De toekomst van Land- en Tuinbouw Meer kolen, meer gas en electriciteit E'EN ROODE LIJN loopt door de heele wereldpolitiek van vandaagè Men kan ook zeggen: een roode barst, want het is de tweespalt tussohen West en Oost, het wantrouwen in elkanders bedoelingen. Het Westen wantrouwt Sovjet-Rusland; maar Rusland wantrouwt het Westen even goed. Een gedelegeerde ter Vredesconferentie te Parijs vergeleek onlangs dien Russischen argwaan met de idee-fixe van den buiten man, die meent in do stad geducht te moe ten oppassen, dat die ..vedraaide stadslui hem niet in den nek kijken". Misschien moeten wij de oorzaak inder daad althans gedeeltelijk zoeken in psychologische motieven, in een soort min derwaardigheidscomplex; misschien zit er ook een kern van waarheid in wat de Amerikaansche minister van handel, Wal lace, eenige dagen geleden zei in zijn ge ruchtmakende redevoering over de Ame rikaansche buitenlandsche politiek: „Hoe harder wij worden, des te harder zullen ook de Russen worden". M.a.w. dat de fout niet alleen bij Rusland ligt. In een brief aan pres Truman verduidelijkte hij dat nog eens. door er op te wijzen, dat Amerika voortdurend bommen produceert, proeven met atoombommen neemt, luchtbases in richt over de halve wereld. Waarom neemt Amerika het Rusland kwalijk, als het vei ligheidszones in Europa wil vormen, ter wijl de Amerikanen zelf door hun luchtba ses op Groenland, Okinawa en andere ver verwijderde plaatsen eveneens veiligheids zones gesticht hebben van nog grooter uit gestrektheid? „Wij moeten bereid zijn, om de eischen van Rusland te bezien in het licht van wat wijzelf en de Britten als noodzakelijk voor onze veiligheid achten". Op grond daarvan bepleitte Wallace een tegemoetkomende houding jegens Rus land, in tegenstelling tot de politiek van Byrnes, die er op uit is. om door een krach tige houding paal en perk te stellen aan de sabotage van den vrede door de Sovjets. CR LIGT veel waars in de overweging, dat men elkaar tegemoet moet komen, wil men geraken tot overeenstemming en daarna tot cordiale samenwerking. Maar een dergelijke tegemoetkoming veronder stelt twee partijen, die te goeder trouw zijn en van goeden wil. Wij hebben altijd nog niet de herinne ring aan de befaamde conferentie van Mün- chen verloren in het najaar van 1938. Toen werd een stuk van Tsjecho-Slowakije het Sudetenland opgeofferd aan den vrede. Ook toen meende de ongetwijfeld goed willende Chamberlain door een tege moetkomende houding een betere atmos feer te moeten scheppen en het dreige ment van een naderenden oorlog te kun nen bezweren door een werkelijk offer te brengen, door een concessie te doen, dat Engeland aan het hart ging. Het was tevergeefsch. Het offer van het Sudetenland was olie op het vuur. Hitiers machtswaan werd er slechts door opge- zwiept en na het Sudetenland nam hij heel Tsjecho-Slowakije en vervolgens half Europa. Het euvel, waaraan de organisatie van den vrede lijdt, is niet alleen de weder- zijdsche argwaan, maar het feit, dat er alle grond is voor argwaan. Wanneer één van beide partijen een stelsel aanhangt, dat gebaseerd is op een meedoogenlooze onderdrukking van de menschelijke per soonlijkheid, en dat de idee van de wereld revolutie nog altijd als het ideaal nastreeft, kan er van opheffing van de sfeer van wan. trouwen geen sprake zijn. In zoo'n situatie is elke tegemoetkoming halfheid en zwak heid. De meeste Amerikanen zien dat ook wel in; vandaar dat er een deining van ge weld ontstond, niet zoozeer omdat Wallace zoo iets zei, maar omdat president Tru iman door een ongelukkig geformuleerde uitlating den indruk wekte, alsof hij ach ter Wallace stond en er dus een wijziging was gekomen