Joden dankten hen, die hielpen RADIO Politierechter straft de kleine misdaad ELFSTEDENTOCHT OP 28 DECEMBER GULDEN KERST Mieuiujaa'Cóxidue'itentieó SXicd Maiuwf HTOEN IN BANGEN OORLOGSTIJD de Joden ook in ons land dreigden ten onder te zullen gaan door een barbaarsch verdelgingssysteem van een onmenschelijk wreeden onderdrukker, hebben velen getracht zich aan de klauwen van het dier- mensch te onttrekken door hulp en toevlucht te zoeken bij niet-Joodsche mede burgers. Zoo zijn er nog zeer velen een bijna zekeren dood ontkomen. „Gij naamt ons op en ver richtte een heldendaad" Om den dank dezer geredden te vertol ken zijn door de Ned. Israëlitische Gemeen te hier ter stede en de Joodsche Coördina tie-Commissie twee kunstavonden georga niseerd in den Leidschen Schouwburg, waarvoor al degenen, die de Joden in den bezettingstijd hebben gesteund, een uitnoo- diging ontvingen. De eerste dezer twee avonden werd gis teravond gehouden en ondanks de koude waren er ook talrijk velen uit Leiden's om geving naar den schouwburg gekomen, ter wijl we onder de officieele genoodigden op merkten den burgemeester, jhr." mr. F. H. v. Kinschot, den rector-magnificus prof. mr. R. Clevëringa en de wethouders v. Schaik en Jongeleen. Deze in het bijzonder werden hartelijk verwelkomd door den heer M. E. Hertz, voorz. der Ned. Isr. Gemeente alhier. Spr. verheugde zich hier zoovelen te mogen begroeten, die in de afgeloopen bezettings jaren gastheer en gastvrouw van Joden zijn geweest onder vaak zeer moeilijke en ge vaarlijke omstandigheden. Veel liefs en veel goeds hebben de Joodsche onderduikers daarbij mogen ondervinden en spr. ging in korte trekken de geschiedenis van het on der den voet loopen na. Hij herinnerde voorts aan de massa-deportaties, begonnen te Amsterdam, aan het bevel tot dragen van de gele lap, aan de algemeene sta kingEnkelen slaagden erin aan den greep van den overweldiger te ontsnappen en: „gij naamt ons op en verrichtte daarme de een heldendaad en een daad van mensch- lievendheid"'. aldus spr. tot zyn gehoor. De heer Hertz herdacht vervolgens de meer dan 100.000 Joden, mannen en vrou wen, ouden van dagen en kinderen, die nog geen vijand zelfs kenden, die vielen als mar telaren. Wij zullen hen niet vergeten.... Eenige oogenblikk van stilte volgden, ter wijl allen zich van hun zitplaatsen verhie ven, de muziek zette in en ten gehoore werd gebracht de zang uit het Avondgebed, vertolkt door Obercantor Fleischmann met koor en orkest uit de groote Synagoge te Keulen. Daarna betrad de veldrabbyn van de Irene-Brigade, opperrabbijn van het Syna gogaal Ressort 's Gravenhage, S. A. Rodri- Voor Zaterdag. HILVERSUM I (301,5 M.) 7.00 Nieuws. 7.15 Ochtendgymnastiek. 7.30 Muziek bij het ontbijt. 8.00 Nieuws. 8.15 Gram.muziek. 9.15 Russisch pro gramma. 11.45 Familieberichten vit Indië. 12.01 Vaudeville-orkest o. 1. v. Cor v. d. Linden. 12.35 Dansorkest The Ramblers. 13.00 Progr. voor de Nederl. Strijdkr. 13.45 Pianoquintet in f kl. t. van César Franck. 14.45 „Stabat Mater", tekst van F. G. K'oostock, muziek van Franz Schubert. 15.30 Gram.muziek. 16.40 Jeanne Aubert met orkestbegeleiding. 18.00 Nieuws. 18.15 Kwartet Jan Corduwener. 18 30 Progr. voor de Nederl. Striidkr. 19.00 Fluit en piano. 20.00 Nieuws. 20.20 En nuOké: Accordeon en het Metropole-orkest. 21.45 MiJter-sextet.. 2215 Hoorspel. 22.45 Orgel spel. 23.00 Nieuws. HILVERSUM n (415,5 M.) 7.00 Nieuws. 