DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN Stalingrads verdedigers op klein gebied samengedrongen Aiomentje DINSDAG 20 OCTOBER 1942 34ste Jaargang No. 10384 Sa CclcbeHcSoii^cmt Bureaux: Papengracht 32 - Giro 103003 Telefoon: Redactie 20015, Administr. 20935 G. M. van Hamersveld, Directeur. Th. Wilmer, Hoofdredacteur. Het huispersoneel onder de Ziektewet Of het nu gekomen is omdat de Neder- •landsche wetgever niet goed raad wist met het dienstbodenvraagstuk, of hij het huis personeel beschouwde als een groep, waar bij het er minder op aankwam, danwel of bü de bestaande regeling van ihet Burger lijk Wetboek ruim voldoende achtte wij zullen er niet over twisten wat de oorzaak was, maar een feit is het, dat dienstboden, niet werkzaam in een „onderneming" bui ten de regeling van de Ziektewet vielen. Thans is bij besluit van de waarn. secr.- gen, van sociale zaken en van financiën met ingang van 1 November a.s. de groep huispersoneel in de Ziektewet opgenomen en komt de regeling van het Burgerl. Wet boek te vervallen. Tot nu toe werd er een scheiding gemaakt tusschen inwonend per soneel en in dagdienst zijnd personeel. Het laatste had bij ziekte alleen recht op door betaling van het loon „gedurende een be trekkelijk korten tijd" (een term, die tot veel onzekerheid aanleiding gaf) terwijl de inwonende dienstboden bovendien recht hadden op verpleging en doktershulp ge durende ten hoogste zes weken. Dit onderscheid heeft na 1 November geen beteekenis meer; allen, die „in loon dienst zijn van een privaat persoon voor het verrichten in diens huishouding van huiselijke of persoonlijke diensten, hetzij zij bij den werkgever inwonen, hetzij zij in dezelfde kalenderweek tenminste 5 dagen in dienst van denzelfden werkgever werk zaam plegen te zijn", zullen thans dezelfde voordeelen deelachtig worden, welke ook de andere werknemers, in dienst van een onderneming, genieten. Het loon wordt hun nu gedurende ma ximaal 26 weken voor 80 pet. gegarandeerd door de Ziektewet, terwijl het Ziekenfond- senbesluit hun de noodige geneeskundige hulp verzekert. Zoowel de dienstbode als haar (of zijn) mevrouw komen dus binnenkort binnen de werkingsfeer van deze twee wettelijke maatregelen en zij zullen de administra tieve bepalingen in acht hebben te nemen, welke deze vereischen. Het Ziekenfondsen- besluit is weliswaar een vervolg op de Ziektewet, doch brengt voor de betrokke nen toch weer andere verplichtingen mee, dan de Ziektewet, zoodat wij beide even onder de loupe zullen nemen. Nemen wij eerst de Ziektewet: Zoolang de dienstbode niet ziek wordt, behoeft zij zich geen zorgen te maken over de Ziektewet; van haar wordt voorloopig niets verlangd. Mevrouw evenwelmoet ervoor zorgen, dat de dienstbode wordt opgegeven, hetzij bij een der bestaande maatschappijen naar keuze, hetzij bij den Raad van Arbeid, Me vrouw of misschien is dit een geschikter werkje voor „meneer!" moet ook de premie betalen, ofschoon zij gerechtigd is, de helft daarvan op het loon van de dienst bode in te houden. Zoodra de dienstbode ziek komt te liggen, rust op de dienstbode de verplichting om de maatschappij, bij wie mevrouw Verzekerd is, of den Raad van Arbeid, als mevrouw daar verzekerd is. binnen 24 uur te waarschuwen. Betreft het een inwonend meisje, dan zal mevrouw wel zoo vriendelijk willen zijn om de bood schap door te geven, want het is in haar eigen belang, dat de verzekering de beta ling van het loon (voor 80 pet.) zoo vlug mogelijk overneemt. Het Ziekenfondsenbesluit verlangt meer Van de dienstbode dan een lijdelijk toezien. Volgens dit besluit is zij verplicht er zelf zorg voor te dragen, dat zij wordt inge schreven in een of ander Ziekenfonds. Die inschrijving is verplicht, niet alleen omdat men anders geen medische hulp kan krijgen, maar ook omdat men zonder die inschrijving geen uitkeering krachtens de Ziektewet ontvangt. Voor de betaling van de contributie heeft het Ziekenfondsenbesluit een regeling, waarbij de werkgeefster weer aan het werk