 Ochtendbezoek bij onze jonge zieken. 9.30 Orkestwerken. 11.00 Concert door viool, cello en piano. 11.45 Familieberich ten uit Indië. 12.00 Orgelconcert in de St. Walburgkerk te Zutphen. 12.20 Het N.C. R.V.-koor. 13.00 Nieuws. 13.15 Metropole orkest o.l.v. Dolf van der Linden. 14.00 Vioolrecital door Rie Hendriks-v. d. Bom. 15.30 Sonate in c kl. t. voor klavier en altviool van Julius Röntgen. 15.50 Sym- phonie in Bes gr. t. van Haydn. 16.15 Meisjeskcor ..Lenteleven". 17.35 „Amati- Trio". 18.00 Meesterwerken voor klavier. 18.30 Progr. voor de Nederl. Strijdkach- ten. 19.00 Nieuws. 20.08 Radio Philharmo- nisch Orkest o.l.v. Hein Jordans. 22.35 Hollandsch Trio. 23.00 Nieuws. 23.15 Avondconcert. HILVERSUM II (415 M.) 7.00 Nieuws. 7.15 Ochtendgymnastiek. 7.30 Muziek bij het ontbijt. 8.00 Nieuws. 8.15 Gram.muziek. 8.50 Voor de huisvrouw. 9.00 Boedapester Strijkkwartet. 9.50 Sym- phonie-Orkest. 10.20 Voor de vrouw. 11.00 Populair non-stop-programma. 12.00 Jan Vogel en zijn accordeonorkest. 12.35 Be kende ouvertures en walsen. 13.00 Nieuws berichten. 13.20 Orkest Wim Elsendoorn. 14.00 Voor de vrouw. 14.30 Maup Cantor, cello en Jan Nederpelt, piano. 15.00 Voor de jeugd. 15.45 Op bezoek bij zieken. 17.15 Orgelspel door Johan Jong. 17.45 Rijk Overzee. 18.00 Nieuws. 18.15 Dansorkest „The Ramblers". 19.15 Nieuws uit Indië. 20.00 Nieuws. 20.05 „De Barbier van Se- villa", opera van Rossini. 21.45 Hoorspel „Oostenwind, Westenwind". 22.30 Miller- sextet. 23.00 Nieuws. 23.15 Op vleug'len der muziek. dag de herdenking plaats gehad van het het krankzinnigengesticht „Endegeest" zijn mst, gehouden in de prachtige recreatie komst plaats, waaraan zooveel mogelijk al ten gaven tegenwoordig waren. patiënten in „Endegeest" opgenomen. Zij vormden de voorhoede van een groep van vijftig Leidsche patiënten, die in het St. Jo ris Gasthuis te Delft werden verpleegd. Op 24 Dec. van dat jaar werd het gesticht vol ledig in gebruik genomen en op 31 Dec. van 1897 bedroeg l.et aantal patiënten 238, nl. 121 mannelijke en 117 vrouwelijke. Spr. memoreerde voorts het groote be lang voor de ontwikkeling van het gesticht door de benoeming van prof. Jelgersma tot hoogleeraar in de psychiatrie. Endegeest kon nu aan zijn bestemming beantwoorden om de belangen der universiteit te dienen. Gedurende 31 jaar heeft Jelgersma hier ge werkt en hij heeft Endegeest gemaakt tot een wetenschappelijk centrum. Zijn vele onderzoekingen over de anatomie en de hostopathologie var. het zenuwstelsel, zijn leerboek der psychiatrie hebben tot de roem van Leiden bijgedragen. Niet alleen voor het wetenschappelijk werk was Jelgersma van beteekenis. Hij was bovendien de man, die den stoot gaf tot de verdere uitbreiding van Endegeest. De gedachte, waardoor hij zich liec leiden, was de vestiging van een psychiatrisch cen trum, waar de verschillende vormen van geestesstoornissen konden worden bestu deerd. Zoo kwam Rhijr.geest tot stand, waarin opgenomen de psychiatrische kli niek en de stichting voor jeugdige zwak zinnigen Voorgeest. Spr. ging verder in op al de omstandig heden, die dezen uitbreidingen met zich mede brachten, om vervolgens een en an- Hierna was het woord aan den burge meester van Leiden, jhr. mr. F. H. van Kinschot, die de aandacht der aanwezigen vroeg voor ce wijze van verzorging van de krankzinnigen in de vroegere tijden en den omkeer schetste, welke zich op dit ge bied gelukkig heeft voltrokken. De geesteszieken hebben in e'en loop der eeuwen een treurig lot gehad. Vaak be schouwd als in bijzondere zin van de dui vel bezeten waren zij veelal aan verach ting en besnotting overgeleverd. Hun verpleging was bewaring, medische behandeling was onbekend. De ongelukkigen, die zich maar e-migs- zins onrustig toonden, werden