in de buitenlandsche politiek van de Ver. Staten. Truman heeft zich echter spoedig gecorrigeerd en Wallace tot de orde geroepen. Hij heeft den minister zelfs genoopt om zijn ontslag te nemen, om maar dubbel en dwars te doen uitkomen, dat Amerika volkomen achter Byrnes en diens politiek staat. AMERIKA'S buitenlandsche politiek ver andert dus niet. Ook niet wat betreft dat andere groote punt uit Wallace's betoog, tn.l. de verdeeling van de wereld in in vloedsferen. Wallace wilde Oost-Europa voor de Russen laten; zij zouden daar mo gen knoeien zooveel zij wilden, dat gedeelte van Europa zou buiten de Amerikaansche belangensfeer liggen. Omgekeerd zou Rus land z'n handen van West-Europa moeten afhouden.. Ook dezee constructie heeft ongetwijfeld als practisch Instrument van dien vrede zijn voordeelen, maar zij veronderstelt al weer goed vertrouwen in de gemaakte afspraak. En dat vertrouwen kan niet bestaan, om dat Rusland nu eenmaal andere opvattin gen van „invloedsferen" heeft. Zijn eigen sfeer sluit het af met een ijzeren gordijn en in de sfeer van een ander spionneert en intrigeert het, dat de stukken er af vlie gen. Zelfs de Veiligheidsraad moet dienen om den Russen invloed te verschaffen in de binnenlandsche aangelegenheden van Griekenland, om maar niet eens te spre ken van de onverkwikkelijkhedén der spionnage-affaire in Canada. De weg van den vrede is uitenmaÉe zwaar, daar deze weg leidt door een we reld, die vol zit met zwart wantrouwen, dat helaas niet hersenschimmig is. Oorlogsherinneringskruis Degenen, die in de oorlogsdagen van Mei 1940 als militair der Koninklijke Land macht daadwerkelijk aan den strijd tegen den aanvaller hebben deelgenomen, en overigens aan zekere eischen voldoen, kun nen, voor zoover zij tot nu toe niet voor het oorlogsherinnerinneirngskruis, c.q. met gespen, in aanmerking kwamen, thans een aanvrage indienen voor een machtiging tot het dragen van het oorlogsherinnerings kruis met den gesp „Nederland* Mei 1940". Zij, die niet in werkelijken dienst zijn, kun nen zich voor het benoodigde aanvraagfor mulier wenden tot den naastbijzijnden garnizoenscommandant of rechtstreeks tot het ministerie van Oorlog, afd. A I. De „Stroodorpers" uit Zutfen, die in hun Achterhoeksche klee- dij een tournée door het land maken en ook in Engeland zul. len optreden, gaven een openluchtconcert in Den Haag. r\E MINISTER van Landbouw, visscherij en voedselvoorziening, de heer S. L. Mans. *^holt, heeft Woensdagochtenr ter gelegenheid van de landbouw-, veeteelt- en tuin bouwtentoonstelling te Schagen die daarna door de hevige stormen deerlijk gehavend is, welke aldaar gedurende vier dagen is gehouden een openingsrede uitgesproken De minister bracht hierin eenige belangrijke gezichtspunten naar Voren met be trekking tot de toekomstige ontwikkeling van den Nederlandschen land- en tuin bouw. Aangekondigd werd o.a. dat het mi nisterie bezig is met de voorbereiding van een plan, dat op korten termijn wil voorzien in een zoo snel mogelijke aanpassing van den Nederlandschen landbouw aan de sinds den oorlog gewijzigde omstandighe- heden en op langeren termijn wil trachten te bereiken, dat onze landbouw een zoo danige basis verkrijgt, dat met het buitenland kan worden geconcurreerd. Wij zigingen in het buitenland Onze Nederlandsche landbouw stond vóór den oorlog technisch aan de spits. Dus had er ook een redelijke welstand moeten zijn, doch dit was niet het geval. De minister zeide nadrukkelijk, dat dit niet de schuld van den boer was noch een gevolg van de achterlijkheid van den landbouw, maar van de omstandigheden, waarop wij des tijds geen invloed vermochten uit te oefe nen. Het oog richtende op de