wordt gezet. Mevrouw moet n.l. zorgen voor coupon-boekjes welke zij koopen kan bij den Raad van Arbeid. Ook aan de post kantoren zijn ze Verkrijgbaar. Met de coupons uit dat boekje moet de dienstbode den bode van het Ziekenfonds betalen. Zij ontvangt daartoe van haar me vrouw bij elke loonbetaling een coupon netje, waarbij mevrouw gerechtigd is, de helft van de door de dienstbode verschul digde contributie in te houden. Men kan couponboekjes koopen voor dag- week- en maandloonen. Daar de waarde van de couponnetjes gelijk is, doch contributie een percentage bedraagt van het loon, dat uiteraard niet voor ieder ge lijk is, wordt er tweemaal per jaar door den Raad van Arbeid gelegenheid gegeven om het teveel of te weinig betaalde te ver rekenen. Men dient daartoe de omslagen vSn de ledige couponboekjes in te leveren. Op de aah de dienstbode te verstrekken coupons moet de werkgeefster aan de voor zijde invullen de periode, waarover de cou pon gaat, en aan de achterzijde naam en adres van de werkgeefster. Het percentage van het loon, dat mag worden ingehouden bedraagt 2.85 pet. nl. de helft van 1.7 pet. van de Ziektewet en de helft van 4 pet. voor het Zieken fondsenbesluit. Voor een ieder, die een onderneming heeft met personeel, is het bovenstaande reeds lang bekend; voor hem is het „gesne den koek". Doch ook de anderen, die nog slechts van uit de verte van de Ziektewet en het Ziekenfondsenbesluit hebben hooren verluiden, zullen thans voor hun dienst meisje al is het maar een dakhitje de bepalingen in acht moeten nemen, an ders is Leiden in last als de „parel" ziek komt te liggen. Geen verbinding meer met Oostelifke Wolga-oever SLECHT WEER BELEMMERT DE OPERATIES. Naar het opperbevel der Duitsche weer macht mededeelt is het weer slechter ge worden, zoodat den 18en October de lucht macht nabij Stalingrad nog slechts in min dere mate kon optreden tot bestrijding van de bolsjewistische artillerie op den Ooste lijken oever van den Wolga. Met versterkte kracht moest de Duitsche artillerie het vuur op de vijandelijke stellingen in het laatste bolwerk der fabriek „Roode October' en het vernietigingsvuur op de bolsjewistische batterijen voortzetten. Talrijke stukken vijandelijk geschut werden door voltreffers tot zwijgen gebracht. De Berlijnsche correspondent van het A.N.P. meldt: De nog overgebleven verde digers van Stalingrad zijn op een klein ge bied van ten hoogste eenige vierkante kilo meters oppervlakte samengedrongen en met de troepen op den Oostelijken oever van de Wolga hebben zij geenerlei verbin ding meer, doordat de Duitschers deze ri vier op alle punten in het stadsgebied be reikt hebben. De herfstregens, die den grond overal aan het front in een dikke modderbrij ver anderen, waarmede de bolsjewisten altijd nog beter overweg kunnen dan de Duit schers en hun bondgenooten, zullen, naar *ien in Duitsche militaire kringen ver klaart, den definitieven val van Stalingrad geen half uur kunnen vertragen. De Wolga kunnen de bolsjewisten alleen nog des nachts als scheepvaartweg gebrui ken en ook dan nog is het een toeval, als een schip de Duitsche bewakingsposten weet te passeeren. De troepenconcentraties achter het Sov jet-Russische front in het gebied van Rzjef, waarvan het weermachtsbericht sedert en kele dagen meldt, dat zij door de lucht macht gebombardeerd worden, wekken den indruk, dat de bolsjewisten plannen koes terden voor een groot offensief, daar het hier om een vrij sterke troepenmacht gaat. Van contact met Duitsche landstrijd krachten is nog geen sprake en tot dusver is alleen nog het woord geweest aan de luchtmacht, die vaak honderden kilometers het vijandelijke gebied moet binnendrin gen. Zonder ophouden bombardeeren de vliegers de stations, waar het materiaal van den tegenstander, nog vóór het in den, strijd kan worden geworpen, vernietigd wordt. Op deze wijze zijn geheele divisies gede cimeerd, nog lang voor het bereiken van het eigenlijke gevechtsterrein, dank zij de waakzaamheid van de verkenningsvliegtui