Onderlinge OORLOGSSCHADE Verzekering Maatschappij MOLESTVERZEKERINGEN voor: beschadiging van gebouwen, Inboedels, inventarissen, vaar tuigen, enz. bedrijfsschade en huurderving, ook voor binnenvaartuigen; persoonlijke ongevallen; geld, geldswaarden en preciosa Halfjaarlijksche Schaderegeling! Meer dan 500.000 objecten zijn reeds verzekerd voor ruim Voegt daarbij ook Uw belang an vraagt inlichtingen bij P Assurantiebezorgerl En dat, mijne kameraden, is de verdienste van Adolf Hitier en rijn oude getrouwe bruinhemden, die in die eerste jaren 1919 tot 1923 om hem heen stonden, dat cij begonnen zijn, den moed had den om alles te trolseeren en het geloof hadden om tegen alles in door te gaan om het bolsjewis me te vernietigen in het hart van Europa. De eerste en grootste daad. De vernietiging van het bols jewisme, dat is de eerste en de grootste daad geweest. Het heeft veertien harde strijclijaren ge duurd, van 1919 tot 1933. Het wa ren 14 jaren van doorloopenden strijd ter vernietiging van het bolsjewisme in het hart van Europa. Het tweede bedrijf. En toen dat gebeurd was, kwam het tweede bedrijf van het groote drama van wereld historische bei eekenis. waarvan wij getuige zijn en waaraan wij medewerken. Toen kwam van 1933 tot 1939 de voorbereiding, een koortsachtig maar vastbe-, raden en doelbewust zich ge reedmaken tot afweer van wat komen moest: de stormloop der reactionnairen en de stormloop van het communisme. En in dien tijd van 1933 tot 1939 heeft Adolf Hitler het klaargespeeld om alle Duitschers te vereeni gen in één Rijk Volgens de be ginselen van het nationaal-so- cialLsme, het Groot-Doiitsche Rijk, en daarnaast, daarmede vast verbonden, het verbond van Mussolini en zijn zwarthemden, het fascisme. Het was ook in dezen tijd, in 1935, dat wij hier in Den Haag ongevraagd en on geweten toetraden tot dat groo te verbond va: Europa, dat eens zal omvatten alle nationaal-so- cialistei. en fascisten, die begrij pen, dat bet continent van Euro pa ons aller vaderland is. In 1935 stonden wij hier dan in Den Haag en wij hebben ons hierbij aangesloten. Het was in dien tijd, dat ik voor het eerst j een onderhoud moent hebben met den Fuehrer. Wij bleken te zijn één van geest en nooit ver geet ik dat onderhoud. Het derde bedrijf. En dan komt het derde bedrijf dat begon in 1939, het bedrijf om er voor zorg te dragen dat het communisme en het Ameri kanisme Europa niet zouden verpletteren. Dit is net hoogte punt van het groote drama van dezen tijd. Wij spreken allen dit jaar over het communisme in Rusland, maar wij vergeten één ding. Rusland is niet zoo iets als Mexico. Rusland is eer. con tinent, grooter, veel grooter dan Europa en het eerste continent dat onder „einheitlicher Fueh- rung" is gekomen en jaren lang van 1917 af maar één dcc-1 had de overheersching van het com munisme over dat continent en over de gansche wereld. Die af weer is het grootste, wat in de zen tijd bestaat. De afweer en vernietiging van het enorme communistische gevaar is de historische roeping, die de Fueh rer met Mussolini niet alleen volvoert voor het Duitsche en Italiaansche volk, maar voor alle volkeren van Europa, voor gansch Europa. Wij staan nu, mijne ka misraden, temidden van dien strijd. En eigenlijk moest het toch zoo zijn, dia't alle volkeren van Euro.pa daarin ten volle zouden meele ven, maar dat doen zij nog n.'et, omdat zij verblind zijn en het niet kunnen zien. Maar wel kun nen en moeten het zien alle na tionaal-socialisten en fascisten. Zij doen dit dan ook. En hetzelf de doen wij dan ook, wanneer het moeilijk is. Het is gemakke lijk om het te zijn, wanneer het eenvoudig is, maar van ons wordt verwacht als kern der na tie, als drijvend element in de volkeren, dat wij het ten volle begrijpen en dat wij o-ns ten vol le inzetten en dat wij ons onder geen beding, onder welke