1946 Bracht nog geen universeele vrede
De economische opbouw in Hongarije
Het zuiveringsspook ook in Duitschland
DAGBOEKKRABBELS UIT FRANKRIJK (2)
/"\P NIEUWJAARSDAG past het wel, de balans van de officieele onderhandelingen
tot herstel van de vrede na de tweede wereldoorlog voor 1939 op te maken.
Men kan het in enkele woorden doen: zij betroffen enkel Europa niet Japan, en
zelfs niet de koloniën der Europeesche staten, daar deze kwestie wat Italië betreft
verdaagd werd en wat Europa aangaat is de balans positief aangaande de satellie
ten van Duitschland, negatief, aangaande Duitschland zelf.
10 Maart 1947 komt het
Duitsche probleem te
Moskou op tafel
De Vredesconferentie te Parijs gehouden
tusschen 29 Juni en half October heeft al
leen de verdragen met Italië, Bulgarije,
Roemenië, Hongarije, Finland bestudeerd;
na langdurige discussie werden op 't laat
ste nippertje (dit schijnt thans de mode van
de diplomatie der Vereenigde Volkeren)
toch akkoorden bereikt, behalve op som
mige punten, die de Vier Grooten in No
vember en December te New-York onder
elkander uitgevochten hebben met toch,
wederom op 't einde, n.l. in zake Triëst,
eensgezinde uitslag.
De tekst van de vijf verdragen is dus
practisch gereed, hij zal in Januari vanwe-
geld; de gevolgen der nieuwe verdragen,
ste juridische aanpassingen krijgen en in
Februari te Parijs onderteekend worden.
In Finland zijn de oorlogstoestanden on
der den invloed van Rusland reeds gere
geld, de gevolgen der nieuwe verdragen,
kunnen ongetwijfeld in Zuid-Europa nieu
we gunstige toestanden scheppen, indien..
Triëst geen nieuw Dantzig wordt,
HET DUITSCHE PROBLEEM.
Niets werd over Duitschland officieel be
sproken op de Vredesconferentie te Parijs,
Frankrijk kon dan met moeite verkrijgen,
dat dit te New-York wat later zou ge
beuren. Die eerste beraadslaging had wer
kelijk plaatsalleen om te beslissen dat
een speciale zitting der Ver Grooten te
Moskou op 10 Maart zich aan het vraag
stuk zou wijden. En nu reeds verklaart de
Fransche afgevaardigde Couve de Mieville
dat alsdan maar enkele principes zullen
vastgelegd worden en dat een tweede zit
tijd zal noodig zijn.
Men weet inderdaad hoe de Vier Grooten
verschillen in hunne politiek tegenover
Duitschland. Na dat zij min of meer 't ak
koord zullen aanvaard hebben, zullen zij de
kleine naburige staten toelaten hunne
eischen voor te leggen.
Op dit gebied is men minder inactief ge
weest: officieele instanties in Nederland
eerst, onlangs in België en zoo juist in het
Groot Hertogdom Luxemburg hebben hun
ne meening laten kennen.
Nederland heeft het eerst en het duide
lijkst gesproken, en, alhoewel de grootsche
annexatie-politiek met reden verlaten is,
zijn onze eischen toch pog betrekkelijk be
langrijker dan de maximum-begeerten der
naburige staten, waarover het Nederlandsch
publiek wel zeker iets meer wil weten.
BELGISCHE EISCHEN.