gen, die tot ver achter de gevechtslinies de vijandelijke bewegingen nauwlettend in het oog houden. VERDUN EN STALINGRAD. Het D.N.B. verneemt van militaire zijde met betrekking tot de zoogenaamde reus achtige verliezen der Duitsche weermacht tijdens de gevechten om Stalingrad: Wederom worden de Duitsche verliezen van Engelsche zijde reusachtig overdreven en tot verhooging van de geloofwaardig heid vergeleken met de Duitsche verliezen voor Verdun tijdens den eersten wereld oorlog. Een dergelijke vergelijking is on juist. Bij Verdun was de Duitsche door braakpoging na den val van de forten Vaux en Douaumont overgegaan in een uit- puttingsstrijd van grooten omvang en het Duitsche leger vocht dertig weken eene on- gelijken strijd van menschelijke kracht te gen een overweldigende meerderheid van ijzer, staal en machines. Tegen Stalingrad kon de Duitsche weermacht in den aanval van vijf weken, behalve haar superioriteit in opleiding, een veelvoud van de modern ste technische oorlogsmiddelen in den strijd brengen en aldus haar verliezen tot een minimum beperken. Overigens worden de zoogenaamde reus achtige Duitsche verliezén tegen gesproken door de bewering van vijandelijke zijde, dat de laatste dagen dertig Duitsche divi sies versche troepen naar Stalingrad waren overgebracht. Het gebruik van dergelijke troepenmassa's was in geen enkel stadium van den aanval op Stalingrad noodzakelijk en ook niet mogelijk. Na het binnendringen in de stad is de aanval overgegaan in hui zengevechten van afzonderlijke stoottroe pen. Het aantal van alle hierbij gebruikte troepen is nog in de verste verte niet zoo groot als de van vijandelijke zijde als Duit sche verliescijfers gegeven getallen. GEBREK AAN MUNITIE BIJ DE BOLSJEWIEKEN. Van militaire zijde verneemt het D.N.B.: Nog slechts 12 granaten mogen door de bolsjewistische batterijen per dag en per kanon verschoten worden, aldus wordt ge zegd in een dagorder no. 822 van 22 Sep> tember 1942, die gevonden is bij een bols jewistische stoottroepactie. De in dezen sec tor in gevangenschap geraakte bolsjewis tische artillerieluitenant Grigorij Moetsjin heeft hierover verklaard: „Wij hebben reeds granaten verschoten met het leverantie- stempel „Augustus 1942". Over dit klaar blijkelijke gebrek aan munitie hadden mijn kanonniers hun gedachten. Het ontnam hun de laatste hoop op een overwinning". DE OPERATIES BIJ RSJEF. Naar het D.N.B. van militaire zijde ver neemt verhinderde in het gebied van Rsjef het steeds slechter wordende weer ge vechtshandelingen van grooteren omvang. Voortdurende regenval, varieerend van buien tot wolkbreuken, zetten de «tellingen en kazematten onder water. De wegen zijn zoo doorweekt, dat alle bewegingen slechts met groote moeilijkheden kunnen worden uitgevoerd. Desondanks namen volgens de bij het opperbevel der Duitsche weermacht binnengekomen berichten ook den 18en Oc tober de gevechtshandelingen nog geen einde. Acties van verkennings- en stoot troepen leidden tot verbitterde gevechten. De bolsjewisten poogden vooruitgeschoven Duitsche stellingen door aanvallen met verscheidene compagnieën te veroveren. De bezettingen dezer steunpunten verde digden zich echter hardnekkig en sloegen in gevechten op korten afstand de vijande lijke aanvallen af. DE STRIJD IN HET NOORDWESTELIJKE DEEL VAN DEN KAUKASUS. Het opperbevel van de Duitsche weer macht maakt bekend: Bij het breken van het verzet in fel om streden kazematten in het Noordweste lijke deel van den Kaukasus hebben de bolsjewieken door vlammenwerpers zware verliezen geleden. Stuk voor stuk moesten de Sovjets hun stellingen prijsgeven. Te vergeefs maakten zij van elke denkbaar mogelijke gevechtstactiek gebruik om de Duitsche infanteristen en jagers tegen te houden. Hun nieuwste tactiek is thans om geheele wouden in brand te steken, ten einde onder de bescherming van de rook wolken tot tegenaanvallen te kunnen over gaan. Na e.en bloedigen strijd werden de vijandelijke stoottroepen verdreven. KEURINGEN VOOR DE