7.15 Ochtendgymnastiek. 7.30 Morgengebed en liturgische kalen der. 7 45 „Maria ter eere". 8.00 Nieuws. 8.15 Oogewekte morpenmuziek. 9.00 Vrou. wenspiegel. 9.50 Piianorecital door Els Meerlo. 10.20 Symphonie no. 5 in Bes gr. t., van F. Schubert. 11.00 Radioziekenbe zoek. 11 45 Zang en piano. 12.00 Angelus. 12 03 Fluitrecital door Ch. E. Havelaar. 12.30 Lunchconcert. 13.00 Nisuws. 14.00 Heeren- en knapenkoor „De Trouba dours". 16 15 Gram.muziek. 17 00 De Wig wam. 18.00 Dinermuziek. 18.50 's Avonds als, ik slapen ga.. 19.00 Nieuws. 19.15 „uit de muzikale voorraadschuur". 19.30 Buffalo Bill, de held van het wilde Wes ten. 20.00 Nieuws. 20 05 De gewone man zegt er 't zijne van. 20.15 Wie weet hoe deze olaat heet? 20.30 Lichtbaken. 21.00 Fn morden is het Zondag, radionot- pourri. 22.00 Muzikale tombola. 22.45 Avondgebed en liturgische kalender. 23.00 Nieuws. 23.15 Katholiek nieuws. 23.20 Grandes Etudes van Chopin. 23.30 Klaas van Beeck en zijn orkest. gues Pereira het podium voor een korte in leiding. Spr. achtte het een buitengewoon voorrecht een kort woord namens de Jood sche geestelijkheid in Nederland te mogen spreken. In gedachten ging spr. terug naar den eersten mensch, Adam, door God in het paradys geplaatst, den hof van Eden, om ringd door zonnelicht, door bloemen en planten en dieren en hij schetste de angst van dezen eersten mensch toen het avond ging worden en de zon verbleekte. Zou al dat schoons van het zonnelicht, al die heer lijkheid rondom hem dan slechts voor één dag duren? Hij sloeg in zijn vertwijfeling twee steenen tegen elkaar en er ontsprong een vonk. Weer deed hij zulks en hij wist dien vonk op te vangen en hij dankte God voor het kunstlicht. Zoo leefden ook de Joden tot 1940 rustig en goed en zoo goed, dat zij nauwelijks be seften hoe goed zij het hadden. Toen kleur de zich evenwel de oostelyke hemel donker en dreigend en deze dreiging plantte zich steeds meer westwaarts voort. Er kwam een tijd van akelig droeve angst en vreeze en men vroeg zich af: zal de duisternis nu ook om ons komen? Maar ook hier werden twee steenen tegen elkaar geslagen door trouwe Nederlanders, die der vaderlands liefde en der menschenliefde. Aan dien vonk van meuschenmin is het te danken, dat er nog een noemenswaardige rest van Joden is overgebleven. Die vonk is voor velen de levensvonk geworden. Spr. verwijlde dan eenige oogenblikken bij hen, die met eigen levensgevaar zich zooveel opofferingen hebben getroost, maar wijst er dan tevens op, dat, indien deze vonk blyft, er voor Nederland nog een toekomst is. Met de bede tot God, dat hij ons moge beschermen, van ons moge afwenden na ijver en vijandschap, besloot spr. zijn toe spraak en dat dit alles het resultaat zou mogen zijn van dit samenzijn. Dat er moge zijn en blijven één geest van broederschap en dat deze avond ons moge sterken in het voornemen, dat de dood van zoovelen niet voor niets gevraagd is. Spr. hoopte, dat de geest van vaderlandsliefde en menschenmin, welke zich daar openbaarde, moge voort leven onder bescherming van H. M. de Ko ningin. Hierna was het woord aan de declama- trice Enny Mols-de Leeuwe, die van Mau- rits Dekker voojdroeg „Afscheid", het ver haal van haar leven als spionne der Geal lieerden tegen Duitschland. Enny Molsde Leeuwe gaf hierin de le vensschets van een jonge vrouw, zij be schreef haar kinderjaren, haar opleiding en d.e taak als onderwijzeres, hoe zij haar illegaal