De toekomst van Land- en Tuinbouw
Meer kolen, meer gas en electriciteit
E'EN ROODE LIJN loopt door de heele
wereldpolitiek van vandaagè Men kan
ook zeggen: een roode barst, want het is
de tweespalt tussohen West en Oost, het
wantrouwen in elkanders bedoelingen. Het
Westen wantrouwt Sovjet-Rusland; maar
Rusland wantrouwt het Westen even goed.
Een gedelegeerde ter Vredesconferentie te
Parijs vergeleek onlangs dien Russischen
argwaan met de idee-fixe van den buiten
man, die meent in do stad geducht te moe
ten oppassen, dat die ..vedraaide stadslui
hem niet in den nek kijken".
Misschien moeten wij de oorzaak inder
daad althans gedeeltelijk zoeken in
psychologische motieven, in een soort min
derwaardigheidscomplex; misschien zit er
ook een kern van waarheid in wat de
Amerikaansche minister van handel, Wal
lace, eenige dagen geleden zei in zijn ge
ruchtmakende redevoering over de Ame
rikaansche buitenlandsche politiek: „Hoe
harder wij worden, des te harder zullen
ook de Russen worden". M.a.w. dat de fout
niet alleen bij Rusland ligt. In een brief
aan pres Truman verduidelijkte hij dat nog
eens. door er op te wijzen, dat Amerika
voortdurend bommen produceert, proeven
met atoombommen neemt, luchtbases in
richt over de halve wereld. Waarom neemt
Amerika het Rusland kwalijk, als het vei
ligheidszones in Europa wil vormen, ter
wijl de Amerikanen zelf door hun luchtba
ses op Groenland, Okinawa en andere ver
verwijderde plaatsen eveneens veiligheids
zones gesticht hebben van nog grooter uit
gestrektheid?
„Wij moeten bereid zijn, om de eischen
van Rusland te bezien in het licht van wat
wijzelf en de Britten als noodzakelijk voor
onze veiligheid achten".
Op grond daarvan bepleitte Wallace een
tegemoetkomende houding jegens Rus
land, in tegenstelling tot de politiek van
Byrnes, die er op uit is. om door een krach
tige houding paal en perk te stellen aan de
sabotage van den vrede door de Sovjets.
CR LIGT veel waars in de overweging,
dat men elkaar tegemoet moet komen,
wil men geraken tot overeenstemming en
daarna tot cordiale samenwerking. Maar
een dergelijke tegemoetkoming veronder
stelt twee partijen, die te goeder trouw
zijn en van goeden wil.
Wij hebben altijd nog niet de herinne
ring aan de befaamde conferentie van Mün-
chen verloren in het najaar van 1938. Toen
werd een stuk van Tsjecho-Slowakije
het Sudetenland opgeofferd aan den
vrede. Ook toen meende de ongetwijfeld
goed willende Chamberlain door een tege
moetkomende houding een betere atmos
feer te moeten scheppen en het dreige
ment van een naderenden oorlog te kun
nen bezweren door een werkelijk offer te
brengen, door een concessie te doen, dat
Engeland aan het hart ging.
Het was tevergeefsch. Het offer van het
Sudetenland was olie op het vuur. Hitiers
machtswaan werd er slechts door opge-
zwiept en na het Sudetenland nam hij heel
Tsjecho-Slowakije en vervolgens half
Europa.
Het euvel, waaraan de organisatie van
den vrede lijdt, is niet alleen de weder-
zijdsche argwaan, maar het feit, dat er
alle grond is voor argwaan. Wanneer één
van beide partijen een stelsel aanhangt,
dat gebaseerd is op een meedoogenlooze
onderdrukking van de menschelijke per
soonlijkheid, en dat de idee van de wereld
revolutie nog altijd als het ideaal nastreeft,
kan er van opheffing van de sfeer van wan.
trouwen geen sprake zijn. In zoo'n situatie
is elke tegemoetkoming halfheid en zwak
heid.
De meeste Amerikanen zien dat ook
wel in; vandaar dat er een deining van ge
weld ontstond, niet zoozeer omdat Wallace
zoo iets zei, maar omdat president Tru
iman door een ongelukkig geformuleerde
uitlating den indruk wekte, alsof hij ach
ter Wallace stond en er dus een wijziging
was gekomen in de buitenlandsche politiek
van de Ver. Staten. Truman heeft zich
echter spoedig gecorrigeerd en Wallace tot
de orde geroepen. Hij heeft den minister
zelfs genoopt om zijn ontslag te nemen, om
maar dubbel en dwars te doen uitkomen,
dat Amerika volkomen achter Byrnes en
diens politiek staat.
