S)e Ccicbchc6oii4cmt Alleen vaktechnici Voor een fijn stukje kaas Laten wij ons onze eereschuld bewust blijven Wij zijn in 1946 vooruitgegaan! DONDERDAG 2 JAN. 1947 Bureaux: Papengracht 32 Leiden Giro 103008 Telefoon: Admin., Adv. en Abonn. 20826. Redactie: 20015. Dir. en drukkerij 20935. Abonnementsprijs 0.26 per week, 1.10 p mnd. f 3.25 p. kwartaal Franco p. post f 4.00. waarin opgenomen „DE BURCHT" KATHOLIEK DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN 37e JAARGANG No. 10976 Hoofdredacteur: TH. WILMER. Directeur: C. M. v. HAMERSVELD Uitgave van N.V. .,De Leidsche Courant" en Stichting „De Burcht". Advertenties 15 cent per m.m. Bij contract belangrijke korting. Lichting 1924 opgeroepen Oorlogsvrijwilligers 1945 worden nog dit jaar gedemobiliseerd. Naar de „Nieuwe Leidsche Crt." verneemt zijn in verschillende plaatsen, o.a. te Lei den, oproepingen voor de keuring voor mi litairen dienst aan personen, die behooren tot de lichting 1924, verzonden. Van bevoeg de zijde deelde men ons desgevraagd mede, dat niet deze geheele lichting onder de wa penen komt, doch slechts zij, die vaktech nisch onderlegd zijn, o.a. medische studen ten. Deze geschoolde krachten beloopen ongeveer 10.000 man. Het ligt in het voornemen van den min. van Oorlog om de oorlogsvrijwilligers, die in 1945 dienst namen en naar Indië werden gezonden, van Sept. 1947 af geleidelijk te demobiliseer en, zoodat eind 1947 deze de mobilisatie voltoooid zal zijn. In Februari 3 kolenbonnen De drastische verlaging van onze gas- en electriciteitsrantsoenen en de vermindering van de kolentoewijzingen aan bepaalde in dustrieën hebben velen zich bezorgd doen afvragen, of aan de brandstoffenvoorziening van particulieren niet eveneens getornd zal worden. Van bevoegde zijde verneemt „Parool" echter, dat er geen reden tot pessimisme bestaat. Wèl hebben de stakingen in Ame rika en de vorstperiode onze kolenpositie zorgelijker gemaakt, maar desondanks zal het mogelijk zijn de bonnen voor de drie eenheden brandstof, die wij nog te goed hebben, te honoreeren. Vermoedelijk zul len de bonnen in den loop van de maand Februari kunnen worden aangewezen, on voorziene omstandigheden voorbehouden. GEEN EXTRA VLEESCH MEER. Met ingang van 5 Januari 1947 zal. zoo als reeds is aangekondigd,de extra ver strekking van 100 gram vleesch boven het rantsoen van 400 gram per persoon per veertien dagen voorloopig worden stopge zet. OFFïC. BONNENLIJST BONKAARTEN KA, KB, KC 701 (Strook No. 2). 551 brood 552 brood 551 boter 55..2 bote£ 553 boter 551 melk 55—2, 55—3 melk 551 vleesch 552 vleesch 551 algemeen 552 algemeen 553 algemeen 100 gram vleesch 800 gram brood 400 gram brood 125 gram boter 125 gram margarine of 100 graan vet 250 gram margarine of 200 gram vet. 4 liter melk 3 liter melk 100 gram vleesch 300 gram vleesch 200 gram kaas 1 ei 500 gram suiker, boter hamstrooisel, enz. of 1000 gram jam, stroop, 551B reserve 1600 gram brood 55IC reserve 800 gram brood BONKAARTEN KD, KE 701 (Strook No. 2). 561 brood 800 gram brood 561 boter 250 gram boter 562 boter 125 gram ipargarine of 100 gram vet 561 melk12 liter melk 56—1. 56—2 vleesch 561 algemeen 100 gram kaas 562 algemeen 1 ei 563. 564 alg. 250 gram suiker, boter hamstrooisel, enz. of 500 gram jam, stroop enz. 56—1D reserve 300- gram brood 56IE reserve 600 gram bloem of kin dermeel (niet uit rijst bereid) TABAKSKAARTN, ENZ. T 652 rantsoenen tabaks artikelen. V 66 200 gr. chocolade en/of suikerwerken. X 652 rantsoenen tabaks artikelen X 66 100 gr. chocolade en/of- suikerwerken BONKAARTEN MA, MB, MC, MD 701 (Strook No. 2). 