3)e£cicbchc6ommil:
DRIE MOGELIJKHEDEN
Uitb re iding wereldhandel
Aanvullend memorandum in Londen
Wat zal de taak der bedrijfsschappen zijn?
ZATERDAG 25 JAN. 1947
Bureaux: Papengracht 32 Leiden
Giro 103003
Telefoon: Admin., Adv. en
Abonn. 20826.
Redactie: 20015.
Dir. en drukkerij 20935.
Abonnementsprijs 0.26 per
week, ƒ1.10 p mnd. 3.25 p.
kwartaal Franco p. post f 4.00.
waarin opgenomen „DE BURCHT"
KATHOLIEK DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN
37c JAARGANG No. 10996
Hoofdredacteur: TH. WILMER.
Directeur:
C. M. v. HAMERSVELD
Uitgave van N.V. ,,De Leidsche
Courant" en Stichting „De
Burcht".
Advertenties 15 cent per m.m.
Bij contract belangrijke korting.
De levenspractijk
LEVENSPRACTIJKEN, die voortkomen
uit een dwaling, kunnen zich véél wij
der uitstrekken, dan de dwaling zelf.
Er kan geen enkele katholiek zijn, die
al denkt hij ook slechts maar even na
beweren durft, dat de Godsdienst en het
leven-in-de-wereld gescheiden zijn.
Maar er zijn, helaas, wel katholieken, die
in verscheidene levensuitingen doen alsof
zij die dwaling aanhangen.
Dat heeft verschillende oorzaken: sleur
en gemakzucht en menschelijk opzicht en
niet op de laatste plaats! materialis
tisch egoïsme.
Een vernieuwing in christelijken zin
eischt, dat de hier bedoelde levensprac-
tijken radicaal worden uitgesneden.
Men kent die practijken, die men in leu
zen als „zaken zijn zaken", „ieder voor zich
en God voor ons allen" zelfs nog een schijn
van redelijkheid tracht te geven, terwijl zij,
in het licht van de christelijke beginselen,
onredelijk zijn op de ergerlijkste wijze!
Zoolang b.v. katholieken in het dagelijk-
sche bedrijfsleven zich niet als katholieken
gedragen, zich niet laten leiden door de
normen van rechtvaardigheid, strikte en so
ciale rechtvaardigheid, door de normen van
het recht èn van de liefde zoolang moet
men er zich niet over verwonderen, als er
velen zijn, die overhellen naar het commu
nisme.
In wat wij hier neerschrijven in een paar
woorden ligt opgesloten een waarlijk hui
veringwekkende verantwoordelijkheid voor
hen, die God heeft geschonken schatten van
waarheid en genade
Wij noemen het terrein van het bedrijfs
leven als voorbeeld; op alle levensterrein
moet niet slechts in mooie woorden of uiter
lijke kenteekenen maar allereerst in de uit
innerlijke beginsel-beleving geboren le-
venspractijk blijken wat het christendam
is!
Z. H. de Paus houdt ons bij voortduring
voor, hoe nu nu vooral van de chris
tenen wordt geëischt: beleving van het
chistendom, zuiver en krachtig.
Dezer dagen gaf, zooals Donderdag reeds
vermeld, Z. H. een audiëntie aan vier
honderd vrouwelijke leden der Vincentius-
vereeniging, waarbij Z.H. in een rede o.m.
zeide:
„Hoezeer ook een beredeneerde en weten
schappelijke uiteenzetting van de waar
heid van het geloof tot de werkzame gena
de moge bijdragen, is dit niet genoeg. Wij
moeten thans de grootheid van het Chris
tendom in zijn volheid met volharding be
leven".
En verder:
„Het is in strijd met de Katholieke ge
dachte en anti-christelijk, wanneer men
een scheiding zou willen maken tusschen
Godsdienst en leven, tusschen het boven
natuurlijke en het natuurlijke, tusschen de
wereld en de Kerk, alsof deze niet met ban
den aan elkaar verbonden waren en alsof
de wetten Gods geen enkele waarde had
den voor het dagelijksche bedrijfsleven."
MARSHALL NAAR MOSKOU.
De Amerikaansche minister van buiten-
landsche zaken, Marshall, zal de conferen
tie van Moskou over de vredesverdragen
met Duitschland en Oostenrijk, persoon
lijk bijwonen.
