Joden dankten hen, die hielpen
RADIO
Politierechter straft de kleine misdaad
ELFSTEDENTOCHT OP 28 DECEMBER
GULDEN KERST
Mieuiujaa'Cóxidue'itentieó
SXicd Maiuwf
HTOEN IN BANGEN OORLOGSTIJD de Joden ook in ons land dreigden ten onder
te zullen gaan door een barbaarsch verdelgingssysteem van een onmenschelijk
wreeden onderdrukker, hebben velen getracht zich aan de klauwen van het dier-
mensch te onttrekken door hulp en toevlucht te zoeken bij niet-Joodsche mede
burgers. Zoo zijn er nog zeer velen een bijna zekeren dood ontkomen.
„Gij naamt ons op en ver
richtte een heldendaad"
Om den dank dezer geredden te vertol
ken zijn door de Ned. Israëlitische Gemeen
te hier ter stede en de Joodsche Coördina
tie-Commissie twee kunstavonden georga
niseerd in den Leidschen Schouwburg,
waarvoor al degenen, die de Joden in den
bezettingstijd hebben gesteund, een uitnoo-
diging ontvingen.
De eerste dezer twee avonden werd gis
teravond gehouden en ondanks de koude
waren er ook talrijk velen uit Leiden's om
geving naar den schouwburg gekomen, ter
wijl we onder de officieele genoodigden op
merkten den burgemeester, jhr." mr. F. H.
v. Kinschot, den rector-magnificus prof. mr.
R. Clevëringa en de wethouders v. Schaik
en Jongeleen. Deze in het bijzonder werden
hartelijk verwelkomd door den heer M. E.
Hertz, voorz. der Ned. Isr. Gemeente alhier.
Spr. verheugde zich hier zoovelen te mogen
begroeten, die in de afgeloopen bezettings
jaren gastheer en gastvrouw van Joden zijn
geweest onder vaak zeer moeilijke en ge
vaarlijke omstandigheden. Veel liefs en veel
goeds hebben de Joodsche onderduikers
daarbij mogen ondervinden en spr. ging in
korte trekken de geschiedenis van het on
der den voet loopen na. Hij herinnerde
voorts aan de massa-deportaties, begonnen
te Amsterdam, aan het bevel tot dragen
van de gele lap, aan de algemeene sta
kingEnkelen slaagden erin aan den
greep van den overweldiger te ontsnappen
en: „gij naamt ons op en verrichtte daarme
de een heldendaad en een daad van mensch-
lievendheid"'. aldus spr. tot zyn gehoor.
De heer Hertz herdacht vervolgens de
meer dan 100.000 Joden, mannen en vrou
wen, ouden van dagen en kinderen, die nog
geen vijand zelfs kenden, die vielen als mar
telaren. Wij zullen hen niet vergeten....
Eenige oogenblikk van stilte volgden, ter
wijl allen zich van hun zitplaatsen verhie
ven, de muziek zette in en ten gehoore
werd gebracht de zang uit het Avondgebed,
vertolkt door Obercantor Fleischmann met
koor en orkest uit de groote Synagoge te
Keulen.
Daarna betrad de veldrabbyn van de
Irene-Brigade, opperrabbijn van het Syna
gogaal Ressort 's Gravenhage, S. A. Rodri-
Voor Zaterdag.
HILVERSUM I (301,5 M.)
7.00 Nieuws. 7.15 Ochtendgymnastiek.
7.30 Muziek bij het ontbijt. 8.00 Nieuws.
8.15 Gram.muziek. 9.15 Russisch pro
gramma. 11.45 Familieberichten vit Indië.
12.01 Vaudeville-orkest o. 1. v. Cor v. d.
Linden. 12.35 Dansorkest The Ramblers.
13.00 Progr. voor de Nederl. Strijdkr. 13.45
Pianoquintet in f kl. t. van César Franck.
14.45 „Stabat Mater", tekst van F. G.
K'oostock, muziek van Franz Schubert.
15.30 Gram.muziek. 16.40 Jeanne Aubert
met orkestbegeleiding. 18.00 Nieuws. 18.15
Kwartet Jan Corduwener. 18 30 Progr.
voor de Nederl. Striidkr. 19.00 Fluit en
piano. 20.00 Nieuws. 20.20 En nuOké:
Accordeon en het Metropole-orkest. 21.45
MiJter-sextet.. 2215 Hoorspel. 22.45 Orgel
spel. 23.00 Nieuws.