werk begon, zich indrong bij de Duiischers om de plannen en teekeningen der kustverdediging machtig te worden, ten slotte hoe zij verraden werd door een „vriendin", zooa's er zoovele s'angen in den oorlog waren. En nu wachtte zij de executie, er was voor haar geen redding meer mogelijk, het dosrier was bij haar gevonden. Sterke speelster moet zij zijn, deze kunstenares, om gedurende enkele uren een zoo talrijk gehoor te boeien en in aandachtige sti.'te gevangen te houden om naar haar te luisteren. Haar dictie, haar voordracht, haar mimiek, kortom ge heel haar optreden boeide. Konv'sch en tragisch beheerschte zij de stof en zij dwong aller bewondering af. Jammer, dat de vrij wel onverwarmde Schouwburg veel af breuk deed om het gegev'ène volop te savoureeren. Het tweede gedee'te van den avond werd geopend met het gebed „Jikdal", het s'ot- gebed na den kerkdienst, ook gebeden bij het sterven van iemand, eveneens door Fleischmann gezongen. Hierna volgde het slot van .Afscheid", de laatste oogenblikken van de terdoodveroordee.de, eveneens met Churchill wil motie van wantrouwen indienen Churchill heeft in het Lagerhuis medegedeeld, dat hij, als het par lement weer bijeenkomt, een motie van wantrouwen in de regeering zal indienen. Desgevraagd zeide Churchill, dat hij de regeering o.m. van tyrannie, willekeur en onbe kwaamheid zal beschuldigen. Tengevolge van de vorst hebben de bin nenvaartschippers met groote moeilijk heden tg kampen. Ned, Fotobur. diep gevoel voorgedragen. Aan het slot werd haar door den heer Hertz een tuil seringen aangeboden. Tenslotte sprak de heer L. J. Poort, tij dens de bezetting leider van de Joodsche efdeeling van het Ned Steunfonds, na mens de il'egaliteit woorden van dank voor den avond van intens kunstgenot en hij sprak den wensch uit, dat de sfeer van va derlandsliefde en vaderlandszin zal mogen blijven branden. Maandagavond zal de tweede voorstel ling worden gehouden. Alsdan za1 ook de oud-tooneelspeled Maria van Warmelo aanwezig zyn. HAAGSCHE POLITIERECHTER. De timmerman C. V., die met zyn schuit bij Leimuiden lag, was gaan passagieren, en had bezoek gebracht aan het kippenhok van een landbouwer, waar hij vier kippen ihad gegrepen en den nek omgedraaid. Blijkbaar had V. reden oan bezoek van de politie te verwachten, want de zak met 'kippen had hij verzwaard en buiten boord van zijn schuit laten hangen. Niettemin wist die politie die op te sporen. De Offi cier vorderde zes maanden gevangenisstraf tegen verdachte. De rechter veroordeelde tot drie maanden gevangenisstraf. De los-werkman J. K. te Zoetermeer had kans gezien boter weg te nemien uit hst bedrijf waarin 'hy werkte, waarvoor hij zich bij dien H&agtsehien Politierechter had te verantwoorden. De Officier vorderde een gevangenisstraf van twee maanden, die rechter hield er rekening mee, dat verdach te reads dadelijk na het eerste pakje boter was betrapt, en daarom veroordeelde hij tot een maand gevangenisstraf. De koopman J. P. is iemand die er twee namen op na houdt; voor die pol'itiemen-- sehiern heet 'hij „Verheul", maar tegen den Officier bij den Haagschen Politierechter zei 'hij „U weet wel beter". Inderdaad, dat wist de Officier, want hij kent P. al een heel tijdje, en hy verzocht „ALs je nu je sraffen eens uitgezeten hebt, doe me een plezier, en verdwijn een tijdje uit mijn ressort." Nu stond P. terecht voor kippendiiefstal ir. Leimuiden gepleegd, en ten