AMERIKA'S buitenlandsche politiek ver
andert dus niet. Ook niet wat betreft dat
andere groote punt uit Wallace's betoog,
tn.l. de verdeeling van de wereld in in
vloedsferen. Wallace wilde Oost-Europa
voor de Russen laten; zij zouden daar mo
gen knoeien zooveel zij wilden, dat gedeelte
van Europa zou buiten de Amerikaansche
belangensfeer liggen. Omgekeerd zou Rus
land z'n handen van West-Europa moeten
afhouden..
Ook dezee constructie heeft ongetwijfeld
als practisch Instrument van dien vrede zijn
voordeelen, maar zij veronderstelt al weer
goed vertrouwen in de gemaakte afspraak.
En dat vertrouwen kan niet bestaan, om
dat Rusland nu eenmaal andere opvattin
gen van „invloedsferen" heeft. Zijn eigen
sfeer sluit het af met een ijzeren gordijn
en in de sfeer van een ander spionneert en
intrigeert het, dat de stukken er af vlie
gen. Zelfs de Veiligheidsraad moet dienen
om den Russen invloed te verschaffen in
de binnenlandsche aangelegenheden van
Griekenland, om maar niet eens te spre
ken van de onverkwikkelijkhedén der
spionnage-affaire in Canada.
De weg van den vrede is uitenmaÉe
zwaar, daar deze weg leidt door een we
reld, die vol zit met zwart wantrouwen, dat
helaas niet hersenschimmig is.
Oorlogsherinneringskruis
Degenen, die in de oorlogsdagen van Mei
1940 als militair der Koninklijke Land
macht daadwerkelijk aan den strijd tegen
den aanvaller hebben deelgenomen, en
overigens aan zekere eischen voldoen, kun
nen, voor zoover zij tot nu toe niet voor
het oorlogsherinnerinneirngskruis, c.q. met
gespen, in aanmerking kwamen, thans een
aanvrage indienen voor een machtiging tot
het dragen van het oorlogsherinnerings
kruis met den gesp „Nederland* Mei 1940".
Zij, die niet in werkelijken dienst zijn, kun
nen zich voor het benoodigde aanvraagfor
mulier wenden tot den naastbijzijnden
garnizoenscommandant of rechtstreeks tot
het ministerie van Oorlog, afd. A I.
De „Stroodorpers" uit
Zutfen, die in hun
Achterhoeksche klee-
dij een tournée door
het land maken en
ook in Engeland zul.
len optreden, gaven
een openluchtconcert
in Den Haag.
r\E MINISTER van Landbouw, visscherij en voedselvoorziening, de heer S. L. Mans.
*^holt, heeft Woensdagochtenr ter gelegenheid van de landbouw-, veeteelt- en tuin
bouwtentoonstelling te Schagen die daarna door de hevige stormen deerlijk
gehavend is, welke aldaar gedurende vier dagen is gehouden een openingsrede
uitgesproken
De minister bracht hierin eenige belangrijke gezichtspunten naar Voren met be
trekking tot de toekomstige ontwikkeling van den Nederlandschen land- en tuin
bouw. Aangekondigd werd o.a. dat het mi nisterie bezig is met de voorbereiding van
een plan, dat op korten termijn wil voorzien in een zoo snel mogelijke aanpassing
van den Nederlandschen landbouw aan de sinds den oorlog gewijzigde omstandighe-
heden en op langeren termijn wil trachten te bereiken, dat onze landbouw een zoo
danige basis verkrijgt, dat met het buitenland kan worden geconcurreerd.
Wij
zigingen in het
buitenland
Onze Nederlandsche landbouw stond vóór
den oorlog technisch aan de spits. Dus had
er ook een redelijke welstand moeten zijn,
doch dit was niet het geval. De minister
zeide nadrukkelijk, dat dit niet de schuld
van den boer was noch een gevolg van
de achterlijkheid van den landbouw, maar
van de omstandigheden, waarop wij des
tijds geen invloed vermochten uit te oefe
nen. Het oog richtende op de toekomst,
mag men zeggen, dat nu de Nederlandsche
landbouw, relatief gezien, bij het buiten
land vergeleken op hetzelfde peil staat.