voor waarde dan ook, wankelmoedig zouden toooen of schijnen of nog minder zijn. Onze gedachten zijn daar, waar de strijd op het heftigst is. En mijne- Duitsche kameraden, tot u zeg ik: Toens eens de „Bis marck" strijdend onderging, heb ben wij het gevoeld alsof het een oorlogsschip van ons was en nu Stalingrad bedreigd is zeggen wij ,Nederlandsche kameraden, tot u: het zijn onze kameraden, die daar zijn en wij staan met alles bij hen! Kameraden het is moeilijk voor ons naar de top van een berg te klimmen. Wan- Ter gelegenheid van den lOden verjaardag van het overnemen der (nacht in Duitschland door Adolt Hitier werd Vrijdagavond J.l. In den Haagschen Dierentuin een groote bijeenkomst gehouden van de N.S.D A.P. «n N.S.B. Gedeeltelijk overzicht van de zaal tijden» de rede van den Rijkscommissaris. Rijksminister dr. Seyss-lnquart Arbelubcs. der NSDAP-Stapi-JPu m neer wij bewoners van de lage landen een berg in de verte zien, dan lijkt het van beneden af zoo gemakkelijk om naar de top te komen. Het eerste gedeel te is ook niet moeilijk. Maar men klimt hooger en hooger en el- ken keer denken wij dat wij bij het steilste gedeelte zijn. Maar dan plotseling komt er echter weer een stuk, dat nog steiler is. Ten slotte is er .echter de top en dan is het bereikt. Geen natio- r.aal-socialist desespereert ech ter. Wij herinneren ons de woor den van J. P. Coen eens in Ba tavia gesproken, toen hij daar voor enorme moeilijkheden stond. Toen sprak hij: „Ende desespereert niet", wanhoop niet. De volgende bedrijven. Ook wij, Nederlandsche natio- naal-socialisten, zijn in den loop der jaren hard geworden. Onze strijd was zwaar. Wij waren eens in 1939 en in 1940 met 35.000 man te midden van 9 millioen gelijk een belegerde vesting. Wij hebben niet gewankeld in dit derde bedrijf bij het bevechten van het communisme en het Amerikanisme. Dit derde bedri'j", waarin wij nu staan, ook dat komt eens tot een einde. En dan komt het vierde bedrijf, de recht vaardige ordening van Europa. Men kan van den man, die het dictaat van Versailles heeft be streden, jaar in jaar uit, niet ver wachten, dat hij dit dictaat zal vervangen door een dictaat van Potsdam. De mogelijkheid tot ontplooiing van de volkeren van Europa zal gegeven worden, ieder volk naar zijn eigen aard, in al hun verscheidenheid over koepeld door deze groote ge dachte: „Samen zijn wij Euro peanen. Samen is Noord-Euro pa Germaansch". En eerst dan, wanneer dit geschied is, dan komt het laatste, het vijfde be drijf. Dan gaat de zon weer op boven Europa, het Europa van het nationaal-socialisme en het fascisme, waarin geluk zal zijn en de mogelijkheid tot leven en voorspoed voor de honderden minioenen, die Europa telt. Ziedaar het drama in vijf be drijven, de wereldgeschiedenis die gemaakt wordt nu in onzen tijd. Wij weten nu precies, dat wij star.n in het midden van het derde bedrijf. Wij desespereeren niet, maar worden integendeel gedragen door vertrouwen en door geloof. En wij wiPen heden in deze groote bijeenkomst, die overvol is, getuigen daarvan, getuigen van ons onwrikbaar vertrouwen in de toekomst en zoo on d°ze wijze willen wij herdenken den dag, dat voor 10 jaar de Fuehrer de regeering aanvaardde in het toenmalige Duitsche Rijk. Dit inzicht in het groote gebeuren van dezen tijd doet ons sterk staan eq het legt ons zware ver plichtingen op van man tot man, van partij tot partij en van volk tot volk. Het legt ons de ver plichting op, dat wij Nederland sche nationaal socialisten zullen zijn goede Nederlanders met een zee van liefde voor volk en va derland en het legt u, mijne Duitsche kameraden, de verplich ting op. dat gij zult zijn goede en sterke Duitschers, eveneens met een groote liefde voor uw land. Zoo zullen wij dan staan als goede Germanen en als goede Europeanen. Het r.ieuwe Eurooa kan alleen opgebouwd worden door mannen met karakter, man nen die zich inzetten voor hun volk en voor het groote geheel. Zoo zij onze verhouding van man tot man. N.S.D.A.P.