r
^SDAG 6 APRIL 1943
^4STE JAARGANG N°- 10524
rr
iaux: Papengracht 32
JU toon: Redactie 20015.
- Giro 103803
Admin. 20935
DAGBLAD VOOR LESDlfcN EN OMSTREhEN
C. M. van Hamersveld. Directeur
Th. Wilmer, Hoofdredacteur.
:ii DE RIJKSCOMMISARIS OVER TAAK
PLICHTEN VAN DEN NED. ARBEIDSDIENST
Friesche hoofdstad stond
dag en Zondag in het tee-
van den Ned. Arbeids-
t, door de groöte demon-
e. die hier werd gegeven
die o.m. werd bijgewoond
den Rijkscommissaris,
aa commandant van den N.
i) zeide o.m.:
SSinnen van den Ned. Arbeids
stonden genasseerden zo"
sgïin de Russische stenoenhit-
gli deden daar hun plicht ie-
'rt Europa en jegens hun land.
||}et dit jaar mogelijk zal zijn
A irillig als arbeidsman naar
a*Dosten te gaan. laat zich nog
Overzien. In elk geval zullen
isithenstolichtigen van deze
firg niet in het Oosten
nn. doch zii zullen hun pa-
I Jieid in het eigen vaderland
toen en hiermede aan hun
eceenooten. die bii duizenden
koppig afzijdig staan, het
iis leveren dat zü begriinon.
iook voor den Nederlander
■/arbeidsdienst een levens-
«flzaak is geworden, waaraan
fte ontkomen valt. nu Euro-
hoosste goederen vanuit
Oosten door niets ontziende
•h"v>ngsverwoesters worden
feiad.
iep Rijkscommissaris. Riiksmi-
0;r Se^ss-Inquart nam hierna
'woord.
MDE RIJKSCOMMISSARIS,
jannen van den Nederland
en Arbeidsdienst!
wil van de gelegenheid ge-
_k maken, om u mijn opvat-
uiteen te zetten over de
E, die gij hebt en de plich-
welke gij behoort te vér-
{fen. Als een deel van u mij
jd direct verstaat, omdat ik
"3 in uw taal tot u kan spre-
'®lkunt gij er, wanneer uw su-
êfeuren mijn woorden voor u
ïeen vertalen, toch van over-
ed zijn. dat ik er met groote
Jacht en zeer veel ernst
nadenk, waarom gij in de
f erlanöen ook in den Arbeids-
ist vereenied dient te zijn.
S besef volkomen, dat voor
ïjollanders. Friezen en ande-
aNederlanders deze vereeni-
reen organisatie, die zoozeer
v militair karakter draagt,
I ongewoons is. Ik zie u hier
_r het eerst niet als een af-
Jin.g. die uit vrijwilligers be
lt, die dus om een of andere
ïn vanzelf hier gekomen
ti maar als een lichting, dus
rer als een groep van de Ne-
n;anders van uw leeftiid=klas-
.Ik begrijp, dat deze orde en
Ziipline óp menigeen van u
U indruk van een dwang zou
"nen maken. Daarover wil ik
Sit zeggen. Zoolang een van
'en Arbeidsdienst gevoelt als
$mg. heeft hij de beteekenis
3 den Arbeidsdienst nog in
igeheel niet begrepen. Hier is
|tke van iets anders. Gij
2t de ^overtuiging krijgen, dat
ihier in een gedisciplineerde
naast elkander zijt ge
ëtst, dat gii met elkaar werkt
ben orde, die niet zonder be
ienis is want dan zou het
n orde zijn maar, dat gij
ir de verwezenlijking van een
achte en voor een goede zaak
lengebracht zijt. 1
foor u, Nederlanders in het al-
ieen, is het tot dusverre mis-
jen nog niet noodig geweest,
I het geheele volk in derge-
e formaties bijeengebracht
fd. Voor ons, uw buren in
IDuitsche Rijk, is dit noodig
peest op grond van de erva-
van onze eeuwenoude ge-
ledenis, want wij, midden in
werelddeel met grenzen bij-
/zonder natuurlijke bescher-
}g. zijn steeds weer aange-
len. Onze vijanden beweren
ps, dat het omgekeerd is.
6r, wanneer gij de geschiede-
i onderzoekt dan zuit gij zeg-
dat de anderen ons steeds
ar hebben overvallen. Ik her-
er aan de oorlogen, die de
snschen eeuwenlang tegen ons
gevoerd hebben. Ik herinner
aan de stormloopen, die steeds
weer uit het Oosten kwamen en
over Duitschland geheel Europa
wilden overstroomen. Daarom
was het ncodig, dat wij al onze
krachten leerden samenvoegen
in een gedisciplineerde orde, dat
wij niet pas op het oogenblik
van het gevaar om ons heen
mochten zien, waar onze vrien
den en buren en onze vijanden
waren. En zoo is onze soldateske
houding niet een dressuur, maar
de uiting naar buiten van onze
inwendige paraatheid.