Wijzigingen in het buitenland.
Welke is nu de groote wijziging, welke
zich sinds 1930 in het buitenland heeft vol
trokken? Want daaruit zal men de rich
ting. waarin de Nederlandsche landbouw
zich zal hebben te ontwikkelen, moeten
realiseeren. Er zijn groote verschuivingen
in de productie van het buitenland. Enge
land bijv. voert thans een consequente land
bouwpolitiek, ten aanzien waarvan geen
kans bestaat, dat zij veranderd zal worden.
Er is sinds die wijziging in de Engelsche
politiek in Engeland iets wakker ge
maakt bij de boeren en tuinders, die zich
organisatorisch sterk hebben ontwikkeld
cn die zich tegen een wijziging naar de
situatie van voor den oorlog dus tot te
rugbrenging tot 1/3 of 1/5 van den omvang
van thans sterk zouden verzetten. Wij zul
len dus op een blijvend grootere produc
tie in dat land moeten rekenen.
In de Vereenigde Staten doet zich iets
dergelijks voor. Door den drang.van den
oorlog hebben er groote verschuivingptn
plaats gehad van graanproductie naar
vleeschproductie. Deze laatste Is daar met
5C gestegen. Canada laat zelfs een cijfer
van 70 zien De voor onze landbouw
producten noodzakelijke markten gaan dus
ten deele voor ons verloren. Onze vroegere
afnemers worden op de internationale
markt zelfs onze concurrenten.
Richten wij het oog naar Midden-Euro
pa en met name naar Duitschland, vroe
ger een onzer grootste afnemers, dan blijkt
ons, dat dit afzetgebied naar Nederland
Verloren is. Het zal wellicht nog tientallen
jaren duren voor Duitschland in staat is
de hoeveelheden producten op te nemen, die
wij er voor den oorlog exporteerden. Van
den opbouw van het economisch leven van
Duitschland is ons land afhankelijk, aldus
zei de minister met nadruk. Nederland zal.
terwille van zichzelf de Duitsche economie
weer op gang moeten helpen brengen. Nog
teveel zijn wij belast met haat- en wraak
gevoelens, die uit den bezettingstijd zijn
overgebleven, maar men moet niet verge
len, dat er niet alleen een economisch
probleem van handelsbetrekkingen tus
sohen Nederland en Duitschland bestaat,
doch dat er het probleem is van het zijn
of niet zijn van ons volk. Als Duitschland
niet spoedig weer op de been wordt gehol
pen, is het voor ons absoluut onmogelijk
een zekeren welstand in den landbouw te
bereiken. Er is in Duitschland thans nog
een chaos. Er leven 60 millioen menschen
zonder toekomst en zonder een plan voor
economischen opbouw.
De regeeringsmaatregelen.
De boer zegt wel eens, dat het ministerie
van landbouw teveel nog de vrije ont
plooiing in den weg staat, maar aldus
de minister laten we goed beseffen, dat
we er nog lang niet zijn en de groote
moeilijkheden nog komen en dat de re
geeringsmaatregelen weloverwogen zijn
om den landbouw zoo goed mogelijk te
leiden. Het is noodig die maatregelen te
handhaven ter wille van den boer. Zoo
kunnen de verplichte veelevering en de
beperking van den varkensstapel nog niet
worden gemist. De internationale positie
der granen is buitengewoon gevaarlijk.
Men late zich door de optimistische oogst-
berichten niet van de wijs brengen. Er zijn
groote tekorten, ook al zijn de oogsten in
het buitenland op zichzelf beschouwd groot.
We hebben er immers niets aan. zoolang
het graan niet in ons bezit is En het aan
tal afnemers Van granen is veel grooter
dan voor 1940. Amerika neemt zelf 60
meer op dan voor den oorlog. Zoolang wij
geen zekerheid hebben, dat de granen bin
nenkomen, kan de varkensbeperking niet
worden opgeheven. Er is trouwens door de
regeering al meer vrijheid gegeven dan
misschien verantwoord is. De stichting
voor den landbouw ziet dit ook zeer wel
in en gehoopt mag worden, dat zij die mee
ring ook zal uitdragen in den lande.
Welke mogelijkheden liggen er nu nog
voor onzen land- en tuinbouw?