HILVERSUM n (415,5 M.)
7.00 Nieuws. 7.15 Ochtendgymnastiek.
7.30 Morgengebed en liturgische kalen
der. 7 45 „Maria ter eere". 8.00 Nieuws.
8.15 Oogewekte morpenmuziek. 9.00 Vrou.
wenspiegel. 9.50 Piianorecital door Els
Meerlo. 10.20 Symphonie no. 5 in Bes gr.
t., van F. Schubert. 11.00 Radioziekenbe
zoek. 11 45 Zang en piano. 12.00 Angelus.
12 03 Fluitrecital door Ch. E. Havelaar.
12.30 Lunchconcert. 13.00 Nisuws. 14.00
Heeren- en knapenkoor „De Trouba
dours". 16 15 Gram.muziek. 17 00 De Wig
wam. 18.00 Dinermuziek. 18.50 's Avonds
als, ik slapen ga.. 19.00 Nieuws. 19.15
„uit de muzikale voorraadschuur". 19.30
Buffalo Bill, de held van het wilde Wes
ten. 20.00 Nieuws. 20 05 De gewone man
zegt er 't zijne van. 20.15 Wie weet hoe
deze olaat heet? 20.30 Lichtbaken. 21.00
Fn morden is het Zondag, radionot-
pourri. 22.00 Muzikale tombola. 22.45
Avondgebed en liturgische kalender. 23.00
Nieuws. 23.15 Katholiek nieuws. 23.20
Grandes Etudes van Chopin. 23.30 Klaas
van Beeck en zijn orkest.
gues Pereira het podium voor een korte in
leiding. Spr. achtte het een buitengewoon
voorrecht een kort woord namens de Jood
sche geestelijkheid in Nederland te mogen
spreken. In gedachten ging spr. terug naar
den eersten mensch, Adam, door God in het
paradys geplaatst, den hof van Eden, om
ringd door zonnelicht, door bloemen en
planten en dieren en hij schetste de angst
van dezen eersten mensch toen het avond
ging worden en de zon verbleekte. Zou al
dat schoons van het zonnelicht, al die heer
lijkheid rondom hem dan slechts voor één
dag duren? Hij sloeg in zijn vertwijfeling
twee steenen tegen elkaar en er ontsprong
een vonk. Weer deed hij zulks en hij wist
dien vonk op te vangen en hij dankte God
voor het kunstlicht.
Zoo leefden ook de Joden tot 1940 rustig
en goed en zoo goed, dat zij nauwelijks be
seften hoe goed zij het hadden. Toen kleur
de zich evenwel de oostelyke hemel donker
en dreigend en deze dreiging plantte zich
steeds meer westwaarts voort. Er kwam
een tijd van akelig droeve angst en vreeze
en men vroeg zich af: zal de duisternis nu
ook om ons komen? Maar ook hier werden
twee steenen tegen elkaar geslagen door
trouwe Nederlanders, die der vaderlands
liefde en der menschenliefde. Aan dien
vonk van meuschenmin is het te danken,
dat er nog een noemenswaardige rest van
Joden is overgebleven. Die vonk is voor
velen de levensvonk geworden.
Spr. verwijlde dan eenige oogenblikken
bij hen, die met eigen levensgevaar zich
zooveel opofferingen hebben getroost, maar
wijst er dan tevens op, dat, indien deze
vonk blyft, er voor Nederland nog een
toekomst is.
Met de bede tot God, dat hij ons moge
beschermen, van ons moge afwenden na
ijver en vijandschap, besloot spr. zijn toe
spraak en dat dit alles het resultaat zou
mogen zijn van dit samenzijn. Dat er moge
zijn en blijven één geest van broederschap
en dat deze avond ons moge sterken in het
voornemen, dat de dood van zoovelen niet
voor niets gevraagd is. Spr. hoopte, dat de
geest van vaderlandsliefde en menschenmin,
welke zich daar openbaarde, moge voort
leven onder bescherming van H. M. de Ko
ningin.
Hierna was het woord aan de declama-
trice Enny Mols-de Leeuwe, die van Mau-
rits Dekker voojdroeg „Afscheid", het ver
haal van haar leven als spionne der Geal
lieerden tegen Duitschland.