Minister Spaak, die als Belg een zeer
zwakke buitenlandsche politiek voert, om
dat hij als voorzitter der Vereenigde Naties
aan geen enkel der Vier Grooten wil mis
hagen, heeft naast economische eischen te
genover Duitschland „voorloopig" slechts
zeer kleine grensrectifcaties gevraagd be
treffende spoorlijnen of publieke rijwegen
aan de grens gelegen, en die zich dus be
perken tot het inpalmen van enkele sta
tions, huizen, of zeer smalle en korte stroo-
ken grond. Daar tegenover heeft een „Bel
gisch comité voor den Rhijn" een eisch ge
steld, welke een heel grondgebied behelst
gaande van de Nederlandsche grens (op de
hoogte van Deüren blijkt het een tiental
k.m. van deze stad) tot de Luxemburgsche
grens (bij Gerolstein), met belangrijke bos-
schen en twee groote stuwdammen, Urft-
sperre en Schwammenauel. Dit grondge-
Sigaretten als betaalmiddel
Ha vige protesten van Engeland, ge
steund docr Frankrijk en de Sovjet-Unie,
hebben geleid tot het verbieden van het
gebruik van sigaretten als betaalmiddel op
de wettige ruilmarkt, welke in den Aane-
rikaanschen sector van Berlijn, ter bestrij
ding van den zwarten harndel, was inge
steld. De drie mogendheden beweerden,
dat die V. S. een der hoofdic'lausiules van de
overeenkomst van Potsdam schonden, door
het toestaan van het gebruiken van siga
retten, waaraan in de andere zones een te
kort bestaat, om de gunst der Duitschers
te winnen. De overeenkomst van Pots
dam schrijft gelijke behandeling -der Duit
sdhers door alle bezettende mogendheden
voor.
DE GELDCIRCULATIE IN
DUITSCHLAND.
In het maandelijktsch rapport over
Duitschland van generaal MacNarney, den
Amer'kaansc'hen militairen gouverneur in
Duitschland, wordt met betrekking tot de
geldcirculatie gezegd, dat Engeland onge
veer twee milliard bezet't in gsm arken heeft
uitgegeven teneinde 'het economische le
ven in zijn zóne op gang te houden. Dit is
biina twee derde van het totale bedrag ad
2900.000.c00 b&zettingsmarken, dat de drie
Westelijke mogendheden tezamen hebben
uitgegeven. Duütschers, die over gewoon-
lük betrouwbare relaties in die Russische
zóne beschikken, schatten het door de
Sovjet-Unie uitgegeven bedrag op twaalf
milliard bezet tin igsm ark enDit is tweemaal
zooveel als de totale circulatie aan rijks-
marken in het Duitschland van voor den
WAT ENGET A.NDS KATHOLIEKEN
OFFERDEN.
Het Katholieke Comité voor Hulo in het
Buitenland ontving meer dan 60.000 pond
van de Katholieken van Engeland, verklaar
de Kardinaal Griffin ter gelegenheid van
de jaarlijksche bijeenkomst van het Comi
té. „In aanmerking genomen, dat er zoo
veel beroep gedaan wordt op de milddadig
heid der katholieken", voegde de Kardinaal
erbij. ..is dit een geweldige inspanning ge
weest".
Alleen in Duitschland worden er 16 kam
pen van verplaatste personen door het Co
mité verzorgd en groote hoeveelheden voed
sel, kleeding en medicamenten werden in
den loop van het vorige jaar naar Oosten
rijk, Hongarije, Duitschland, Italië, Frank
rijk en Polen gezonden.
Het Comité werd officieel erkend door
de Regeering en is vertegenwoordigd in den
Raad van de Engelsche Hulpcomité's voor
het Buitenland zoowel als in andere soort
gelijke organisaties.
bied vormt een geograpisch geheel waar
80.000 Duitschers wonen of juister gezegd
woonden vóór 1945, wat een groot ge
vaar meebrengt. De christelijke (katholieke)
partij wil de oppositie tegen de regeering
tot in de buitenlandsche kwesties brengen,
enkele senatoren zijn ondanks de groote
koude ter plaatse geweest en zouden een
middenweg willen kiezen: bosschen en
stuwdammen zouden geannexeerd worden,
maar sommige belangrijke dorpen zouden
buiten de grenslijn vallen, zoodat maar een
twaalf duizendtal Duitschers Belg zouden
worden. Het nadeel is dat de grenslijn als
dan met bulten en bochten zal loopen; toch
schijnt dit voorstel eene basis van de dis
cussie te moeten worden, waaraan de heer
Spaak niet zal kunnen ontkomen.
LUXEMBURGSCHE AANSPRAKEN.