Koperen priesterfeest
te Alphen a. d. Rijn
Het koperen priesterfeest van
dom. Andreas Winninghoff O.S.B. zal a.s.
Zondag op plechtige wijze worden ge
vierd. Te 8.30 uur zal de plechtige Hoog
mis door den jubilaris worden opgedragen,
waarbij de heeren Schola en de jongens
Schola de Gregoriaansche gezangen en de
geloovigen de vaste liturgische gezangen
zullen zingen. Rector J. G. J. Rutten, pries
terzoon van de parochie, zal de feestpre-
catie houden.
Te 12 uur recipieert de jubilaris in de
St. Jospehzaal. Alsdan zal, na-'n toespraak
van den voorzitter der feestcommissie, het
geschenk van de parochie worden aange
boden. Het St. Bonifaciuszangkoor o.l-v.
den heer Chr. A. v. d. Mark, zal voor de
muzikale opluistering zorg dragen. Van
12.45 tot 1.30 uur zal de receptie toeganke
lijk zijn voor alle belangstellenden. De dag
zal worden besloten met een plechtig Lof
te 3.30 uur.
Prof. Aalberse voorziet
DROFESSOR AALBERSE heeft in het Bra bantsch Nieuwsblad een drietal artikelen
gewijd aan een „terugblik op Linggadjati". Daarin handhaaft hij zijn stelling,
„dat de regeering, die deze overeenkomst (van Linggadjati. Red), zooals ze letterlijk
luidde, met de regeering der Republiek Indonesië zou afsluiten, zich aan strafbare
Grondwetschennis zou schuldig maken".
Waarschuwing tegen
overijling
De ontwerpovereenkomst heeft echter
achteraf een interpretatie ontvangen, die
weinig overeenstemt met die, welke men
er op het eerste gezicht aan zou geven.
Schrijver legt zich daarom neer bij de
„voortreffelijk gestelde", elders genoemd
de „scherp en duidelijk geformuleerde" mo
tie van prof. Romme. die bijdroeg tot een
eind-resultaat, waarover men zich verheu
gen moet.
„Dat deze aanvaarde overeenkomst", zoo
schrijft prof. Aalberse „heel iets anders is
dan de 17 artikelen, zooals ze na de publi
catie door ieder, die Nederlandsch verstaat,
waren begrepen, is duidelijk".
Door opneming in de motie van de woor
den „met inachtneming der geldende grond
wet" acht prof. Aalberse zijn staatsrechte
lijke bezwaren ondervangen. Hij conclu
deert er uit, dat de Republiek Indonesië niet
erkend wordt als zelfstandige staat (ook
de uitleg der regeering) en dat ten aan
zien van de voorgenomen oprichting van
de Vereenigde Staten van Indonesië en van
de Nederlandsche Unie niets tot stand zal
worden gebracht dan na voorafgegane wij
ziging van de Grondwet.
Hoewel het niet diydelijk is hoe de ko
ning de onafhankelijkheid van den staat
dus van de Unie moet handhaven en de
vrijheden van alle staatsburgers moet be-
VOOR HET GEZIN
Kath. Bond gaat actie beginnen.
Het voortbestaan en de bloei van een
volk wordt in de eerste plaats bepaald
door een gezond en vruchtbaar gezins
leven. Waar echtelijke trouw, kinderzegen
en openbare eerbaarheid niet meer geëerd
worden, gaat een volk ondanks tijdelijke
economische welstand op den duur ten
gronde.
Het is daarom noodzakelijk, dat een
grootere actie ontplooid wordt, zoowel tot
opheffing der zeden, als tot verbetering
van den economischen toestand der ge
zinnen, zoo deelt de Kath. Bond „Voor
het gezin" mede.
Hiervoor komen de volgende punten in
aanmerking: Herstel van de christelijke
opvoeding en deugdelijke voorbereiding
van de jeugd voor de verantwoordelijke
taak van het ouderschap, herstel der open
bare zedelijkheid en bevordering van
goede lectuur en ontspanningen van het
gezinsleven, o.a.: door goede huisvestings
politiek, waaronder mede verstaan wordt
het verschaffen van speeltuinen in de
onmiddellijke omgeving van de woon
wijken, opheffing van de vrouwenarbeid
op fabrieken en kantoren, bevordering
van het huishoud- en nijverheidsonder
wijs en billijke schoolgeldregelingen.