Ik geloof, aldus de minister, dat er voor
onzen land- en tuinbouw en veeteelt een
zeer belangrijke taak is weggelegd. Veel
veranderen kunnen we niet, maar aan de
■verlaging van den kostprijs moet alle aan
dacht worden besteed. Dit is het eenige
middel, om onzen strijd op de buitenland
sche markt te winnen, Het is niet een pro
bleem, dat in enkele jaren kan worden op
gelost. Men kan het veeleer een 25-jaren
plan noemen. Maar al lijkt het lang er
moet met de uitvoering een begin worden
gemaakt. De voorbereiding tot het plan is
bij het ministerie reeds ontwikkeld. Zoo
dra het gereed is hopen wij het ter discus
sie te stellen van de Nederlandsche boe
ren.
Dit plan valt in twee deelen uiteen, het
eene deel is berekend op een korten ter
mijn en omvat een zoo snel mogelijke aan
passing aan de gewijzigde omstandigheden.
Het tweede gedeelte heeft ten doel te
trachten te bereiken, dat de Nederland
sche landbouw een zoodanige basis krijgt,
dat met het buitenland geconcurreerd kan
worden.
J^U DE WINTER weer voor de deur staat gaat de belangstelling van de Nederland
sche bevolking weer in hooge mate uit naar de energievoorziening. Bijzonder
goed nieuws kon in dit verband de heer H. H. Wammers Jr.. directeur van het
Rijkskolenbureau, gistermiddag in een te 's-Gravenhage gehouden persconferentie
laten hooren. Vergeleken met den toestand in het voorjaar, is de kolenpositie van
ons land aanmerkelijk verbeterd.
Op grond van de verbeterde kolenpo
sitie i$ het Rijkskolenbureau in staat tot
een verdubbeling van het huidige elec-
triciteitsrantsoen over te gaan. Deze ver
hooging zal op 1 October a.s. ingaan. Met
nadruk wees in dit verband de heer
Wammers op het feit, dat aan de elec-
triciteitsbedrijven opdracht is gegeven,
om de verbruikers die na 1 October dit
verhoogde rantsoen nog overschrijden,
onherroepelijk van den toevoer af te
snijden. Vermeden moet worden, dat
electriciteit voor verwarmingsdoeleinden
wordt gebruikt.
Voortaan zullen de industrieën niet lan
ger meer aan een electriciteitsaanvraag ge
bonden zijn, wanneer hun verbruik bene
den de 100.000 kilowatt uur per maand be
draagt. De electriciteitspositie laat evenwel
nog niet toe, dat stroom voor etalage- en
reclamevoorziening kan worden gebruikt.
Volledige vrijheid in electriciteits- en
gasverbruik kan aan de bevolking nog niet
worden verleend, op grond van de kolen-
rantsoeneering voor verwarmingsdoelein
den.
Het gevaar immers is aanwezig, dat bij
volledige vrijlating gas en electriciteit voor
verwarming zouden worden gebruikt.
Wat betreft de verwarming deelde de
heer Wammers nog mede, dat kamerbe
woners dezen winter zes eenheden zul
len krijgen, terwijl aan personen boven
de 65 jaar negen eenheden zullen wor
den verstrekt.
Het huisbrandrantsoen moet op twaalf
eenheden gehandhaafd blijven, daar de
meer ter beschikking gekomen of komende
kolen niet uit huisbrandsoorten bestaan.
De geheele huisbrandvoorziening is thans
gebaseerd op een maandelijksche behoefte
van ca. 250.000 ton vaste brandstoffen. Wat
betreft de samenstelling van het huis
brandrantsoen wees de heer Wammers er
nog op, dat men vooral niet afwijzend
dient te staan ten opzichte van de bruin
koolbriketten.
Na de uiteenzettingen van den directeur
van het Rijkskolenbureau deelde een ver
tegenwoordiger der Staatsmijnen nog een
en ander mede, betreffende de kolenop-
brengsten uit de mijnstreek. De hoogere
kolenproductie is voornamelijk te danken
aan een groot aantal arbeiders. Langzaam
stijgt daarnaast ook de individueele pres
tatie van de ondergrondsche arbeiders. Het
resultaat van de mijnwerkerswerving in
Nederland is-matig geweest. Ruim 600 ar
beiders heeft men buiten de mijnstreek
weten aan te werven. Van groote beteeke-
nis is de tewerkstelling van gedetineerden
in de mijnen. Op het oogenblik werken
2000 politieke delinquenten, voornamelijk
S.S.-lieden. Men hoopt dit percentage tot
7000 te kunnen opvoeren. De gedetineer
den werken apart en komen niet in aan
raking met de overige mijnwerkers.