spijt van zijn ontkanbenis („Dat doet 'hij altijd," zei de Officier) luidde de eisoh zes maanden gevangenisstraf, en werd het vonnis drie maanden. De kellner A. J. S. hacj van een stu dente, die te Leiden in hetzelfde pension woonde, e*en deken gestolen. En hij had ook nog een valstihen naam opgegeven, zooals bleek later. De Officier vorderde thans wegens diefstal drie maanden gevan genisstraf; de rechter veroordeelde tot twee maanden. W. van R. te Leiden had gehandeld in d'istri'tuttiebonnen, voor welk feit de Offi cier tegen hem drie maanden gevangenis- bewijs 1.Alle deelnemers beneden 18 jaar betalen slecht f 1.voor de rijkaart Bij de rijkaart wordt gratis verslrekt een routekaartje en een deelnemerskaart. Elfmerentocht23 December Naar A.N.P.-Sport verneemt is d<? datum van den Frieschen Elfsted er tocht en -wed strijd thans vastgesteld op 28 December a.s. De organisatoren zijn over het algemeen zser tevreden over den toestand van het traject. Slechts op enkele plaatsen n.oet'het ijs nog wat sterker worden en wat dat be treft zijn de onmiddellijke vooruitzichten niet ongunstig want het vroor gisteravond in Friesland acht graden. Maar er kan in acht dagen nog veel gebeuren. Voorts wordt vernomen, dat de datum van den Elfmerentocht en -wedstrijd, die volgens een vroeger bericht voorloopig af gelast was, nader bepaald is op 23 Dac. Ten slotte kan worden medegedeeld, dat voor de ronde van Grauw een langebaan wedstrijd over ongeveer 100 kilometer, Donderdag 26 December is gekozen. Deze wedstrijd; waaraan een wisselprijs verbon den is werd verleden jaar voor het eerst verreden en toen gewonnen door Schippers uit Steenwijkerwold als eerste van bijna 180 deelnemers. Men verwacht, dat het aan tal mededingers dit jaar veel grooter zal zijn. MERENDISTRICT. Bij aanhoudende vorst zal volgenae week de 2-, 3- en of 4-Meren-tocht worden ge organiseerd. Waarschijnlijk zal voor lief hebbers gelegenheid worden gegeven er het karakter van een wedstrijd aan te geven. ZONDAG GROOTE MOLENTOCHT. Het Merendistrict van den Z.H. Ijsbond organiseert op Zondag 22 Dec. een grooten Molentocht op de schaats langs tal van Hol- landsche Molens wat een afstand van circa 50 K.m. is. De tocht is geprojecteerd over de Kager- plassen, het Brasemermeer, de Wijde Aa, de Does enz. Aangezien de afstand van dezen tocht klein is, kan iedere schaatsenrijder deelnemen, waardoor een prachhg beeld wordt verkregen van het Meren-gebied. Start vanaf 11 uur te Leiden, café „Zomer- zorg" en Oude Wetering, Paviljoen. Na be ëindiging ontvangt iedere deelnemer het finish-stempel, en indien de tocht correct is uitgereden, wordt tegelijk het Molentocht insigne uitgereikt. Prijs per rijkaart i.50. Voor leden en donateurs van den Z.H. Ijs bond op vertoon van geldig lidmaatschaps- KAMPIOENSCHAP VAN TER AAR. Zaterdag 21 December des middags 1.30 uur zal op de Langeraarsche plassen wor den verreden het kampioenschap van Ter Aar per schaats over 25 K.m. Als hoofdorijs is wederom beschikbaar de door den bur gemeester geschonken beker. Inschrijven van 11.30 uur aan de baan. WEDSTRIJDEN TE ZOETERMEER. De IJsvereeniging te Zoetermeer organi seert Zaterdagmiddag a.s. hardrijwedstrij den op de schaats voor leden-inwoners, waarbij aan de winnaars geldprijzen wor den toegekend. Voor deelname kan men zich opgeven bij den heer C. Veelenturf te 1.30 uur. Aanvang der wedstrijden 2 uur. HAAGSCHE GERECHTSHOF. Door middel v>an inklimmen, had de arbeider C. van L. te Zoetermeer zich toe gang weten te verschaffen tot enkele 'boer derijen en hdj had er levensmiddelen weg gehaald. Dat gebeurde in den hongerwinter van 1945 en volgens verdachte 'had hij uit nood gehandeld. De rechtbank had hem veroordeeld tot een jaar en drie maanden gevangenisstraf en in hooger 'beroep vor derde de proc.