—N.S.B. En dan de verhouding van partij tot partij, van N.S.D.A.P. tot N.S.B. Gij, mijn Duitsche ka meraden, verwacht terecht van ons Nederlandsche nationaal-so- cialisten begrip voor den ge weldigen strijd van de NSDAP vanaf het jaar 1919 en ook ge durende de jaren van 1919 tot 1931, toen wij nog niet in het touw waren. Gij verwacht van ons, dat wij zien. welke groote offers het Duitsche volk ge bracht heeft nu al bijkans 30 jaar. Reeds in 1914 is dat be gonnen en sindsdien is het een en al offer geweest tot op den huidigen dag. Gij hebt het recht, mijne Duitsche kameraden, dat van ons te verwachten, en gij die de NSDAP, onze oudere zus ter, vertegenwoordigt. En wij, Nederlandsche natio- naalsociaiisten, wij verwachten van u, mijne Duitsche kamera den, dat gij ook de NSB ziet als een jongere zuster. Van 1931 staan wij hier en waarlijk, de strijd in deze lage landen bij de zee was niet eenvoudig. Toen de wereld gezien had, dat Adolf Hitler in 1933 niet alleen de macht had gekregen, maar ook deed wat in zijn program staat en dat het dus uit zou zijn met andere partijen en met de de mocratie, hebben zij overal door de gansche wereld gezegd: „Wat daar in Duitschland gebeurt, kan maar eenmaal gebeuren. Dat gebeurt niet in andere lan den en niet in Nederland". Ten slotte zeide men ,.de democratie is alleen maar voor de demo craten en r.iet voor de natio- naal-socialisten". Toen kwam de terreur, die wij jarenlang hebben meegemaakt en waar wij doorheen moesten. Wij na- tionaal-socialisten hebben ons karakter bewaard en wij heb ben het nationaal-socialisme toch uitgedragen, totdat er zelfs 4000 kameraden in Nederlandsch In- dië stonden. Dat is het verste punt, waar het nationaal-socia lisme ooit is doorgedrongen. Ons Nederlandsche karakter verplicht ons zuiver te zijn. On ze taak is het, het Nederland sche volk te winnen voor het na tionaal-socialisme. Het wsder- zijdsche respect van partij tot partij uit zich in dezen tijd, ook nu in deze zaal. Ik behoef maar rond te zien en daar zie ik Duit sche en Nederlandsche kamera den broederlijk vereenigd. Dit respect komt .ook tot uiting, wanneer wij elkander begroe ten, wanneer wij hen groeten met „Heil Hitler" en zij ons groeten met „Hou zee". Wij zijn broeders en zusters en wij staan en vallen met elkander. Ik wil hier op dit oogenblik dank bren gen aan alle leden van de NS DAP, die in deze jaren de ban den van innerlijke vriendschap hebben verstevigd en die er al tijd op uit waren om te doen zien, dat wij bij elkaar hooren te staan omdat wij staan en val len met elkander. Het weder zij dsch vertrouwen is het fun dament waarop wij samen staan, want wij willen een voorbeeld zijn voor het nieuwe Europa. Hoe kunnen wij praten over het nieuwe Europa, indien wij niet eens samen zouden kunnen wer ken in dit nieuwe Europa en wanneer nationaal-socialisten en fascisten niet eens samen zou- kunnen gaan. Wat moet dan van het nieuwe Europa terecht komen? Daarom is het goed dat onze verhouding is zooals zij is: gebaseerd op wederzij dsch ver trouwen. En ten slotte op onze verplichtingen van volk tot volk. Wij, Nederlanders, moeten be grip hebben voor alles wat het Duitsche volk doorgemaakt heeft sedert 1914, voor hun strijd, hun nederlaag, hun op komst, hun grootworden en hun heroische daden van heden. Van den kant der Duitschers verwacht ik, mijne kameraden, dat zij de enorme offers zullen zien, die het Nederlandsche volk in dezen tijd brengt. Ik zeg niet, dat het ze vrijwillig brengt, maar die offers worden gebracht in dezen tijd. Als gij, die lang hier zijt of die pas na Mei 1940 hier gekomen zijt, wilt weten, hoeveel offers gebracht worden, vergelijk dan Den Haag van Januari 1940 met