554 brood 800 gram brood 554 boter 250 gram boter 554 margarine 250 gram margarine of 200 gram vet 554 melk 5 liter melk 554 vleesch 300 gram vleesch 555 vleesch 100 gram vleesch 555 kaas200 gram kaas 554 suiker250 gram suiker, boter hamstrooisel, enz. of 500 gram jam, stroop, enz. Voor de week van 12 t.m. 18 Januari zul len nog bonnen worden aangewezen voor bloem, koffie, thee, cacao en tabak. De bonnen van dj strooken No. 1 der toeslagkaarten voor bijzonderen arbeid en voor a.s. en jonge moeders MA, MB, MC en MD 701 zijn na 5 Januari niet meer geldig. De bonnen dezer toeslagkaarten hebben, zooals bekend, een geldigheids duur, welke gelijk is aan dien van de overige genummerde bonnen. De niet aangewezen bonnen van strook No. 1 kunnen worden vernietigd. 3082 'T KAASBOERTJE Haarlemmerstraat! 148 31 Dec. 1946: De Landsmoeder spreekt tot Haar volk Denkt U in in het leed en het gemis van Uw naaste H. M. de Koningin heeft Dinsdagavond de volgende radiorede gehouden: „Landgenooten, Het is niet mijn bedoeling, vanavond een Oude jaarsrede te houden, om de rekening op te maken, van de gebeurtenissen van het afgeloopen jaar. Nu gij voor de laatste maal in 1946, om den huiselijken haardi zijt geschaard of misschien ver hier vandaan in eenzaam heid naar mij luistert wil ik op deze wijze bij u binnentredend een enkel woord tot u spreken van gemoed tot gemoed. Allereerst dan mijn hartelijke wen- schen voor het nieuwe jaar. Moge het u veel brengen, waaarvoor gij nu of later dankbaar kunt zijn. Mijn wenschen strekken zich uit van de vervulling van de meest eenvoudige be hoeften des levens tot de goederen van de meest geestelijke waarde. Het zijn wen schen voor uw huiselijk geluk en een hech te familieband, voor een groeiende saam- hoorigheid als volk, voor levensblijheid en arbeidsvreugde, wenschen vooral voor be schaving van geest en gemoed. Onze rijksgenooten in het Westelijk halfrond wensch ik toe de spoedige vervul ling, eerst van het binnen de huidige grondwet bereikbare en daarna van wat pas na grondwetswijziging kan worden tot stand gebracht, opdat dit zelfstandigheid u deel worde, waarnaar velen uwer zoo vu rig verlangen en welke voor allen een ge lukkige toekomst moge openen. Mijn gedachten gaan uit naar Indonesië, waar velen nog zoo zwaar worden be proefd. Moge het nieuwe jaar de nieuwe rechtsorde naderbij brengen, waarvoor van verschillende zijden alle krachten wonien ingespannen en welke allen ten goede mo ge komen, ieder zijn rechtmatig aandeel brengende in de geestelijke en stoffelijke welvaart. Thans wend ik mij tot allen in het moe derland. Wij leven in de overgangsjaren naar den vrede. Vanzelfsprekend' is ons denken en han delen. gericht op een zoo spoedig moge lijk ontkomen aan de ellende, waarin de oorlogsjaren ons hebben gedompeld, op een voor de toekomst veiligstellen van onszelf en de onzen. Hoe prijzenswaardig dê inspanning is, waarmede, wij dit trachten te verwezenlij ken, zij brengt groote gevaren met zich. Velen vergeten te spoedig, wait zij door maakten, zijn zoo vervuld van eigen be lang, en leven zoo in zich zeiven gekeerd, dat oog, oor noch hart meer openstaat dat oog, oor noch hart meer openstaat voor het leed van anderen voor de groote nood, stoffelijk maar vooral geestelijk, waarin soms de naaste buren verkeeren. Vraagt gij u ooit weieens af, waar het meisje is gebleven, dat iedere veertien dagen trouw, onopvallend ep ongekend, de bonkaarten thuis bracht voor uw zoon, die onderge doken was? Wat is er van den jongeman geworden, die met verachting van gevaar voor eigen leven u, ongezien, geregeld de illegale bladen thuisbezorgde, uit welker inhoud gij weer nieuwe moed putte en 1-oop op de uiteindelijke bevrijding? Zijt gij niet al te spoedig vergeten de schand daden uit de concentratiekampen die de edelsten en besten uit ons volk ondergin gen en die gruwelijker waren dan wat de geschiedenis ooit heeft gekend? Geeft gij u er