Enny Molsde Leeuwe gaf hierin de le
vensschets van een jonge vrouw, zij be
schreef haar kinderjaren, haar opleiding
en d.e taak als onderwijzeres, hoe zij haar
illegaal werk begon, zich indrong bij de
Duiischers om de plannen en teekeningen
der kustverdediging machtig te worden,
ten slotte hoe zij verraden werd door een
„vriendin", zooa's er zoovele s'angen in
den oorlog waren. En nu wachtte zij de
executie, er was voor haar geen redding
meer mogelijk, het dosrier was bij haar
gevonden. Sterke speelster moet zij zijn,
deze kunstenares, om gedurende enkele
uren een zoo talrijk gehoor te boeien en
in aandachtige sti.'te gevangen te houden
om naar haar te luisteren. Haar dictie,
haar voordracht, haar mimiek, kortom ge
heel haar optreden boeide. Konv'sch en
tragisch beheerschte zij de stof en zij dwong
aller bewondering af. Jammer, dat de vrij
wel onverwarmde Schouwburg veel af
breuk deed om het gegev'ène volop te
savoureeren.
Het tweede gedee'te van den avond werd
geopend met het gebed „Jikdal", het s'ot-
gebed na den kerkdienst, ook gebeden bij
het sterven van iemand, eveneens door
Fleischmann gezongen. Hierna volgde het
slot van .Afscheid", de laatste oogenblikken
van de terdoodveroordee.de, eveneens met
Churchill wil motie van
wantrouwen indienen
Churchill heeft in het Lagerhuis
medegedeeld, dat hij, als het par
lement weer bijeenkomt, een motie
van wantrouwen in de regeering
zal indienen. Desgevraagd zeide
Churchill, dat hij de regeering o.m.
van tyrannie, willekeur en onbe
kwaamheid zal beschuldigen.
Tengevolge van de vorst hebben de bin
nenvaartschippers met groote moeilijk
heden tg kampen. Ned, Fotobur.
diep gevoel voorgedragen. Aan het slot
werd haar door den heer Hertz een tuil
seringen aangeboden.
Tenslotte sprak de heer L. J. Poort, tij
dens de bezetting leider van de Joodsche
efdeeling van het Ned Steunfonds, na
mens de il'egaliteit woorden van dank voor
den avond van intens kunstgenot en hij
sprak den wensch uit, dat de sfeer van va
derlandsliefde en vaderlandszin zal mogen
blijven branden.
Maandagavond zal de tweede voorstel
ling worden gehouden. Alsdan za1 ook de
oud-tooneelspeled Maria van Warmelo
aanwezig zyn.
HAAGSCHE POLITIERECHTER.
De timmerman C. V., die met zyn schuit
bij Leimuiden lag, was gaan passagieren, en
had bezoek gebracht aan het kippenhok
van een landbouwer, waar hij vier kippen
ihad gegrepen en den nek omgedraaid.
Blijkbaar had V. reden oan bezoek van de
politie te verwachten, want de zak met
'kippen had hij verzwaard en buiten boord
van zijn schuit laten hangen. Niettemin
wist die politie die op te sporen. De Offi
cier vorderde zes maanden gevangenisstraf
tegen verdachte. De rechter veroordeelde
tot drie maanden gevangenisstraf.
De los-werkman J. K. te Zoetermeer
had kans gezien boter weg te nemien uit
hst bedrijf waarin 'hy werkte, waarvoor hij
zich bij dien H&agtsehien Politierechter had
te verantwoorden. De Officier vorderde een
gevangenisstraf van twee maanden, die
rechter hield er rekening mee, dat verdach
te reads dadelijk na het eerste pakje boter
was betrapt, en daarom veroordeelde hij tot
een maand gevangenisstraf.
De koopman J. P. is iemand die er twee
namen op na houdt; voor die pol'itiemen--
sehiern heet 'hij „Verheul", maar tegen den
Officier bij den Haagschen Politierechter
zei 'hij „U weet wel beter". Inderdaad, dat
wist de Officier, want hij kent P. al een
heel tijdje, en hy verzocht „ALs je nu je
sraffen eens uitgezeten hebt, doe me een
plezier, en verdwijn een tijdje uit mijn
ressort."