Zoo most ook gij de orde in
den Arbeidsdienst opvatten,
want ik geloof, dat voor u deze
tijd, waarin gii esnigszins bui
ten de geschiedenis en haar oor
logen gestaan hebt, voorbij
schijnt te zijn, immers thans is
de schok, die zich over den ge-
heelen wereldbol voortplant, te
groot dan dat een volk op den
duur afzijdig kan blijven. Daar
om lijkt het mij noodig en voor
u van belang, te brengen tot
een vereeniging en een fonmatie.
die u de ervaring en de we
tenschap van het gezamenlijk
naast elkander staan in een ge
disciplineerde. soldateske orde
bijbrengt. -
Maar wat ik hier tucht noem,
mag niet alleen tucht zijn. Tot
deze tucht behoort nog iets, dat
noodig is om het geheel betee
kenis te geven.
Dat is de vrijheid van den en
keling binnen deze orde, waar
in hij geplaatst is om zijn krach
ten naar beste weten en volgens
geweten te gebruiken. Wanneer
gij dus e» over nadenkt, wat
dan deze soldateske orde is,
waarin gij geplaatst zijt, dan
moet gij steeds tct u zelf zege n,
dat zij niet een-dwang moet zijn,
maar een zinrijke orde. die ieder
afzonderjijk ook de volle vrij
heid moet geven, zijn krachten
o*> de beste wijze voor de ge
meenschappelijke taak in te
spannen.
Nederlandsche arbeidsmannen
ik heb er u reeds op gewezen,
dat het lot van het Duitsche
Volk veel moeilijker was. En
dit lot is ook thans weer onein
dig veel moeilijker. Op ons rust
een zeer groote verantwoorde
lijkheid. Onze blik richt zich
thans tot ver buiten dit conti
nent. Thans, nu wij kunnen zeg
gen, dat wij ons in den tweeden
wereldoorlog bevinden, gaat het
niet meer om economische voor-
deelen of om staatsgrengen. Hij-
die gelooft, dat het nog gaat om
het verwerven van economisch
gebied of om uitbreiding der
staatsgrenzen, begrijpt dezen
oorlog niet.
In September 1939 was het
mogelijk geweest dit alles te ver
mijden, als toen de gerechtvaar
digde aanspraak van het Duit
sche Rijk op Dantzig erkend
was. 'Dari hadden wij ons dit al
les kunnen besparen. Dat wil
den onze vijanden niet. Het doet
nu werkelijk belachelijk aan,
wanneer wij ons indenken, dat
door deze rechtvaardige erken
ning van onze aafnpraak alles
had kunnen worden voorkomen.
Maar dit kon zoo niet zijn, want
liet zeer groote conflict, dat wij
thans meemaken, bereidde zich
voor. Wij kunnen nu zeggen, dat
de werelddeelen met elkander
strijden. Oostelijk van ons drei
gen de horden der Oost-Euro-
peeseh-Binnen-Aziatische step
pen geheel Europa te overstroo
men. In het Westen vormt zich
een nieuwe concentratie van
krachten op het Westelijk half
rond, nieuwe groepeeringen ont
staan in het Verre Oosten. Wij
in het oude werelddeel Europa
zien ons geplaatst tegenover
deze continenten en hun concen
tratie. Maar het zijn niet de con
tinenten. belangrijk en beslis
send is de geest, die de men-
schen in de geschiedenis stoot en
bestuurt.
Zoo zien wij, en ik zeg thans
wü, alle Euroyeanea in geheel
Europa vooral de noodzaak, ons
te handhaven tegenover het
Oosten met de drommen uit zijn
Binnen-Aziatische steppen. Hier
staat het behoud van onzen
eigen aard, van ons wezen, van
ons leven op het spel. Arbeids
mannen, hi et bolsjewisme, dat
daar nader rolt, is niet datgene,
dat wij in de binnenlandsche
politiek als e< mmunisme heb
ben meegemaakt en overwon
nen. Hier is het mogelijk, dat
de Nederlanders zich vergissen,
wanneer zij gelooven, dat het er
c1 echts om gaat het communis
me niet tot bloei te laten ko
men, een dwaling, die hier en
daai kon worden opgemerkt.
Het bolsjewisme is de tegen
woordige levensvorm van den
Binnen-Aziatischen steppen-
geest, zooals die om de paar
csuwsn op Europa toestormde.
Dat is niet een mensclielijke
uiting, die iets uitstaande heeft
met tucht of zelfs met vrijheid,
maar een massale opeenhooping
van msnschen, die zielloos tot
machinemenschen geworden en
zelfs gemaakt zijn.