rekenschap van, dat de verbittering van vele jongeren voortkomt uit miskenning en achterstelling, welke een gevolg zijn van het niet willen of kunnen begrijpen van hun moeilijkheden en ge rechtvaardigde verlangens? Schijnt het soms niet of velen de oogen sluiten voor het leed van de oorlogsweduwe en haar jonge kinderen, die dag in dag uit herin nerd wordt aan het gemis van man en vader, voor den nood van hun vrienden uit Indië, of van hen, die in dit land zelf moesten cvacueeren en enkel het veege lijf nog konden redden? Hebt gij verleerd u in te denken en. te verplaatsen in het leed en het gemis van aJ deze broeders en zusters? En ook gij, oud-illegale werkers, herin nert gij u voldoende uw goede voorne- meri in tijden van grooten nood, toen gij uw kameraden beloofidet, dat, modht hun iets overkomen voor hun vrouwen en kin deren gezorgd en goed gezorgd zou wor den, niet alleen materieel maar vooral ook geestelijk? Landgenooten, is vrees, dat er een scheids muur wordt opgetrokken tusschen velen uwer en hen, die de doorstane schokken nog steeds niet te boven zijn gekomen, zoo dit al ooit gebeuren zal. Ik vergeet hierbij niet de goede en verblijdende uitzonderin gen vaYi hen, die geheel opens'aan voor al dit leed' en voor wie geen moeite te groot is om troost en verzachting te bren gen. Met waardeering gedenk ik in dit verband de arbeid der Stichting 19401945. Vrienden echter, noch een organisatie als de Stichting, kunnen het gevoel van ver latenheid, van in een hoek staan, wegne men. Dat kunnen wij slechts als volk in zijn geheel door tezamen de verantwoor delijkheid er voor op ons te nemen. Laten wij ons onze eereschuld bewust blijven! Ik doe allereerst een dringend beroep op hen, die verantwoordelijkheid dragen en op posten staan, waar geholpen kan wor den. Mij tot alle landgenooten wendeend, vraag ik voor verdriet en gemis, voor geestelijke en stoffelijke nood de deuren van har' en huis en eigen kring open te zetten. Tracht hen, die in en door den oorlog geleden hebben, in den diepsten zin des woords te begrijpen en mede te voelen wat er in hen leeft. Laat hen be seffen, dat zij een vaste plaats, een vrien denplaats hebben, in het midden van onze volksgemeenschap. Thans wend ik mij tot de oud-strijders in het binnen landsch verzet. Laat u niet ont moedigen en wanhoopt niet, wanneer gij het doel waarvoor gij hebt gestreden nog veraf ziet. Het komt er thans op aan, dat datgene, waarvoor gij in het verzet pal hebt gestaan in en door het geheele Ne- derlandsche volk wordt verwezenlijkt en het is daarom noodzakelijk, dat gij ook nu nog, ieder op zijn plaats, de idealen ge koesterd in uw strijd, blijft uitdragen. Groote idealen worden niet in één jaar bereikt. Laat u niet tot daden verleiden en prik kelen, die uzelf slechts schade kunnen brengen en die een geest ademen, waar tegen juist uw gevallen makkers gestreden hebben, toen zij hun leven gaven voor recht en wet. Slechts zóó blijft gij trouw aan den geest van het verzet. En ten slotte wend ik mij tot u die na den oorlog vereenzaamd in het leven zijt achtergebleven en door de traagheid des harten, ook van wie u omringen, vaak zoo radeloos gestemd, wanhoop in u voelt op stijgen. Uit vele brieven die ik in den loop van dit jaar heb ontvangen, weet ik hoe moei lijk uw leven is door verdriet en liefde loosheid. Gij zijt echter niet verlaten. Goddank, kloppen er in ons volk nog liefhebbende harten voor u. In deze tijden van onrust en onzekerheid, die zoowel in als bui'ten ons vaderland hun invloed doen gevoelen, gaat wat u drukt ook aan mij niet voorbij. Ook in heb mijn sombere oogenblik- ken, wanneer ik zooveel liefdeloosheid, leed en verwarring om mijij heen zie. Maar neen, wij komen van het Kerst feest en nemen daarvan mede, geloof, hoop