DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN
Momentje
ZATERDAG 12 SEPTEMBER 1942
33ste Jaargang No. 10352
S)e Ccld^heSoii/vant
Bureaux: Papengracht 32 - Giro 103003
Telefoon: Redactie 20015, Administr. 20935
G. M. van Hamersveld, Directeur.
Th. Wilmer, Hoofdredacteur.
V Bron van kracht
Het is niet onze bedoeling, een verkla
ring te geven van de liturgie, van de ge
beden in de Zondagsmis. Wij willen slechts
nu en dan naar die liturgie verwijzen, er
de aandacht op vestigen. En als daaraan
gevolg wordt gegeven, als lezers er toe
worden gebracht, aandacht of meer aan
dacht te schenken aan de gebeden in de
Zondagsmis, dan is er, naar onze beschei
den meening, heel veel goeds bereikt.
Morgen zestiende Zondag na Pinkste
ren T- worden wij in de wisselende gebe
den van de heilige Mis geplaatst voor God,
als Schenker van de onmisbare èn ons
troostende en sterkende genade.
Hoort hoe de Kerk ons in de Introïtus
leert bidden:
Ontferm U mijner, want den gehee-
len dag roep ik U aan: Gij. o Heer,
zijt immers goedertieren, zachtmoedig
en vol erbarming jegens allen, die U
aanroepen.
Ps. Neig, Heer, Uw oor tot mij en
verhoor mij, want ik ben hulpbehoe
vend en noodlijdend.
En verder in de Collecta:
Wij bidden U, Heer, dat Uw genade
-» ons steeds opwekke en bijsta en tot
het beoefenen van goede werken
voortdurend ijverig make.
En later in het Offertorium:
O, Heer, zie welwillend neder en
help mij: laat degenen, die mij naar
het leven staan, met schaamte en
schande overdekt worden: Heer zie ge
nadig neder en help mij.
Morgen is het zooals ook uit de an
dere wisselende gebeden duidelijk is
een Zondag, waarop wij er heel bijzonder
van worden doordrongen, dat God. ons
Zijn genade wil schenken, altijd, als wij
er oprecht naar' verlangen en óprecht om
vragen. Zijn genade, die ons is een
bron van kracht, ook onder de moeilijkste
omstandigheden!
De strijd om Stalingrad
KENMERK VAN DEN WANHOPIGEN
TOESTAND DER SOVJETS.
De militaire correspondent van het D. N.
B. schrijft:
De hevigheid der gevechten om Stalin
grad en aan het Kaukasusfront kenmerkt
evenals de voortdurende ontlastingsoffen
sieven der bolsjewisten in den central en
sector den wanhopigen militairen toestand
der Sovjet-Unie. Met alle geweld poogt de
Sovjet-Russische legerleiding, met het oog
op een operatief verloren zomer, alles in
den strijd te werpen, daar iedere voet Sov
jet-Russische grond, die verloren gaat, van
vitale beteekenis is voor het doorstaan van
een tweeden oorlogswinter. Daarbij gaat
de Sovjet-Russische legerleiding blijkbaar
van de veronderstelling uit, dat zij aldus
een geleidelijke afmatting van de Europee-
sche strijdkracht kan bereiken. Dergelijke
speculaties zullen echter bedriegelijk blij
ken.