toekomst, mag men zeggen, dat nu de Nederlandsche landbouw, relatief gezien, bij het buiten land vergeleken op hetzelfde peil staat. Wijzigingen in het buitenland. Welke is nu de groote wijziging, welke zich sinds 1930 in het buitenland heeft vol trokken? Want daaruit zal men de rich ting. waarin de Nederlandsche landbouw zich zal hebben te ontwikkelen, moeten realiseeren. Er zijn groote verschuivingen in de productie van het buitenland. Enge land bijv. voert thans een consequente land bouwpolitiek, ten aanzien waarvan geen kans bestaat, dat zij veranderd zal worden. Er is sinds die wijziging in de Engelsche politiek in Engeland iets wakker ge maakt bij de boeren en tuinders, die zich organisatorisch sterk hebben ontwikkeld cn die zich tegen een wijziging naar de situatie van voor den oorlog dus tot te rugbrenging tot 1/3 of 1/5 van den omvang van thans sterk zouden verzetten. Wij zul len dus op een blijvend grootere produc tie in dat land moeten rekenen. In de Vereenigde Staten doet zich iets dergelijks voor. Door den drang.van den oorlog hebben er groote verschuivingptn plaats gehad van graanproductie naar vleeschproductie. Deze laatste Is daar met 5C gestegen. Canada laat zelfs een cijfer van 70 zien De voor onze landbouw producten noodzakelijke markten gaan dus ten deele voor ons verloren. Onze vroegere afnemers worden op de internationale markt zelfs onze concurrenten. Richten wij het oog naar Midden-Euro pa en met name naar Duitschland, vroe ger een onzer grootste afnemers, dan blijkt ons, dat dit afzetgebied naar Nederland Verloren is. Het zal wellicht nog tientallen jaren duren voor Duitschland in staat is de hoeveelheden producten op te nemen, die wij er voor den oorlog exporteerden. Van den opbouw van het economisch leven van Duitschland is ons land afhankelijk, aldus zei de minister met nadruk. Nederland zal. terwille van zichzelf de Duitsche economie weer op gang moeten helpen brengen. Nog teveel zijn wij belast met haat- en wraak gevoelens, die uit den bezettingstijd zijn overgebleven, maar men moet niet verge len, dat er niet alleen een economisch probleem van handelsbetrekkingen tus sohen Nederland en Duitschland bestaat, doch dat er het probleem is van het zijn of niet zijn van ons volk. Als Duitschland niet spoedig weer op de been wordt gehol pen, is het voor ons absoluut onmogelijk een zekeren welstand in den landbouw te bereiken. Er is in Duitschland thans nog een chaos. Er leven 60 millioen menschen zonder toekomst en zonder een plan voor economischen opbouw. De regeeringsmaatregelen. De boer zegt wel eens, dat het ministerie van landbouw teveel nog de vrije ont plooiing in den weg staat, maar aldus de minister laten we goed beseffen, dat we er nog lang niet zijn en de groote moeilijkheden nog komen en dat de re geeringsmaatregelen weloverwogen zijn om den landbouw zoo goed mogelijk te leiden. Het is noodig die maatregelen te handhaven ter wille van den boer. Zoo kunnen de verplichte veelevering en de beperking van den varkensstapel nog niet worden gemist. De internationale positie der granen is buitengewoon gevaarlijk. Men late zich door de optimistische oogst- berichten niet van de wijs brengen. Er zijn groote tekorten, ook al zijn de oogsten in het buitenland op zichzelf beschouwd groot. We hebben er immers niets aan. zoolang het graan niet in ons bezit is En het aan tal afnemers Van granen is veel grooter dan voor 1940. Amerika neemt zelf 60 meer op dan voor den oorlog. Zoolang wij geen zekerheid hebben, dat de granen bin nenkomen, kan de varkensbeperking niet worden opgeheven. Er is trouwens door de regeering al meer vrijheid gegeven dan misschien verantwoord is. De