Zijn Luxemburgsche collega de heer Beek
eischt de Duitsche oevers van Moezel en
Saver op een diepte gaande van 1 tot 5 k.m.
en zelfs op een bepaalde plaats tot 10 k.m.
om daar een groote dam op de Our moge
lijk te maken. Men bemerkt aanstonds, hoe
deze laatste eisch de positie van de katholie
ke Belgische senatoren versterkt en hoe die
kwestie van de waterkracht aan de de Wes-
tersche Duitsche grens waarschijnlijk als
een geheel te Moskou zal besproken wor
den. Een reden te meer, dat Nederland,
België en Luxemburg een zekere uniformi
teit in draagwijdte en redenen tot annexa
tie zouden brengen en het na onderling
overleg aangenomen standpunt te zamen
dan krachtdadig bij de Groote Vier zouden
verdedigen. HI-LO-SA.
Te weinig arbeiders in Italië
lid der C.D.P.
De grootste moeilijkheid van de Chris
ten Democratische Partij in Italië is, dat
zij te weinig arbeiders onder haar leden
telt in vergelijking met de socialistische
en communistische partijen, zoo wordt uit
bevoegde kringen medegedeeld.
Het pact van Rome, waardoor de over
eenkomst der drie partijen voor syndikale
eenheid tot stand kwam en de Algemeene
Arbeidersconferentie op paritaire basis
werd opgericht, maakt, dat er een verte
genwoordiging is van Christen Democra
ten, onafhankelijk van het ledenaantal.
Dit pact wordt geëerbiedigd, maar in vele
plaatsen zijn er te weinig, en op sommige
heelemaal geen arbeiders bij de Christen
Democratische Partij aangesloten, zoodat
de afgevaardigden der partij in de Ar
beidskamer geen steun achter zich hebben
Onder deze voorwaarden kunnen de
Christen Democratische afgevaardigden
slechts een formeele pariteit hebben met
de socialistische en communistische afge
vaardigden. Op enkele plaatsen, zoo in
Venetië, is 't andersom, maar dit is een
uitzondering, want meestal is het aantal
Christen Democraten gering. En door t
feit, een afgevaardigde te hebben in de
Arbeidskamer, die hun belangen behartigt'
verwaarloozen de partijleiders vaak, hun
werkelijk gezag te doen géiden.
Een herziening van het pact van Rome
waardoor de huidige formeele pariteit zou
worden afgeschaft, zou, volgens de waar
nemers, leiden tot een evenredige verte
genwoordiging, volgens het ledenaantal
der syndikaWn, hetgeen de positie der
Christen Democraten niet wezenlijk in ge
vaar zou brengen, maar wel hun activiteit
zou aanwakkeren. „Het is niet aan ons",
zegt een der waarnemers, „hierom te vra
gen, maar wij zulten er niet te zeer om
treuren. Het is noodig. dat de leiders van
de partij het vraagstuk grondig bestudee-
ren".
Gebrek onder de groote
massa, overvloed bij
de bevoorrechten
Een correspondent van de „Tijd" schrijft
over den toestand in Hongarije:
Het stoppen van een weergalooze inflatie
en het invoeren van de forint-valuta in
Hongarije beschouwt men in dat land als
een „wonder" en het merkwaardige is, dat
in Hongarije, waar elk wonder gewoonlijk
niet langer duurt dan drie dagen, dit over
de muntstabilisatie uitgesproken oordeel
zich ook nu nog na drie maanden heeft we
ten te handhaven.
Het is inderdaad ook moeilijk te geloo-
ven, hoe snel dit land zich na de groote eco
nomische catastrophe weer herstelt, met
welken ijver er aan den wederopbouw ge
werkt wordt. Hoe men het nieuwe regiem
in Hongarije ook be oordeelt, men moet
toch toegeven, dat op economisch gebied
een merkbare vooruitgang genoteerd wordt,
welke in de andere landen van den Balkan
ontbreekt.
