S)e CcicbelveSoivici/nt Indië: „toestand explosief" De Pauselijke hulp aan getroffen landen Stroomleveringaan ons land stopgezet DAGBOEKKRABBELS UIT FRANKRIJK (5) Godsdienstvrijheid in het land van Tito VRIJDAG 10 JAN. 1947 Bureaux: Papengracht 32 Leiden Giro 103003 Telefoon: Admin., Adv. en Abonn. 20826. Redactie: 20015. Dir. en drukkerij 20935. Abonnementsprijs 0.26 per week, 1.10 p mnd. 3.25 p. kwartaal Franco p. post f 4.00. waarin opgenomen „DE BURCHT" KATHOXIEK DAGBLAD VODR LEIDEN EN OMSTREKEN 37e JAARGANG No. 10983 Hoofdredacteur: TH. WILMER. Directeur: C. M. v. HAMERS VELD Uitgave van N.V. „De Leidsche Courant" en Stichting „De Burcht". Advertenties 15 cent per m.m. By contract belangrijke korting. Onderwijs vernieuwing ER is algemeen een streven naar vernieu wing in het onderwijs, in de school programma's, in de school-vormen, in het aantal school-jaren. Maar er is vrij groote verdeeldheid over de vraag: hoe. Terwijl vast staat, dat men wat andei-s wil, is er heelemaal geen eenstemmigheid over de vraag, hoe men het dan wil.. Ten slotte kunnen wij vaststellen, dat het streven van de vernieuwingsactie voorkomt uit den wensch, om de school méér aan te passen aan het leven, aan de behoeften van en nuttigheden voor het practisch dage- lijksch leven. Men wil.... terug. Terug naar de wijsheid der Ouden, welke zij uit drukten in het: „Wij leeren niet voor de school, maar voor het leven" („Non scholae, sed vitae discimus"). Terug naar de kern van de middeleeuwsche opvatting van de school, welke zich ten doel stelde: te leeren bidden, te leeren dienen, te leeren kwaad van goed te onderscheiden (zie het artikel „Rondom het middeleeuwsch schoolkind", „Studiën", Jan 1947). Er kan in dit streven het gevaar liggen, dat men de positieve kennis gaat onder schatten. Positieve kennis heeft waarde op zichzelf en vaak ook groote waarde voor de ontwikkeling van de denkkracht. „Iemands intellectualiteit Langt niet af van geschoold heid, maar van zijn denkkracht", aldus de schrijver F. de Koek in het genoemd artikel in de „Studiën", waarnaar wij reeds verweT zen. Volkomen waar! Doch., denkkracht kan ook door „geschoolheid" worden ont wikkeld Maar: het gevaar van onderschatting van positieve kennis schijnt nog zoo ver verwij derd, dat wij er eigenlijk niet bang voor behoeven te zijn. Voorloopig is er nog het grootere gevaar, of liever: de feitelijkheid van de overschat ting van wat we bedoelen met positieve kennis. Aan de school van dezen tijd moeten an dere eischen worden gesteld, die aan die van de middeleeuwen. Natuurlijk. Doch mocht er nu ook en op de eerste plaats de eisch worden gesteld dat er wordt geleerd: bidden dienen goed van kwaad onderscheiden. Wie een school heeft doorloopen en dat niet heeft geleerd, op de eerste plaats ge leerd, is in zijn opvoeding mislukt, en mis schien ookin heel zijn veirder leven, al heeft die school hem tien diploma's bezorgd, waarvan elk hem een levenspositie kon schenken. Laten wij bij alle onderwijs-vernieuwing hiei-van levendig overtuigd en diep door drongen zijn! Gerbrandy PROF. GERBRANDY heeft zich verweex'd naar aanleiding van de regeeringsver- klaring, op 3 Jan. gegeven. De regeering had o.m. haar verwondering er over uitgesproken, dat de heer Gerbran dy felle aanvallen richt op dr. v. Mook, die hij zelf in Londen als luitenant-gouverneur- generaal en als minister van koloniën met groote macht had omkleed en in wien hij blijkbaar groot vertrouwen had gesteld. Dat heeft, naar onze meening, de heer Gerbrandy in zijn radiorede van gister avond niet weerlegd. Hij heeft er omheeix gepraat. Hij heeft en daarop komt het neer met geen enkel feit aangetoond, dat hij dr. v. Mook in zijn Londensclien tijd niet zijn vertrouwen heeft geschonken, en als 't ware onvoorwaardelijk en onbeperkt heeft geschonken. Wij bedoelen hier niet, ons te scharen