vaak met ergerlijke dwangmiddelen in toom gehou den of in hokken opgesloten. Wel werden in de dolhuizen gemeenlijk gevaarlijke lie- cen opgenomen en waren de toestanden niet overal even onmenschelijk, maar het „groote publiek" beschouwde de dollen als wem'» meer dan „wilde dieren". Het was de Fransche medicus dr. Ph. Pi- nel, die omstreeks 1809 nieuwe opvattin gen deed hooren en voor een liefderijke en zachte behandeling pleitte. In Nederland vonden zijn woorden weerklank en dr. Schroedèr van der Kolk was de eers+e, die in de Willem Arntzstichting aan de Agnie- tc".str.°'st Je U1■"ht dQ kvarWinrr'tf-mver pleging in Nederland in nieuwe banen leidde. Bijzondere belangstelling voor W lot der krankzinnigen toonde Koning Wil lem I. Staatscommissies werden in°esteld, priisvra«?en uitgeschreven en van re^ee- rin^sweee kwamen voorschriften, die lots verbetering bevorderden en b.v. ten doel hadden de krankzinnigen 4e°en b°waring in gevangenissen te beschennen. langza merhand wend dan ook oo dit eeMed een aanzienl'ike verbetering verkregen. In 1841 kwam de kranzinnigenwet tot stand, waarin re<»*Ten waren opgenomen o.a. ten oozichte van de Pestmhten, de oo- nem'ng en het ont^lac. Aan de ■nrovmeies werd de taak opgedragen voor verolegin^s- ruimte voor krankzinnigen te zorgen, het zij door zelf een gesticht te bouwen, hetzij door contracten met gestichten af te slui ten. In 1884 kwam een nieuwe krankzinnigen wet tot stand, waardoor een einde werd ge. maakt aan het ingeslonen euvel der overbe volking en het aantal patiënten gebonden we~d aan de ruimte. In Leiden waren van oudsheer een aan tal kranzinnigen in het Leidsche gas'huis in verpleging. Onder invloed van de hier voor geschetste oovattingen was men tot de overtuiging gekomen, dat deze inrich ting voor krankzinnigen niet meer ge schikt was en zij was daarvoor buiten dienst gesteld. Voortaan werden de lijders in elders aanwezige gestichten opgenomen. De aandrang om ook in Leifen een ge sticht te bouwen kwam in eersten aanleg van de zijde der Universiteit. In Febr. 1891 richtten 120 studenten in de medicijnen zich tot den Commissaris van de Koningin in de provincie Zuid der te vermelden van de gevoerde behan delmethoden in den loop der jaren, waarbij hij er allereerst aan herinnerde, hoe dr. Scheffer de behandeling met geprolongeer de en permanente baden had leeren kennen in Duitschland om deze vervolgens ook hier in te voeren. Tal van personen passeerden daarna weer de revue, werkzaam op eenigerlei wijze in de inrichting, hetzij binnen of buiten de gestichten en vij meenen te mogen zeggen, dat geen enkele werd vergeten. Tenslotte trad dr. Stotijn nog in uitvoe rige beschouwingen over de ontwikkeling, welke zich de laatste vijftig jaar voltrok ken heeft in de psychiatrische denkwijze en behandeling, de invoering van persoon lijke vrijheid en persoonlijk verantwoorde lijkheidsbesef, de werkverschaffing en werktherapie, de invoering van de moder ne behandelingsmethoden der insuline- shock- en cardiazolshockbehandeling, wel ke in 1933 voor het eerst werden toegepast. Later nog door andere methoden gevolgd, hadden zij een geheel gewijzigde instelling van den arts tengevolge. Het medisch the rapeutisch nihilisme hield op te bestaan en voor den onderzoeker deed zich een on overzienbaar terrein van nieuwe problemen voor, waarover spr. nog nader uitweidde. De tijd gaat evenwel door en om aan de nieuwe eischen tegemoet te komen zullen in Endegeest nog vele veranderingen en verbeteringen moeten worden tot stand ge bracht, waaronder spr. allereerst noemde de uitbouw van het diagnostisch-therapeu- tisch apparaat. Behalve tot adequate behan deling der patiënten zal dit apparaat tot wetenschappelijk onderzoek in staat stel