stichting voor den landbouw ziet dit ook zeer wel in en gehoopt mag worden, dat zij die mee ring ook zal uitdragen in den lande. Welke mogelijkheden liggen er nu nog voor onzen land- en tuinbouw? Ik geloof, aldus de minister, dat er voor onzen land- en tuinbouw en veeteelt een zeer belangrijke taak is weggelegd. Veel veranderen kunnen we niet, maar aan de ■verlaging van den kostprijs moet alle aan dacht worden besteed. Dit is het eenige middel, om onzen strijd op de buitenland sche markt te winnen, Het is niet een pro bleem, dat in enkele jaren kan worden op gelost. Men kan het veeleer een 25-jaren plan noemen. Maar al lijkt het lang er moet met de uitvoering een begin worden gemaakt. De voorbereiding tot het plan is bij het ministerie reeds ontwikkeld. Zoo dra het gereed is hopen wij het ter discus sie te stellen van de Nederlandsche boe ren. Dit plan valt in twee deelen uiteen, het eene deel is berekend op een korten ter mijn en omvat een zoo snel mogelijke aan passing aan de gewijzigde omstandigheden. Het tweede gedeelte heeft ten doel te trachten te bereiken, dat de Nederland sche landbouw een zoodanige basis krijgt, dat met het buitenland geconcurreerd kan worden. J^U DE WINTER weer voor de deur staat gaat de belangstelling van de Nederland sche bevolking weer in hooge mate uit naar de energievoorziening. Bijzonder goed nieuws kon in dit verband de heer H. H. Wammers Jr.. directeur van het Rijkskolenbureau, gistermiddag in een te 's-Gravenhage gehouden persconferentie laten hooren. Vergeleken met den toestand in het voorjaar, is de kolenpositie van ons land aanmerkelijk verbeterd. Op grond van de verbeterde kolenpo sitie i$ het Rijkskolenbureau in staat tot een verdubbeling van het huidige elec- triciteitsrantsoen over te gaan. Deze ver hooging zal op 1 October a.s. ingaan. Met nadruk wees in dit verband de heer Wammers op het feit, dat aan de elec- triciteitsbedrijven opdracht is gegeven, om de verbruikers die na 1 October dit verhoogde rantsoen nog overschrijden, onherroepelijk van den toevoer af te snijden. Vermeden moet worden, dat electriciteit voor verwarmingsdoeleinden wordt gebruikt. Voortaan zullen de industrieën niet lan ger meer aan een electriciteitsaanvraag ge bonden zijn, wanneer hun verbruik bene den de 100.000 kilowatt uur per maand be draagt. De electriciteitspositie laat evenwel nog niet toe, dat stroom voor etalage- en reclamevoorziening kan worden gebruikt. Volledige vrijheid in electriciteits- en gasverbruik kan aan de bevolking nog niet worden verleend, op grond van de kolen- rantsoeneering voor verwarmingsdoelein den. Het gevaar immers is aanwezig, dat bij volledige vrijlating gas en electriciteit voor verwarming zouden worden gebruikt. Wat betreft de verwarming deelde de heer Wammers nog mede, dat kamerbe woners dezen winter zes eenheden zul len krijgen, terwijl aan personen boven de 65 jaar negen eenheden zullen wor den verstrekt. Het huisbrandrantsoen moet op twaalf eenheden gehandhaafd blijven, daar de meer ter beschikking gekomen of komende kolen niet uit huisbrandsoorten bestaan. De geheele huisbrandvoorziening is thans gebaseerd op een maandelijksche behoefte van ca. 250.000 ton vaste brandstoffen. Wat betreft de samenstelling van het huis brandrantsoen wees de heer Wammers er nog op, dat men vooral niet afwijzend dient te staan ten opzichte van de bruin koolbriketten. Na de uiteenzettingen van den directeur van het Rijkskolenbureau deelde een ver tegenwoordiger der Staatsmijnen nog een en ander mede, betreffende de kolenop- brengsten uit de mijnstreek. De hoogere kolenproductie is voornamelijk te danken aan een groot aantal arbeiders. Langzaam stijgt daarnaast ook de individueele pres tatie van de ondergrondsche arbeiders. Het resultaat van de mijnwerkerswerving in Nederland is-matig geweest. Ruim 600 ar beiders heeft men buiten de mijnstreek weten aan te werven. Van groote beteeke- nis is de tewerkstelling van gedetineerden in de mijnen. Op het oogenblik werken 2000 politieke delinquenten, voornamelijk S.S.