aan de zijde van dr. v. Mook als bewonderaai-s voor diens politiek en tactiek. Wij willen alleen constateeren, dat prof. Gerbrandy de laatste man is die de huidige regeering mag verwijten, dat zij te veel waardeering heeft getoond voor een per soon als dr. v. Mook. PROF. POSTHUMA EN DE COMMISSIE-GENERAAL. In aansluiting op het bericht dat prof. S. Posthuma, directeur van de Nederlandsche Bank, zich bereid heeft verklaard, een even- tueele benoeming tot lid van de Commis sie-generaal te aanvaarden meldt A.N.P., dat het college van commissarissen van de Nederlandsche Bank zich er mee accoord heeft verklaard, om in verband met de be noeming van prof. Posthuma een interne regeling te treffen, waarbij deze bij de Ne- dei'landsche Bank tijdelijk op non-actief wordt gesteld. Gedurende, de afwezigheid van prof. Posthuma zal zijn functie als di recteur worden waargenomen door den heer Westerman Holstijn, die 15 Januari wegens den pensioengerechtigden leeftijd zal aftre den als directeur-secretaris. Prof. Posthuma vertrekt 21 Jan. naar In donesië, aldus de „N. Rott. Crt.". VOORZIENINGEN IN ZAKE DIENST PLICHT. De Eerste Kamer heeft gistellen na eeni- ge discussie het wetsontwerp goedgekeurd', waaarbij de regeering gemachtigd wordt van een aantal bepalingen der dienstplicht wet af te wijken. OP JAVA EN SUMATRA heerscht, mede als gevolg van de redevoeringen van den republikeinschen minister van Defensie, Sjarifoedin, en den bevelhebber der T.R.I., Soedirman, een gespannen atmospheer. Zoowel Nederlandsche als Indonesische woord voerders gaven, zoo meldt Ass. Press, als hun meening te kennen, dat de toestand „explosief" is en dat de betrekkingen slechter zijn dan in maanden het geval is geweest. Sjghrir heeft in een interview verklaard: „Volledige uitwisseling der standpunten tusschen de Commissie-Generaal en de republiek in zake de groote mili taire botsingen die de laatste drie weken op Sumatra hebben plaats gevonden, zou noodig zijn voordat de republiek de ratificatie van de overeenkomst van Cheribon zou willen overwegen". MOHAMMED HATTA De Nederlanders treden agressief op In een redevoering te Djogjakai-ta heeft Mohammed Hatta, vice-president der Re publiek o.m. gezegd, dat een belangrijk ding is bereikt, n.l. de eenheid van het Laskar Rakjat (Volksleger) met het volk, waardoor het Indonesische volk een besef van kracht gekregen heeft. Daarvan moe ten wij 'doordrongen zijn, aldus Hatta, evenals in hoeverre de Nederlanders ons willen overweldigen. De Nederlanders tre den agressief op te Buitenzorg, Medan en Padang, terwijl Cheribon zelfs gebom bardeerd is. Kruis en Helfrich hebben in Nederland een beweging opgezet om de eigen regeering te saboteeren. Bij onze re geering bestaat de wensch den weg van den vrede te bewandelen, doch wanneer de Nederlanders agressief blijven, dan be- De Koningin bij een ijs- hockey-wedstrijd H-M. de Koningin heeft gisteren in de Apollo-hall te Amsterdam de ijshockey- wedstrijd IjsvogelsCanadians bijge woond. „Ik vond het een zeer spannende avond en heb erg genoten". Gistermorgen heeft de Koningin in het Rijksmuseum studies gemaakt in haar schetsboek. ONDERSCHEIDING VOOR K.L.M.- STEWARDESS. Aan mej. B. Terwindt, hoofdstewardess van de K.L.M. zal Zaterdag 18 Jan. in den Schouwburg te Maastricht de „medal of freedom" worden uitgereikt, in verband met de hulp, welke zij gedurende den oor log aan geallieerde piloten heeft verleend. Mej. Terwindt is een der weinige Neder landsche vrouwen, die tijdens de bezetting als parachutiste boven vaderlandsch gebied werdep neergelaten. LEERLINGVERPLEEGSTERS MOETEN 25 JAAR ZIJN. Bij beschikking van den minister van Sociale Zaken zijn de leeftijdsgrenzen voor het toelaten tot het eindexamen van leer ling-verplegenden wederom gewijzigd en tot de oude normen teruggebracht voor de genen, die na 19 Nov. 1946 in opleiding