Het Centraal Bureau .van den Bond
G. C. Robben, Nassaustraat 20, Helmond,
verschaft gaarne aan ieder alle inlichtin
gen. Aan dit adres kan men zich tevens
als lid opgeven.
schermen, dit staat volgens prof. Aalberse
wel vast, dat de bedoeling van art. 8 der
ontwerp-overeenkomst niet is, om den ko
ning als een eenheidssymbool boven de
Unie te stellen.
Prof. Aalberse voorziet nu drie mogelijk
heden: 1. de Republiek weigert te teekenen;
2. de Republiek is bereid te teekenen, maar
aanvaardt niet de officieele Nederlandsche
interpretatie; 3. de Republiek is bereic om
te teekenen en de Nederlandsche interpre
tatie te aanvaarden.
Bij de eerste mogelijkheid teekent schrij
ver aan: „De openbare meening in Amerika
zal zich ongetwijféld tegen de Republiek
Indonesië keeren, terwijl al voldoende dui
delijk geblèken is, dat het groote Indone
sische leger niet opgewassen is tegen de
veel minder talrijke Nederlandsche troepen.
Wij hopen en bidden, dat God dit onheil
keere. Maar mocht het komen, dan behoe
ven wij ons over den einduitslag niet onge
rust te maken".
Doet zich de tweede mogelijkheid voor,
„dan zit de zaak vast en het zal groote
moeite kosten dan tot nieuwe overeenstem
ming te komen".
In het derde geval doet zich de vraag
voor: wat nu?
Volgens prof. Aalberse is het nog niet ze
ker, dat het dan de Commissie-Generaal zal
zijn die de ontwerp-overeenkomst gaat uit
werken. Uit artikel 2 in combinatie met
artikel 17 lid 1 valt namelijk af te leiden,
dat daarvoor een delegatie ad hoe benoemd
moet worden.
Hoe dit zij, zoo besluit prof. Aalberse. het
is te hopen, dat men zich bij het uitwer
ken van het ontwerp niet aan overhaasting
zal schuldig maken.
r~'
'ic&S*
ai i '1 't
jÉf
T* T- ij•-<
1 jffi
sljiïMr
V
t
Europa's grootste drijvende bok, de „Ajax", heeft de laatste deelen in de brug, welke
het eiland Tholen met het vaste land verbindt, geplaatst. In Mei wordt begonnen
met het storten van het betonnen wegdek, zoodat in Junie a.s. de brug geheel gereed
zal zijn.
STICHTING VAN DEN LANDBOUW ADVISEERT MINISTERRAAD
r\E STICHTING VAN DEN LANDBOUW heeft zich in een adres aan den raad van
ministers gericht. Hierin maaJct zij haar standpunt bekend ten aanzien van de
Amerikaansche voorstellen tot uitbreiding van den wereldhandel en van de werkge
legenheid. Hoewel het stichtingsbestuur van meening is, dat de Nederlandsche boer
de betreffende voorstellen, althans wat de algemeene strekking hiervan betreft, in
beginsel dient te aanvaarden, wordt toch gewezen op de gevaren, welke voor ons
land verbonden zijn aan het nastreven van de gedachtengang, om de goederen daar te
produceeren, waar zulks het best en het goedkoopst kan geschieden op grond van
natuurlijke omstandigheden en grootere productiviteit van den agrarische arbeid.
Onze landbouw in een
ongunstige positie
Uitdrukkelijk wordt verklaard, dat de
Nederlandsche boer voor een uitermate ge
vaarlijk en ongewenscht feit zou morden
geplaatst indien door onze regiering zou
worden nagelaten vast te stellen, dat zij
zich het recht moet voorbehouden om door
De toekomstige
Nederlandsch-Duitsche
grens
Heden is aan de plaatsvervangende mi
nisters van Buitenlandsche Zaken van de
Groote Vier te Londen een aanvullend
memorandum van de Nederlandsche re-
geerin» overhandigd met betrekking tot
de vast: telling van de toekomstige Neder
landsch-Duitsche grens en aanverwante
problemen.