In alle militaire kringen in de Duitsche
hoofdstad is men van meening, dat de
bolsjewisten van den win ter veldtocht niets
hebben geleerd. Poogden zij in den afgeloo-
pen winter met den factor der massa het
Duitsche front te doorbreken, zonder er
acht op te slaan, dat iedere afgeslagen mas-
fale aanval op hun voorj aars- en zomer-
plannen nadeelig moest werken, thans be
gaan zij de fout hun in den winter en tij
dens het voorjaar opgeleide reserven teza
men met de geheele jongste productie aan
oorlogsmateriaal den Duitschen en verbon
den legers in handen te spelen. Duitsche
militairen gaan zoo ver te zeggen, dat de
Sovjet-Russische legerleiding in zekere
mate hun vijanden strategisch hulp verlee-
nen. Want, wat thans aan de voornaamste
gevechtslinies wordt aangevoerd, behoeft
later niet meer tijdens bewegingen over
groot gebied gezocht en buitgemaakt te
worden. Het is te Berlijn geen geheim, dat
niet het eerder of later vallen van Stalin
grad beslissend is voor den thans woeden
den strijd, maar de vraag hoeveel van de
strijdkrachten van den vijand daarbij ver
pletterd of opgerold kunnen worden. In het
licht van deze opvatting komt het voor-
jichtige voortschrijden van den Duitschen
aanval op Stalingrad in een nieuw licht te
staan, vooral wanneer men de verliescij
fers aan beide zijden vergelijken kan. De
vijandelijke berichten daarover zijn der
mate overdreven, dat ook hier de wensch
de vader van de gedachte is. Om begrij
pelijke redenen kunnen van Duitsche zijde
nog geen" cijfers worden genoemd. Thans
kan echter worden gezegd, dat de door de
bolsjewisten gemaakte misrekening, zich
evenzoo zal wreken als te zijnertijd in het
vroege voorjaar, toen Kioebisjef de wereld
inbazuinde, dat de Duitschers afgedaan
hadden, daar zij met millioenen verliezen
uit den winter waren gekomen.
De halfcirkelvormige ring om de stad
Stalingrad heeft zich gesloten. Er zullen
nog hevige en zware gevechten voorkomen,
doch den vijand blijft geen lucht tot ade
men meer, laat staan ruimte van beweging
en ontplooiing.
De Britsche aanval op
Madagascar
DRIE HAVENPLAATSEN BEZET.
Churchill heeft in het Lagerhuis mede
gedeeld, dat Dinsdag drie plaatsen aan
de kust van Madagascar zijn ingenomen.
De verliezen zijn „gering".
Churchill zeide, dat aan de operaties
werd deelgenomen door Britsche troepen,
Zuid-Afrikaansche afdeelingen, Oost-Afri-
kaansche troepen en Zuid-Afrikaansche
luchtstrijdkrachten.
Van bevoegde Fransche zijde wordt mee
gedeeld, dat de havenstad Majunga, waar
op de zwaarste stoot van den nieuwen En-
gelschen aanval op Madagascar gericht
was, gevallen is. Eveneens zijn de haven
plaatsen Nossibe en Morondava gisteren
door de Engelschen bezet.
Den lOden September deelde Madagas
car mede, dat de Engelschen de haven van
Kamore hadden bereikt en dat zij bij het
vallen van den nacht in de nabijheid van
Moevatenana stonden.
BOODSCHAP AAN GOUVERNEUR VAN
MADAGASCAR.
Als staatssecretaris van koloniën heeft
gouverneur-generaal Brevie een boodschap
gericht' aan den gouverneur-generaal van
Madagascar van den volgenden inhoud:
De onverklaarbare en niet te verontschul
digen aanval op Madagascar is het voor
werp van de diepste verontwaardiging in
Frankrijk. Maarschalk Pétain en de Fran
sche regeering buigen het hoofd voor de
ongelukkige slachtoffers. Het gansche
land is ontroerd door den trouw en den
moed van Madagascar. Het voorbeeld van
Madagascar geeft het Fransche volk het
vertrouwen weer in zijn uiteindelijke lots
bestemming.
LAVAL OVER MADAGASCAR.
Gistermiddag heeft Laval de binnen- en
buitenlandsche persvertegenwoordigers
ontvangen teneinde zijn meening weer te
geven omtrent den nieuwen Engelschen
aanval op Madagascar.
Allereerst werden het Engelsche com
muniqué over de hervatting der militaire
operaties legen Madagascar en de offi-
cieele mededeeling van de Amerikaansche
regeering, waarin deze het optreden der
Engelschen billijkt en moreel steunt, voor
gelezen.
Vervolgens las de chef der regeering
een telegram van den gouverneur-gene
raal van Madagascar, Aney, voor. waarin
gezegd wordt, dat het optreden van Enge
land in het geheel niet te rechtvaardigen
valt. De gouverneur-generaal wijst de En
gelsche en Amerikaansche beweringen van
de hand en verklaart, dat nooit buitenland
sche duikbooten hulp hebben gevonden in
havens van Madagascar. Van de aanwe
zigheid van een wapenstilstandscommissie
of van andere buitenlandsche controle kan
geen sprake zijn. Japansche vliegtuigen of
duikbooten zijn nooit op Madagascar ver
schenen.