zijn gekomen. Het gevolg hiervan is, dat ook de leef tijdsgrens voor toelating tot de opleiding voor leerling-verplegenden weer van 18 op 20 jaar is gebracht. ginnen wij daai-mee ook en wij beseffen onze kracht. Hatta vroeg zich af, of de Nederlanders oorlog durfden voeren en een poging zou den durven ondernemen om de Indonesiërs te doen buigen. „Het is mogelijk, maar dan zijn zij niet meer een gerespecteerd ras, doch een volk, dat wij minachten". In dien de vrijheid der Indonesiërs erkend wordt, zoo besloot Hatta, dan waarborgt In donesië de welvaart van Nederland, doch als men vasthoudt aan koloniale aspiraties, gaan de Nederlanders hun eigen onder gang tegemoet. De militaire situatie. Over den militairen toestand wordt ge meld, dat in den sector van Padang Neder landsche troepen een succesvolle zuive ringsactie hebben ondernomen zonder zelf verliezen te lijden. Veel munitie en wapens zijn hierbij in beslag genomen. Uit den sector, van Soerabaja wordt ver nomen, dat de berichten over terreur on- dpr de Indonesische bevolking, waarvan reeds eerder is melding gemaakt, nog steeds aanhouden. In de stad zijn verschillende personen wegens extremistische activiteit gearresteerd. De Nederlandsche controle- patrouilles werden beschoten en beant woordden het vuur. In den centralen sector van Soerabaja werden de Nederlanders met artillerie beschoten. In den Zuidelijken sec tor zijn republikeinsche patrouilles, die in sterkte varieerden van 5 tot 50 man, door beschieting uit Nederlandsch gebied verdre ven. Donderdagmorgen zijn de Nederlandsche hardrijders, die deel zullen nemen aan de wereldkampioenschappen te Oslo op 15 en 16 Februari naar Noorwegen vertrokken, waar zij eerst vier weken zullen trainen. Aan den vooravond van hun vertrek kwa men zij bijeen op de IJsclub te Kralingen. Staande v.l.n.r.: de trainer Nap, Herman Buyen, v. *d. Voort, Langendijk, Breed en Broekman. Zittend links: Verbiezen, die op eigen gelegenheid medegaat, midden: Jonker en rechts Kortenoever, die eveneens op eigen gelegenheid1 medegaat. Moederlijke zorg der Kerk bracht steun en vreugde Het blad van het Vaticaan: de „Osserva- tore Romano" geeft een overzicht van het geen de Paus tijdens den oorlog voor leni ging van den nood van de door den oorlog getroffen bevolkingen in verschillende lan den heeft gedaan, te beginnen met Noord- Afrika, Algiers en Tunis, waar de Paus door bemiddeling van den generaal-overste der Witte Paters, mgr. Jospen Brirraux, de burgerbevolking te hulp kwam. In Aus tralië, waar de laatste krijgsgevangenen nog vertoeven, worden deze door de pauselijke De kou verlamt Duitschland Uit Berlijn wordt gemeld, dat de stroom- levering van Duitschland naar Nederland wordt afgesneden, ten gevolge van de kri tieke situatie, waarin de electriciteitsvoor- ziening van W.-Duitschland door de vorst is komen te verkeeren. Officieel is mede gedeeld, dat het stopzetten van de stroom- levering naar België en Nederland, ten dee- le ook aan de Fransche zóne, een onderdeel is van de drastische inkrimping, die alle gebieden betreft, die door de centrales in de Britsche zóne worden verzorgd. De stroomlevering wordt stopgezet, om dat de productie van bruinkool door be vriezing der velden zoodanig verminderd is, dat de voorziening der centrales niet meer gewaarborgd is. Wat de steenkoolleveranties betreft be staat de verwachting, dat de vervoersbeper- kingen en de noodzaak om een minimale electriciteitsvoorziening in de Duitsche ste den op gang te houden, in de volgende da gen tot nieuwe maatregelen zullen kunnen leiden, waaronder de algeheele stopzetting van kolenleveranties naar het buitenland. De toestand in de Duitsche steden ont wikkelt zich thans in vei'snelde mate naar een crisis. In Berlijn, waar het grootste deel der bevolking zonder huisverwar ming is, worden sedert Dinsdag honderden menschen