Productie in eigen mijnen
en invoer gestegen
De hoeveelheden kolen die in de achter
ons liggende maanden ter verdeeling kwa
men, zijn dusdanig gestegen, dat het thans
mogelijk is aan het bedrijfsleven datgene
toe te wijzen, wat het noodig heeft.
De flinke verbetering in de energievoor
ziening berust op twee factoren: de pro
ductie in de Limburgsche mijnen is geste
gen, terwijl daarnaast de koleninvoer uit
het buitenland aanzienlijk is toegenomen.
De gemiddelde dagproductie van onze
mijnen bedraagt op het oogenblik onge
veer 69 pet. van het vooroorlogsche ge
middelde (1935-1938: 43.750 ton). Ver-
wacht wordt dat de gemiddelde dagproduc
tie tegen het einde van dit jaar 32.000 ton
zal bedragen (73 procent), terwijl de pro
ductie voor 1947 wordt geraamd op 35.000
ton per dag of 80 procent van de vooroor
logsche opbrengst.
Het verloop van den invoer heeft zich
in het bijzonder gedurende de laatste
maanden gunstig ontwikkeld. Een onzekere
factor voor de naaste toekomst blijven
evenwel de kolenimporten uit Duitsch
land. Vooral wat betreft die uit het Roer
gebied. Rekening moet ermee worden ge
houden, dat de Duitsche industrieele be
drijven meer inheemsche kolen toegewezen
krijgen dan tot dusver het geval was. Met
voldoening constateerde de heer Wam
mers, dat de kwaliteit van de Amerikaan
sche kolen, die tegenwoordig worden in
gevoerd, aanzienlijk is verbeterd.
Het spreekt vanzelf, dat, willen wij vol-
do'en aan de verplichtingen, welke Neder
land in de handelsverdragen met het bui
tenland op zich heeft genomen, export
van kolen dient plaats te hebben.
De export van cokes bedraagt tegenwoor
dig ongeveer 35.000 ton per maand, welk
cijfer in de naaste toekomst nog iets zal
worden opgevoerd.
Het afvoervraagstuk van de kolen uit de
mijnstreek is geen probleem meer. Indien
wij geen strengen winter krijgen behoeft
geen stagnatie in het vervoer te worden
gevreesd.
Van Mei 1946 af kwamen voor de kolen-
distributie in Nederland de volgende hoe
veelheden vaste brandstoffen ter beschik
king:
Mei 682.574 ton
Juni 614.220 ton
Juli 1.014.273 ton
Augustus 839.353 ton
Uit deze cijfers blijkt, dat gedurende de
maanden Juli en Augustus door ver
hoogde productie en grooteren invoer
aanmerkelijk meer voor distributie beschik
baar kwam dan in Mei en Juni j.l. Deze
gunstige cijfers springen des te meer in het
oog, wanneer men bedenkt, dat vóór den
oorlog ongeveer 14 millioen ton kolen per
jaar in Nederland werden verbruikt.
De Nederlandsche kolenpositie is op het
oogenblik van dien aard, dat volledig in
de behoefte overeenkomende met de
huidige capaciteit der industrieën kan
worden voorzien. Het is zelfs mogelijk tot
geringe bedrijfsvoorraad vorming over te
gaan. Niet alleen aan de bedrijven, maar
ook aan gasfabrieken, electriciteitsbedrij-
ven, spoor- en tramwegen en voedselgroe-
pen kunnen op ruimere schaal de benoo
digde brandstoffen worden toegewezen.
NIEUW GAS- EN ELECTRICITEITSRANTSOEN
Tijdens een te 's-Gravenhage gehouden
persconferentie heeft de heer H. H. Wem.
mers Jr.,.directeur van het Rijkskolenbu
reau, medegedeeld, dat de verbetering in
de Nederlandsche kolenvoorziening het
mogelijk heeft gemaakt, verschillende
wijzigingen in de „gas- en ëlectriciteits-
rantsoeneeringsregeling 1945" aan te
brengen, welke per 1 October 1946 zullen
ingaan.