-igeneraal bij hst Haagsdhe Gerechtshof tien maandgn gevangenisstraf. Het Hof toeft een jaar gevangenisstraf voorwaardelijk imet drie jaar proeftijd op gelegd. HECHTENIS VAN MEVR. HIDDINK VERLENGD. Het voorloopig onderzoek in de zaak tegen mevr. Hiddink heeft aanleiding ge geven, haar inbewaringstelling met drie maanden te verlengen. Puxzle door Katholiek thuisfront OVERAL VERKRIJGBAAR Vele en groote prijzen Majoor Breunese, commandant van den voormaligen opbouw/arbeidsdienst, is on voorwaardelijk buiten vervolging gesteld, omdat de tegen hem gerezen verdenking ongegrond is gebleken. Majoor Brëunese heeft als goed Nederlander het con.mando over den opbouwdienst aanvaard en ge voerd, doch was op den duur niet opgewas sen tegen de Duitsche en landverraderlijke invloeden en nam in Juli 1941 reeds ontslag. Werd door zijn optreden wel eens een ver keerde indruk gewekt, het in aan geen twij fel onderhevig, dat hij den opbouwdienst in Nederlandschen geest heeft geleid. HONGERSTAKER EET WEER. Kort nadat de dienstplichtige Arnold Kneulman uit Amsterdam van het mili taire hospitaal in Utrecht naar het Aca demisch ziekenhuis aldaar werd overge bracht, is hij met zijn hongerstaking, die al twee weken duurde. opgehouden. Kneulman meende, dat. hij, nu hij niet meer van militaire instanties voedsel be hoefde aan te nemen, in zijn weigering niet moest volharden. RANGEN BIJ DE POLITIE. Voor het korps Rijkspolitie en voor de Gemeenteoolitie zijn de volgende rangen vastgesteld: Rijkspolitie: Inspecteur-generaal, diri- geerend officier le, 2e en 3e klasse, offi cier le en 2e klasse, adspirant-officier, ad judant, opperwachtmeester, wachtmees ter le klasse, wachtmeester, adspirant. Gemeentepolitie: Hoofdambtenaar, le, 2e en 3e klasse, ambtenaar le, 2e en 3e klasse, surnumerair, adjudant, brigadier, hoofdagent, agent, adspirant. Van heden af tot en met 28 Dec. is de gelegenheid opengesteld tot het opgeven van NIEUWJAARSADVERTENTIES we ke worden geplaatst in ons nummer van DINSDAG 31 DEC. tegen gereduceerd tarief De prijs bedraagt: 1-15 elke m.mt i.so m.m. meer f -.12 Deze advertenties kunnen, behalve bij onze administratie, ook worden opgegeven bij de plaatselijke agenten en bezorgers in de stad, echter UITSLUITEND tegen CONTANTE be'aling. In verband met de beperk'.e ruimte is spoedige opgave gewenscht DE DIRECTIE. WAAR BLEEF door J. c. FLETSCI1ER. 5) - Hy keerde zich snel om toen hy lichte schreien hoorde; op den drempel ont dekte hy een meisje. Met levendige be langstelling aanschouwde Blake haar en hij vergeleek haar met de beschrijving, die Dick Malvery hem zoo dikwijls had gege ven toen ze samen zaten bij eenzame kamp. vuren in de uitgestrek.heid van het verre Canada. Maar plotseling drong het tot hem door, dat er een tijdsverschil van zes jaren was tusschen het meisje, dat zijn oude makker hem had beschreven en het meisje dat nu op hem toetrad. Rachel Mal very was, zooals hij haar nu aantrof, een jonge vrouw van drie- of vier en twin tig jaar, k^p, levendig van uitdrukking, donker van