len, dat zooveel mogelijk moet worden ge stimuleerd. Het behoort tot de taak der ge stichten om tot de vooruitgang der psychia trie bij te dragen en het researchwerk dient dan ook als een noodzakelijk onderdeel in de organisatie van den gestichtsarbeid te worden ingeschakeld. Holland en de Prov. Staten met een re quest, waarin de wenschelijkheid van een gesticht te Leiden met het oog op de be langen der R.U. werden betoogd. Het ge meentebestuur van Leiden betuigde na tuurlijk zijn instemming met dit request en leverde een krachtig betoog, dat een nieuw gesticht in een Universiteitsstad de beste oplossing was om tot verkrijging van het aantal benoodigde plaatsen te ge raken. De inspecteurs van het Staatstoezicht gaven aan de voorstellen van Leiden steun, omdat zij meer gevoelden voor een nieuw gesticht op het land dan voor uit breiding van de binnen de stad gelegen gestichten. De zaak bleef een paar jaar sleepend, maar in October 1894 wendden B. en W. van Leiden zich wederom tot het Provinciaal Bestuur en thans met gunstig resultaat Zoo kwam „Endegeest" tot stand. Spr. constateerde, dat het Nederland- sche ziekenhuiswezen op een hoog peil staat en de verpleging zeer goed is. Even wel, de krankzinnigenverpleging geniet nog niet die algemeene waardeering, wel ke de verplegenden tot steun kan zijn in hun taak en voor de verheffing van hun werk. De krankzinnigenverpleging stelt aan het personeel höoge eischen. Het altijd opnieuw op tactvolle, geduldige en liefde rijke wijze omgaan met geesteszieken ten einde hun genezing te bevorderen, hen al thans tot sociaal gedrag te brengen, is een zware taak. Ook voor de Leidsche Universiteit was de oprichting van veel belang, omdat daardoor de belangen van het onderwijs in de psychiatrie werden gediend. Zoodra dit vak als een verplicht leervak werd ingevoerd en prof. Jelgersma als hoo<*- leeraar in de psychiatrie in dienst trad, later opgevolgd door prof. Carp, kwam HAAGSCHE POLITIERECHTER. Zwarte handel in- vleesch werd bedre ven door H. A. S. uit Alkemade; er was clandestien geslacht, en daarvan zou ver dachte heel <?oed op de hoogte zijn geweest. D_ officier vorderde tegen hem een maand gevangenisstraf. De politierechter veroor deelde tot veertien dagen gevangenisstraf. J. J. B. uit Alphen aan den Rijn had in het zwart gedaan; hij verhandelde een cou pon stof voor een heerencostuum teger een stevigen prijs zonder punten. Daarvoor vor derde de officier bij den Haagschen Politie rechter tegen hem veertien dagen gevange nisstraf. De politierechter deed het clemen- ter; hij legde 40 boete of 20 dagen hech tenis. benevens een maand gevangenisstraf voorwaardelijk met proeftijd van een jaar. J. v. d. S. uit Hillegom had zwarte han del bedreven in de sigaretten, voor welk feit de Officier tegen hem 50 boete of 20 dagen hechtenis, en voorwaardelijk twee maanden gevangenisstraf vorderde. De rechter gaf 10 boete of 5 dagen hechtenis, en voorwaardelijk twee maanden gevange nisstraf met twee jaar proeftijd. De raadsman, mr. J. v. d. Plas. meende dat H. N. van P. uit Katwijk aan den Rijn niet zoo slecht was, als in het verbaal wel vermeld was. verdachte had textiel goede ren verhandeld zonder punten, en daarvoor vorderde de officier tegen hem 350 boete of 2 maanden hechtenis, en voorwaardelijk twee maanden gevangenisstraf met drie jaar proeftijd. Na het pleidooi werd het vonnis 200 boete of 50 dagen hechtenis en voorwaardelijk een maand gevangenisstraf. P. A. H. van P. uit Katwijk aan den Rijn had textielgoederen verhandeld in strijd met de voorschriften. De officier vor derde behalve 75 boete of 25 dagen hech- met het Rijk een overeenkomst tot stand om de patiënten van Endegeest voor het onderwijs beschikbaar te stellen. Het doet ons