-lieden. Men hoopt dit percentage tot 7000 te kunnen opvoeren. De gedetineer den werken apart en komen niet in aan raking met de overige mijnwerkers. Productie in eigen mijnen en invoer gestegen De hoeveelheden kolen die in de achter ons liggende maanden ter verdeeling kwa men, zijn dusdanig gestegen, dat het thans mogelijk is aan het bedrijfsleven datgene toe te wijzen, wat het noodig heeft. De flinke verbetering in de energievoor ziening berust op twee factoren: de pro ductie in de Limburgsche mijnen is geste gen, terwijl daarnaast de koleninvoer uit het buitenland aanzienlijk is toegenomen. De gemiddelde dagproductie van onze mijnen bedraagt op het oogenblik onge veer 69 pet. van het vooroorlogsche ge middelde (1935-1938: 43.750 ton). Ver- wacht wordt dat de gemiddelde dagproduc tie tegen het einde van dit jaar 32.000 ton zal bedragen (73 procent), terwijl de pro ductie voor 1947 wordt geraamd op 35.000 ton per dag of 80 procent van de vooroor logsche opbrengst. Het verloop van den invoer heeft zich in het bijzonder gedurende de laatste maanden gunstig ontwikkeld. Een onzekere factor voor de naaste toekomst blijven evenwel de kolenimporten uit Duitsch land. Vooral wat betreft die uit het Roer gebied. Rekening moet ermee worden ge houden, dat de Duitsche industrieele be drijven meer inheemsche kolen toegewezen krijgen dan tot dusver het geval was. Met voldoening constateerde de heer Wam mers, dat de kwaliteit van de Amerikaan sche kolen, die tegenwoordig worden in gevoerd, aanzienlijk is verbeterd. Het spreekt vanzelf, dat, willen wij vol- do'en aan de verplichtingen, welke Neder land in de handelsverdragen met het bui tenland op zich heeft genomen, export van kolen dient plaats te hebben. De export van cokes bedraagt tegenwoor dig ongeveer 35.000 ton per maand, welk cijfer in de naaste toekomst nog iets zal worden opgevoerd. Het afvoervraagstuk van de kolen uit de mijnstreek is geen probleem meer. Indien wij geen strengen winter krijgen behoeft geen stagnatie in het vervoer te worden gevreesd. Van Mei 1946 af kwamen voor de kolen- distributie in Nederland de volgende hoe veelheden vaste brandstoffen ter beschik king: Mei 682.574 ton Juni 614.220 ton Juli 1.014.273 ton Augustus 839.353 ton Uit deze cijfers blijkt, dat gedurende de maanden Juli en Augustus door ver hoogde productie en grooteren invoer aanmerkelijk meer voor distributie beschik baar kwam dan in Mei en Juni j.l. Deze gunstige cijfers springen des te meer in het oog, wanneer men bedenkt, dat vóór den oorlog ongeveer 14 millioen ton kolen per jaar in Nederland werden verbruikt. De Nederlandsche kolenpositie is op het oogenblik van dien aard, dat volledig in de behoefte overeenkomende met de huidige capaciteit der industrieën kan worden voorzien. Het is zelfs mogelijk tot geringe bedrijfsvoorraad vorming over te gaan. Niet alleen aan de bedrijven, maar ook aan gasfabrieken, electriciteitsbedrij- ven, spoor- en tramwegen en voedselgroe- pen kunnen op ruimere schaal de benoo digde brandstoffen worden toegewezen. NIEUW GAS- EN ELECTRICITEITSRANTSOEN Tijdens een te 's-Gravenhage gehouden persconferentie heeft de heer H. H. Wem. mers Jr.,.directeur van het Rijkskolenbu reau, medegedeeld, dat de verbetering in de Nederlandsche kolenvoorziening het mogelijk heeft gemaakt, verschillende wijzigingen