dat van Ja nuari 1943 en gij zult begrijpen, wat het Nederlandsche volk in dezen tijd geofferd heeft. Dan hebben wij onzen vrywilligen ;ij er roef dat en inzet met duizenden daarnaast en die honderdduizenden die werken in de oorlogsindustrie. De heele Nederlandsche indus trie is oorlogsindustrie. En hon derdduizenden staan daar bui- ien, ten en doen daar hun werk in uw vaderland. Laten wij hier echter niet verder op ingaan, Wanneer gij maar weet en be seft, dat het Nederlandsche volk voor dezen gemeenschappelij dit uw Eui i Ie' Eu: inde un re v het tóen :s ast >rg et St nij: gee i, rhe ilk, id ken grooten oorlog zeer groote Bid offers brengt, zelfs dan, wan neer men nog niet eens denkt aan Indië. Maar, kameraden, wat wij nimmer zullen afstaan is onze eigen aard, ons karakter i w en ons zelfrespect, want dan zouden wij geen nationaal-socia- ree listen zijn. Zooiets vraagt dan ook geen nationaal-socialist van een anderen nationaal-socilist. rrei Gij ziet dikwijls Nederlanders ijn, om u heen. die voor deze din- W gen geen begrip hebben en aie j ei in deze jaren der bezetting de;ja eer der natie aantasten en zijnpel eigenschappen probeeren te ver kwanselen. Dat is het Neder landsche volk echter niet. Dat zijn wij nationaal-socialisten niet. Gij behoeft dus niet tefcpa denxen, aat wij daarmede iets te ind doen hebben. Wij vinden deze menschen gelijk gij ze vindt; schavuiten. En wij zijn troisch op onze vrijwilligers, die nu in deze dagen in „vvestiand" van de S.S. in de Kaukasus strijden. Wij zijn trotsch op ons legioen van vrijwilligers, die vorigen winter aan het llmenmeer ge staan hebben en waarvan de Duitsche regimentscommandant zei, dat zij even goed vochten ais de beste Duitsche troepen, (Applaus). En wij zijn trotsch op onze NSKK-mannen, waarvan het tweede regiment nu in wording is en die ook in een harden strijd in het Oosten staan niet achteraan, maar vooraan. (Applaus). YVeüerzijdsch respect. Wij verlangen van onze Duit-! sche kameraaen terecht hier in Nederland, dat zij deze gevoe lens deelen en respecteeren. Dat wederzijasch respect,mijne ka meraden, van voik tot volk, dat zal het cement moeten zijn, waardoor een nieuw Europa wordt samengevoegd en in dat nieuwe nuropa gelooven wij rots vast. In deze verbondenheid van man tot man, van partij partij en van volk tot volk onze gezamenlijke dank aan Fuehrer en aan zijn medewer kers gelegen. Na Mei 1940 heb ik den Fuehrer driemaal mogen ontmoeten. Nooit heeft hij iets gezegd dat kwetsend of deni- greerend zou zijn voor mijn volk. Integendeel, hij heeft ge sproken over de groote en goede eigenschappen van dit volk, omdat hij zelf zoo volkomen doordrongen is van de groote en goede eigenschappen van het Duitsche volk, dat hij toch in eerste instantie representeert. Hij heeft gesproken over de waarde van ons volk voor het nieuwe Europa en hij heeft mij gezegd: ,.Ik wil aan het Neder landsche volk niets ontnemen". Woorden die met een stalen pen gegrift zijn in mijn geheugen en waarnaar ik de daden beoordeel. „Het Nederlandsche volk zal ook eens partner zijn op militair gebied". Wij toonen or,ze dankbaarheid door onzen inzet. Inzet in den arbeid en andere offers zonder tal. Het Nederlandsche volk daarvan ben ik overtuigd zal ook eens een partner zijn op militair gebied, omdat ik over- tigd ben, dat onze menschen even goede soldaten zullen zijn wanneer het op vechten aan komt als de Duitsche soldaten, wanneer zij behoorlijk zijn op geleid en wanneer zij behoorlijk zijn voorbereid en zij een ideaal voor oogen hebben, waarvoor het de moeite waard is te strij den. Zoo staan wij dan onwrik baar in ons geloof, ons geloof dat de oorlog gewonnen zal worden, dat Hitler en Mussolini de redders zijn van Europa, het tij tot |d< volk is p lan deh| (V

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1943 | | pagina 6