Laval zeide, na de voorlezing van dit te
legram, dat de leugens aan de eqne zijde
staan tegenover de verklaringen van den
gouverneur-generaal van Madagascar. De
bewering, dat militaire redenen voor de
Engelsche actie beslissend zijn, is niet
steekhoudend. „Indien Engeland en de
Vereenigde Staten meent", zoo zeide La-
val, „aangewezen te zijn op argumenten
als in hun verklaringen vervat, dan ben
ik van meening, dat het antwoord van
gouverneur-generaal Aney duidelijk en
voldoende is".
Op een vraag, of geen maatregelen van
Frankrijk in het voornemen liggen, ant
woordde Laval: „Voor het oogenblik niet".
De vraag of men voornemens is stappen
te doen beantwoordde Laval met „Ja". La-
val verklaarde, dat de Vereenigde Staten
voor de Madagascar-zaak even verant
woordelijk zijn als Engeland. Tenslotte
antwoordde Laval nog op een vraag, of
van Amerikaansche zijde geen algemeene
garanties gegeven waren, zooals in het
geval van Martinique, dat in de beide vdor-
gelezen communiqué's van Washington en
Londen de belofte is gedaan, dat Frank
rijk Madagascar later zal terugkrijgen.
Helaas hebben Londen en Washington ech
ter vergeten den datum daarvoor in te
vullen.
LONDEN GEEFT VERLIES VAN 31
VLIEGTUIGEN TOE.
Naar Reuter meldt, wordt van officieele
Engelsche zijde toegegeven, dat bij den
aanval der Britsche luchtmacht op Dussel-
dorf gisternacht 31 vliegtuigen verloren
zijn gegaan.
De vritheidsbeweoing in
Britsch-Indië
AMERY OVER DEN TOESTAND.
De Donderdag gehouden débatten in het
Lagerhuis zijn beëindigd door den minister
voor Indië, Amery. Amery verklaarde, dat
reeds zeer spoedig na het vertrek van
Cripps uit Indië het Congres onder den in
vloed van Gand'hi afgestuurd is op een po
litiek van reohtstreeksche uitdaging. De re
geering van Indië heeft tenslotte op eigen
initiatief de eenig mogelijke actie onder
nomen. „In plaats van af te wachten tot zij
zelf getroffen werd" zoo zeide Amery
„sloeg de regeering als eerste toe". De
'krachtdadige houding van de Britsche re-
geering heeft verhinderd dat een situatie
ontstond, die het oorlogsoptreden van In
dië zou hébben verlamd en verdediging
van Indië op een ontlasting van China
door „opnieuw bezetten van Birma" on
mogelijk zou hebben gemaakt.
Men mag njet beweren, dat de moeilijk
heden reeds achter den rug zijn. De poli
tiek der Britsche regeering streeft er naar,
dat Indië na den oorlog dezelfde vrijheid
zal krijgen als de groote Dominions om het
eigen lot op den grondslag van een grond
wet te kunnen leiden, die door overeen
stemming of compromissen tusschen de
verschillende elementen in Indië tot stand
zou komen. Groot Brittannië kan vandaag
niet een onbepaalde en onbegrensde macht
van eenigerlei afzonderlijke groep van per
sonen afgeven. Amery noemde Gandhi een
„aartssaboteur" en zeide, dat men geen
grootere fout kon begaan, dan te onder
handelen op een oogenblik, waarop niet de
STRAKS KOMEN ZIJ TERUG
Straks komen zy terug, de dappere front
strijders, die thans met inzet van hun leven
medehelpen het bolsjewistische spook voor
goed uit te bannen.
Straks komen zy terug en zij zullen
vragen: „Wat deed gij Nederlanders toen
wij met de wapenen in de vuist uw en ons
land verdedigden tegen de aanstormende
horden van Stalin?"
