3)e &2td6eli£(Boii/fcci/nt
%AG 24 DECEMBÊR 15*43
ïsü!
35STE JAARGANG N°- 10744
Hemelsche ruil
GEEFT MILDE
id
ha
inx: Papengracht 33 - Giro 103003
in; Redactie 30015. Admin. 30935
DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN
C. M. van Hamersveld, Directeur.
Th. Wilmer, Hoofdredacteur.
izendtallen van jaren heeft
Tyereld Zijn komst verbeid,
ndtallen van jaren bewaar-
menschheid, in welke ver-
CStrde vormen dan ook, de
!(ï„enis van het sprookje (het
haar geschiedenis begonnen
iet paradijs-geluk van de
uders, twee blije, zorgeloo-
nderzielen in een tuin van
geneuchten. En met de
■nis va nhet sprookje (het
~~kje dat echt was!) bleef
e herinnering aan de belof-
rend. Eens komt de gouden
peer terug: eens wordt het
geluk hersteld, eens wordt
ienschheid weer kind van
oiijl
«del
f
.kheid
§3
was wel bittere noodzaak,
«lie vervulling der belofte
zooveel eeuwen later wer-
worden kon. De
:hheid, die zoo overmoedig
tocht door de tijden begon-
iras, moest door veel miserie
grange teleurstelling tot het
van haar afhankelijkheid
icht worden. De menschheid
weten hoe wankel haar
heerlijkheid was, voor zij
heerlijkheid van het godde-
indschap hersteld kon wor-
Aartsvaders en profeten
n eeuwen lang de aan-
ende smeekbede naar den
>1 stieren: „Dauwt hemelen
ag en wolken, regent den
jpaardige. Dat de aarde zich
en ons den Verlosser doe
tuiten''.
vjar als de tijd vervuld is,
I Hij. Bijna onbekend, gebo-
pit een maagd, die voor de
lid geen beteekenis had, toe-
awuwd aan de zorgen van een
jerman.
it was de diepste zin van die
it? De kerkelijke liturgie en
Jroote kerkelijke schrijvers
Wkn haar gekarakteriseerd als
/Sill. Een ruil tusschen God en
Jlienschen. Augustinus zegt
bet deze stoutmoedige woor-
i „God werd mensch, opdat
fensch God zcu worden'-. Ja,
{jjfnam het onze aan, om ons
Sijne te schenken. Eigenlijk
>ij zoo gewoon geworden
50 deze geweldige waarheid,
|'jk>g maar zelden tot ons door.
welke grenzelooze hori-
~n zij voor ons opent.
werd mensch! Beseffen
f toch eens goed, welk een
chokkend feit in die
ien ligt uitgesproken. God,
le hemelen bewoont, de vol-
Almachtige, de Eeuwige,
jfjl^it Zichzelf bestaat, wijsheid
■r grens, goedheid zonder
gewaardigt Zich de gestal-
een dienstknecht aan te
Sn: Hij wordt een lid van het
elijk geslacht, een van ons
lch en ons gebeente en dringt
Snschelüke geschiedenis bin-
Hij neemt het onze aan en
het onze uit eigen ervaring
en. Hij wordt verwant met
Verwant met onze mensche-
miserie, onze menschelijke
^Jnhgheid, in alles aan ons ge-
geworden, behoudens de
le.
waarom doet Hij dat? Het
90 wonderlijk; men zou zeg-
Dit is het wonderlijkst van al
dat geen mensch ooit bevatten, zal:
een God geboren in een staL
De eng'len kwamen daar tot Hem;
daar zongen met ontroerde stem
de herderkens van Bethlehem.
KeMjtnacM.
De sneeuw maakte zijn oogen blind,
het huiverd' in den kouden wind
en droeg dit als een koningskind.
Want al was de aarde ook zóó verward
en donker de nacht en dreigend en zwart,
het had er zijn hemel in zijn hart.
En er waren de schaapkens, die blaatten wat
en er waren de herders, die hoorden dat
en er was een kind, dat een moeder had.
En buiten daar kraakte in de nacht
een mensehenvoet in de sneeuw zoo zacht,
die een blijden mensch naar de kribbe bracht.
en een hemelsch licht scheen het stalletje uit.
Het gezang was zoo hoog als een engelenfluit,
de mensohen verbaasd en zonder geluid.
Maar dit was het wonderlijkst van al
dat geen mensch ooit bevatten zal:
een God geboren in een stal.
Frans Schneiders.
2wmm
gen, dat Hij er niets mee wint,
dat Hij integendeel een uiterst
onvoordeelige ruil gedaan heeft.
Maar hier staan we voor het ge
heim van de Liefde. Zonder de
Liefde is het mysterie der
Menschwording niet te begrij
pen. Wanneer de Zoon van God
Zich zoo mateloos vernederd
heeft, dan is dat om aan Zijn Va
der de hulde te kunnen brengen,
die w ij Hem onthielden: het is
ook om ons de heerlijkheid te
rug te schenken, die wij zoo roe
keloos verspeeld hadden.