Nu stond P. terecht voor kippendiiefstal
ir. Leimuiden gepleegd, en ten spijt van
zijn ontkanbenis („Dat doet 'hij altijd," zei
de Officier) luidde de eisoh zes maanden
gevangenisstraf, en werd het vonnis drie
maanden.
De kellner A. J. S. hacj van een stu
dente, die te Leiden in hetzelfde pension
woonde, e*en deken gestolen. En hij had
ook nog een valstihen naam opgegeven,
zooals bleek later. De Officier vorderde
thans wegens diefstal drie maanden gevan
genisstraf; de rechter veroordeelde tot twee
maanden.
W. van R. te Leiden had gehandeld in
d'istri'tuttiebonnen, voor welk feit de Offi
cier tegen hem drie maanden gevangenis-
bewijs 1.Alle deelnemers beneden 18
jaar betalen slecht f 1.voor de rijkaart
Bij de rijkaart wordt gratis verslrekt een
routekaartje en een deelnemerskaart.
Elfmerentocht23 December
Naar A.N.P.-Sport verneemt is d<? datum
van den Frieschen Elfsted er tocht en -wed
strijd thans vastgesteld op 28 December a.s.
De organisatoren zijn over het algemeen
zser tevreden over den toestand van het
traject. Slechts op enkele plaatsen n.oet'het
ijs nog wat sterker worden en wat dat be
treft zijn de onmiddellijke vooruitzichten
niet ongunstig want het vroor gisteravond
in Friesland acht graden. Maar er kan in
acht dagen nog veel gebeuren.
Voorts wordt vernomen, dat de datum
van den Elfmerentocht en -wedstrijd, die
volgens een vroeger bericht voorloopig af
gelast was, nader bepaald is op 23 Dac.
Ten slotte kan worden medegedeeld, dat
voor de ronde van Grauw een langebaan
wedstrijd over ongeveer 100 kilometer,
Donderdag 26 December is gekozen. Deze
wedstrijd; waaraan een wisselprijs verbon
den is werd verleden jaar voor het eerst
verreden en toen gewonnen door Schippers
uit Steenwijkerwold als eerste van bijna
180 deelnemers. Men verwacht, dat het aan
tal mededingers dit jaar veel grooter zal
zijn.
MERENDISTRICT.
Bij aanhoudende vorst zal volgenae week
de 2-, 3- en of 4-Meren-tocht worden ge
organiseerd. Waarschijnlijk zal voor lief
hebbers gelegenheid worden gegeven er het
karakter van een wedstrijd aan te geven.
ZONDAG GROOTE MOLENTOCHT.
Het Merendistrict van den Z.H. Ijsbond
organiseert op Zondag 22 Dec. een grooten
Molentocht op de schaats langs tal van Hol-
landsche Molens wat een afstand van circa
50 K.m. is.
De tocht is geprojecteerd over de Kager-
plassen, het Brasemermeer, de Wijde Aa, de
Does enz. Aangezien de afstand van dezen
tocht klein is, kan iedere schaatsenrijder
deelnemen, waardoor een prachhg beeld
wordt verkregen van het Meren-gebied.
Start vanaf 11 uur te Leiden, café „Zomer-
zorg" en Oude Wetering, Paviljoen. Na be
ëindiging ontvangt iedere deelnemer het
finish-stempel, en indien de tocht correct is
uitgereden, wordt tegelijk het Molentocht
insigne uitgereikt. Prijs per rijkaart i.50.
Voor leden en donateurs van den Z.H. Ijs
bond op vertoon van geldig lidmaatschaps-
KAMPIOENSCHAP VAN TER AAR.
Zaterdag 21 December des middags 1.30
uur zal op de Langeraarsche plassen wor
den verreden het kampioenschap van Ter
Aar per schaats over 25 K.m. Als hoofdorijs
is wederom beschikbaar de door den bur
gemeester geschonken beker. Inschrijven
van 11.30 uur aan de baan.
WEDSTRIJDEN TE ZOETERMEER.
De IJsvereeniging te Zoetermeer organi
seert Zaterdagmiddag a.s. hardrijwedstrij
den op de schaats voor leden-inwoners,
waarbij aan de winnaars geldprijzen wor
den toegekend. Voor deelname kan men
zich opgeven bij den heer C. Veelenturf te
1.30 uur. Aanvang der wedstrijden 2 uur.
