LICHT-
KRACHT-
HENDRIK's KERSTFEEST
installaties
OOK UW KL!
Joris
Voetangel's jacht
De Herdertjes
WETENSCHAPPELIJKE HUID- en
SCHOONHEIDSVERZORGING
Heeft U stof?
J. M. ZWAGERMAN
1
1
KERSTGESCHENKEN
,/t CCectwfiiifa"
Vereeniging van Handelaren
in Bouwmaterialen in Nederl.
i, GORDIJNEN, enz.
STOMEN.PERSEN, VERVEN
BETER BONT
van EG HOND
Anna sloot de huisdeur en trad de ka
mer in, waar 't geurde van waskaarsen,
dennengroen en honingkoek.
Zoo moedertje, dat was de dertigste
En nu is 't gedaan. We zouden ons arm ge
ven, lachte ze minzaam.
Moeder keek ernstig en bezorgd: 't Is
te veel. 't Is te veel.
Anna sloeg haar arm om den hals harer
moeder en vleide: En wie heeft me dan
geleerd geen arme ongetroost weg te zen
den? Wat een geluk, dat we in oorlogstijd
nog zoovelen gelukkig konden maken!
Anna dekte de tafel en uit den blinken
den theepot schonk ze de kopjes vol, ter
wijl ze een kerstliedje neuriede. De groot
ste pret wachtte haar nog. Met den post
koets zou haar broer voor enkele dagen op
Kerstverlof komen. Wat zouden 't ondanks
den oorlog heerlijke Kerstdagen zijn!
Anna was een dokterskind en geboren in
hetzelfde bergdorpje, waar ze met haar
moeder woonde en sinds Paschen als on
derwijzeres aan de school was verbonden. Se
dert vader gestorven was, verkeerden ze in
tamelijk bekrompen omstandigheden.
Anna's liefde behoorde den armen klei
nen, wier vaders bijna allen op het slag
veld waren. En als een loopend vuurtje was
het door het dorpje gegaan, dat Anna van
den dokter Kerstbedeeling zou houden.
Dertig waren er geweest. En 't was geen
wonder, dat de koektrommel leeg was en
alles verdwenen, wat ze verzameld of met
haar moeder vervaardigd had in de laat
ste weken.
Nu stak ze vermoeid maar tevreden haar
voeten onder moeders tafel, ,,'t Was toch
zoo schoon, moedertje. En dan die geluk
kige kinderoogen!-'
Vriendelijk luisterde moeder naar het
geestdriftig verhalen van haar dochter.
Lang mocht Anpa echter niet rusten. Er
was nog zooveel te regelen, voordat Ber
nard kwam, die in Lyon assistent-arts was
in een groot hospitaal.
Na alles bereid te hebben kwam ze weer
rustig bij moeder zitten.
't Liep tegen tien uur. Om half elf kwam
de postkar.... Daar werd gebeld. Was de
leukerd nu met een speciaal rijtuig geko
men?Anna ijlde weg.
Goede hemel! Daar staat een jongetje
van omstreeks 8 jaren, dat Anna niet kent
en uit wiens mager gezichtje twee ^roote
angstige oogen haar tegenstaren.
't Een en dertigste kerstvriendje! En ze
heeft niets meer uit te deelen.
„Waar moet je zijn, ventje?" vroeg ze
vriendelijk.
„Woont hier Anna van den dokter?"
„Ja, jongen". En reeds is ze bewogen.
't Arme kind. 'n Stukje koek en een appel
heeft ze nog wel. En een warmsoepje om
het kind, dat van koude beeft, wat te ver
kwikken, is gauw klaar.
„Kom maar binnen, kleine''. En aandoen
lijk is 't te zien, hoe de oogjes weer opkla
ren bij die hartelijke woorden. Anna
bracht het jongetje in de keuken.
„Ga zitten, vent, en terwijl ze een scho
teltje soep op het vuur zet, vraagt ze:
„Hoe heet je kleine?"
Hendrik Ververs.
„En waar kom je vandaan? Ik ken je
heelemaal niet".
„Van Vlashoek".
Anna keek verbaasd. Onmogelijk jon
gen. Je hebt toch niet vier uur geloopen?