Ter inleiding zegt de regeering daarin
het volgende:
In haar memorandum van 5 November
1946 heeft de Nederlandsche regeering
haar standpunt kenbaar gemaakt ten
aanzien van de toekomstige Nederlandsch-
Duitsche grenslijn en aanverwante pro
blemen. Te dien tijde was nog geen be
slissing getroffen met betrekking tot de
procedure, die gevolgd moest worden bij
de beschouwing van het Duitsche vraag
stuk, derhalve was H.M.'s regeering van
oordeel, dat in die omstandigheden een
beknopte uiteenzetting van haar stand
punt voldoende zou zijn.
De raad van ministers van Buitenland
sche Zaken echter heeft bij nota van 7 Ja
nuari 1947 H.M.'s regeering uitgenoodigd,
aan de vertegenwoordigers voor Duitsch
land schriftelijk mededeeling te doen van
hare zienswijze ten aanzien van de aspec
ten van het Duitsche probleem, die voor
Nederland van belang zijn.
H.M.'s regeering acht derhalve het
oogenblik gekomen nadere inlichtingen te
verstrekken, voornamelijk van technischen
aard, met betrekking tot de vraagstukken
opgeworpen in haar bovenvermeld me
morandum van 5 November.
In ons volgend nummer zullen wij uit
het zeer uitvoerig aanvullend memoran
dum een en ander nader ontleenen.
MEXICO VRAAGT ONS OM HULP.
In verband met een groote mond- en
klauwzeer-epidemie, die voor Mexico een
nationale ramp dreigt te worden, heeft de
Mexicaansche regeering de hulp van Ne
derland ingeroepen en om toezending van
vaccin verzocht.
T>E MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN heeft gistermiddag de commissie van
voorbereiding van een voor-ontwerp van een wet op de publiekrechtelijke orga
nisaties geïnstalleerd met een rede, waaraan wij het volgende ontleenen:
„Uiteraard moet blijven vooropstaan, dat de publiekrechtelijke lichamen, die ik met
den naam van bedrijfschappen pleeg aan te duiden, niet tot taak hebben de belan
gen van een bepaalde groep van persoonlijk belanghebbenden te behartigen, doch
ten doel hebben het redelijk gemeenschappelijke bedrijfsbelang te dienen, dat on-
dergeordend dient te zijn aan het algemeen welzijn en dat verheven is boven zuiver
persoonlijke en groepsbelangen."
DOM. WINNINGHOFF O.S.B.
De overheid moet kunnen
ingrijpen
„Een van de meest markante karakter
trekken van de" nieuwe maatschappelijke
organen zal zijn, dat deze niet slechts ad-
viseerende, doch, voorzoover zulks met,het
algemeen welzijn in overeenstemming is te
achten, tevens uitvorende en verordenende
bevoegdheid zullen verkrijgen. Hiermede
wordt dan de grondslag gelegd voor het
dragen van de verantwoordelijkheid door
de gezamenlijke bedrijfsgenooten voor het
welzijn van de bedrijfsgemeenschap."
Spr. ontveinst zich allerminst, dat betrek
kelijk groote groepen uit het bedrijfsleven
nog aarzelend staan tegenover het aan
vaarden van deze verantwoordelijkheid'.
Spr. acht het daarom wenschelijk, dat
de verordenende bevoegdheid aan de
nieuwe publiekrechtelijke organen bij de
wet hun slechts geleidelijk aan wordt toe
gekend. „In de algemeene wet aan welker
voorbereiding uw commissie heeft mede te
werken zal slechts worden aangeduid, hoe
ver de bevoegdheden der bedrijfsgroepen
uiteindelijk kunnen gaan.
Teneinde te voorkomen, dat de organen
der bedrijfschappen maatregelen nemen,
die niet in overeenstemming zijn met het
algemeen welzijn of die daartegen indrui-
schen, zal in het door deze commissie sa
men te stellen voorontwerp aan de over
heid de mogelijkheid van een corrigeerend
ingrijpen moeten worden gegeven, hetzij
langs den weg van voorafgaande overleg en
preventieve controle, hetzij door den eisch v.
goedkeuring door de overheid achteraf,
hetzij op andere, meer indirecte wijze."
