DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN Momentje ZATERDAG 12 SEPTEMBER 1942 33ste Jaargang No. 10352 S)e Ccld^heSoii/vant Bureaux: Papengracht 32 - Giro 103003 Telefoon: Redactie 20015, Administr. 20935 G. M. van Hamersveld, Directeur. Th. Wilmer, Hoofdredacteur. V Bron van kracht Het is niet onze bedoeling, een verkla ring te geven van de liturgie, van de ge beden in de Zondagsmis. Wij willen slechts nu en dan naar die liturgie verwijzen, er de aandacht op vestigen. En als daaraan gevolg wordt gegeven, als lezers er toe worden gebracht, aandacht of meer aan dacht te schenken aan de gebeden in de Zondagsmis, dan is er, naar onze beschei den meening, heel veel goeds bereikt. Morgen zestiende Zondag na Pinkste ren T- worden wij in de wisselende gebe den van de heilige Mis geplaatst voor God, als Schenker van de onmisbare èn ons troostende en sterkende genade. Hoort hoe de Kerk ons in de Introïtus leert bidden: Ontferm U mijner, want den gehee- len dag roep ik U aan: Gij. o Heer, zijt immers goedertieren, zachtmoedig en vol erbarming jegens allen, die U aanroepen. Ps. Neig, Heer, Uw oor tot mij en verhoor mij, want ik ben hulpbehoe vend en noodlijdend. En verder in de Collecta: Wij bidden U, Heer, dat Uw genade -» ons steeds opwekke en bijsta en tot het beoefenen van goede werken voortdurend ijverig make. En later in het Offertorium: O, Heer, zie welwillend neder en help mij: laat degenen, die mij naar het leven staan, met schaamte en schande overdekt worden: Heer zie ge nadig neder en help mij. Morgen is het zooals ook uit de an dere wisselende gebeden duidelijk is een Zondag, waarop wij er heel bijzonder van worden doordrongen, dat God. ons Zijn genade wil schenken, altijd, als wij er oprecht naar' verlangen en óprecht om vragen. Zijn genade, die ons is een bron van kracht, ook onder de moeilijkste omstandigheden! De strijd om Stalingrad KENMERK VAN DEN WANHOPIGEN TOESTAND DER SOVJETS. De militaire correspondent van het D. N. B. schrijft: De hevigheid der gevechten om Stalin grad en aan het Kaukasusfront kenmerkt evenals de voortdurende ontlastingsoffen sieven der bolsjewisten in den central en sector den wanhopigen militairen toestand der Sovjet-Unie. Met alle geweld poogt de Sovjet-Russische legerleiding, met het oog op een operatief verloren zomer, alles in den strijd te werpen, daar iedere voet Sov jet-Russische grond, die verloren gaat, van vitale beteekenis is voor het doorstaan van een tweeden oorlogswinter. Daarbij gaat de Sovjet-Russische legerleiding blijkbaar van de veronderstelling uit, dat zij aldus een geleidelijke afmatting van de Europee- sche strijdkracht kan bereiken. Dergelijke speculaties zullen echter bedriegelijk blij ken. In alle militaire kringen in de Duitsche hoofdstad is men van meening, dat de bolsjewisten van den win ter veldtocht niets hebben geleerd. Poogden zij in den afgeloo- pen winter met den factor der massa het Duitsche front te doorbreken, zonder er acht op te slaan, dat iedere afgeslagen mas- fale aanval op hun voorj aars- en zomer- plannen nadeelig moest werken, thans be gaan zij de fout hun in den winter en tij dens het voorjaar opgeleide reserven teza men met de geheele jongste productie aan oorlogsmateriaal den Duitschen en verbon den legers in handen te spelen. Duitsche militairen gaan zoo ver te zeggen, dat de Sovjet-Russische legerleiding in zekere mate hun vijanden strategisch hulp verlee- nen. Want, wat thans aan de voornaamste gevechtslinies wordt aangevoerd, behoeft later niet meer tijdens bewegingen over groot gebied gezocht en buitgemaakt te worden. Het is te Berlijn geen geheim, dat niet het eerder of later vallen van Stalin grad beslissend is voor den thans woeden den strijd, maar de vraag hoeveel van de strijdkrachten van den vijand daarbij ver pletterd of opgerold kunnen worden. In het licht van deze opvatting komt het voor- jichtige voortschrijden van den Duitschen aanval op Stalingrad in een nieuw licht te staan, vooral wanneer men de verliescij fers aan beide zijden vergelijken kan. De vijandelijke berichten daarover zijn der mate overdreven, dat ook hier de wensch de vader van de gedachte is. Om begrij pelijke redenen kunnen van Duitsche zijde nog geen" cijfers worden genoemd. Thans kan echter worden gezegd, dat de door de bolsjewisten gemaakte misrekening, zich evenzoo zal wreken als te zijnertijd in het vroege voorjaar, toen Kioebisjef de wereld inbazuinde, dat de Duitschers afgedaan hadden, daar zij met millioenen verliezen uit den winter waren gekomen. De halfcirkelvormige ring om de stad Stalingrad heeft zich gesloten. Er zullen nog hevige en zware gevechten voorkomen, doch den vijand blijft geen lucht tot ade men meer, laat staan ruimte van beweging en ontplooiing. De Britsche aanval op Madagascar DRIE HAVENPLAATSEN BEZET. Churchill heeft in het Lagerhuis mede gedeeld, dat Dinsdag drie plaatsen aan de kust van Madagascar zijn ingenomen. De verliezen zijn „gering". Churchill zeide, dat aan de operaties werd deelgenomen door Britsche troepen, Zuid-Afrikaansche afdeelingen, Oost-Afri- kaansche troepen en Zuid-Afrikaansche luchtstrijdkrachten. Van bevoegde Fransche zijde wordt mee gedeeld, dat