En dat in den nacht? Ben je dan niet bang?
Ik heb 't wèl geloopen', sprak 't knaap
je kortaf.
Maar je ouders zullen bang zijn.
Vader heeft me slaag gegeven.
En je moeder dan?
Die heb ik al lang niet meer.
En waarom heeft vader je dan gesla
gen?
Omdat ik geen scharen en messen
meebracht om te slijpen.
Nu ging voor Anna een licht opDe
scharenslijpersjongen't kind van dien
dronkaard, die met zijn karretje rond
trekt...» arme knaapDe soep was al
warm. En Anna keek toe, hoe het kind hon
gerig zijn spijs als verslond en me* de witte
tandjes in het zwarte brood beet.
Maar hoe kom je er toe hierheen te
komen?
Heb van de kinderen gehoord, dat An
na van den dokter bedeeling hield.
Maar alles is op.
Behoef niet te hebben. Ik blijf hier.
Anna schrikte op. Ze dacht aan het be
zorgde gezicht, dat haar moeder dezen
avond had gezet.
Ik ga niet meer terug, verklaarde de
kleine beslist.
Mijn God, het arme kind!
Daar ging de deur open.
Een jongetje van Vlashoek. Kijk maar
eens, moeder. En ze vertelde alles. Daar
na zei ze zachtjes aan haar oor: Naar
huis sturen kunnen we hem niet. Hij zou
doodvriezen.
Anna, Anna dat is toch niet mogelijk,
het hier te houden.
Anna zette een bak water op het vuur.
Moederlijk trok zij het kind de ellendige
lompen uit. Ze schreide bijna van medelij
den. Bont en blauw was het magere lichaam
Kijk toch eens moeder!
Wie heeft je zoo geslagen, kind?
Vader! Ik ga er niet meer heen.
Anna waschte het en trok hem een veel
te groot hemd aan, dat van haar broer was
geweest. Toen nam ze hem mee in haar ar
men en bracht hem te bed. Nu slaap
maar lekker, vent.
Opeens greep de kleine haar hand.
Ik mag toch blijven nietwaar?
Anna kreeg een schok van smart. Wat
moest ze zeggen?We zullen wel zien
hoor. Wees maar niet bezorgd. Hier heb je
nog een stuk koek.
Anna, Anna, dat is toch niet mogelijk,
riep haar moeder buiten zichzelf. Gij
zijt vah 's morgens tot 's avonds in school
en komt doodmoe thuis en moet ik dan op
mijn ouden dag met zoo'n wilden bengel
mij bezig houden. En we weten niet eens
wat 't voor een kind is. Een zoontje van
zoo'n schurk.
We kunnen hem toch niet aan zoo'n
man overlaten.
Dan moet hij in 't armenhuis.
U weet toch wel, dat hier geen katho
lieke inrichting is.
Een wilde ruk aan de bel deed haar op
springen. Bernard! Ze vloog naar de
deur en lag spoedig in de armen haars
broeders, die zijn zuster hartelijk kuste.
Toen de eerste begroetingen voorbij wa
ren, vernam Bernard, welke niet-verzochte
gast was aangekomen in dezen heiligen
nacht. Moeder spaarde Anna niet. Stel
je voor Bernard, we hebben geen geld meer
in huis. Ik weet niet hoe dat moet eindi
gen.
Maakt niet uit. moedertje, antwoord
de Bernard, terwijl hij op zijn zak sloeg.
Ik help u. Hoeveel is er noodig?
Laat maar, Bernard, zei Anna, we
hebben nog genoeg om te leven en bin
nenkort krijg ik weer een deel van mijn
salaris.
Maar wat vangen we met dat kind
aan? begon de weduwe opnieuw. Hier
houden we hem in geen geval.
Dat behoeft ook niet. U heeft recht op
rust. We zullen wel een uitweg vinden
Hij stak een sigaar aan en keek naden
kend voor zich uit.
't Was stil geworden in de kamer. Knet
terend brandden de kaarsjes
Nu haal ik den jongen, sprong Anna
ineens op. Die heeft natilurlijk nog nooit
een Kerstboom gezien.