in de „gas- en ëlectriciteits- rantsoeneeringsregeling 1945" aan te brengen, welke per 1 October 1946 zullen ingaan. De rantsoenen zullen als volgt worden gewijzigd: KOOKRANTSOENDN. Gas. Voor gezinnen van twee personen 54 M3 per periode (i.p.v. 34 M3). Voor elk gezinslid; meer 6 M3 per pe riode (onveranderd). Voor alleenwonende personen die zelf koken 48 M3 p. periode (i.p.v- 28 MB). ELECTRICITEIT. Voor gezinnen van twee personen 135 kwih per periode (i,p.v. 85 kwh). Voor elk gezinslid meer 15 kwh per pe riode (onveranderd1). Voor alleenwonende personen die zelf koken 10 kwh p. periode (i.p.v. 70 kiwh). VERLICHTING EN ANDER HUISHOUDELIJK GEBRUIK. De periode-rantsoenen voor electrici- teits-verbruikers bedragen voor de zes achtereenvolgende perioden van het rant- soeneeringsjaar, aanvangende in of om streeks de maand December: 90, 70, 45, 40, 45 en 70 kwh, voor rantsoenen, aanvan gende in of omstreeks de maand Januari: 85, 55, 40, 40, 55 en 85 kwh. Practisch komt dit neer op een rantsoen in de maanden: Januari en December 45 kwh p. maand Februari en November 40 kwh. p. maand Maart en Odtober 30 kwh p. maand April en September 25 kwh p. maand Mei t.m. Augustus 20 kwh p. maand Totaal 360 kwh i.p.v. 156 kwh. Gas. Ook de gasrantsoenen voor de verlich ting worden herzien. De tot dusverre gel dende rantsoenen v. 36, 24, 12, 12, 24 en 36 M3 per periode worden gébracht op 50, 40, 30, 30, 40 en 50 M3 per periode. Dit komt overeen met een rantsoen in de maanden: Jan. en Dec. 26 M3 p. maand. Febr. en Nov24 M3 p. maand April en Sept 19 M3 p. maand. Mei t.m. Aug15 MB p. maand Nu de rantsoenen zoodanig zijn ver hoogd, dat voor eiken aangeslotene aan redelijke behoeften kan worden voldaan, en bovendien met de verstrekking van pe troleum, als aanvulling op de kookrant- soenen, op den bestaanden voet zal wor den voortgegaan, zullen verbruikers, die deze rantsoenen overschrijden, thans als regel, zonder meer worden afgesneden, aldus werd medegedeeld. Bioscopen Casino. In de geschiedenis ligt een rijkdom aan gegevens voor de samenstel ling van films. De Russen hebben in de film „Peter de Groote" de geschiedenis van dezen geweldenaar onder de Tsaren doen herleven met een suggestiviteit en felle dramatiek, die het ware meesterschap van den regisseur boy en alle twijfel stelt. Dat Peter de Groote zijn bijnaam te dan ken heeft aan zijn liohaamsgrootte en phy- sieke kracht komt niet alleen in deze film tot uiting doch veel meer de groote gaven van zijn geest, zijn durf en doorzettings vermogen om zijn volk los te slaan en om hoog te stuwen uit de kluisters en, bene penheid van boersche Russische afzijdig heid en vasthoudendheid en het te rich ten naar de beschaving en de grootere ont wikkeling van het Westen. De realiteit van deze „doorbraak" met zijn botsingen en zijn excessen schept scènes van een groote bewogenheid en fijne detailleering, doch maakt tevens een voorbehoud noodzakelijk voor toeschouwers met rijp onderschei dingsvermogen. Lido vertoont deze week de film Gesto len leven", waarin Elisabeth Bergner dé hoofdrol vervult. Óp werkelijk talentvolle wijze vertolkt zij de dubbelrol van de twee lingzusters en tot het einde toe weet zij, door haar spel de aandacht vast te hou den. Niadat de eene zuster is ge huwd komt zy door een ongeval om het le ven, waarna de andere haar plaats in neemt, wat tot ernstige complicaties aanlei ding geeft. Een film alleen geschikt voor volwassenen. Luxor. De oorlog met al zijn gruwe len kon niet zoo verschrikkelijk zijn, of er is toch iets goeds uit geboren: het medele ven met het lijden van de kinderen, die meer dan ooit thans in dezen wereldoor log betrokken werden. Men kan