met bevroren ledematen binnen gebracht. De mogelijkheid bestaat, dat zelfs de ziekenhuizen zonder verwarming zullen komen. De Berlijnsche gemeenteraad heeft gisteren een stormachtig debat gevoerd over de kolensituatie, waarin de eisch gesteld werd alle nog bij theaters en bioscopen aan wezige voorraden in beslag te nemen. Hoewel gisteravond in Midden-Duitsch- land de eerste sneeuw gevallen is, houdt de koudegolf onverminderd aan. De verkeerssituatie in het Rijngebied is ernstig bemoeilijkt door het uitvallen der veerdiensten. Wegens drijf ijs is de scheepvaart op de Rijn in Duitschland de eenige tot dusver nog gebruikte waterweg geheel stop gezet. 27 December. Vandaag heb ik de jaarlijk- sche" bijeenkomst bezocht van den z.g. federalen raad der J.EC., de katholieke organi satie van de studeerende jeugd in Frankrijk (Jeunesse Etu- diente Catholique). Ik heb er wederom geen spijt van. Het was mij vergund, een stuk van 't levende Katholieke Frank rijk te zien. De bijeenkomst werd, overeenkomstig een reeds gevestigde traditie, ge houden in het Gollège de Sain- te Genéviève, te Versailles.-Zij ging vooraf aan een bijeen komst der A.C.J.F., Associa tion Catholique de la Jeunesse Frangaise, die morgen op de zelfde plaats gehouden wordt en die ik ook zal meemaken. Toen het bestuur van de J. E. C. hoorde, dat de bijeenkomst mij interesseerde, werd ik on middellijk uitgeiioodigd. Het college, waar men bijeen kwam, was op zichzelf al zeer interessant. Het staat midden tusschen het middelbare en hoogere onderwijs in en geeft een vooropleiding voor de z.g. Grandes écoles, die de hoogste opleiding geven op militair, koloniaal (om dit verouderde woord nog eens te gebruiken), zeevaartkundig en luchtvaart kundig gebied. Daartoe behoo- ren bijv. het beroemde college van Saint-Cyr en de Polyfech- nique. Het college heeft zich een groote vermaardheid ver worven. Het werd o.a. bezocht door Charles de Foucauld (die overigens als onhandelbaar werd weggestuurd), Albert de Mun, maarschalk Lyantey, ge neraal de Castelnau, maar schalk De Lattre de Tassigny, Generaal Leclerc. Tijdens de wereldoorlog sneu velden 1408 oud-leerlingen van Sainte-Geneviève, tijdens den laatsten oorlog 560. Het college telt op het oogenblik ruim 550 leerlingen. De gangen hangen vol met portretten van de hel den, die uit deze school zijn voortgekomen en die hun le ven gaven voor Frankrijk. Het was heerlijk, onder deze jonge menschen te zijn en hun prachtig enthousiame mee te leven en tevens zich volop te laven aan de rijke bronnen van den geest die zij hebben aangeboord. Men kreeg op deze bijeenkomêt inderdaad zeer sterk de indruk, hoe rijk Frankrijk is aan geestelijk le ven in den meest authentieken zin. Men ti-acht de problemen, die er zijn onder de oogen te zien en zoekt er een oplossing voor. Men denkt zelfstandig over de dingen na, argumen teert, critiseert, weerlegt. Ik denk hier aan de prachtige uiteenzetting van Henri Men- teur, secretaire général, over de werkzaamheid van het afge- loopen jaar. De avondzitting bracht het interessantste van 'heel den dag. Eerst een toespraak van abbé Canal, een aumóniei-, on danks zijn betrekkelijke jeugd al een oudgediende in de nog zoo jonge J.E.C. Zijn woord wilde vooral „témoignage", getuigenis zijn. Een getuige nis van den echten geest van de J.E.C. die bovenal een geest van „dienstbaarheid aan allen" t is, een geest van priesterschap, van apostelschap. Hii wijst er op, hoe het niet voldoende is, verspreide daden van christe lijk leven te stellen, maar hoe het erover gaat „het geheele milieu" om te vormen, te ver nieuwen in christelijken geest. En hij vertelt van de katho lieke school, die hij moest stichten in een arbeiderswijk. Hij meende, dat het niet vol doende v/as, als men zeggen kon: nu is er naast de neutrale staatsschool tenminste ook een katholieke school. Neen, de