genoegen dat ons gesticht ook kan bijdragen om de goede naam van onze Universiteit op medisch gebied hoog te houden. Spi. wees voorts op den van verschil lende zijden ondervonden steun, hij bracht dank aan directie, doctoren, ambtenaren en het gehee'e personeel en besloot met den wensch, dat ook in de toekomst God's rijkste zegen op het Gesticht moge blijven rusten. tenis, een maand gevangenisstraf voorwaar delijk. Na het pleidooi van mr. J. v. d. Plas, werd het vonnis bepaald tot de geldboete van 75 of 25 dagen hechtenis. B. H. te Rijnsburg had clandestien ge slacht, en het vleesch was in strijd met de voorschriften verhandeld. Daarvoor vor derde de officier een maand gevangenis straf. De politierechter veroordeelde tot drie weken gevangenisstraf. HAAGSCHE RECHTBANK. Wegens diefstal van een fiets voor een woning aan de.i Warmonderweg heeft te recht gestaan IJ. v. d. H. i it Leiden, tegen wien een jaar gevangenisstraf werd ge- ëischt. De rechtbank heeft verdachte con form dien eisch veroordeeld. Wegens strooperij was L. B. te Nieuwe We taring door den politierechter veroor deeld tot een maand gevangenisstraf. Het Hof heeft overeenkomstig de veroordeeling gehandhaafd. Op 28 Sept. had K. C. K. op den uit kijk gestaan, toen in een villa te Wassenaar ir braak werd g pleegd; de officier geloofde echter dat K. zalf in de villa was geweest, en vorderde een jaar en acht maanden ge vangenisstraf. De rechtbank heeft veroor deeld tot een jaar en drie maanden gevan genisstraf. GEALLIEERDE TROEPEN ZULLEN ITALIë ONTRUIMEN. Een officieele Britsche woordvoerder op het geallieerde hoofdkwartier heeft ver klaard, dat onmiddellijk na de ratificatie van het vredesverdrag met Italië de bepa ling in werking zal treden met betrekking tot de evacuatie van alle geallieerde troe pen in Italië. Voor de evacuatie is een tijdsduur van 90 dagen vastgesteld. AANBIEDING FEESTGESCHENK. Namens het personeel werd vervolgens het woord geveerd door Zr. v. d. Burg, die in een toespraak in dichtvorm de felicita ties en beste wenschen voor de toekomst uitsprak en als dank van het personeel een fraai tegeltableau aanbood, in den meest uitgebreiden zin een beeld gevend van de werktherapie en ontspanning in „Ende geest". Spreekster hoopte, dat het tableau een plaats moge krijgen in de hal van het Kasteel. Vervolgens bood zjj den burgemeester tevens een fraaien voorzittershamer aan, voor welke geschenken jhr. v. Kinschot hartelijk dank zegden. Als vertegenwoordiger van de psychia trische universiteitskliniek wees prof. E. A. D. E. Carp vervolgens op de samenwerking gedurende de laatste dertig jaar en sprak h den wensch uit, dat door beiden voort durende samenwerking de gemeenschaps band tusschen rijk en gemeente nog jaren bestendigd moge worden. Vervolgens werd nog het woord gevoerd door mr. E. 3olsius, lid van Ged Staten, die wees op de door beide partijen g« .trof fen overeenkomst. Spr. zeide, dat het Ged. Staten niet onverschillig kan zijn hoe men aan de andere zijde de overeenkomst na komt, doch spr. kon zeggen, dat men den goeden weg had gekozen. Spr. wees vervolgens op de groote be teekenis van Let hier verrichte werk en hij sprak den wensch uit, dat in het zoeken en streven naar meer de arbeid gezegend mo ge worden. Hiermede was de bijeenkomst ten einde en werd in het Kasteel ee x druk bezochte receptie gehouden. Des avonds vereenigden allen zich weder in het recreatiegebouw voor een feestelij- ken bijeenkomst, welke bijzonder geslaagd mag heeten. Nu de verschillende lan belangsteTing aan den dag heeft de Amerikaansche zich voelen opkomen, zou kunnen vechten aan mogelijk zijn, a's ijsbeer lig kanonnetje achter een ten op een anderen ijsberg, achter zit? Op zichzelf kan dat na tuurlijk, maar het