haar en oogen en sterk gelij kend op haar broer, die door Blake werd gezocht. Deze dingen zag hij in één oog opslag en ook zag hy teekenen van droef heid en an?st op het meisjesgelaat, nog versterkt door het plotselinge van zijn bezoek dat een onderzoek tot doel had. „U vraagt naar mijn broer Richard?" zei ze zonder inleiding, terwijl ze den bezoe ker slechts met een lich'e hoofdbuiging had begroet. „Kent u hem?" Blake keek over haar schouder naar den ouden Jacob, die op den drempel bleef talmen. Rachel Malvery keerde zich om en zei ongeduldig: „Laat ons alleen, Ja cob, en sluit de deur". Na dit bevel keerde ze zich tot Blake en zei, terwijl de oude man zich mopperend verwijderde: „Hij is een oude bediende, en hij laat zich daarop voorstaan. En natuurlijk is hij nieuwsgie rig, omdat u hem over Richard sprak". „Weet u dan niet alles ovef uw broer?" vroeg Blake. „We hebben niets meer van mijn broer gehoord, sedert hij ons verliet, bijna zes jaren geleden", antwoordde zij. „Waarom dadht u hem, hier te zullen aantreffen?" Blake haalde een oude portefeuille uit zijn binnenzak en bladerde in een paar paperassen. ,,Ik dacht hem hier te zullen vinden, omdat ik dacht dat hy hier was", begon hij zijn 'verklaring. „Maar ik kan het beter anders uitleggen. Twee jaar lang trok ik met Dick op tot Februari van dit jaar. We werden ten slotte dikke vrienden. Hij toeft me heel veel ever zichzelf verteld en ik overreedde hem om naar huis terug te keeren. Hij verliet me Dat was in Al berta, in Canada in het begin van Fe bruari met Brychester als doel. Ik wist, dat hy den 27sten Februari in Brychester was. En natuurlijk verwachtte ik, dat hij hier nanr toe zou zijn gekomen." Rachel Malvery beduidce hem plaats te nemen, waarna ze ook zelf ging zitten. Ze keek Blake vol belangstelling aan en deze merkte op, hoeveel sterker de droefheid in haar blik naar voren kwam. „U zei, dat Richard in Brychester was, "nog geen twaalf kilometer van hier, op den 27sten Februari van dit jaar?" riep zij uit. „Hoe weet u dat?" „Dat merkte ik hier uit", antwoordde Blake. terwijl hij enkele papieren uit de portefeuille legde. „Kijk. dit is een tele gram van hem aan mij. Ziet u? Het werd afgezonden van het postkantoor te Bry chester op 27 Februari, zes uur 's avonds. Hier zegt hij: Blake, Lonne Pine, Al'berta, Canada. Ben weer op 't oude plekje, Dick Het is duidelijk, Jat hij bedoelt: ik ben gearriveerd. U zult het toch met me eens zijn, dat hij dien da. in Bruchester moet, zijn geweest om me dit bericht te kunnen sturen?" Het gezichit van Rachel Malvery was blerk geworden en haar vingers, waarmee zij het papier vaslhield, trilden. „Ja, zeker", zei ze snel. „Dat moet! Maar. „En hier is nog een bewijs", onderbrak Blake haar. „Kijk, twee aanzichtkaarten. Een van de kath< draal van Brychester en de andere van het kruis op de Markt. Ziet u, ze zy'ii op dienzelfden 27sten Februari in Brychester afgestempeld. 