nieuwe school moest een vol komen vernieuwing van het onderwijs brengen. En hij be gon met de kinderen bijeen te roepen en hun duidelijk te maken, dat de niéuwe school' een „communauté", een ge meenschap moest zijn, gevormd door alle kinderen. En hij liet de kinderen zelf uitmaken, hoe laat de school moést beginnen. - Dat moest onderling bespreken worden. Men moest met de bijzondere omstandigheden van elk rekening houden. Toen bleek, dat sommige kinderen te ver weg woonden, om tusschen de middaguren naar huis te gaan, werd een cantine inge richt en de abbé at, niet aan een aparte tafel maar gewoon tusschen de kinderen in, zijn boterham op. Als een kind niet zindelijk was, werd niet maar zonder meer gestraft, maar de oorzaak werd opge spoord. Hij vertelt een aardig voorbeeld van een jongetje, dat nooit zijn huiswerk maak te. Hij riep het kind bij zich en kwam ten slotte achter de oor zaak. Het was het eenige zoontje van een weduwe die 's avonds in de cinema werkte. Het ventje was dan alleen thuis en was bang, het kroop van angst in zijn bedje. Toen werd met de andere kinderen over legd, om het dagrooster zoo te veranderen, dat hij 's morgens zijn huiswerk kon maken. En Vol trots vertelde hij aan zijn moeder: „Maman, ze hebben voor mij het rooster veran derd" Het kind was voor de school en voor het leven ge wonnen. Wie zoo'n school vormt doet een werk, dat verder grijpt dan het loutere schoolmilieu. Hij vormt menschen, die overal in het leven een ander milieu zullen scheppen. Dit is ten slotte de J.E.C., een team van jongens, die be grepen hebben, dat ze Chris tus in de wereld moeten bren gen. Vandaar, dat het contact met Hem steeds voorop moet staan. Want er zijn menschelij- ke contacten noodig (in alle denkbare vormen), maar ver rijkt door het contact met Christus. De bijeenkomst werd beslo ten met een prachtig rapport Van René Raymond den na tional president van de J.E.C. Hij wilde nog eens een verantwoording gèveh van het bestaan der beweging en ging alle motieven na, die het be staan van de J.E.C. konden rechtvaardigen. De J.E.C. moet werkelijke bestaansredenen hebben, anders is haar voort bestaan niet verantwoord. Alle z.g. sentimenteele motieven, hoezeer ze ons misschien ook aanspreken, moeten consequent worden afgewezen. En, als we naar de essentieele motieven zoeken, dan is het ook niet voldoende, ons tot motieven van practischen aard te be perken (al hebben die natuur lijk wel waarde, b.V. de een heid van het milieu, die een nationale, gespecialiseerde be weging eischt, de betrekkingen op het internationale plan), we moeten vooral trachten de J.E.C. als een geest een leven te zien. De J.E.C. wil het mi lieu van de studentenwereld omvormen. Zij is een nieuwe studentenwereld in wording, een herborene, verchristelijkte studentenwere'd. Zij dient de studentenwereld, daarin vindt zij haar diepste rechtvaardi ging. En zij dient tegelijkertijd de andere milieu's, die de wer kelijkheid ons te zien geeft, die van burgers, arbeiders en boe ren. A'len moeten elkander vruchtbaar beinvloeden. Ten slotte dient zij de Kerk. Zij is een schakel, een orgaan in het mystieke lichaam. Ja, de J.E.C moet in zekeren zin het gelaat van Christus in de Studenten wereld vertegenwoordigen. De actie van de J.E.C. heeft een rijke verscheidenheid. Zij richt zich bovenal op de persoonlijk heid, den mensch. Haar diep ste drijfveer is liefde voor de zielen. Daarbij is zij een prach tige vorm ook van zelfopvoe ding. Want men voedt zichzelf het best op, door de anderen te dienen! Het laatste woord was natuurlijk een beroep op de edelmoedigheid. De samen'e- ving zal slechts christelijk worden, naar de mate dat de genen, die ze vormen, christe lijk worden. Het Kerstfeest, dat wij samen vierden, moe ten we uitdragen naar allen! Dr. Henri van Rooijen, Kruisheer. liefdewerken geholpen. In