WAFFEN-SS EN HET LEGIOEN. Het SS-Ersatzkommando deelt ons me de, dat vrijwilligers voor de Waffen-SS en 't Legioen op onderstaande data zich bij de genoemde adressen kunnen vervoegen ten einde gekeurd te worden. Tevens wordt er de aandacht op geves tigd en wel speciaal voor hen, die er be zwaar tegen hebben him dienst buiten Ne derland te vervullen, dat thans de moge lijkheid bestaat om dienst te nemen in een speciaal wachtbataillon. De opleiding vindt in Nederland plaats, terwijl de inzet van dit bataillon ook in Nederland blijven zal. Tijdens de keuringen voor de Waffen-SS en het legioen kunnen zich ook diegenen melden, die tot de Germaansche-SS Ne derland (Nederlandsche SS) willen toe treden. 21.10.42 10.00 uur Tilburg, Werklieden- vereeniging, Tuinstr. 68. 21.10.42 17.00 uur Rotterdam, Deutsches Haus. 22.10.42 10.00 uur Amsterdam, school Iepenweg 13. 22.10.42 17.00 uur Utrecht Wehrmacht- heim, Mariaplein. 23.10.42 10.00 uur Den Haag, Café Den Hout, Bezuidenhoutscheweg. 24.10.42 11.00 uur Amersfoort, dienstge bouw Kapel weg. Bij onze vrijwilligers. Uitstekend kunnen onze mannen met de Lotta's opschieten. Deze zorgen, dat het hun aan niets ontbreekt Sigaretten, tandpasta, scheermesjes, alles Is aanwezig SS PK Altstadt-Ba H-P H m HET BOEIEN VAN KRIJGS GEVANGENEN in. In afdeeling 4 publiceert het opperbevel vervolgens een ander grof vergrijp der Britten tegen de fundamenteele regelen van het oorlogsrecht. Het publiceert een buitgemaakt stuk, waarin wordt gelast, dat gevangenen gebruikt moeten worden voor het opruimen van mijnen. In afdeeling 5 wordt een geheele reeks gevallen opgesomd, waarin is geschoten op soldaten, die op zee in nood verkee.rden. Dergelijke gevallen, aldus het communiqué, zijn vooral bij de scheepvaart naar Kreta zoo veelvuldig voorgekomen, dat de be schietingen geen losse misgrepen van on dergeschikte instanties kunnen zijn, maar eveneens op bevel van hoogere Britsche commando-instanties zijn geschied. Onder de opgesomde gevallen wordt als afschuwelijkste voorbeeld het tot zinken brengen van het motorzeilschip „Osia Pearaskevi" (36 ton) op 12 Mei 1941 op de route van het eiland Lemnos naar Ca- valla genoehid. Uit de beëedigde getuige nissen van de overlevende leden van de Grieksche bemanning kapitein en 5 man blijkt het volgende: Aan boord bevonden zich behalve de Grieksche bemanning een Duitsch officier, een onderofficier en twee man. Het scheep je stopte terstond en de Grieksche kapi tein zwaaide met een witte lap. De Duit sche officier werd van den toren van de langszij komende duikboot met een pistool beschoten. Een officier van den onderzeeër noodigde de Grieksche bemanning in het Engelsch uit in de reddingsboot te gaan. De Duitsche soldaten werden met een machi negeweer bedreigd en gedwongen beneden- deks te gaan. Daarop opende de duikboot van 10 meter afstand kanonvuur op het motorzeilbootje, dat terstond in brand ge raakte en snel zonk. Ten deele met bran dende uniformen sprongen nu de Duitsche soldaten te water en werden onder het zwemmen net zoo lang met machinegewe ren beschoten, tot allen waren getroffen en ondergegaan. De Grieksche bemanning was op een afstand van 30 meter van het be gin tot het einde getuige van deze gebeur tenis. In het communiqué wordt voorts gezegd: Ten minste even schaamteloos en brutaal als deze gebeurtenissen op zee waren ook de methoden der Britten bij den strijd te land op Kreta. Hierbij hebben de Britten alleen en al daarom de zwaarste schuld op zich geladen, dat zij lang voor het be gin van een Duitschen aanval den juist op dat tijdstop in vreeselijken vorm aan den dag getreden, teugelloozen bendenoorlog hebben voorbereid door ophitsing en wel doordachte organisatie van de burgerbevol king en vooral door rijkelijke uitdeeling van wapens van allerlei slag. Het voor naamste werk is hierbij gedaan door kapi tein John. D. S. Pendlebury, die in Juni 1940 als Britsch vice-consul en vertegen woordiger van de Intelligence Service naar Heraklion was