Boedapest bood indertijd een troosteloo-
zen aanblik met zijn verwoestingen en zijn
opgeblazen bruggen. Nu moet men tot den
uitersten rand van de Hongaarsche hoofd
stad gagn om nog de sporen van de bom
bardementen en de gevechten te zien. In
de étalages zijn weer de kostelijkste waren
uitgestald. Alles kan men er weer koopen:
de kostbaarste luxe artikelen. Engelsche
stoffen, duren bontmantels, bijouterieën,
echte Fransche parfums en geïmporteerde
likeuren.
Dat niet zoo maar iedereen, doch alleen
een bevoorrechte categorie zich hier te
goed kan doen, is echter wel duidelijk.
In Hongarije wordt gewerkt; arbeids-
schuwheid kent men er niet, er heerscht
veeleer een tekort aan arbeid voor al de
genen, die graag zouden willen werken als
zij maar een gelegenheid vonden. Het aan
tal werkloozen is zeer groot, omodat ofwel
de noodige grondstoffen oontbreken, ofwel
de fabrieksinstallaties weggevoerd zijn.
Niets bewijst duidelijker den werklust
der Hongaren dan het feit, dat in minder
dan anderhalf jaar een totaal nieuwe brug
over den Donau werd geslagen; een werk,
dat anders driemaal zooveel tijd zou ver
gen. Bovendien werden er ook nog twee
zeer zware hulpbruggen gebouwd en in den
loop van deze maand nog zal de spoorweg
verbinding over de rivier, welke Boeda met
Pest verbindt, voor het verkeer worden
opengesteld. Het spoorwegnet is bijna over
al weer in orde gebracht.
Hongaarsche handelsdelegaties zijn voort
durend onderweg om met verschillende sta
ten weer betrekkingen aan te knoopen. De
plaats van het verloren gegane Duitsche af
zetgebied wordt ingenomen door andere
koopers zooals Denemarken, Z tVden en
Noorwegen. Er wordt voornamelijk naar ge
streefd een intensen ruilhandel tot stand
te brengen met Nederland, België en Zwit
serland. De export van industrie-artikelen
is nog wel zeer klein, maar men doet het
uiterste, alle mogelijke landbouwproducten
aan het buitenland te leveren, om daarvoor
werktuigen, machines en grondstoffen in
'de plaats te kunnen krijgen.
Een economische en een voedselcrisis schijnen nog niet voldoende te zijn
om een chaos, waarin dit land dreigt te verzinken, te kenmerken. Dit zwarte kris
tal toont ook nog een politiek facet in den vorm. van een zuiveringscrisis, die thans als
een woedende storm door het verkleumde openbare leven van Duitschland raast.
Deze storm rukt aan zware takken van den gehavenden Duitschen boom, ministers,
magistraten en reeds lang erkende politici. Hij is zoo hevig, dat men hier reeds hoort
spreken van een bepaalden angst om plaatsen op het voorplan in te nemen, omdat
politieke tegenstanders daar steeds gereed staan om een democratischen wapenrok af
te rukken en hooge functionarissen in hun politieke hemd te zetten. En hoe weinigen
zijn er in dit land, die, zoo te kijk gesteld, geen smetje van nazi-contact vertoonen?
Proces der denazificeering
is een eindeloos drama
„Der Fall Mueller", die thans van Muen-
chen uit het geheele politieke leven van
Duitschland in opschudding brengt, is een
van de meest markante symptomen van de
geestelijke verrotting, waaraan twaalf ja
ren van geestelijke corruptie, kuiperij, ach
terklap en bedrog een volk hebben bloot
gesteld. Dr. Josef Mueller is sedert 1945
voorzitter van de Christelijk Sociale Unie
in Beieren en hij werd als zoodanig de aan
gewezen man om het ambt van minister
president van een sociaal-democraat dr.