Want God werd mensch, opdat
de mensch God zou worden. Dat
wil zeggen, opdat de mensch her
steld zou worden in de deelach
tigheid aan de goddelijke natuur.
Dat is het wat de Menschwor
ding ons gebracht heeft: wij
worden kinderen van God. Hier
is een tweede waarheid, waar
van wij ons niet genoeg doordrin
gen kunnen. Wij leven maar al
te zeer in onze kleine, mensche
lijke wereld, wij leiden maar al
te zeer een burgerlijk bestaan.
Het grootsche is uit ons leven
weg, het ontzagwekkende, het
bovenaardsch heerlijke. Wij voe
len het meest voor veiligheid.
Een goede betrekking, een verze
kerd bestaan, een rustige oude
dag. Wij zijn geen pelgrims meer
naar het absolute, geen verove
raars van een geestelijke werke
lijkheid. Wij vinden idealisme
onpractisch en gevaarlijk. Wij
moeten niets van de toppen heb
ben, blijven maar liefst op de
vlakte, waar wij ordentelijke
burgers willen zijn, fatsoenlijke
menschen, algemeen geacht en
gerespecteerd. Heiligen?
Dat is een begrip, dat zoo ver
van ons afstaat. Dat is een ideaal
uit lang vervlogen tijden, wij
vinden het welletjes als men zijn
huis- en tuinplicht vervult.
En daarbij vergeten we de
oude waarheid, ons in de Cate
chismus en de kerkelijke predi
king zoo dikwijls voorgehouden,
dat wii in het mysterieuze van
het Heilig Doopsel de heilig-
makende genade ontvangen heb
ben. Ons werd goddelijk leven
ingestort en door het ontvangen
van de Heilige Eucharistie wer
den wij bloedverwanten van den
Zoon van God. Maar als wij in
derdaad tot dit nieuwe loven
herboren zijn, dan moeten wij de
consequenties ook aanvaarden
Een burgerlijk bestaantje heeft
geen recht op ons: ons verkeer
is in de hemelen, wij moeten
menschen van het hoogere leven
vergoddelijkte menschen zijn.
Dat is het geweldige besef, dat
Kerstmis ons brengen moet. De
Zoon van God wordt in ons ge
boren, opdat wij zelf opnieuw
geboren zouden worden, herbo
ren tot een goddelijk, geestelijK
leven.
Het is wel vaak door een korst
van aardschheid en sleur, dat de
genade moet heenboren, wil zij
het diepste van ons hart weer ra
ken. Maar de kracht der genade
schiet niet tekort, zij overwint
altijd, wanneer wij haar door on
ze kortzichtigheid, onze eigen
liefde, onze onwil niet onvrucht
baar maken.
Laat ons hart dan toch open
staan voor de stem der genade.
Laat ons weer eenvoudig als kin
deren zijn, om de diepe zin van
dit gebeuren te begrijpen en te
aanvaarden.
Dan zal Kerstmis voor ons in
derdaad een onzegbaar heerlijk
zielefeest worden.
Alle verschrikkingen van den
oorlog zullen niet kunnen verhin
deren, dat het Kind met al de
schatten van Zijn genade zijn in
tocht houdt in ons hart. Het en
gelengezang krijgt zijn volle, za
lige zin weer terug: „Eere aan
God in den hooge en op aarde
vrede aan de menschen, die van
goeden wille zijn".
Dr. HENRI VAN ROOIJEN.
Kruisheer.
ootmoed
de'doïen
„O Kerstnacht, schooner dan
de dagen,
Hoe kan Herodes 't licht
verdragen,
Dat in uw duisternisse blinkt,
En wordt gevierd en
aangebeden?
Zijn hoogmoed luistert naar
geen reden,
Hoe schel die ook in zijn
ooren klinkt"
Het zijn de bekende verzen
van onzen grooten dichter Von
del uit de rei van Clarissen aan
hi t slot van het derde bedrijf
van net treurspel Gijsbreght van
Aemstel.
De nacht kan schooner zijn,
dan de dag, ais in den nacht
den nacht van stille eenzaam-
heia en verlatenheid voor
oen mensch het licht schijnt, dat
hem het leven doet zien het
leven in zijn oorsprong, zijn in
houd en zijn doel.
Maar schooner, dan alle dagen,
is de Kerstnacht. waarin
voor alle mensohen is versche
nen het Licht, dat het ware le
ven-zelf schenkt.
Velen zien dat Licht van den
Kerstnacht niet. Zij willen door
het licht herboren worden en
vragen het ook. Maar zij zoeken
het eldersZij bahooren óók
tot degenen, die van goeden wil
zijn, en wien de engelen in den
nacht van Christus' geboorte den
eeuwigen vrede hebben toege,-
zopgen; voor allen, die niet boos
van wil zijn, is de zaligheid toe
gankelijk, en, onderricht door de
Kerk, weten wij, dat wij de
barmhartigheid Gods in eeuwig
heid zullen prijzen.