Maar het is voor ons even be
langrijk t aan te denken, dat
wij ook tegenover het Westen
voorzichtigüei'in acht hebben
te nemen. Want ook daar vormt
zich een geest, die met den
Europeeschen niets gemeen heeft
ir. die mate dat wij aan een lots,
gemeenschap kunnen denken.
Het Amerikanisme, dat zich aan
de overzijde vormt, moet zich
maar ontwikkelen zooals het
wil, wij zullen het niet storen.
Maar wij moeten het afwijzen,
dat dit Amerikanisme in onze
Europeesche aangelegenheden
binnendringt. Wij kunnen thans
reeds constateeren, hoe onge
schikt en misplaatst het is, dat
de Amerikanen zich met onze
zaken willen bemoeien. Wij ne
men juist thans aan de overzijde
steeds weer de grenzenlooze cm-
wetendheir omtrent en 'het vol
ledige gemis aan begrip voor on
ze toes-anden waar.
'k herinner er slechts aan, dat
toonaangevende mannen daar
eenvoudig zeggen, dat het het
teste zou zijn, dat in deze Euro
peesche wanorde, welke zij
meenen te zien in de verschei
denheid van onze volken en
staten, orde wordt gebracht door
de bolsjewisten en dat er geen
enkel bezwaar te^en kan wor
den gemaakt, indien de buren
van de Sovjet-republieken ver
zoeken in de Sovjet-Unie te wor
den opgenomen, zich dus voor
het bo" 'ewisme uitspreken.
Dit is het doorslaggevende be
wijs voor het feit dat er daar
geen begrip is voor o'ns Euro
peanen, maar ook niet de wil om
zich öp verantwoordelijke wijze
met onze aangelegenheden bezig
te houden. De lieden daar aan
de overzijde zouden ons voor
hun andere aanspraken op de
wereldheerschappij slechts ver
raden en verkoopen. Ik zou u al
len op het hart willen drukken,
dat wij Europeanen, om wie het
thans gaat, ons er van bewust
moeten zijn, dat wjj een lotsge-
meenschap vormen, die zich te
gen het Oosten moet verdedigen
om zijn of niet zijn, dm echter
ook haar volksche en cultureele
bestaan moet verdedigen en
handhaven tegenover dit Ame-
rikaansche Westen.
Nederlandsche Arbeidsman
nen! Het Duitsche Volk heeft
dezen strijd aanvaard. Ik wil u
volkomen openlijk zeggen, dat
wij dezen oorlog natuurlijk in
de eerste plaats voor onszelf voe
ren. Het zal niet zoo zijn, zoo
als het drie of vierhonderd jaar
geleden v/as. toen het vraagstuk
der geestelijke en godsdienst
vrijheid ten koste van het Duit
sche Volk werd uitgevochten,
toen in de he.vormingsoorlogen
voor het Avondland de vrijheid
van geweten werd bevochten,
maar het Duitsche Volk en het
Duitsche Rijk de kampprijs voor
de andere landen waren. Het zal
niet wederom zoo zijn, dat thans
de geestelijke strijd om de so
ciale gerechtigheid en de volk
sche vrijheid ten koste van het
Duitsche Volk wordt gevoerd.
Het Duitsche Volk voert dezen
oorlog om zijn toekomst, die
thans vooral tegen het bolsje
wisme moet worden gevoerd in
zijn meest doeltreffenden ge
meenschapsvorm, het nationaal-
socialisme. En wij Duitschers
zullen dezen strijd uitsluitend
en nooit in een andere orde voe
ren dan volgens onze nationaal-
socialistische levenswet. Maar in
dezen zegevierenden strijd voert
Duitschland thans ook den oor
log voor Europa en juist de sol
dateske levenswetten, die ons
door de geschiedenis der eeuwen
geleerd zijn, hebben ons tot de
grootste krachtsinspanning ge
reed en geschikt gemaakt. De
machtsontplooiing van het Duit
sche Volk in dezen oorlog is on
eindig groot. Wij hebben tot dus
verre met ongeveer een vijfde
deel van de verliezen van den
eersten wereldoorlog onze vij
anden uit dit weielddeel gesla
gen en den vijand in het Oosten
reeds half op de knieën gedwon
gen. En juist in dit jaar 1943
worden wij zooals onze vij
anden met verbazing zien, om
dat zij een 1918 verwacht had
den door de concentratie en
den inzet de thans opgeroepen
krachten net den dag sterker.