„Ook al zal het voorontwerp van e^n
algemeene wet op de publiekrechtelijke
bedrijfsorganisatie nog niet in concreto be
hoeven te bepalen, welke de bevoegdheden
van ieder bedrijfschap zullen zijn en al
zal het zich tot het bepalen van de maxi
male bevoegdheden kunnen beperken, toch
zullen uw commissie reeds de hoofdlijnen
voor oogen moe'en staan voor de verdee
ling van bevoegdheden tusschen den so-
ciaal-economischen raad, de verticale en
de horizontale organen zoomede over de
wijze waarop de overheid zich direct of
indirect ter waarborging van het alge
meen welzijn met de bedrijfschappen (ho
rizontale en verticale) en met den sociaal-
economischen raad heeft in te laten."
„In mijn tot het bestuur van de stich
ting v. d. Arbeid ge .richte missive heb ik
opgemerkt, dat ik uiteraard noch mijn
ambtgenooten, noch mijzelf op voorhand
kan binden aan een door deze commissie
samen te stellen voorontwerp met toe
lichting. Ik stel het op prijs hier te herha
len, hetgeen ik onmiddellijk aan dit alles
zins voor de hand liggend voorbehoud toe
voegde: dat uiteraard door mij, en ik ben
er van overtuigd ook door de regeering,
op vérgaande wijze met het project van
deze commissie zal worden rekening ge
houden."
,,Ik spreek den wensch uit, dat de werk
zaamheden van: deze commissie op korten
termijn tot ,een voorontwerp zullen mo
gen leiden, dat: voor den sociaal-económi-
schen opbouw, van de Nederlandsche sa
menleving een maximum aan goed bevat
en tegelijkertijd, de instemming en den
steun van een zoo groot mogelijk deel van
ons volk en van onze volksvertegenwoordi
ging zal kunnen krijgen".
De voorzitter der commissie beantwoord
de deze rede. Wij ontleenen aan deze rede
deze passages:
EERBIED VOOR HET GOEDE IN HET
VRIJE MAATSCHAPPELIJKE
LEVEN.
„Zonder op de beraadslagingen der
commissie te willen vooruitloopen meen ik
te mogen zeggen, dat de omschrijving van
het doel der publiekrechtelijke lichamen
op het gebied van het bedrijfsleven, zoo
als die door uwe excellentie is gegeven,
naar het mij voorkomt een betrouwbaar
uitgangspunt en een veilig richtsnoer
biedt".
„Hoewel de opvatting, dat de staat als
rechtsgemeenschap zich in beginsel afzij
dig heeft te houden van de aangelegen
heden op het gebied van het welvaartsstre-
ven, zoowel door de feiten als door de
veranderde inzichten der menschen reeds
geruimen tijd is achterhaald en althans
in haar extremen vorm in geen enke
len kring van het Nederlandsche volk
meer weerklank vindt, blijft het geboden
de oogen geopend te houden voor een
wijze van voorstelling van de economische
werkelijkheid, die misschien niet meer een
te groote waarde hecht aan het belang van
individuen en groepen, maar dan toch te
optimistisch is aangaande de vanzelf spre
kende behartiging van het gemeenschap
pelijk bedrijfsbelang en het algemeen wel
zijn door de bedrijfsgenooten, om voldoen
de ruimte te willen laten aan de overheid
om de haar ook op het gebied van het so
ciale en economische leven toekomende
taak effectief te kunnen vervullen."
„Maar anderzijds mogen wij ons toch ook
niet ontveinzen, dat de staat evenzeer als
het particulier en groepsegoisme tot de pa
rasiet kan worden van het economisch wel
zijn, wanneer hij geen eerbied bezit voor
het goede, dat het vrije maatschappelijke
leven tot stand weet te brengen en zonder
andere noodzaak dan het eigen machtsstre
ven wil ingrijpen in het ingewikkelde en
zoo licht te verstoren economische proces."
middel van een zelfstandige landbouwpoli
tiek den Nederlandschen landbouw tegen
buitenlandsche concurrentie te beschermen,
zoolang de omstandigheden zulks strikt
noodzakelijk maken.