Dat is niet noodig, antwoordde haar
moeder. Die is veel beter in bed.
Bernard zag het verstoorde gelaat van zijn
moeder en daarna de treurige oogen van
zijn zuster. Kom, kom, laat nu alle zor
gen varen. We moeten blij zijn in dezen
Kerstnacht. Toe, Anna, zing eens een Kerst
liedje.
Anna lachte alweer. Ze zette zich aan de
piano en zong een van zijn meest geliefde
Kerstliederen. Bernard viel in en ten slot
te zong ook de weduwe mee. Toen waren
alle harten van heilige vreugde vervuld.
Niemand bemerkte, dat zachtjes de deur
openging, een slaperig kindergezicht naar
binnen keek en twee wijdopen verbaasde
kinderoogen naar den heilichtenden Kerst
boom staarden. Opeens klonk een vreugde
kreet: „Het Kerstkindje".
Anna sprong op, haalde den knaap bin
nen, wikkelde hem in een reisdeken van
Bernard en zette hem naast den Kerstboom
op een stoel. Zij stak hem een appel en
een honingkoek je in de hand, doch hij at
er niet van. Staarde maar altijd naar den
stralenden Kerstboom als naar een won
der; Plotseling zuchtte hij diep, keek
Anna aan en smeekte vertrouwelijk:
Zing nog eens dat mooie liedje.
Lachend gehoorzaamde Anna.
Heel stil zat hij te luisteren. Anna had
nog nooit een kind zoo aandachtig gezien
en zelfs moeder begon iets te voelen voor
den indringer.
Na eenigen tijd werd de kleine weer naar
bed gebracht.
Toen Anna den volgenden morgen den
jongen wekte, had ze reeds alles bij elkaar
gescharreld om hem netjes ;e kleeden. Toen
bracht ze het ventje dat er aardig uitzag,
naar beneden.
Bernard nam den kleine meteen 'ns flink
in verhoor.
Gij hebt gelijk, Anna, zei hij later,
't Zou jammer zijn, als de kleine niet in
goede handen kwam. Hij is nog een onbe
dorven kind.
Hendrik maakte zich intusschen al ver
dienstelijk door 't een en ander bij elkaar
te halen, om vuur te maken.
Bernard had pleizier in het kereltje.
Ik heb 't, riep hij ineens uit, terwijl hij zich
tegen het hoofd sloeg. Dat ik daar niet
eerder aan heb gedacht. Hoort eens. Dezen
zomer hebben we een jongetje gehad dat
geopereerd moest worden, 't Is echter ge
storven. 't Was een eenig kind van een we
duwe. Ze had een klein winkeltje en de
jongen hielp haar al. Nu weet ik, dat het
mensch ontroostbaar is zoo geheel alleen
en graag een kind wil aannemen. Nu, heb ik
't niet?
Ach, Bernard, sprak Anna wat treft
dat mooi. Maar als die vader zijn kind niet
wil afstaan?
Zou die 't niet afstaan? lachte Ber
nard. Kan je denken. Laat dat maar aan
mij over.
Bernard belde nog denzelfden morgen
den burgemeester van Vlashoek op en ver
zocht hem den vader van het kind te stu
ren.
door
ik
16 Dat zal u een heel cfaitje kosten,
weet u dat?
Duitjes zijn er om uitgegeven te wor
den, beste man. De een betaalt honderd
dollar om zidh van New York naar de
andere kant van de Hudson te laten rij
den en ik betaal liever honderd dollar
om hier uit te stappen. Verschil van
smaak.
U is een vreemd mens, maar.hoe
is uw naam zei ujuist, Stanson en u
woont??.... New YorkDutch Hotel
kamer 14.... juist.... ik heb het geno
teerd.... en, laat uw portefeulle maar
zitten.ik geloof u wel, u hebt een eer
lijk gezichtdat zie ik altijd zo....
Nou meneer, u kunt wel gaanU is
een groot mensenkenner, dat zag ik al op
het eerste gezicht. Och, die stationsbaasjes,
die dag in dag uit met de mensen om
gaan die weten hun weetje wel.
Zo is het meneer. Wij zien het al met
een half oogje.