gestuurd. Pendlebury be sefte ten volle, hoezeer zijn gedoe met het Volkenrecht in strijd was. In zijn dagboek staat te lezen: „Dat kan wellicht met het oorlogsrecht in strijd izijn." Van al deze voorvallen bezit de Duitsche regeering de onomstootbare bewijzen in de consulaire stuken, die op Kreta zijn aange troffen. In den loop van slechts 10 dagen van strijd op Kreta hebben evenwel niet alleen de franctireurs gewoed, maar in ver- eeniging met hen hebben ook Engelschen, Australiërs en Nieuw-Zeelanders zich in haast ongeooflijke mate steeds weer zon der zich aan iets te storen over de fun damenteele voorschriften van het oorlogs recht heengezet en zich niet gedragen als soldaten, maar als tuchthuisboeven. De bijzondeiheden- waaromtrent door de bank officieele beëedigde getuigenissen aanwezig zijn, zijn ten deele zoo afschu welijk en weerzinwekkend, dat zij tot dus ver niet de gepubliceerd konden korden. Deze gevallen zijn bovendien zoo talrijk, dat de getuigenissen daaromtrent een dik gedrukt boek vullen. In afdeeling 6 behandelt het communiqué de op 4 Juni j.L buitgemaakte „voortdu rende bevelen" der vierde Engelsche tank brigade, waarin omtrent de behandeling van krijgsgevangenen o.a. wordt opge merkt: Voedsel noch slaap noch drank noch welke vriendelijkheid of welk confort mag den gevangenen worden toegestaan. Ook is elk gesprek verboden, alvorens het ver hoor door de bevoegde instanties is ge schied. Overigens is ook hier de Britsche regee ring, alvorens de tegenmaatregelen, waar mee het opperbevel der weermacht 5 Juni had gedreigd, van kracht werden, uiterlijk ten spoedigste v<an dit bevel teruggeko men. Nadat in afdeeling 7 de uitrusting van een parachute-agent, die eind December 1941 bij Kopenhagen verongelukt is en te Lon den zyn opleiding had genoten, n.l. met een gangster-pistool is beschreven, eindigt het communiqué als volgt: Deze voorbeel den uit den overvloed van het beschik bare materiaal moeten bewijzen: 1. Dat de Britsche strijdmethoden uni form op alle oorlogstooneelen in strijd zijn met de volkenrechtelijke overeenkomsten en algemeene regels van het oorlogsrecht. 2. Dat het Britsche ministerie van oor log reeds tweemaal onder pressie van ver geldingsmaatregelen, waarmee door Duitsch land werd bedreigd, beloofde dergelijke be velen in strijd met het Volkenrecht te wil len intrekken, maar dat het zich daarbij niet ontziet ter vermijding van de Duit sche vergeldingsmaatreelen slechts te wer ken met gelogen verklaringen en bij de volgende gelegenheid de zelfde barbaar- sche methoden bij de behandeling van de Duitsche gevangenen toe te passen. Dit alleen zijn de motieven, die het op perbevel der weermacht er ditmaal toe hebben gebracht tot vergeldingsmaatrege len over te gaan, want het jegens het Duit sche volk verplicht niet slechts de eer van zijn soldaten te beschermen, maar vooral te zorgen voor een menschelijke behande ling van Duitsche gevangenen tegenover een tegenstander, wien het volkomen ont breekt aan gevoel voor iedere humane of zelfs eervolle behandeling van gevange nen. Met het oog op deze Duitsche tegen- DE SCHEPPING DER DIEREN Ik heb gisteren een wonderlijke ont dekking gedaan en ik vermoed, dat Adam en Eva in het paradijs, op den dag dat God de dieren schiep geen mindere verbazing hebben gekend, dan deze de mijne, toen zich na elkaar de vreemdsoortigste en meest in vorm uiteenloopende dieren aan hun blik ken vertoonden. Waarom kies ik juist Adam en Eva uit als het prototype van mijn verbazing? Misschien omdat het in een circus ook de dieren zijn, die door bepaalde eigenschappen in onze gedachten de bevreemding wekken om het niet-verwachte in de tegenstelling tusschen dierlijk en menschelijk le venEn wat is de wereld anders dan een circus. Ik fiets dan langs groene weilanden met mijn gedachten elders dan bij de vele grazende koeien, die door hun hoeveelheid wel even mijn attentie vermogen te trekken. Ik denk bijvoorbeeld aan wol en vet, overigens niet zulk een vreemde com binatie als men