Straks komen zij terug en zullen vragen:
„Wat deed gij Nederlanders om het leed
van onze gewonde makkers te verzachten?"
Nederlanders zorgt er voor dat u dan
kunt antwoorden: „Ik deed wat ik kon, ik
heb de Nederlandsche ambulance naar mijn
vermogen gesteund".
Maak daarom vandaag nog een bedrag
over op girorekening 87600 Nederlandsche
ambulance, Koninginnegracht 22, 's-Gra-
venhage.
minste kansen op succes bestonden. De
Engelsche regeering moet een wijziging in
de opvattingen van de Congresleiders af
wachten.
INDISCHE POLITIEKE LEIDERS TE
NEW DELHI BIJEEN.
De Indische politieke leiders, die op het
oogenblik te New Delhi besprekingen voe
ren, hebben tot Churchill het verzoek ge
richt „de werkelijke staatsmacht onmiddel
lijk in Indische handen over te dragen",
zoo meldt de Britsche berichtendienst. Het
beroep is onderteekend door den voorzit
ter van de bestuurscommissie van de Hin-
doe-Mahasabha, dr. Moekerjee, den eersten
minister van Sind, sir Khan Bahadoer Alia
Bahish en den leider der Sikhs, Taren
Singh.
DE ONLUSTEN IN VERSCHILLENDE
STEDEN.
Alle bewapeningsfabrieken in Calcutta
hebben, volgens een bericht uit Sjanghai,
sedert een week het wenk gestaakt. Bij de
incidenten op jl. Woensdag, zoo wordt ver
der gezegd, zijn 375 personen gedood. In de
laatste dagen werden alleen al in Bombay
350, in Karatshi 250 en in Madras 170 In
diërs gearresteerd. Een lid van de Britsch-
Indische regeering te Delhi heeft ver
klaard, dat de Britsche autoriteiten met
groote transportmoeilijkheden hébben te
kampen. De noodzakelijkste behoeften van
het leger kunnen slechts met buitengewoon
veel moeite gedekt worden. Een verbete
ring van den toestand binnen afzienbaren
tijd is onmogelijk.
HET ENGELSCHE OPPERBEVEL.
Reuter meldt, dat de Britsche koning
zijn goedkeuring heeft gehecht aan onder
staande benoemingen tot opperbevelheb
ber:
Oostelijk verdedigingsgebied: waarne
mend luitenant-generaal J. A. H. Gem-
mell;
Zuidoostelijk verdedigingsgebied: waar
nemend luitenant-generaal J. S. Swayne;
Westelijk verdedigingsgebied: luitenant-
generaal E. C. A. Schreiber.
Het Japansche ministerie van marine
heeft tot een uitbreiding van het aantal
burgers bij het bestuur der bezette gebie
den in het Zuiden besloten, aldus het Ham
burger Fremdenblatt. Het aantal bestuur
ders wordt van 120 tot 159 verhoogd, dat
der adviseurs van 30 op 34, der technici
van 126 op 177 en der secretarissen en an
dere krachten van 706 op 855. Bovendien
wordt een 300 man sterke marinepolitie op
gericht. Het totale aantal burgerlijke amb
tenaren, dat voor leger en marine in de
bezette gebieden werkzaam is, zal na uit
voering der plannen 20.000 bedragen.
(V.P.B.)
BINNENLAND
VITAMINE-D-VERSTREKKING.
Evenals vorig jaar zal pok in den a.s.
winter van rijkswege worden overgegaan
tot de verstrekking van vitamine-D-tablet-
ten aan aanstaande moeders en kinderen
van drie maanden tot drie jaar. De hoe
veelheden, welke gegeven worden, zullen
ook dezelfde zijn als verleden jaar, name
lijk per week 1 tablet met 5000 internatio
nale eenheden. Deze hoeveelheid is vol
doende om rachitis te voorkomen. Voor de
distributie dezer tabletten zijn via de bur
gemeesters zooveel mogelijk de consulta-
tiebureaux voor zuigelingen ingeschakeld.
In de grootere plaatsen zullen de genees
kundige diensten deze zorg op zich nemen.