zeggen, dat dat medeleven niet noodig zou zijn ge weest, indien de machthebbers niet tot een oorlog gekomen waren, doch nu deze een maal er was, moet alles gedaan worden om het lijden der onschuldige kinderen althans zooveel mogelijk te verzachten. En wie meer dan de neutrale landen waren daar toe in staat? Daarom mag de film „Marie Louise" als voorbeeld dienen van hetgeen Zwitserland o.m. deed voor de Fransche jeugd, die uit de gruwelen der verwoes ting door de rampzalige bombardementen van steden en dorpen veroorzaakt,, werden weggehaald naar het vredige Zwitesrland, waar de kinderen konden bekomen van de uitgestane anngst en het ondervonden leedHoe dat geschiedt laat deze aan grijpende film overduidelijk zien. De klei ne Josiane vertelt er van op een wijze, die niemand onberoerd laat en dat zij het _on overtuigende wijze doet, behoeven we hier eigenlijk niet te vertellen. Rex geeft deze week het tweede deel van de seriefilm „S.O.S. Kustwacht" en ook nu is Ralph Byrd de held van het ver haal, die menige gevaarlijke onderneming tot een goed einde weet te brengén. In Trianon draait deze week de film „De koning der klaploopers", waarin men kan genieten van de meest dolle situaties, waar in de „koning der klaploopers" zich ge wikkeld ziet, maar waaruit hij zich steeds weer weet te redden. Het is een film met weinig pretenties, waar men zich een avond mede kan amuseeren. In het voor programma uitgebreid wereld- en binnen- landsch nieuws. De Belgische monarchisten hielden te Ant werpen een groote betooging voor den te rugkeer van Koning Leopold- De betoogers trekken voorbij het paleis, dat met bloe men en een portret van den koning ver sierd is. WAARSCHUWING aan „ONDERDUIKERS" De chef van den generalen staf luit. gen. mr. H. J. Kruis heeft door de radio bekend gemaakt, dat van de eerste ploeg, waarvan Maandag jl. het Inschepingsverlof eindig de, een aantal mannen niet of niet op tijd was teruggekeerde Hij wees er op, dat de taak die, den sol daten in Indië wacht, de hoogste plichten -en belangen van ons koninkrijk betreft Het Nederlandsche volk, verpersoonlijkt in de zelfgekozen volksvertegenwoordiging heeft buiten twijfel gesteld, dat zij achter beslissing der regeering staat om deze troepen naar Indië te zenden. Zij moeten dus daarheen. Op het plegen van desertie staan ern stige. heel ernstige straffen, die uw leven kunnen verwoesten. Omdat ik zou goed begrijp, aldus de luit,-gen., dat misleiding en gebrekkig in zicht voor de overgroote meerderheid van tie kleine groep, die achtergebleven is, de> Jrijfveeren waren, heb ik bepaald, dat dit maal nog van strafrechtelijke behandeling zal worden afgezien en de zaken van hen die alsnog onverwijld naar hun onderdee- len terugkeeren, slechts krijgstuchtelijk behandeld zullen worden. Begrijpt mij goed, manmen, dit geldt slechts voor één keer, slechts voor die groep, wier inschepingsverlof deze week Maandag, den 16den September eindigde. Ik vertrouw, dat gij allen mijn woorden verstaan en begrepen hebt. Zoowel zij, die zich niet op tijd hebben gemeld, als die thans met inspectieverlof zijn of wel dra in het genot van dit verlof gesteld zul len worden. En tot slot nog dit, mannen, als gij eenmaal begrepen hebt dat gij naar Indië moet gaan. gaat dan met opgewekt heid. Stelt u vooral niet voor dat gij de grootste verschrikkingen zult ondergaan. De troepen, die u zijn voorgegaan hebben het bewijs geleverd, dat de taak die u wacht geen onmogelijke is en dat zij op oen uitstekende wijze vervuld kan worden. Zeer bijzondere omstandigheden voorbe houden gaat gij voor niet langer dan twee jaren weg.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1946 | | pagina 2