21e zijn in Dicks handschrift aan mij geadresseerd, daar is geen twijfel aan. Óp een er van staat: Er is hier niks veranderd en op de andere: Ben nu op weg naar huis. Ziet u?" De handen van het meisje beefden meer dan ooit toen ze de kaarten steeds maar weer omdraaide en keerde, terwijl ze pein zend naar 't handschrift keek. En plotse ling kesk ze naar Blake met een blik, waarin opnieuw vrees en achterdocht tot uitdrukking kwamen. „Waarom kwam hij dan toch niet naar huis?" riep ze hartsochtelijk uit. „Zooals v. zegt, moet hij dien avond daar in Bry chester zijn geweest. Waarom kwam hij dan niet hier? Want hij is nooit geko men! Ik verzeker u, dat we nooit iets van hem gehoord of gezien hebben sedert hij van ons vertrokken is." Blake schudde het hoofd. Reeds eenige oogenblikken had hy het vermoeden ge kregen, dat Malvery Hold omgeven was door een diep mysterie; het werd nu nog geheimzinniger en hij kreeg steeds meer stof om over te piekeren. „Ik weet het niet", zei hij, onmachtig. „Het frappeert me heel erg. Het is heel vreemd, dat niemand hem herkende, of schoon we er wel bij moeten bedenken, dat hij zijn baard had laten staan. Maar zelfs dan zou men toch hebben mogen ver onderstellen, dat hij zich aan enkele van zijn vrienden in Brychester wel bekend zou hebben gemaakt." Rachel Malvery lachte. Er was 'n bit tere, cynische klank in haar stem, die Blake deed huiveren. „Vrienden!" zeide ze. „Ik geloof niet, dat Richard een vriend in Brychester had! Hijze hield haar stem plotseling in en keek Blake scherp aan„hoeveel ver telde hij u over zichzelf?" vroeg ze. „O, ik weet wel, dat de grond hem hier wel wat warm onder de voeten werd!" gaf Blake toe. ,,Hij herft me dat meerma len verteld. Nogal erg heet ook. Schulden, hè? Maar hy bracht geld mee naar huis, dat hy zelf had verdiend om er de schul den mee af te lossen. Dat is een feit! Eer lijk verdiend geld. En nu vraag ik me af „Jaja?" riep Rachel met eenige gre tigheid uit". „U vraagt zich af...." „Of er hier geen vuil zaakje achter zit", zei Blake. „Het is niet onwaarschijnlijk, dat hij geld bij zich had, toen hij mij ver liet, twee duizend Pond op zak, Miss Mal very." De groeiende nieuwsgiergheid van het meisje weerspiegelde zich op haar bleek gezicht Maar haar stem was vast, toen ze weer het woord nam. „Ik ben bly, dat hij van plan was, de menschen te betalen", zei ze. „Ze.... ze hebben zoo veel, zoo onbarmhartig over hem gekletst. En vader kon er zoo goed als niets tegen doen. „U zieten ze keek om zich heen met een veelteekenende bliku ziet hoe de zaken er hier bij staan. Armoede! Echter armoede. Ja. Ik ben blij, dat ik goed nieuws van u hoor de. Was het op uw advies, dat hij naar huis terugkeerde?" „Ja", antwoordde Blake onverschillig. Ziet u, we waren deelgenooten geduren de twee jaren. Hij had gespaard en ik zei hem, dat hij naar huis moest gaan om er de plooien wat glad te strijken. Bovendien legde ik hem nog eens uit, dat de erfge naam van een Engelsch baronetschap maar niet in de wildernis kon bly ven leven. Maar wat is er nu met hem gebeurd. Miss Malvery? Hij w a s in Brychester, Februari van dit jaar. Waar is hijijnu gebleven? Eén ding staat als 'n paal boven water: ik ben van plan hem te vinden. Levendof dood". „Niet dood", zei het meisje. „Dat toch ze ker niet?" „Ik weet het niet", antwoordde Blake. „Maar we zullen zien. Ik ben nu ook naar huis gekomen. Ik erfde een flink fortuin en ben nog niet zoo lang geleden overge stoken. Eerst ben ik naar de advocaten in Londen gegaan, maar daarna kwam ik hier naar toe om me zoo gauw mogelijk met Dick in verbinding te stellen. Er moe ten toch sporen van hem in Brychester te vinden zijn. Hij was daar toch!" „Wat gaat u nu doen?" vroeg zy. „Na tuurlijk moeten wij ook iets doen. Dat wil zeggen: ik. Want vader kan niets doen, hij is totaal Invalide." (Wordi vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1946 | | pagina 2