De volgende maand zal in het algemeen
de verstrekking beginnen en zij zal tot
omstreeks Mei 1943 duren. Alleen in den
Haag is men er al heel vroeg bij. Daar be
gint men reeds op 14 September en ont
vangen de gegadigden de tabletten tege
lijk met de distributiebescheiden. Niet on
mogelijk is, dat gedurende de donkerste
maanden de dosis eenigermate zal worden
verhoogd. Het vorige jaar heeft men 70 a
80 pet. der kinderen kunnen bereiken, het
geen een mooi resultaat is. De hoofdinspec
tie voor de volksgezondheid wil nu even
wel trachten, de bovengenoemde catego
rieën nog intensiever van het voor haar
zoo belangrijke anti-rachitis-vitamine te
voorzien en heeft daarom erop aangedron
gen, aan deze verstrekking huisbezoek te
verbinden, ten einde die vaders en moe
ders een opwekking te geven, die mis
schien door sleur of onwetendheid hun
kinderen deze kostbare stof, welke zij nu
gratis kunnen bekomen, niet zouden ge
ven. Rotterdam zal op de algemeene re
gelen gedeeltelijk een uitzondering ma
ken. Daar vinden, zoo men weet, op groo
te schaal proeven plaats met den vitami
ne-stoot, waarbij eenaantal kinderen twee
maal per jaar een groote hoeveelheid vi-
tamine-D wordt toegediend. Deze proeven
zullen nu worden herhaald.
Bepalingen betreffende
de Joden
Van officieele zijde wordt medegedeeld:
Ten einde te kunnen nagaan of er redenen
bestaan om vrijstelling te verleenen van
tewerkstelling kunnen de navolgende ca
tegorieën van personen bij het bevolkings
register van de plaats hunner inwoning een
daartoe strekkend verzoek indienen:
a. Joden en Jodinnen, in zoover er uit
een tegenwoordig of vroeger huwelijk met
een niet-Jood nakomelingen zijn, die niet
als Joden beschouwd worden.
b. Jodinnen, die thans nog met een niet-
Jood gehuwd zijn.
Desbetreffende verzoeken moeten fus-
schen 15 en 25 September 1942 (in Am
sterdam tusschen 15 September en 1 Oc
tober 1942) ingediend worden. Eventueel
zullen nadere uren door de bevolkingsre
gisters bekend gemaakt worden.
Zij, die een verzoek indienen, moeten in
persoon verschijnen en kunnen zich slechts
in gemotiveerde gevallen dopr hun echt
genoot (echtgenoote) doen vertegenwoor
digen.
Medegebracht moeten worden: het per
soonsbewijs en gedocumenteerde bewijs
stukken betreffende de huwelijksvoltrek
king en de nakomelingschap.
Elk verzoek wordt schriftelijk bevestigd.
De Commissaris-Generaal voor de open
bare veiligheid of een daartoe door dezen
aangewezen instantie beslist later over de
ingediende verzoeken.
Reisvergunningen moeten op de gebrui
kelijke wijze worden aangevraagd.
De kosten voor de behandeling van een
ingediend verzoek bedragen f 2.te vol
doen bij het plaatselijke bevolkingsregister.
DE BINNENSCHEEPVAART
BEROEP OP DEN VERLADER.
De tegenwoordige buitengewone omstan
digheden doen hun invloed ook op de bin
nenscheepvaart gelden. Terwijl in normale
tijden het aanbod van lading tamelijk con
stant is, en slechts in bepaalde jaargetijden
toe- of afneemt, brengen de tegenwoordige
omstandigheden met zich mede, dat aan
den ondernemer hooge eischen gesteld
worden.
In het bijzonder worden deze eischen
aan de binnenscheepvaart gesteld daar deze
tak van vervoer het wegtransport en het
transport met de spoorwegen in het bijzon
der op de zgn. natte trajecten, zoo veel mo
gelijk moet ontlasten. Om de prestaties van
de binnenvloot zoo groot mogelijk te ma
ken, moet er op gelet worden, dat ieder
schip zijn reis vlug volbrengt, en dat al
len, die bij het vervoer te water betrokken
zijn, voor zoover het peil van het water en
andere van invloed zijnde factoren dit toe
staan, al hun krachten hiervoor inspannen.