Kameraden zoo wil ik u als
arbeidsmannen thans noemen
de Arbeidsdienst moet voor u
een belevenis zijn, gij moet de
belevenis hebben, dat gij wat
ook uw afkomst is, of uw ouders
gegoed zijn, een vermogen heb
ben, hoogere staatsambten be-
kleeden, een vooraanstaande
n'ncts innemen in handel of in-
MOM ENTJE
IN DE ARENA.
Als Don Pearo je knipt,
staat hij niet in zijn kapsa
lon, maar compleet in de
arena, en het steekspel van
den geest is hem niet vreemd.
Hij moedigt zijn klanten aan
met stoutmoedige gesprek
ken en zoo terwijl hij hen
kortwiekt, krijgt hij hen los
uit het isolement der stilte.
En zij. die wachten zijn geen
stilzwijgende toeschouwers.
Den laatsten keer, dat ik zijn
arena betrad was het de dag
van de jeugd. En er kwam
een dreumes binnen, die naar
Pedro toe stapte en hem met
oogen groot van bewondering
bleef aanstaren,
Ik heb iou zien voetbal
len zei de kleine man
Met me vader!
Zoo Jantje zei Pedro
dat is een groot voorrecht,
jongeman. Ei; het slachtoffer,
dat Pedro iuist onder handen
had. werd even aan ziin lot
overgelaten voor een vrien
delijk gesprek met den min
ste z'iner klanten.
En wat zei ie vader wel?
vroeg Pedro Die pruts
kapper kent er niks van
heeft hij zeker gezegd. De
dreumes schudde verontwaar
digd het hoofd. Toen kwam
ik aan de beurt.
En meneer: het zonnetje
schil"* zoo heerlijk, een len
tecoiffure zeker? begon
Pedro
Nee Pedro zei ik
net als jij.
Pedro stak zijn hoofd voor
uit en bs1reek ziin zwarte,
"olvende h??er'/-= neuwkeu-
ri" in den snipgel.
Fe toen h'' tot 7"n be
diende: Ko. de inktfle°ch!
7"o is Pedro.
Te Leeuwarden had Zondag een bl|eenkoms( plaats van verschillende
■Ideelingen van den Nederlandschen Arbeidsdienst, waarbij de Rijkscom
missaris. Rijksminister dr. Seyss-lnquart en de nieuwbenoemde commandant
van den N A. D.. Generaal Arbefdslelder L A. C. de Bock, een rede hielden.
Tijdens de Inspectie van de arbeidsmannen. In het midden: Rliksinlnlstcr df.
Seyss-taquamu Iwteda va tstchm: Generaal Arbeidsleidet L. A. C de Bock
CNF-J. ZeUJtesnaket-Paa tn
dustrie, of dat zij handwerkslie
den, boeven o" arbeiders zijn, al-
len gelijk zijt, opgeroepen voor
denzelfden inzet en hetzelfde
doel, en dat er slechts één on
derscheid bestaat, dat van uw
prestaties. Wie meer presteert,
beteekent meer.
En dat, Nederlandsche Ar
beidsmannen, moet ooi: de eer
ste wet zijn, volgens welke wjj
de maatschappelijke orde in dit
nieuwe Europa willen opbouwen.
Ook hier moet de eerste wet de
prestatie voor de gemeenschap
worden. Deze belevenis moet gij
ondergaan. Met deze belevenis
moet gij dan uw burgerlijk be
roep aanvaarden en weten, dat gij
eenmaal naast elkander gestaan
hebt als mar nen van uw leef
tijd, waarbij - geen verschillen
van welken aard waren, maar
een gemeenschappelijke band
van gedisciplineerde orde en zin
rijken arbeid. Ik zou u, doch ook
allen anderen Nederlanders op
zeer ondubbelzinnige wijze wil
len zeggen, dat dit het eenige
doel van den Arbeidsdienst is.
Want wanneer dit doel wordt
bereikt, wanneer gij aldus bij
eengebracht en paraat gemaakt
zijt, dan is een der belangrijkste
grondslagen in u gelegd, waar
op wij onze toekomst, zooals de
ze ons allen in Europa gemeen
is, willen opbouwen. De Arbeids
dienst zal echter voor u nooit ge
wetensdwang beteekenen. Hij
zal zich ook nooit indringen in
de verhouding van den mensch
tot God.
Mannen van den Nederland
schen Arbeidsdienst, ik heb dan
ook heden voor u slechts een
wensch, dat gij openhartige, op
gewekte mannen zijt, bereid zich
Ut te zetten, die zich vooral be
wust worden van hun volksche
en rasverantwoordelijkheid in
het volk en in den grooteren
kring der Germaansche volken,
die zullen ontwaken en bereid
zijn ook het laatste in te zetten
voor de toekomst. Gij voor het
Nederlandsche volk, wij voor het
Duitsche Volk en wij allen voor
een gemeenschappelijke, geluk
kige toekomst.