en liefde, maar de liefde het meest. Die liefde, die nimmer wanhoont en steeds klaar staat om vertrouwen te schenken. Laat ons elkander in' het nieuwe jaar een kans geven en vertrouwen schenken en ook in dit opzicht het voorbeeld volgen, en verwarring om mij heen zie. Voorwaar, dan zal veel mogelijk zijn, dat thans onmogelijk schijnt." H.M. de Koningin woonde de traditioneele opvoering van de „Gijsbrecht" in den Stadsschouwburg"te Amsterdam bij. De vorstin, omringd door leden van de hof houding, in Haar loge. TRUMAN PROCLAMEERT: Einde der periode van vijandelijkheden De president der V.S., Truman, heeft op den laatsten dag van het oudejaar onver wachts de „beëindiging van de periode van vijandelijkheden van wereldoorlog II" ge proclameerd, met ingang van Dinsdag 18 uur. Daarmede heeft hij zijn regeering vrij willig van groote bevoegdheden ontheven, welke uit dezen toestand voortvloeien. Hiermede is echter geen einde gekomen aan den z.g. „oorlogstoestand" of- „noodtoe stand". Deze zullen later door het Con gres moeten worden opgeheven. De voornaamste wet, die door de procla matie van president Truman ter zijde wordt gesteld, is de zoogenaamde wet van Smith en Connally, die den president de bevoegd heid verleent om beslag te leggen op indus trieën, waar gestaakt wordt. Deze bevoegd heid, die nu wordt aangewend in verband met de geschillen in de steenkoolindustrie, zal over zes maanden beëindigd zijn. Truman zelf heeft de proclamatie een poging genoemd om met het door de repu blikeinen overheerschte Congres samen te werken. Het beëindigen van de „periode van vijandelijkheden" beteekent tevens de op heffing van verschillende overeenkomsten. Zoo zullen alle Amerikaansche schepen, die aan de andere geallieerden in bruikleen waren afgestaan, thans formeel gekocht moeten worden ofwel vóór Juli 1947 aan de Ver. Staten teruggegeven moeten worden. Vervolgens moeten Groot-Brittannië, Voor- Indië en alle andere ontvangers van zilver volgens de leen- en pacht-bepalingen dit vóór het einde van 1951 teruggeven. Waar schijnlijk het belangrijkste van alles is, dat het program voor steun aan prijzen van land- bouwartikelen door de Amerikaansche re geering slechts van toepassing zal zijn op de oogsten van 1947 en 1948, doch niet van 1949. De proclamatie van den president zal vervolgens automatisch een scherpe verja ging van accijnzen op vele consumptie-ar tikelen, zooals dranken, juweelen en bont, alsmede van telefoon-, telegraaf- en radio bericht-tarieven ten gevolge hebben. Samenzwering in Boedapest? 240 Journalisten gearresteerd De door de communisten beheerschte Hongaarsche politieke politie heeft op Oudejaarsavond Jdeno Szatmari, correspon dent voor Zwitsersche en Zweedsche bla den, gearresteerd. Szatmari is tevens voor zitter van de buitenlandsche persvereeni- ging in Hongarije. Aanvankelijk meende men, dat deze ar restatie verband hield met edn onder com munistische leiding uitgevoerde zuivering van pro-Westersche Hongaren. (Doch later werd bekend, dat er een contra-revolutio nair complot ontdekt zou zijn. Er werden niet minder dan 240 journalisten gearres teerd en voorts zouden er zes verborgen vliegtuigen ontdekt zyn plus documenten, die gedetailleerde plannen zouden bevatten voor een „revolutie" en de vorming van een regeering in ballingschap. Een der leiders zou de oud-generaal La- jos Dalcori Veres zijn, die tot het leger vaiL admiraal Horthy behoorde en in contact zou staan met aanhangers van Horthy in het buitenland. Miri.