was de vraag of de hitte van het gevecht wel voldoende zou zijn om de manschappen ie ontdooien. Daarom heeft men eens êen proef geno men in A'aska. waar 1500 manschappen met officie ren bij een temperatuur van 50 graden Celsius on der nul zijn gaan kampee ren en oorlogje spelen. den zulk een opmerkelijke .egfen voor de Poolstreken, legerleiding de vraag bij of men eventueel ook de Noordpool. Zou dit niet vermomd, met een gezel- ijsberg vandaan te schie- waar ook zoo'n ijsbeer Het resultaat van de proefneming is niet moei lijk te raden. De mannen zaten te bibberen rondom hun kacheltje: zij konden hun neus niet buiten de deur steken of dat ding (de neus n.l.) bevroor; zij konden geen geweer vast houden. geen granaat in een kanon steken want metaal is verdraaid koud bij een temperatuur van ruim 50 graden. Zelf? diep ademhalen was noodlottig we?ens het bevriezen van de longen. Volgens schatting van de officieren van gezondheid zou men 2 van zijn pres tatievermogen inboeten bij elke graad onder nul. Dat k'opt dan wel met de on dervinding. want bij de heerschende koude in Alas ka van 50 graden on-Ier nul. deden de so1 daten heelemaal niets meer. En het beste advies, dat de of ficieren van gezondheid konden geven, ivas: Stuur ze zoo gauw mogelijk naar ten hospitaal, om weer bij te komen. Voorloopig zal er dus van oorlog voeren aan de Noord pool wel niet veel terecht komen en evenmin aan de Zuidpool, zoodat er ten minste twee plekken op aarde zul1 en zijn, waar het 's winters gegarandeerd xustig zal zijn'. Rede van den burgemeester van Leiden WAAR BLEEF door J. S- FLETSCHER. 35) „Omdat Stephen Pyke altijd bekend was als een persoon, die het naadje van den kous weet van zijn omgeving", antwoordde Cuffe, zich bewust van zijn kennis. „Dat is reden nummer één. En reden nummer twee is, dat Stephen Pyke's broer Dan chef is bij de bank hier in Brychester. En, heeren, ais er een zaak, belangrijker dan alle an dere, was die den jongen Richard interes seerde, dan was het die van die chèque!" „Goed geredeneerd", stemde Atherton toe. „Dus u denkt, da'. Richard Malvery verwachtte, dat Stephen Pyke hem hier over wat nieuws zou kunnen vertellen?" „Ik denk wel, dat hij dat verwachtte", antwoordde Cuffe. „Hij begreep, dat die zaak wel aan het daglicht gekomen zou zijn en dat Daniël er zijn broer over ge sproken zou hebben. En Richard wilde we ten, hoe de zaken er bij stonden. Want het vervalschen van een andermans naam is, heeren, zooals u wel zult weten, een ern stige zaak". Blake bewoog zich rusteloos in zijn stoel. „U houdt dus nog steeds vol, dat Dick Malvery den naam van zijn neef vervalsch- te!" zei hij boos. „En ik zeg u, dat hij het niet deed. En daarom...." Cuffe zwaaide met zijn bleeke hand. „Kom, kom, mijnheer", zei hij bezwe rend, „niemand zou het meer pleizier doen dan mij, te weten dat hij het niet deed. Maar het getuigenis is machtig, mijnheer, en voor het oogenblik moeten we toegeven, dat er een kwestie is, die op het eerste ge zicht tegen den armen jongeman getuigt. Maar dat heeft niets te maken met mijn argument over dien Pyke. Ik zie 't zóó: Stephen ging naar Londen om Richard op te zoeken en daar heeft hij hem heel wat verteld. En het is erg waarschijnlijk, dat hy hem niet alles over die chèque kon vertellen, maar hij wist wie dat wél kon: zijn broer Dan. En dus ging hij een ont moeting voorbereiden van Daniël en Ri chard in Shilhampton, en daarom stuurde hij den volgenden morgen dat telegram naar Richard, ziet u „U bedoelt dat telegram, dat mijnheer Blake in het oude bureau vond?" zei Atherton. „Precies, commissaris, en dat naar den jongen Richard in het Minervahotel was gestuurd", antwoordde Cuffe. „Een niet onderteekend telegram verzonden op den vroegen morgen