De rantsoenen zullen als volgt worden
gewijzigd:
KOOKRANTSOENDN.
Gas.
Voor gezinnen van twee personen 54
M3 per periode (i.p.v. 34 M3).
Voor elk gezinslid; meer 6 M3 per pe
riode (onveranderd).
Voor alleenwonende personen die zelf
koken 48 M3 p. periode (i.p.v- 28 MB).
ELECTRICITEIT.
Voor gezinnen van twee personen 135
kwih per periode (i,p.v. 85 kwh).
Voor elk gezinslid meer 15 kwh per pe
riode (onveranderd1).
Voor alleenwonende personen die zelf
koken 10 kwh p. periode (i.p.v. 70 kiwh).
VERLICHTING EN ANDER
HUISHOUDELIJK GEBRUIK.
De periode-rantsoenen voor electrici-
teits-verbruikers bedragen voor de zes
achtereenvolgende perioden van het rant-
soeneeringsjaar, aanvangende in of om
streeks de maand December: 90, 70, 45, 40,
45 en 70 kwh, voor rantsoenen, aanvan
gende in of omstreeks de maand Januari:
85, 55, 40, 40, 55 en 85 kwh. Practisch komt
dit neer op een rantsoen in de maanden:
Januari en December 45 kwh p. maand
Februari en November 40 kwh. p. maand
Maart en Odtober 30 kwh p. maand
April en September 25 kwh p. maand
Mei t.m. Augustus 20 kwh p. maand
Totaal 360 kwh i.p.v. 156 kwh.
Gas.
Ook de gasrantsoenen voor de verlich
ting worden herzien. De tot dusverre gel
dende rantsoenen v. 36, 24, 12, 12, 24 en 36
M3 per periode worden gébracht op 50,
40, 30, 30, 40 en 50 M3 per periode.
Dit komt overeen met een rantsoen in
de maanden:
Jan. en Dec. 26 M3 p. maand.
Febr. en Nov24 M3 p. maand
April en Sept 19 M3 p. maand.
Mei t.m. Aug15 MB p. maand
Nu de rantsoenen zoodanig zijn ver
hoogd, dat voor eiken aangeslotene aan
redelijke behoeften kan worden voldaan,
en bovendien met de verstrekking van pe
troleum, als aanvulling op de kookrant-
soenen, op den bestaanden voet zal wor
den voortgegaan, zullen verbruikers, die
deze rantsoenen overschrijden, thans als
regel, zonder meer worden afgesneden,
aldus werd medegedeeld.
Bioscopen
Casino. In de geschiedenis ligt een
rijkdom aan gegevens voor de samenstel
ling van films. De Russen hebben in de
film „Peter de Groote" de geschiedenis
van dezen geweldenaar onder de Tsaren
doen herleven met een suggestiviteit en
felle dramatiek, die het ware meesterschap
van den regisseur boy en alle twijfel stelt.
Dat Peter de Groote zijn bijnaam te dan
ken heeft aan zijn liohaamsgrootte en phy-
sieke kracht komt niet alleen in deze film
tot uiting doch veel meer de groote gaven
van zijn geest, zijn durf en doorzettings
vermogen om zijn volk los te slaan en om
hoog te stuwen uit de kluisters en, bene
penheid van boersche Russische afzijdig
heid en vasthoudendheid en het te rich
ten naar de beschaving en de grootere ont
wikkeling van het Westen. De realiteit van
deze „doorbraak" met zijn botsingen en
zijn excessen schept scènes van een groote
bewogenheid en fijne detailleering, doch
maakt tevens een voorbehoud noodzakelijk
voor toeschouwers met rijp onderschei
dingsvermogen.
Lido vertoont deze week de film Gesto
len leven", waarin Elisabeth Bergner dé
hoofdrol vervult. Óp werkelijk talentvolle
wijze vertolkt zij de dubbelrol van de twee
lingzusters en tot het einde toe weet zij,
door haar spel de aandacht vast te hou
den. Niadat de eene zuster is ge
huwd komt zy door een ongeval om het le
ven, waarna de andere haar plaats in
neemt, wat tot ernstige complicaties aanlei
ding geeft. Een film alleen geschikt voor
volwassenen.