-Pres. Beel over het afgeloopen jaar: Geestelijke heropbouw eischt alle krachten op Koningin bij de „Gijsbrecht" H.M. de Koningin heeft gisteravond den Gijsbrecht van Aemstel in den Stads schouwburg te, Amsterdam bijgewoond. Te gen halfnegen na het einde van het eerste bedrijf kwam H.M. in den schouwburg op het Leidscheplein aan in gezelschap van mevr. De Beaufort geb. Baronesse van Har- denbroek, dame du palais, den heer Kohn- stam, haar secretaris, kapitein Buhrmann, haar adjudant, en jhr. Van Lennep, kamer heer b.d. Bij het betreden van den schouw burg werd H.M. ontvangen door den bur gemeester, mr. d'Ailly. Zij woonde ook na de pauze de voorstelling van de Bruiloft van „Kloris en Roosje" bij. Van Dalsum bracht opnieuw een buiten gewoon goede Gysbrecht, de Willebrord van Louis van Gasteren en de Vosmeer-rol van Ben Groenier zijn eveneens uitstekend vertolkt. De Haarlemsche Orkest Vereeniging on der Maurice van IJzer vertolkte de muziek van Jo Juda stijlvol. De decors gaven een passende achtergrond. AFBETALING CONSUMENTENCREDIET. In verband met het feit, dat niet alle waardebonnen van het consumentencrediet op 1 Januari 1947 uitgereikt zullen zijn, is het wenschelijk gebleken de verplichting tot afbetaling te doen aanvangen op een lateren datum. Bij beschikking van de mi nisters van Financiën en van Sociale Za ken van 30 December 1946 is deze vastge steld op 1 Februari 1947, welke datum door den districtsraad op het voorschotboekje wordt vermeld. Ter gelegenheid van de jaarwisseling heeft de Minister-President, dr. L. J. M. Beel, een radiorede gehouden, waaraan het volgende is ontleend: 1945 was een dankbaar jaar voor het maken van vergelijkingen. Aan het begin van dat jaar s.ond voor de eene helft van onze bevolking de dagelijksche verschrik king van de frontlijn, voor de andere de dagelijksche zorg van den hongerwinter. Tegen dien achtergrond kan men de toe stand aan het einde van dat jaar in lichte kleuren schilderen. 1946 zette gelukkig anders in. Een jaar geleden vielen de eer ste teekenen van herstel reeds te onder kennen en in den loop van 1946 hebben die teekenen zich bevestigd, versterkt en vermeerderd. Wij zijn in 1946 vooruit ge gaan. jOnze rantsoenen en onze winkels, ons schoeisel en onze kleeding, onze indus trie, onze landbouw, ons verkeer, onze uit voer en de inzet van onze arbeidskracht getuigen er van, zij het dan ook, dat veel te wenschen is overgebleven. Weliswaar moeten wij ons op het oogeniblik ten be hoeve van het behoud onzer oude en van de winning van nieuwe afzetgebieden nog veel ontzeggen. Deze ontzegging is ech ter winst, omdat zij gericht is op het open houden van de arbeids- en levensmogelijk heid van ons volk in de toekomst. Ten allen tijde en alom ter wereld we gen de dingen des geestes zwaarder dan stoffelijken rijkdom. Ook wij hebben dat ondervonden. Wij hebben tijden gekend, waarin wij rijker waren dan nu, doch min der gelukkig, omdat wij ons niet zeker in ons bestaan en ons in geestelijk opzicht beknot wisten. Ook op deze beide punten heeft het jaar 1946 vooruitgang gebracht. Schrede na schrede zet "de regeering ver der op den weg, dien zij in haar program heeft uitgestippeld, den weg naar sociale zekerheid en rechtvardigheid. Daartoe is het noodig, dat de overheid zich niet te snel terugtrekt van har bemoeienis op ve lerlei terrein. Dit beteekent geen willekeur, want in den democratischen staat leeft de overheid onder de controle van de verte genwoordiging des volks. Juist op dit punt hebben wij in 1946 een zeer belangrijke stap voorwaarts gezet. Bij den aanvang van dit jaar hadden wij nog geen gekozen parlement en geen re geering gevormd naar een uitspraak van het volk. Dit jaar heeft ons volk tot drie maal toe naa rde stembus gevoerd. Onze samenleving, aldus de minister, wordt doortrokken van de atmosfeer der democratie, dat is die atmosfeer waarin ieder,ook de eenvoudigste man, ademt als een vi;y burger. Een bijzonder hoofdstuk in de geschiede nis van oorlogsliquidatie en welvaarts