Wilhelm Hoegner over te nemen, sedert de
Christelijke Partij de meerderheid der kie
zers in dit land achter zich heeft weten te
scharen. Muellers verleden is in zooverre
besmet, dat hij werkzaam is geweest in de
contra-spionnage van het Nazi-rijk, de be
faamde „Abwehr". Dat zich hierin tegen
stand tegen Hitiers waanzinpolitiek gecon
centreerd heeft, is bekend. Mueller beweert
dan ook, in de „Abwehr" te zijn getreden
op verzoek van de militaire oppositiegroep,
teneinde in Vaticaanstad contact met de
geallieerden op te nemen. Hij beweert en
passant Badoglio te hebben gesteund bij het
opzetten van de beweging, die Mussolini
van zijn voetstuk deed storten en boven
dien verbindingen te hebben aangeknoopt
met de verzetsbeweging in Nederland,
Frankrijk en Tsjechoslowakije. Hij rekent
zich tot den „kring van 20 Juni 1944", of
schoon hij niet kon beweren rechtstreeks
te hebben deelgenomen aan den aanslag
van dien datum, want hij zat toen reeds een
jaar in een concentratiekamp der Gestapo.
Mueller noemt zich dan ook „Opfer der
Fascismus" in plaats van „Nazi-aktivist" en
hij heeft tot nog toe onder het oog van de
Amerikaansche bezetting een hoofdrol ge
speeld in het politieke leven van Beieren.
Op den vooravond van zijn verkiezing tot
minister-president heeft evenwel een Muen-
chener persorgaan, naar men zegt op insti
gatie van Muellers eigen politieke „vrien
den" in de C.S.U., zijn verleden nog eens
aan de groote klok gehangen. Mag men de
inlichtingen, die wij uit Beieren ontvingen,
gelooven, dan heeft niet zoozeer Muellers
politieke verleden den stoot gegeven tot
deze wel zeer merkwaardige politieke ver
wikkelingen, doch eerder zijn tegenkanting
tegen het Beiersche seperatistische streven
van een vleugel van zijn eigen partij. Muel
ler, die de eenheid van Duitschland voor
staat en de meer socialistisch getinte rich
ting der partij leidt, is temidden van al het
rumoer met groote meerderheid van stem
men tot partijvoorzitter herkozen. De Ame
rikaansche bezetting, die kennelijk met het
gévól vérlegen zit, heeft doen opmerken
De eerste vierpersoons luahttaxie in Neder land is op Tweeden Kerstdag op „Ypen-
burg" door de N.V. Frits Diepen-vliegtuigen in gebruik genomen. De luchtaxi boven
Den Haag.
22 December.
Het is Zondag vandaag, dat beteekent,
dat het Archief gesloten is. Ik heb nu de
kans eens iets van de stad te gaan zien. Ik
heb eerst de Mis gelezen in de kapel van
het convict „Albert le Grand", dat door
nonnetjes bediend wordt, Soers de Sainte
Marie van Angers, typisch Fransche non
netjes in kleeding en gebruiken. Een En-
gelschman, Prof. Newill, die hier aan de
Universiteit Engelsch doceert, dient mij de
Mis. Hij is nog jong, een echte Engelsche
verschijning, slank, blond, vriendelijk, voor
mij een teekenend bewijs, hoezeer het Ka
tholicisme ook een Engelschman ligt. Het
echte Katholicisme maakt trouwens geen
verschil voor welke landaard ook. Iedereen
van goede wil, of hij zoo uit de bosschen
van Afrika komt of tot een der meest geci
viliseerde volken behoort, kan ten volle
Katholiek zijn. Want Katholiek zijn betee
kent algemeen zijn, van alle volken en tij
den.
Tegen tien uur ben ik naar het Palais des
Beaux Arts gewandeld op de Place de la
Republique. Het is een der merkwaardig
ste musea van Frankrijk, na het Loeuvre
het rijkst aan schilderijen van heel het land.