HAAGSCHE GERECHTSHOF.
Door middel v>an inklimmen, had de
arbeider C. van L. te Zoetermeer zich toe
gang weten te verschaffen tot enkele 'boer
derijen en hdj had er levensmiddelen weg
gehaald. Dat gebeurde in den hongerwinter
van 1945 en volgens verdachte 'had hij uit
nood gehandeld. De rechtbank had hem
veroordeeld tot een jaar en drie maanden
gevangenisstraf en in hooger 'beroep vor
derde de proc.-igeneraal bij hst Haagsdhe
Gerechtshof tien maandgn gevangenisstraf.
Het Hof toeft een jaar gevangenisstraf
voorwaardelijk imet drie jaar proeftijd op
gelegd.
HECHTENIS VAN MEVR. HIDDINK
VERLENGD.
Het voorloopig onderzoek in de zaak
tegen mevr. Hiddink heeft aanleiding ge
geven, haar inbewaringstelling met drie
maanden te verlengen.
Puxzle door Katholiek thuisfront
OVERAL VERKRIJGBAAR
Vele en groote prijzen
Majoor Breunese, commandant van den
voormaligen opbouw/arbeidsdienst, is on
voorwaardelijk buiten vervolging gesteld,
omdat de tegen hem gerezen verdenking
ongegrond is gebleken. Majoor Brëunese
heeft als goed Nederlander het con.mando
over den opbouwdienst aanvaard en ge
voerd, doch was op den duur niet opgewas
sen tegen de Duitsche en landverraderlijke
invloeden en nam in Juli 1941 reeds ontslag.
Werd door zijn optreden wel eens een ver
keerde indruk gewekt, het in aan geen twij
fel onderhevig, dat hij den opbouwdienst in
Nederlandschen geest heeft geleid.
HONGERSTAKER EET WEER.
Kort nadat de dienstplichtige Arnold
Kneulman uit Amsterdam van het mili
taire hospitaal in Utrecht naar het Aca
demisch ziekenhuis aldaar werd overge
bracht, is hij met zijn hongerstaking, die
al twee weken duurde. opgehouden.
Kneulman meende, dat. hij, nu hij niet
meer van militaire instanties voedsel be
hoefde aan te nemen, in zijn weigering
niet moest volharden.
RANGEN BIJ DE POLITIE.
Voor het korps Rijkspolitie en voor de
Gemeenteoolitie zijn de volgende rangen
vastgesteld:
Rijkspolitie: Inspecteur-generaal, diri-
geerend officier le, 2e en 3e klasse, offi
cier le en 2e klasse, adspirant-officier, ad
judant, opperwachtmeester, wachtmees
ter le klasse, wachtmeester, adspirant.
Gemeentepolitie: Hoofdambtenaar, le,
2e en 3e klasse, ambtenaar le, 2e en 3e
klasse, surnumerair, adjudant, brigadier,
hoofdagent, agent, adspirant.
Van heden af tot en met 28 Dec. is de
gelegenheid opengesteld tot het opgeven van
NIEUWJAARSADVERTENTIES
we ke worden geplaatst in ons nummer van
DINSDAG 31 DEC. tegen gereduceerd tarief
De prijs bedraagt:
1-15
elke
m.mt i.so
m.m. meer f -.12
Deze advertenties kunnen, behalve bij onze administratie, ook
worden opgegeven bij de plaatselijke agenten en bezorgers in
de stad, echter UITSLUITEND tegen CONTANTE be'aling.
In verband met de beperk'.e ruimte is spoedige opgave gewenscht
DE DIRECTIE.
WAAR BLEEF
door
J. c. FLETSCI1ER.
5) -
Hy keerde zich snel om toen hy lichte
schreien hoorde; op den drempel ont
dekte hy een meisje. Met levendige be
langstelling aanschouwde Blake haar en
hij vergeleek haar met de beschrijving, die
Dick Malvery hem zoo dikwijls had gege
ven toen ze samen zaten bij eenzame kamp.
vuren in de uitgestrek.heid van het verre
Canada. Maar plotseling drong het tot
hem door, dat er een tijdsverschil van zes
jaren was tusschen het meisje, dat zijn
oude makker hem had beschreven en het
meisje dat nu op hem toetrad. Rachel Mal
very was, zooals hij haar nu aantrof, een
jonge vrouw van drie- of vier en twin
tig jaar, k^p, levendig van uitdrukking,
donker van haar en oogen en sterk gelij
kend op haar broer, die door Blake werd
gezocht. Deze dingen zag hij in één oog
opslag en ook zag hy teekenen van droef
heid en an?st op het meisjesgelaat, nog
versterkt door het plotselinge van zijn
bezoek dat een onderzoek tot doel had.