De wereldverhoudingen zijn sterK. gewij
zigd. Men moet rekening houden met het
feit, dat de vooruitzichten voor exp irt voor
den Nederl. landbouw ongunstig zijn.
In andere deelèn van de aarde heeft de
landbouw de laatste jaren een enorme ont
wikkeling te zien gegeven. Voorst spelen de
wezenlijke verarming van ons volk, het
wegvallen van Duitschland als imporllanö
en de onwaarschijnlijkheid nieuwe afzet
gebieden voor onze agrarische producten
in voldoende mafe te vinden, een groote
•rol. Ten slotte. zoo meent het stichtings
bestuur kleven zeer groote bezwaren
aan de verplichting om af te zien van de
mogelijkheid in zake voorkeursrechten bij
invoer van goederen uit die landen, die een
welkom afzetgebied voor onze landbouw
producten zouden kunnen zijn.
Een uitermate belangrijke vraag is
voorts, welke middelen, behalve de bij
overeenkomst te bepalen invoerrechten en
du monopolieiieffingen blijkens de voor
stellen toelaatbaar worden geacht om een
zelfstandige landbouwpolitiek te voeren
n.et het doel de inheemsche landbouw tegen
buitenlandsche concurrentie te beschermen.
Deze middelen zijn beperkt tot een viertal
er wel:
a. Het heffen van compenseerendc in
voerrechten ingeval van dumping; b. Het
tijdelijk verhoogen van invoerrechten om
met behulp daarvan een plotseling ont
staan belangrijk nadeel voor de producen
ten te voorkomen; c. Het subsidieeren van
producten, waarbij de leden zich verplich
ten de 'organisatie op de hoogte te houden
aangaande de grootte en den aard van de
subsidie; de reden er van en zijn waar
schijnlijke gevolgen voor de handel; d. Het
verleenen van exportpremies, ingeval geen
goederen overeenkomst tot stand komt bij
het bestaan van een bezwarend wereld
overschot. Ten slotte de intergouvermen-
tale goederenregelingen.
In het algemeen kan de stichting zich wel
met de strekking van dit onderdeel van de
voorstellen vereenigen, echter is zij van
oordeel dat de bepalingen in de Ameri
kaansche voorstellen te veel afwerend zijn
voor het instellen van een goederenrege
ling, weshalve op eenige punten wijzigin
gen moeten worden voorgesteld en dat in
het kader van de goederenregeling buffer
stocks gevormd moeten worden,
Stalin ruimt misverstand op
Verzoenend gebaar t. o. v. Bevin.
Een persoonl/jke boodschap van Stalin
heeft een eind gemaakt aan een meenings-
verschil, dat gedurende eenigen tijd tus
schen Londen en Moskou heeft geheerscht
over een zinsnede uit de rede, die minis
ter Bevin op 22 December gehouden heeft.
Bevin verklaarde toen, dat Engeland
aan niemand en niets gebonden was, be
halve aan zijn verplichtingen, voortsprui
tend uit het Handvest der Vereenigde Na
ties. Het Russische blad ..Prawda" viel Be-
v'n hier op aan, conc'udeerde, dat deze
blijkbaar het tusschen Engeland en Rus
land bestaande bondgenootcvchap ter zij
de had gesteld, hetgeen Bevin ten stellig
ste ontkende. Stalin heeft Donderdag daar
op geantwoord, dat de uitlating van Bevin
hem niet heelemaal duidelijk was geweest
doch dat de zaak thans volkomen was op
gehelderd „Het is nu duidelijk", aldus
Stahn, „dat U en ik hetze'fde standpunt
ten aanzien van het Britsoh-Russische ver
drag innemen".
Bevin heeft den Britschen ambassadeur
in Moskou verzocht om Stalin dank te zeg
gen voor zijn zeer openhartige verklaring.
WEERSVERWACHTING
0 MATIGE TOT LICHTE VORST,
o Aanvankelijk weinig wind, later toe-
o nemend uit richtingen Noord en Oost.
o Zwaar bewolkt met tijdelijke opklarin- g
o gen. Plaatselijk eenige sneeuw. Van- g
nacht wat minder lage temperatuur, c
g Morgen overdag matige tot lichte o
g vorst.
«oooooooooooooooooooooooooooooooooooooo