Alles is nog niet terug op zijn plaats, maar
ik heb er toch een zeer bijzondere collectie
aangetroffen. Een zaal met primitieven,
Italiaansche, Vlaamsche, Fransche en Duit
sche. Het was niet veel, maar er waren zeer
merkwaardige stukken bij, b.v. het schilde
rij van Dire Bouts, dat de geheimzinnige
bron voorstelt, waarin de menschheid zich
gaat baden. Of het schilderij van een onbe
kende, Vlaamsche meester uit de 16de eeuw,
waarop Jezus aan het kruis geplaatst is in
een vont, waarin Zijn heilig Bloed is afge
vloeid en waarin de menschen, stralend van
vreugde, zich komen wasschen. Er is een
heele zaal met Vlamingen uit de 17de eeuw,
o.a. 5 groote stukken van Rubens, onder
welke de békende kruis-afname, 2 van Van
Dyck, een heele reeks merkwaardige doe
ken van Jordaens. Ook zijn'er een heele
reeks Italiaansche schilderijen uit de
beste tijd van de Renaissance. Dan vindt
men er twee zeer merkwaardige stukken
van El Greco en twee van Goya, de „jonge
meisjes" en de „oude vróuwen", twee tan-
delooze oude vrijsters", met vies geverfde
gezichten en opgedirkt als om naar het bal
te gaan, verdwaasde vrouwen, die de
ouderdom en de nakende dood niet erken
nen willen. Ten slotte is er een heele zaal
met Hollanders en ook hier staat men voor
een zeldzame verzameling. Er zijn werken
van Adriaan van Ostade en Jan van Goye,
de bekende heks van Haarlem van Frans
Hals, kleinere doeken van Ruysdael, Jan
Steen en Pieter de Hoogh. Zeker merkwaar
dig zijn twee schilderijen van Lambert van
Amsterdam, een Nederlander, die geheel
onder Fransche invloed gekomen blijkt te
zijn. Er is een groot doek van Gerard Hout
horst, de triomf van Silenus, Vlaamsch-uit-
bundig van vroolijkheid en er is een 17de
eeuwsch stuk, dat een heele familie voor
stelt, ouders en kinderen. Ik ben de naam
van den schilder vergeten en het schilderij
had niet uitzonderlijke kwaliteiten, maar
het trof me vooral, omdat men de typen, die
erop waren afgebeeld, nog steeds in onze
straten tegenkomt, zij het in een wat meer
prozaisch costuum.
's Middags heb ik een wandeling door de
stad gemaakt: ik ben de gebouwen van de
Staatsuniversiteit gaan zien (er is niets
aan), verder de 17de eeuwsche poort van
Parijs, de eenige poort van Lille, die be
waard gebleven is. Vlak daarbij vindt men
het moderne stadhuis, dat sinds de oorlog
van 1418 gebouwd werd, merkwaardig
vooral om zijn 100 meter hooge toren, die
's avonds als vuurtoren werkt. Rondom dat
stadhuis is in den oorlog van 1418 bijna
alles verwoest. Iets verder op vindt men de
merkwaardigste kerk van Lille, de Saint
Maurice, dateerende gedeeltelijk uit de
14de, 15de, 16e, 17de en 19de eeuw. Het is
een hallenkerk met 5 beuken en zeer eigen
aardige, dunne pilaren. Er moeten mooie
Vlaamsche doeken zijn, die waren momen
teel echter niet aanwezig. Ik ben nog langs
de oude beurs geloopen, een interessant,
Vlaamsch bouwwerk uit de 17de eeuw. Men
ziet, hoe nauw hier het contact met Vlaan
deren was, hetgeen overigens niet te ver
wonderen i°
Op den terugweg ben ik de kerk van
Sinte Catharine even binnen geloopen. Op
zich een onbeduidend bouwsel Er was juist
een Lof aan den gang, daarom ging ik er in.
Het altaar was versierd met een overvloed
van electrische lampjes. Wat nonnetjes en
schoolbroeders zongen het lof In de kerk
waren misschien tien menschen aanwezig,
„les habitués", zooals men dat in Frankrijk
noemt. Het maakt een triestige indruk in
deze stad van 200.000 menschen.
's Avonds had ik een gesprek met een der
jongere professoren van de Universiteit. Ik
vroeg hem, hoe hij over de godsdienstige
toekomst van Frankrijk dacht. Hij is een
fijn mensch, zeer edelmoedig, een echte
Apostelziel. Ik vertelde hem van de indruk
ken, die ik had opgedaan. Hij gaf me ten
antwoord: Als ik schilder was, zou ik u
twee beelden van Frankrijk kunnen geven.