Velen zien dat Licht van den
Kerstnacht niet. En er zijn er
ook onder hen, wier hoogmoed
naar geen reden wil luisteren,
hoe schel die ook in hun ooren
klinkt.; wier hoogmoed de
oorzaak is, dat zij het licht niet
zien. Tot hen vooral gaat uit
ons medeliiden. Mochten zij eens
aan de kribbe van het Kind van
Bethlehem verstaan die an
dere heerlijke verzen van Von
del (uit hetzelfde treurspel aan
bet einde van het tweede be
drijf):
„Hier is de wijsheid ongeacht;
Hier geldt geen adel. staat
noch pracht,
De hemel heeft het kleen
verkoren,
Al wie door ootmoed wordt
herboren,
Die is van het hemelsche
geslacht".
De hemel heeft het „kleen"
verkoren, is tot ons allen gezegd
ir den blijden Kerstnacht als een
ernstig vermaan; in den blijden
Kerstnacht, waarin wjj allen
door ootmoed moeten worden
herboren
Een andere onzer groote dich
ters, Guido Gezelle zong in zijn
Kerstdag":
„Gij wordt hetgeen
ik immer wezen zou
ware ik Uw woord
en Uwer wet getrouw:
,,'t En zij gij wordt
een arem kind gelijk.
en komt gij ooit"
zoo zeit Ge, „in 't Hemelrijk".
Moge de menschheid, mogen
wij allen gaan naar Bethlehem,
om daar, bij de kribbe in oot
moed te worden herboren!
„En door de wereld gaat
Uw stem:
Valt mij te voet, gekroonde
slaven.
Uw hoogmoed graaft uw
eigen graven;
Keert weer tot Betihlehem!"
(Uit: De Voorhof van Bernard
Verhoeven).
't Is Kerstdag; Neen 't. 't en
kraakt geen snee',
't en rijmt, 't en vriest,
't en ijzelt;
toch lijden de arme
menschen wee.
Zc willen werken, maar
't en valt
geen werk, geen loon. geen
eten;
wiens hert, van ijs of ijzer,
zal 't
nu 't Kerstdag is, vergeten?
Geeft milde, geeft, die
hebt en houdt
van God zoo milde gaven:
't wordt anders al, uw geld
en goud,
naast u in 't graf gegraven.
Geeft milde, gij die kristen
zilt
en Kerstdag komt te vieren;
geeft milde, alzoo me
in vroeger tijd
gaf milde aan menschen
en dieren;
en Hij die mensch en dier
bemint,
die u, o mensch verheven,
vergodlijkt heeft. Hij zal 't
zijn kind.
o, mensch, eens wedergeven!
Guido Gezelle vermaant de
christenen, om vooral vóóral
op Kerstmis mild te geven.
De strekking van dit gedicht
is óók voor Kerstmis 1943. Ook
nu zijn er velen, die .,van God
zoo milde gaven hebben ontvan
gen", en nu zijn er zéér velen,
die wat noodig cf zeer ge-
wenscht is voor het levensonder
houd missen.
Kerstmis is voor den christen
zoo veel meer, zoo héél iets an
ders, dan een Kerst-ontbijt bij
een fiaaien Kerstboom met roo-
de kaarsen.
Kerstmis is: het feest van de
Goddelijke Liefde!
„Geeft milde, gij die kristen zijt
en Kerstdag komt te vieren"!
BINNENLAND
BEKENDMAKING.
Extra keuringen voor de Waffen
S.S. en den Landstorm
Nederland.
Het S.S. Ersatzcommando
deelt mede:
Om aan de vele aanvragen te
gemoet te komen, zal op 3 Jan.
nog een extrakeuring voor de
Waffen S.S. en den Landstorm
Nederland plaats vinden. Men
kan zich hiervoor melden bij
het Ersatzcommando. Korte Vij
verberg 5, Den Haag van 10i4
uur. Alle inlichtingen omtrent
dienstneming in de Waffen S.S.
of Landstorm Nederland geven
de Ersatz-commando's Den Haag,
Korte Vijverberg 5; Amsterdam,
Dam 4; Alkmaar, Langestraat 56,
Groningen, Heerestraat 46; Heer
len, Saroleastraat 25. Kostelooze
spoorwegbiljetten kunnen even
eens bij de bovengenoemde
adressen aangevraagd worden.
MEDEDEELING VAN DEN
FUERSORGEOFFIZIER.
Het SS-Ersatzkommando deelt
ons mede: het spreekuur van
den Fuersorgeoffizier, dat iede-
ren Woensdag te den Haag, Kor
te Vijverberg 5 gehouden wordt,
zal op Woensdag 29 December
niet plaatsvinden. Het eerst
volgende spreekuur is weer op
Woensdag 5 Jan. 1944.
Insuline voor Nederlandschs
diabetici. Door bemiddeling
van het Nederlandsche Roode
Kruis is een hoeveelheid Ameri-
kaansche insuline ter beschikking
van de Nederlandsche diabetici
gesteld. Het ligt in de bedoeling
met de distributie van deze insu
line in Februari 1944 te beginnen.
Vermoedelijk zal de beschikbare
hoeveelheid voldoende zijn om
deze ook gedurende Maart en
wellicht ook gedeeltelijk in April
voort te zetten. De gebruikers
van protamine- zink-insuline vul
len buiten deze regeling.