„U vraagt naar mijn broer Richard?" zei
ze zonder inleiding, terwijl ze den bezoe
ker slechts met een lich'e hoofdbuiging had
begroet. „Kent u hem?"
Blake keek over haar schouder naar den
ouden Jacob, die op den drempel bleef
talmen. Rachel Malvery keerde zich om
en zei ongeduldig: „Laat ons alleen, Ja
cob, en sluit de deur". Na dit bevel keerde
ze zich tot Blake en zei, terwijl de oude
man zich mopperend verwijderde: „Hij is
een oude bediende, en hij laat zich daarop
voorstaan. En natuurlijk is hij nieuwsgie
rig, omdat u hem over Richard sprak".
„Weet u dan niet alles ovef uw broer?"
vroeg Blake.
„We hebben niets meer van mijn broer
gehoord, sedert hij ons verliet, bijna zes
jaren geleden", antwoordde zij. „Waarom
dadht u hem, hier te zullen aantreffen?"
Blake haalde een oude portefeuille uit
zijn binnenzak en bladerde in een paar
paperassen.
,,Ik dacht hem hier te zullen vinden,
omdat ik dacht dat hy hier was", begon hij
zijn 'verklaring. „Maar ik kan het beter
anders uitleggen. Twee jaar lang trok ik
met Dick op tot Februari van dit jaar.
We werden ten slotte dikke vrienden. Hij
toeft me heel veel ever zichzelf verteld en
ik overreedde hem om naar huis terug te
keeren. Hij verliet me Dat was in Al
berta, in Canada in het begin van Fe
bruari met Brychester als doel. Ik wist, dat
hy den 27sten Februari in Brychester was.
En natuurlijk verwachtte ik, dat hij hier
nanr toe zou zijn gekomen."
Rachel Malvery beduidce hem plaats te
nemen, waarna ze ook zelf ging zitten. Ze
keek Blake vol belangstelling aan en deze
merkte op, hoeveel sterker de droefheid
in haar blik naar voren kwam.
„U zei, dat Richard in Brychester was,
"nog geen twaalf kilometer van hier, op den
27sten Februari van dit jaar?" riep zij uit.
„Hoe weet u dat?"
„Dat merkte ik hier uit", antwoordde
Blake. terwijl hij enkele papieren uit de
portefeuille legde. „Kijk. dit is een tele
gram van hem aan mij. Ziet u? Het werd
afgezonden van het postkantoor te Bry
chester op 27 Februari, zes uur 's avonds.
Hier zegt hij: Blake, Lonne Pine, Al'berta,
Canada. Ben weer op 't oude plekje, Dick
Het is duidelijk, Jat hij bedoelt: ik ben
gearriveerd. U zult het toch met me eens
zijn, dat hij dien da. in Bruchester moet,
zijn geweest om me dit bericht te kunnen
sturen?"
Het gezichit van Rachel Malvery was
blerk geworden en haar vingers, waarmee
zij het papier vaslhield, trilden.
„Ja, zeker", zei ze snel. „Dat moet!
Maar.
„En hier is nog een bewijs", onderbrak
Blake haar. „Kijk, twee aanzichtkaarten.
Een van de kath< draal van Brychester en
de andere van het kruis op de Markt. Ziet
u, ze zy'ii op dienzelfden 27sten Februari
in Brychester afgestempeld. 21e zijn in
Dicks handschrift aan mij geadresseerd,
daar is geen twijfel aan. Óp een er van
staat: Er is hier niks veranderd en op de
andere: Ben nu op weg naar huis. Ziet u?"
De handen van het meisje beefden meer
dan ooit toen ze de kaarten steeds maar
weer omdraaide en keerde, terwijl ze pein
zend naar 't handschrift keek. En plotse
ling kesk ze naar Blake met een blik,
waarin opnieuw vrees en achterdocht tot
uitdrukking kwamen.