Het eene in den vorm van een somber land
schap, met storm en onweer, het andere
als een lachende, stralende landstreek, vol
zon en lente. Beide beelden zijn mogelijk,
het hangt er maar van af, waar u gaat
staan. Ziet men naar de massa, dan is er
alle reden om de zaken somber in te zien.
Maar ziet men naar de prachtige, steeds
groeiende kern van Katholieken, onder de
intellectueelen, onder de jeugd, dan mag
men met het volste recht optimistisch zijn.
Misschien komt er een beproeving over
Frankrijk, ik weet het niet. Maar dit is ze
ker: de levende kern is zoo sterk, dat het
niet mogelijk zal blijken, de boodschap van
het Evangelie te verstikken Veel bijkom
stigs zal dan waarschijnlijk verdwijnen,
maar het wezenlijke zal blijven en sterker
worden. De kerk zal gezuiverd en inner
lijk vernieuwd uit de beproeving opstaan.
Hij gaf me een aantal adressen van men
schen, die ik in Parijs moet gaan opzoeken.
Ik ben getroost en met nieuwe moed van
hem weggegaan. Waar Frankrijk zulke,
prachtige'jonge menschen heeft, daar kan
inderdaad de toekomst, door alle donker
heen, niet twijfelachtig zijn.
Dr. HENRI VAN ROOIJEN,
Kruisheer.
dat tegen zijn politieke activiteit geen be
zwaar bestaat, doch dat de zaken eerst nog
eens terdege uitgezocht moeten worden
vooraleer hij candidaat voor de hoogste
staatsfunctie kan zijn. Dit lijkt een nogal
gewrongen redeneering, rtiaar dat was niet
anders te verwachten, nadat men Mueller
zijn activiteit had laten ontplooien in de
wetenschap van zijn „Abwehri'-diensten.
Muellers eigen partijgenoot en tegenstre
ver Pfeiffer heeft hem nu plechtig voor een
Spruchkammer gedaagd, waar hij op een
houten zondaarsstoeltje zal zitten in plaats
van op een ministerzetel.
Mueller is slechts één geval. Niet ver
daar uit de buurt, in Wuerttemberg-Baden,
zijn stemmen opgegaan om den pas herko
zen minister-president dr. Reinhold Maier
en een collega-minister op het zuiverings
matje te roepen. In Hannover werd een on
derzoek ingesteld tegen den afgetreden mi
nister Noelting. Berlijn heeft zoo juist de
tragedie beleefd van den door de zuivering
geslipten Kanbier, die door de Komman-
dantura uit de hoogste rangen van het stads
bestuur werd verwijderd, omdat hij Hitiers
Reichskommissar was geweest. Ook hij was
er tot dusverre in geslaagd zijn politieke
evenwicht te herstellen door den inzet van
„20 Juli 1944".
Het proces van denazificeering dreigt een
eindeloos drama te worden, doorweekt met
politieke intriges en persoonlijke ressenti
menten. De omvang ervan laat zich begrij
pen uit het feit, dat de nazi's met de zoo
beproefde middelen van broodroof, dreiging,
propaganda en „organisation" en met alle
macht, die het bezit van het staatsapparaat
hun verschafte, twaalf jaren hebben ge
dwongen en gelokt. In de Amerikaansche
zóne, waar de procedure het traagst van al
is, heeft men volgens recente berekeningen
nog acht jaren noodig. De Amerikanen
hebben dan ook weer eens moeten ingrij
pen, omdat hier de sedert lang aan Duit
sche handen toevertrouwde zuiveringsma
chine langzaam draaide en veel stof ach
terliet. Populair is de zuivering zeker niet,
temeer wanneer de bevolking ziet dat S.S.-
misdadieers uit het kamp Moosberg op ge
zette tijden met vacantie kunnen gaan,
doordat zij vanwege de hooge rantsoenen,
die zij krijgen, gemakkelijk een vrijwilligen
plaatsvervanger kunnen vinden.