in den aanvang zou denken. Want ik zie schapen en koeien en waarschijnlijk zijn ze het, die deze gedachte hebben bevrucht. En ik be denk, dat die schapen en koeien, in dien zij menschen zijn, wellicht hun heerlijkheden zouden ruilen. Wol voor vet. Maar wat verderop zie ik vele menschen verbaasd naar iets kijken, dat alsnog voor mijn oogen is ver borgen. Ik ontstijg mijn velocipède en sluit mij op in deze grauwe massa- Zijn wij minder bezield met de geest der kudde dan de koeien, die ik zoo even zag. Het entrée is gratis en als ik mij wat naar voren heb gedrongen zie ik het. Een varken! Wat dat is? Een krul staart. Een knorrend beest. Een zwijn. Ik heb een echt varken gezien. Het dier waar binnen zoovele heerlijk heden moeten huizen. De massa is in opperste verbazing. Ik ook. Daarom dacht ik aan Adam en Eva op den dag van de schepping der dieren maatregelen heeft de Engelsche radio 9 Oc tober j.l. om 15.00 uur via den zender Droitwich bekend gemaakt: Te Londen wordt in overweging genomen, dat de En gelsche regeering alle gevangenen der As- mogendheden uit hetzelfde oogpunt zal be schouwen en geen verschil zal maken tus schen Italiaansche en Duitsche gevange nen. Met het oog op dit bericht, dat de En gelsche regeering door de radio heeft laten verspreiden, ziet de Duitsche regeering zich genoopt de krijgsgevangenen, die aan alle fronten op de verbonden vijanden zijn ge maakt, eveneens als eenheid te beschouwen. Met het Volkenrecht strijdige of onmen- schelijke behandeling van Duitsche krijgs gevangenen op eenigerlei oorlogstooneel, bijvoorbeeld ook in Sovjet-Ruslandt zal dus van nu af het totaal der door Duitsch- land gemaakte gevangenen, zonder dat met hun nationaliteit rekening wordt ge houden hébben te ontgelden. DE ENGELSCHE LUCHTAANVAL OP LE CREUZOT. Naar de Fransche staatszender meldt, is het aantal dooden onder de Fransche be volking, tengevolge van den Engelschen luchtaanval op het gebied van Le Creuzot, gestegen tot 57. Het aantal volkomen ver woeste huizen bedraagt 60, dat der zwaan- beschadigde huizen ruim 300. Vijftienhon derd menschen zijn dakloos. Van bevoegde zijde wordt verklaard, dat het een „onge hoord cynisme" is, wanneer de Engelschen zich op de borst kloppen over een succes, waarbij zij onder de Fransche arbeidersbe volking zooveel dooden en gewonden ver oorzaakt en bovendien nog een ziekenhuis en talrijke arbeiderswoningen verwoest hebben. Het moet wel een brutaliteit ge noemd worden, wanneer de Londensche radio de schildering van een piloot ver spreidt, die er zich op beroemt, dat een huis door bomtreffers in een wolk van rook verdween en volkomen verwoest is. Deze stelselmatige bombardementen op Fransche industriegebieden, zoo wordt hieraan toegevoegd, kunnen slechts dit eene doel hebben, FVankrijk uit te schake len als economischen rivaal voor den tijd na den oorlog. Koning Christiaan van Denemarken heeft gisterochtend op zijn dagelijkschen ochtend- rit door de stad een ongeluk gehad. Bij een val van zijn paard, dat opschrikte en ging steigeren, liep de koning een vrij zware verwonding op aan het achter lichaam en lichte verwondingen aan de onderlip, aan het linkeroor en aan den linker knieschijf. Teekenen van ernstige verwondingen zijn naar de meening der artsen niet te constateeren. Niettemin zal de koning eenigen tijd het bed moeten houden. Het ongeval had plaats tegen halftien in den ochtend, toen de koning op den terugweg was naar het paleis. Voorbij gangers kwamen den koning te hulp, die in een ziekenauto van de brandweer eerst naar het paleis en vervolgens, na het aan leggen van een noodverband, naar het ziekenhuis der Diaconessenstichting te Kopenhagen vervoerd werd, waar de ver wondingen verbonden werden, nadat de koning licht verdoofd was. De artsen achten den toestand van den koning naar omstandigheden bevredigend. Men zal zich herinneren, dat koning Christiaan 26 September j.l. zijn 72en ver jaardag vierde.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1942 | | pagina 1