„Waarom kwam hij dan toch niet naar
huis?" riep ze hartsochtelijk uit. „Zooals
v. zegt, moet hij dien avond daar in Bry
chester zijn geweest. Waarom kwam hij
dan niet hier? Want hij is nooit geko
men! Ik verzeker u, dat we nooit iets van
hem gehoord of gezien hebben sedert hij
van ons vertrokken is."
Blake schudde het hoofd. Reeds eenige
oogenblikken had hy het vermoeden ge
kregen, dat Malvery Hold omgeven was
door een diep mysterie; het werd nu nog
geheimzinniger en hij kreeg steeds meer
stof om over te piekeren.
„Ik weet het niet", zei hij, onmachtig.
„Het frappeert me heel erg. Het is heel
vreemd, dat niemand hem herkende, of
schoon we er wel bij moeten bedenken,
dat hij zijn baard had laten staan. Maar
zelfs dan zou men toch hebben mogen ver
onderstellen, dat hij zich aan enkele van
zijn vrienden in Brychester wel bekend zou
hebben gemaakt."
Rachel Malvery lachte. Er was 'n bit
tere, cynische klank in haar stem, die
Blake deed huiveren.
„Vrienden!" zeide ze. „Ik geloof niet, dat
Richard een vriend in Brychester had!
Hijze hield haar stem plotseling in
en keek Blake scherp aan„hoeveel ver
telde hij u over zichzelf?" vroeg ze.
„O, ik weet wel, dat de grond hem hier
wel wat warm onder de voeten werd!"
gaf Blake toe. ,,Hij herft me dat meerma
len verteld. Nogal erg heet ook. Schulden,
hè? Maar hy bracht geld mee naar huis,
dat hy zelf had verdiend om er de schul
den mee af te lossen. Dat is een feit! Eer
lijk verdiend geld. En nu vraag ik me
af
„Jaja?" riep Rachel met eenige gre
tigheid uit". „U vraagt zich af...."
„Of er hier geen vuil zaakje achter zit",
zei Blake. „Het is niet onwaarschijnlijk,
dat hij geld bij zich had, toen hij mij ver
liet, twee duizend Pond op zak, Miss Mal
very."
De groeiende nieuwsgiergheid van het
meisje weerspiegelde zich op haar bleek
gezicht Maar haar stem was vast, toen ze
weer het woord nam.
„Ik ben bly, dat hij van plan was, de
menschen te betalen", zei ze. „Ze.... ze
hebben zoo veel, zoo onbarmhartig over
hem gekletst. En vader kon er zoo goed
als niets tegen doen. „U zieten ze
keek om zich heen met een veelteekenende
bliku ziet hoe de zaken er hier bij
staan. Armoede! Echter armoede. Ja. Ik
ben blij, dat ik goed nieuws van u hoor
de. Was het op uw advies, dat hij naar
huis terugkeerde?"
„Ja", antwoordde Blake onverschillig.
Ziet u, we waren deelgenooten geduren
de twee jaren. Hij had gespaard en ik zei
hem, dat hij naar huis moest gaan om er de
plooien wat glad te strijken. Bovendien
legde ik hem nog eens uit, dat de erfge
naam van een Engelsch baronetschap maar
niet in de wildernis kon bly ven leven.
Maar wat is er nu met hem gebeurd. Miss
Malvery? Hij w a s in Brychester, Februari
van dit jaar. Waar is hijijnu gebleven? Eén
ding staat als 'n paal boven water: ik ben
van plan hem te vinden. Levendof
dood".
„Niet dood", zei het meisje. „Dat toch ze
ker niet?"
„Ik weet het niet", antwoordde Blake.
„Maar we zullen zien. Ik ben nu ook naar
huis gekomen. Ik erfde een flink fortuin
en ben nog niet zoo lang geleden overge
stoken. Eerst ben ik naar de advocaten in
Londen gegaan, maar daarna kwam ik
hier naar toe om me zoo gauw mogelijk
met Dick in verbinding te stellen. Er moe
ten toch sporen van hem in Brychester te
vinden zijn. Hij was daar toch!"
„Wat gaat u nu doen?" vroeg zy. „Na
tuurlijk moeten wij ook iets doen. Dat wil
zeggen: ik. Want vader kan niets doen,
hij is totaal Invalide."
(Wordi vervolgd).