Ja, ja, maar toch raad ik je aan ze
steeds allerbei wijd open te zetten. Er zijn
soms van die sluwe booswichten en daar
moet je toch voorzichtig mee zijn. Nou bra
ve man, ik ben blij, dat het zo gauw ge
beurd is, hier, steek een sigaartje van me
op voor de moeite. Dan ga ik maar gauw.
Jammer, dat ik in de verkeerde trein zat.
Nu zal ik misschien toch nog mijn zaken
niet op tijd af kunnen doen. Zo pratend
verliet Perolt het kleine stationsge
bouwtje.
Ververs deed eerst, of hij er niet van
wilde weten, doch spoedig werd hij bereid
gevonden het kind af te staan, vooral toen
Bernard hem wat geld in de hand stak om
het geleden „verlies".
Vier dagen bleef Hendrik bij Anna van
den dokter, 't Leek hem, of hij in een pa
radijs was. Ook moeder was heel aardig te
gen hem geworden.
't Was een eenvoudige, vriendelijke
vrouw, die Hendrik kwam halen. Terstond
stak ze hartelijk haar armen naar hem
uit en zei minzaam: Kom eens bij mij,
lieveling.
Zonder verlegenheid kwam het ventje bij
haar.
Wilt ge met mij meegaan?
Het kind keek vragend en eenigszins ont
hutst naar Anna, die tranen in de oogen
kreeg.
Die goede vrouw wil van nu af een
moeder voor je zijn, Hendrikzei ze har
telijk. Wilt ge altijd goed en braaf zijn
bij haar?
Als u 't wilt, zal ik meegaan zuchtte
het kind.
Ja, ik wil 't.... Het is goed voor je,
lieve jongen.
Als een klein heldje overwon zich de
jongen. Ja, ik zal meegaan, doch met
feestdagen komt u me bezoeken hè?
Toen nam zijn pleegmoeder hem mee en
de kleine ging zijn nieuwe woonplaats en
zijn nieuwe leven tegemoet.
De herdertjes lagen bij nachte,
Zij lagen bij nacht in het veld,
Zij hielden val trouwe de wachte,
Zij hadden hun schaapjes geteld.
Toen zij er te Bethlehem kwamen
Daar schoten drie stralen door een.
Een straal van omhoog zij vernamen,
Een straal uit het kribje beneên.
Hooigracht 6, Leiden, Tel. 23284-23239
Medisch gedipl. Schoonheidsspecialistes
Gezichtsmassage, dag- en avond-make up, hals- en
decolleté-verzorging, wenkbrauwen epileeren, wratten
verwijderen, manicure, pedicure, bestraling enz.
Behandeling volgens afspraak 2963
MAISON MARGUERITE
M. SMIT C. H. WIJNANDS
OUDE RIJN 2a H. DONKERSTEEG - TELEF. 24208
dan maken wij voor U:
«en japon in 2 waken
een overhemd binnen 1 week
borduurwerk in 2 weken
stofknopen In 1 dag 2749
knippatronen naar maat in 3 dagen
HAARL.STRAAT 251 - TEL. 23883
fijn 'tis va"
FABRIEK VAN FUNE CHOCOLADE
EN SUIKERWERKEN
LEIDEN - HOLLAND
Voor Vader
Een PhilisHave droogscheerapparaat in
lederen etui
Voor Moeder....
Een fraaie salonkroon of hu'skamerlamp
B3EESTRAAT 153 TEL. 20397
atd. Leiden
Hiermede berichten wij onze afnemers dat onze bedrijven op
27 en 28 December a.s.
Gesloten zullen zijn.
2942 De Leidsche Bouwmaterialenhandelaren
ADVERTEEREN DOET VERKOOPEN
WINKEL
Haarl.str. 197
TELEFOON 23268
Geeregracht 7
TELEFOON 24032
KANTOOR
Geeregracht 3-9
TELEFOON 24032
Let U vooral op de Juiste AdressenLeidens grootst en meest
modernst ingericht bedrijf I Vakkundig personeel l Jarenlange ervaring I
VAM EGnOND
,0
VÓÓR
BREE5TRAAT I73
Iets te verkoopen?
Dan 'n Telefoontje