Tsjecho-Slowa- kije, China, Finland, Japan, Noorwegen. Nederland en Polen waren het vooral de kinderen, die den bijzonderen zorg van den H. Vader ondervonden. In Denemarken, Zwitserland, Iran, Irak, en Syrië werden de vluchtelingen naar best vermogen bij gestaan. Het blad wijst verder op de katholieke hulpverleening in Frankrijk, gesteund door den Paus en met medewerking van het episcopaat, de nunciatuur en de Katholieke Hulpactie, waarvan de vroegere ambassa deur bij het Vaticaan, Frangois Charlesroux president was. Vooral in de door den oor log verwoeste gebieden ijverde dit aposto laat en het blad vermeldt voorts den steun, die de bevolking van Chartres ondervond door de zendingen kleeren en levensmid delen, toen deze streek voornamelijk door de gevechten tijdens de bevrijding te lij den had. Ook geeft de „Osservatore" een over zicht van het werk van de „War Relief Service" een Amerikaansche katholieke or ganisatie ten behoeve van de hulp aan Duitschland, waarbij zich aansluiten de ka tholieke organisaties uit Frankrijk, Neder land, Zwitserland en Ierland en meer in het bijzonder van de werkzaamheid der pauselijke commissie onder leiding van mgr. Munch, ten behoeve van Duitsche en vreemde vluchtelingen in verschillende zónes. Aan het hoofd der Duitsche organisaties stond mgr. Kaller. Deze hadden de zorg voor de verplaatste personen, terwijl de technische dienst van het Vaticaan zorgde voor het vervoer van groote hoeveelheden levensmiddelen, afkomstig uit Amerika, naar Oostenrijk en Duitschland. Zij, die de christelijke solidariteit en edelmoedigheid beoefenen, zullen met ge noegen vernemen, dat, dank zij de moeder lijke zoi'g der Kerk, er vreugde gebracht werd in tal van gezinnen en bij de slacht offers van haat en geweld. Ten slotte zond de Paus een persoonlijke boodschap aan alle vluchtelingen en gevan genen, teneinde hun te verzekeren, dat zijn wenschen geen ijdele woorden waren, doch de uitdrukking van zijn vasten wil tot ver betering der menschheid. Door de Yougoslavische overheid van Belgi-ado verbannen, kwam de laatste Fran sche Assumptionist, die er nog overbleef, P. Privet Belard, te Rome aan, waar hij en kele voorbeelden aanhaalde over de opvat tingen van Tito van de democratie. De As- sumptionisten hadden een woning en een kerk te Belgrado en, vóór den oorlog, de zielzorg van 2000 menschen, die de Fran sche kolonie uitmaakten. Daarenboven be dienden zy twee parochies te Belgrado en te Bor, waar de meeste Franschen. woonden. Alle Assumptionisten werden verdreven; evenals de zusters van dezelfde orde. Deze, ten getale van 22, hadden te Belgrado een lagere school voor Fransche kinderen met 400 leerlingen, een lyceum en een kost school. De Deken van Belgrado, Roussultor, en de Vicaris-Generaal Petlitsch zitten sedert vier maanden in de gevangenis; er werd hun een proces aangedaan wegens een ge houden preek. De secretaris van den Aarts bisschop Neumans verricht reeds een jaar lang dwangarbeid, zolder zelfs veroordeeld te zijn geweest. De militaire aalmoezenier Kotnik over leed in een concentratiekamp. De Aartsbis schop van Belgrado leeft in groote armoede en wordt eiken dag geplaagd door huiszoe kingen en tallooze ondervragingen EEN NIEUW SPOORBOEKJE IN OUDEN VORM. Op 4 Mei zal er weer een spoorboekje uitkomen. Deze reisgids zal weer in den ouden vorm vooroorlogsch verschij nen. Nu dus geen groote vellen meer, en ook geen dik boek meer in de binnenzak. WEERSVERWACHTING g NEVEL EN MIST. o In het overgroote deel van het land o o mist, plaatselijk eenige neerslag. In het o o N.O. van het land temperatuur om het o 5 vriespunt tot lichte vorst. Overigens g temperatuur om het vriespunt. Aan- g vankelijk weinig wind, later toenemen- g de wind uit Z. en O. 2 ooooooooooooooooooooooooóoooooooooooooo

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1947 | | pagina 1