Niet alleen is het in het belang van den
schipper zelf, dat de reizen zoo snel 'als
mogelijk is, worden uitgevoerd, ook voor
de gemeenschap is een groote omloopsnel
heid van zeer veel beteekenis. De laad- en
lostijden in de binnenscheepvaart zijn dan
ook reeds belangrijk beperkt. Aangezien
het algemeen belang het zwaarst moet we
gen, zal de schipper in vele gevallen van
zijn voorkeur voor bepaalde vervoeren, en
zijn eigen voordeel moeten afzien, en zal
hij de minder loonende transporten even
eens moeten uitvoeren. Wie de noodzake
lijkheid daarvan niet inziet, stelt zf?h er
aan bloot, dat hij, door van overheidswege
te nemen maatregelen, voor bepaalde ver
voeren aangewezen wordt. Van den kant
van den verlader en den ontvanger moet
er toe medegewerkt worden, de schepen
zoo snel mogelijk te laden en te lossen, op
dat bereikt wordt, dat de schepen weer
spoedig voor andere vervoeren ter beschik
king staan. Zeer in het bijzonder geldt de
noodzaak van groote omloopsnelheid voor
stoomsleepbooten, waarvan meer gevraagd
moet worden dan van de vrachtschepen.
Terstond na het beëindigen van een reis
moeten de kapiteins hun maatregelen ne
men, opdat motorbrandstof en smeeroliën
ingenomen worden, om zoo spoedig moge
lijk weer voor een vaart klaar te zijn. Een
vlotte gang van zaken is hierbij van het
grootste belang voor de vrachtschepen,
waar het vervoer te water onder de tegen
woordige omstandigheden in groote mate
van sleepgelegenheid afhankelijk is, en bij
gebrek daaraan ernstige vertraging veroor
zaakt wordt. Om een regelmatig verloop
te waarborgen, is leiding van overheids
wege i.e. het departement van Waterstaat,
waaraan de regeling van het vervoer is op
gedragen, onontbeerlijk. Van de afdeeling
vervoerwezen van dit departement gaan de
richtlijnen uit voor de bevrachtings- en
sleepvaartcommissarissen, die belast zijn
met de zorg voor de dagelijksche leiding
van de binnenscheepvaart en sleepvaart in
hun district. Voorschriften van deze instan
ties en functionarissen moeten dan ook
onder alle omstandigheden nagekomen
worden.
Inwisseling van ingetrokken
muntstukken
De wnd. thesaurier-generaal van het De
partement van Financiën, de heer F. L.
Rambonnet, maakt het volgende bekend:
Naar aanleiding van vele binnengeko
men berichten hebben de daarvoor aange
wezen kantoren en instellingen nogmaals
de aanwijzing ontvangen alle sinds 6
Maart 1942 buiten omloop gestelde mun
ten ter inwisseling te aanvaarden.
Het publiek wordt in eigen belang drin
gend aangeraden, den thans gestelden ter
mijn te benutten door de ingetrokken
muntstukken voor 20 September a.s. in te
wisselen, daar binnenkort het in bezit
hebben van deze munten strafbaar zal
worden gesteld.
De wereld is een woestenij
Dat zucfhten en belijden wij
Tot onze eigen schande.
Er is van het geluk niet veel
Aan smart voor elk zijn eigen deel,
En voorts niet veel voorhanden.
De wereld zelf is een paleis,
De tuin van 't aardsche parady'i
Maar door wat wij bedreven,
Is 't niet meer zooals het kan zijn,
En oorlog, bommen, haat, venijn,
Die vormen nu het leven.
Daar komen nog de bommen bij
Ons deeltje daarvan krijgen wij
Om alles niet te derven.
Wij eten mondjesmaat en graag
En hoeven met een volle maag
Gelukkig niet te sterven, g
Zelfs de natuur is uit de plooi
De zon sohijnt lang niet meer zoo mooi,
Als wil zij ons vermanen.
De boomen schudden in ons land,
Het hoofd om zooveel onverstand
De wolken weenen tranen.