van den 27sten Februari uit.... waar? Shilhampton! Natuurlijk verzonden door Stephen Pyke. En hoe staan we nu met de zaak, heeren?" Het lag zoo voor de hand, dat Cuffe niets liever wilde dan het genoegen te hebben zyn gehoor te vertellen, hoe de za ken nu stonden en hoe hij het zag, dat Atherton hem verzocht, hen verder voor te lichten. „Heel graag, mijnheer", antwoordde Cuffe, „en naturlijk kan ik gelijk heb ben of kan ik ongelijk hebben. Maar het is mijn idéé, dat de jonge Richard daar het telegram ontving, naar zijn bank in Lom- bardstreet gaat, er 15 honderd Pond in bankpapier opneemt. Dan reist-ie 's mid dags hierheen en zendt dat telegram en die prentbriefkaarten naar mijnheer Blake. Er was geen twijfel aan dat hij mocht mee rijden met Greggy Abmett en dat hij naar de Anchor's Weighed ging. Ook staat het vast, dat hij stiekum naar huis ging en er die portefeuille in die oude schrijftafel ver borg. En waar ging hij toen heen, hee ren?" Cuffe stond op, rekte zijn korte figuur tot haar grootst mogelijke leng'.e uit en sloeg met zijn dikke hand op Atherton's rug. ,,Naar Shilhampton!" riep hij uit, zijn eigen vraag beantwoordend. „Naar Shil hampton, om er de twee Pykes te ontmoe ten! En wat u nu moet doen, commissaris, dat is: die twee Pykes te pakken zien te krijgen en ze uit te hooren. Vraag ze, waar ze dien avond met den jongen Richard Malvery bijeen kwamen, waar ze af scheid van hem namen, waar hij heen ging, toen hy hen verliet of zij hem verlie ten. En dan bent u misschien op weg, iets nieuws te hooren." Cuffe, die zijn weetje had gelucht, bet'a zyn gezicht met zijn naar lavendel geu renden zakdoek, pakte zijn breedgeranden hoed en zijn zorgvuldig opgerolde para- pluie en toonde alle teekenen die wezen op zijn bedoeling, te vertrekken. Maar Ather ton beduidde hem, nog even te blijven. ,,Een oogenblikje, mijnheer Cuffe", zei hij. „Dat is een goede wenk en ik zal er gebruik van maken. Ik ken die Pykes van naam en ik meen, dat ze allebei in Shil hampton wonen." „Ja, ze wonen allebei aan den rand van de plaats, commissaris", antwoordde Cuf fe. „Die plek heet Norman's Point, tus schen Shilhampton en Marshwyke". „Dus we mogen veronderstellen, dat Ri chard Malvery toen hij hen op dien avond van 27 Februari ging bezoeken, niet ver van hun woning was bij zijn vertrek van Anchor's Weighed?" veronderstelde Ather ton. ,,Een kwestie van drie kilometer langs den kustweg", antwoordde Cuffe. „Hij kon er na een half uur of zoo zijn." „Ik zal vanavond naar Norman's Point gaan", zei Atherton. „Maar intusschen, mijnheer Cuffe, mondje dicht." De bookmaker knipoogde en knikte en vertrok terstond daarop. Atherton wendde zich tot Blake, die ontstemd maar den vloer zat te staren. „En?" zei hij, „wat denk je van Cuffe en zijn verhaal?" ,,Ik denk", antwoordde Blake uit zijn droomerij ontwakend en met nadruk spi'e- ken, „dat Boyce Malvery een prachtexem plaar van 'n schooier is!" „En wat doet je dat zoo met stelligheid denken?" vroeg Atherton. „Omdat ik die zaak met de vervalschte chèque niet geloof", antwoox-dde Blake. „Het kan er bij mij niet in, dat je je met iemand associeert zonder hem door en door te kennen. Kijk, twee jaar geleden sloot ik vriendschap en nogal stevig ook met Dick Malvery en sedertdien heb ik alles van hem opgemerkt, zoowel in maatschap pelijk als in financieel opzicht. H::j mag zooals jullie dat noemen in zijn jonge ja ren nogal wild zijn geweest, hij mag hier in de buurt schulden hebben ach'ergeoten, maar niets zal me er van ovrtuigen, da' hij den naam van dien kex-el heeft ver- valscht!" ,,En waarom beschuldigde Boyce hem dan van valschheid in geschrifte?" vroeg Atherton. (Wordt vexwolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1947 | | pagina 2