herstel biedt de ontwikkeling van onze verhoudingen tot onze overzeesche ge- biedsdeelen Gij kent. het doel waarnaar de regeering streeft. Hare Majesteit de Ko ningin heeft het genoemd: in beide volken den wil en het vermogen te herstellen tot eensgezind en vrijwillig samengaan. Stel lig: er is geen sprake van dat wij dit doel reeds 'hebben bereikt, ook het thans aan gebroken jaar zal de voortdurende inspan ning en de uiterste voorzichtgheid vergen van al degenen, die er zich aan wijden. Doch het valt niet te ontkennen, dat 1946 ons vooruit heeft gebracht in zooverre, dat het de mogelijkheid heeft verruimd om in wederzijds vertrouwen gezamenlijk con structief werk te verrichten. Nederland heeft zijn goede wil bewe zen. Daardoor staat het sterker dan verle den jaar ook in den.kring der volken. Al met al zie ik derhalve in verschillen de opzichten een langzame maar zekere opgang in 1946 naar het doel, dat de re geering zich heeft gesteld, en ik voel mij gedrongen al degenen, die daartoe mee werkten, den hartgrondigen dank der re geering te betuigen. Laten wij ons niet -verhflen, dat de moeilijkheden in 1947 niet geringer zullen zijn dan in het voorbijgegane jaar. De ar beid zal ons ecl ter gemakkelijker val len, omidat het leven dragelijker is gewor den. Wjj moe'.en nu den blik hooger ge- richten, wij moeten het oog weer openen voor de dingen des geestes. Wij moeten ernst maken met de bestrijding van den geestelijken nood, waarin ons volk ver keert. Met name de idealen van de jonge- 1 ren moeten aan bod komen. Die idealen, welke vender reiken dan de materieele welvaart. Meer nog tullen wij de hulp der Kerken, der maatschappelijke organisa ties, met name der jeugd-organica'ties, be hoeven, om, met inzet van alle krachten, ons volk in 1947 op ^en hooger geestelijk en zedelijk levensniveau te brengen. Dat is tot een inniger waardeering van het huisgezin, als de grondslag en de kern van iedere gezonden samenleving, ook van de onze. Dat is ook tot een grooter besef van eenheid en tot een sterker streven naar een goed staatsbestel. Wat we in het afgeloopen jaar 'tot stand brachten in onze betrekking tot België houdt goede beloften in voor de toekomst. Wij zullen op dien weg voortgaan, aldus het onze bijdragend tot de verbetering der internationale betrekkingen, die ik constateer het onet innige vreugde zich in het jaar 1946 hebben ontwikkeld in een richting, die zekere optimistische ver wachtingen 'voor de toekomst van het groote goed van den wereldvrede wettigt. Onze strijd' om welvaart en sociale ge rechtigheid, om de verwezenlijking onzer geestelijke idealen gaat voort het nieu we jaar 1947 in. Een gulden jaar moge dit worden voor ons land. voor ons Vorsten huis, voor ons volk. Een jaar, waarin wij dichter bij onze idealen komen, dat is ten slotte dichter bij Hem, die alle ware idea len zijn leven ingiet en die het jaar 1947 tot een zegenrijk nieuwjaar voor u allen moge maken. Mr. J.Th. Bonnerman Secretaris-generaal van Landbouw Het ingang van 1 Januari *1947 is in de plaats van dr. H. M. Hirschfeld benoemd tot i secretaris-generaal van het ministerie van Landbouw, Visscherij en Voedselvoorzie- I ning in vasten dienst mr, J. Th. Bonnerman, 1 tot dien datum ambtenaar in tijdelijken dienst bij genoemd ministerie, belast met de waarneming van de functie van secre taris-generaal. WEERSVERWACHTING 00000 TIJDELIJKE OPKLARINGEN. Zwaar bewolkt met enkele tijdelijke o opklaringen, plaatselijk eenige neer- g o slag, aanvankelijk afnemende, later o weer toenemende wind, voornamelijk o o tusschen Zuid-West en Zuid-Oost. Tem- o peratuur om het vrièspunt. OOOOOOOOoOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOOO

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1947 | | pagina 1