De zomer is alweer voorbij,
Het kleinst gedeelte kregen wij
Van zon en zomer beide.
Maar allen 't hoofd omhoog, want toch:
Wij eten en wij leven nog
En wachten beet're tijden.
AANSTELLING BIJ DE NEDERLAND
SCHE POLITIE EN DE BEROEPS
BRANDWEER.
Van officieele zijde wordt de aandacht
erop gevestigd, dat wederom de gelegenheid
is opengesteld tot dienstneming bij de Ne
derlandsche politie en de beroepsbrand
weer. Na de aanneming van gegadigden
voor de politie, ontvangen deze hun eerste
opleiding in een politie-opleidings-batal-
jor..
Na deze scholing, die ongeveer 6 maan
den duurt, worden zij bij een der Neder
landsche politiecorpsen tewerk gesteld.
Voor verdere bijzonderheden verwijzen
wij naar de desbetreffende „officieele pu
blicatie" in dit blad.
BON VOOR TAPTEMELK.
In het beriöht over de nieuwe bonnen
was niet opgenoemd de aangewezen bon
voor taptemelk. Zooals uit het gepubliceer
de staatje is gebleken, zijn dit de bonnen
1-50 en 2-50 reserve.
Tegen prijsopdrijving van bijenvolken.
Naar wij vernemen worden alhier van
imkerzijde sedert eenige weken onderhan
delingen gevoerd met het centraal bureau
voor de prijsbeheersching te Den Haag, om
de z.g. naakte bijenvolken die dezer dagen
aan de markt zullen komen direct en in
den vervolge alle prijzen voor bijenvolken
door het bureau voor de prijsbeheersching
te doen vaststellen omdat gebleken is, dat
daarvoor zeer abnormale prijzen worden
gevraagd.
LETTEREN EN KUNST
Interessante tentoonstelling in het
Rijksmuseum te Amsterdam.
Vandaag is in het Rijksmuseum te Am
sterdam door den secretaris-generaal van
het departement van Volksvoorlichting en
Kunsten, prof. dr. T. Goedewaagen, de ten
toonstelling „Vier eeuwen Nederlandsch
muziekleven" officieel geopend. Deze ten
toonstelling, welke ter gelegenheid van het
tweede Nederlandsche Radio-Muziekfeest,
namens den Nederlandschen Omroep en het
departement van Volksvoorlichting en Kun
sten is ingericht door den heer D. Balfoort,
waarnemend directeur van het Haagsche
Gemeentemuseum, geeft een indruk van de
ontwikkeling van het muziekleven in ons
land. Vanzelfsprekend kon deze expositie
geen volledig beeld geven. Niemand zou
dat verwachten en zeker niet in dezen tijd,
nu men niet vrijelijk kan beschikken over
alle bronnen en over elk museumbezit.
Maar men is toch verrast over het vele in
teressante, dat de heer Balfoort heeft bij
eengebracht. Met kennis van zaken en met
een diep inzicht in deze belangrijke materie
heeft hij een tentoonstelling opgebouwd,
welke niet alleen den musicoloog zal
boeien, doch welke ook belangwekkend is
voor den leek, die iets wenscht te weten
van het Nederlandsche muziekleven.
Wij komen op deze tentoonstelling uit
voeriger terug.
In het kader van de Salzburger Fest-
spiele heeft Cor de Groot op het derde
concert, dat door het Weensche philhar-
monische orkest onder leiding van Willem
Mengelberg werd gegeven, Beethovens
pianoconcert in es dur gespeeld. Hij had
daarmede veel succes. De pers wijst, be
halve op het geniale dirigeeren van Men
gelberg, vooral op het spel van Cor de
Groot.
Zoo schrijft een der Salzburger bladen
onder meer: „Hier vereenigden zich twee
generaties, de ongeveer 30-jarige solist Cor
de Groot en Mengelberg, de klassiek ge
schoolde meester, tot een synthese. De
Groot speelt met veel vuur, hij heeft een
vollen, bloeienden toon. Zijn spel is dich
terlijk, hetgeen door een zachte temponu-
anceering nog meer naar voren komt".