Er begint toch in de Duitsche publiciteit
zooiets als een matiging in de zuiverings
woede tot uiting te komen. Matiging vooral
tegenover de kleine P.G.'s en de jongeren,
die den nazi-catechismus op school geleerd
hebben. Voor de laatste heeft zich vooral de
CD.U. ingespannen, die bijvoorbeeld te Ber
lijn een amnestievoorstel heeft ingediend.
De gedachte, dat de zuivering zich op de
zware gevallen zal moeten gaan richten, is
in alle kringen reeds doorgedrongen. Maar
de zware gevallen zijn de moeilijke vanwe
ge de verstrengeling van nazibewind en
grootindustrie .Zij zijn daarnaast ook ge
vaarlijk, want zij vertroebelen de onver
moeide actie der vakbonden, die in alle
zónes de grootste georganiseerde Duitsche
meening vertolken, wijst daar voortdurend
op de verhouding in de bedrijven en voe
gen aan alle crises ook nog een crisis van
het vertrouwen toe.
Tribunaal te Amsterdam
veroordeelt Duitschen
Verwalter
Kunnen Nederlandsche gerechtshoven
met inachtneming van de Nederlandsche
wetgeving Duitschers veroordeelen, die in
opdracht van hun superieuren in ons land
tijdens de bezetting daden hebben begaan,
die tegen het belang van het Nederlandsche
volk indruischten, maar die wellicht voor
hun Duitsche vaderland gunstig waren? Op
18 December j.l. stond in het verdachten
bankje van het Bijzonder Gerechtshof te
Amsterdam Heinrich Max Stein, die zegt
van Duitsche nationaliteit te zijn, onder be
schuldiging, dat hij als Verwalter circa 100
Joodsche ondernemingen in Nederland
heeft beheerd en geliquideerd en bovendien
aan de Duitsche afdeeling van het Geweste
lijk Arbeidsbureau verscheidene brieven
heeft verzonden over personen, die naar
ztfn meening te werk moesten worden ge
steld. Zjjn verdediger was van meening, dat
Stein niet door een Nederlandsche recht
bank kon worden veroordeeld, omdat hij
slechts in het belang van zijn eigen vader
land had gehandeld.
In een zeer uitvoerige sententie moti
veerde het Hof gistermorgen waarom het
zich wel bevoegd achtte Stein te veroor
deelen. Het vonnis luidde 12 jaar R.W.I.
met ontzetting uit alle openbare rechten
voor het leven (voor zoover Stein toch nog
de Nederlandsche nationaliteit mocht be
zitten) en ontzetting uit het recht ooit weer
een functie in handel of industrie te ver
vullen. Hem werd het recht om in cassatie
te gaan verleend.
SS-er TER DOOD VEROORDEELD.
Het Bijzonder Gerechtshof te Amsterdam,
onder presidium van mr. J. W. van Schaeck
Mathon, heeft gistermorgen den 29-jarigen
G. J. Hendriks uit Amsterdam, die in 1940
in dienst was getreden bij de Waffen SS,
5 jaar lang SS-er was gebleven en actief
aan den strijd had deelgenomen, conform
den eisch, tot de doodstraf veroordeeld.
LOKVOGEL VAN DEN S.D. TER DOOD
VEROORDEELD.
In een fel requisitoir heeft de advocaat
fiscaal bij het Bijzonder Gerechtshof te
Amsterdam, mr. A. H. van der Veen, gis
termorgen tegen de 25-jarige Sonja van Hes
teren uit Hengelo, die tijdens de bezetting
in Amsterdam als een der lokvogels van
den Duitschen S.D. verscheidene goede va
derlanders in den val heeft laten loopen, de
doodstraf geëischt.
„Dit is geen onnozele hals", zei de ad
vocaat-generaal. „Zij heeft van nature een
misdadig karakter en heeft van het plegen
van laaghartig en geraffineerd verraad haar
beroep gemaakt. Zij was als lokvogel voor
den S.D. een prima kracht en is dit gewor
den na rijp overleg".