Luxor. De oorlog met al zijn gruwe
len kon niet zoo verschrikkelijk zijn, of er
is toch iets goeds uit geboren: het medele
ven met het lijden van de kinderen, die
meer dan ooit thans in dezen wereldoor
log betrokken werden. Men kan zeggen, dat
dat medeleven niet noodig zou zijn ge
weest, indien de machthebbers niet tot een
oorlog gekomen waren, doch nu deze een
maal er was, moet alles gedaan worden om
het lijden der onschuldige kinderen althans
zooveel mogelijk te verzachten. En wie
meer dan de neutrale landen waren daar
toe in staat? Daarom mag de film „Marie
Louise" als voorbeeld dienen van hetgeen
Zwitserland o.m. deed voor de Fransche
jeugd, die uit de gruwelen der verwoes
ting door de rampzalige bombardementen
van steden en dorpen veroorzaakt,, werden
weggehaald naar het vredige Zwitesrland,
waar de kinderen konden bekomen van de
uitgestane anngst en het ondervonden
leedHoe dat geschiedt laat deze aan
grijpende film overduidelijk zien. De klei
ne Josiane vertelt er van op een wijze, die
niemand onberoerd laat en dat zij het _on
overtuigende wijze doet, behoeven we hier
eigenlijk niet te vertellen.
Rex geeft deze week het tweede deel
van de seriefilm „S.O.S. Kustwacht" en
ook nu is Ralph Byrd de held van het ver
haal, die menige gevaarlijke onderneming
tot een goed einde weet te brengén.
In Trianon draait deze week de film „De
koning der klaploopers", waarin men kan
genieten van de meest dolle situaties, waar
in de „koning der klaploopers" zich ge
wikkeld ziet, maar waaruit hij zich steeds
weer weet te redden. Het is een film met
weinig pretenties, waar men zich een
avond mede kan amuseeren. In het voor
programma uitgebreid wereld- en binnen-
landsch nieuws.
De Belgische monarchisten hielden te Ant
werpen een groote betooging voor den te
rugkeer van Koning Leopold- De betoogers
trekken voorbij het paleis, dat met bloe
men en een portret van den koning ver
sierd is.
WAARSCHUWING
aan
„ONDERDUIKERS"
De chef van den generalen staf luit. gen.
mr. H. J. Kruis heeft door de radio bekend
gemaakt, dat van de eerste ploeg, waarvan
Maandag jl. het Inschepingsverlof eindig
de, een aantal mannen niet of niet op tijd
was teruggekeerde
Hij wees er op, dat de taak die, den sol
daten in Indië wacht, de hoogste plichten
-en belangen van ons koninkrijk betreft
Het Nederlandsche volk, verpersoonlijkt
in de zelfgekozen volksvertegenwoordiging
heeft buiten twijfel gesteld, dat zij achter
beslissing der regeering staat om deze
troepen naar Indië te zenden. Zij moeten
dus daarheen.
Op het plegen van desertie staan ern
stige. heel ernstige straffen, die uw leven
kunnen verwoesten.
Omdat ik zou goed begrijp, aldus de
luit,-gen., dat misleiding en gebrekkig in
zicht voor de overgroote meerderheid van
tie kleine groep, die achtergebleven is, de>
Jrijfveeren waren, heb ik bepaald, dat dit
maal nog van strafrechtelijke behandeling
zal worden afgezien en de zaken van hen
die alsnog onverwijld naar hun onderdee-
len terugkeeren, slechts krijgstuchtelijk
behandeld zullen worden.
Begrijpt mij goed, manmen, dit geldt
slechts voor één keer, slechts voor die
groep, wier inschepingsverlof deze week
Maandag, den 16den September eindigde.
Ik vertrouw, dat gij allen mijn woorden
verstaan en begrepen hebt. Zoowel zij, die
zich niet op tijd hebben gemeld, als
die thans met inspectieverlof zijn of wel
dra in het genot van dit verlof gesteld zul
len worden. En tot slot nog dit, mannen,
als gij eenmaal begrepen hebt dat gij naar
Indië moet gaan. gaat dan met opgewekt
heid. Stelt u vooral niet voor dat gij de
grootste verschrikkingen zult ondergaan.
De troepen, die u zijn voorgegaan hebben
het bewijs geleverd, dat de taak die u
wacht geen onmogelijke is en dat zij op
oen uitstekende wijze vervuld kan worden.
Zeer bijzondere omstandigheden voorbe
houden gaat gij voor niet langer dan twee
jaren weg.