de havenstad Majunga, waar op de zwaarste stoot van den nieuwen En- gelschen aanval op Madagascar gericht was, gevallen is. Eveneens zijn de haven plaatsen Nossibe en Morondava gisteren door de Engelschen bezet. Den lOden September deelde Madagas car mede, dat de Engelschen de haven van Kamore hadden bereikt en dat zij bij het vallen van den nacht in de nabijheid van Moevatenana stonden. BOODSCHAP AAN GOUVERNEUR VAN MADAGASCAR. Als staatssecretaris van koloniën heeft gouverneur-generaal Brevie een boodschap gericht' aan den gouverneur-generaal van Madagascar van den volgenden inhoud: De onverklaarbare en niet te verontschul digen aanval op Madagascar is het voor werp van de diepste verontwaardiging in Frankrijk. Maarschalk Pétain en de Fran sche regeering buigen het hoofd voor de ongelukkige slachtoffers. Het gansche land is ontroerd door den trouw en den moed van Madagascar. Het voorbeeld van Madagascar geeft het Fransche volk het vertrouwen weer in zijn uiteindelijke lots bestemming. LAVAL OVER MADAGASCAR. Gistermiddag heeft Laval de binnen- en buitenlandsche persvertegenwoordigers ontvangen teneinde zijn meening weer te geven omtrent den nieuwen Engelschen aanval op Madagascar. Allereerst werden het Engelsche com muniqué over de hervatting der militaire operaties legen Madagascar en de offi- cieele mededeeling van de Amerikaansche regeering, waarin deze het optreden der Engelschen billijkt en moreel steunt, voor gelezen. Vervolgens las de chef der regeering een telegram van den gouverneur-gene raal van Madagascar, Aney, voor. waarin gezegd wordt, dat het optreden van Enge land in het geheel niet te rechtvaardigen valt. De gouverneur-generaal wijst de En gelsche en Amerikaansche beweringen van de hand en verklaart, dat nooit buitenland sche duikbooten hulp hebben gevonden in havens van Madagascar. Van de aanwe zigheid van een wapenstilstandscommissie of van andere buitenlandsche controle kan geen sprake zijn. Japansche vliegtuigen of duikbooten zijn nooit op Madagascar ver schenen. Laval zeide, na de voorlezing van dit te legram, dat de leugens aan de eqne zijde staan tegenover de verklaringen van den gouverneur-generaal van Madagascar. De bewering, dat militaire redenen voor de Engelsche actie beslissend zijn, is niet steekhoudend. „Indien Engeland en de Vereenigde Staten meent", zoo zeide La- val, „aangewezen te zijn op argumenten als in hun verklaringen vervat, dan ben ik van meening, dat het antwoord van gouverneur-generaal Aney duidelijk en voldoende is". Op een vraag, of geen maatregelen van Frankrijk in het voornemen liggen, ant woordde Laval: „Voor het oogenblik niet". De vraag of men voornemens is stappen te doen beantwoordde Laval met „Ja". La- val verklaarde, dat de Vereenigde Staten voor de Madagascar-zaak even verant woordelijk zijn als Engeland. Tenslotte antwoordde Laval nog op een vraag, of van Amerikaansche zijde geen algemeene garanties gegeven waren, zooals in het geval van Martinique, dat in de beide vdor- gelezen communiqué's van Washington en Londen de belofte is gedaan, dat Frank rijk Madagascar later zal terugkrijgen. Helaas hebben Londen en Washington ech ter vergeten den datum daarvoor in te vullen. LONDEN GEEFT VERLIES VAN 31 VLIEGTUIGEN TOE. Naar Reuter meldt, wordt van officieele Engelsche zijde toegegeven, dat bij den aanval der Britsche luchtmacht op Dussel- dorf gisternacht 31 vliegtuigen verloren zijn gegaan. De vritheidsbeweoing in Britsch-Indië AMERY OVER DEN TOESTAND. De Donderdag gehouden débatten in het Lagerhuis zijn beëindigd door den minister voor Indië, Amery. Amery verklaarde, dat reeds zeer spoedig na het vertrek van Cripps uit Indië het Congres onder den in vloed van Gand'hi afgestuurd is op een po litiek van reohtstreeksche uitdaging. De re geering van Indië heeft tenslotte op eigen initiatief de eenig mogelijke actie onder nomen. „In plaats van af te wachten tot zij zelf getroffen werd" zoo zeide Amery „sloeg de regeering als eerste toe". De 'krachtdadige houding van de Britsche re- geering heeft verhinderd dat een situatie ontstond, die het oorlogsoptreden van In dië zou hébben verlamd en verdediging van Indië op een ontlasting van China door „opnieuw bezetten van Birma" on mogelijk zou hebben gemaakt. Men mag njet beweren, dat de moeilijk heden reeds achter den rug zijn. De poli tiek der Britsche regeering streeft er naar, dat Indië na den oorlog dezelfde vrijheid zal krijgen als de groote Dominions om het eigen lot op den grondslag van een grond wet te kunnen leiden, die door overeen stemming of compromissen tusschen de verschillende elementen in Indië tot stand zou komen. Groot Brittannië kan vandaag niet een onbepaalde en onbegrensde macht van eenigerlei afzonderlijke groep van per sonen afgeven. Amery noemde Gandhi een „aartssaboteur" en zeide, dat men geen grootere fout kon begaan, dan te onder handelen op een oogenblik, waarop niet de STRAKS KOMEN ZIJ TERUG Straks komen zy terug, de dappere front strijders, die thans met inzet van hun leven medehelpen het bolsjewistische spook voor goed uit te bannen. Straks komen zy terug en zij zullen vragen: „Wat deed gij Nederlanders toen wij met de wapenen in de vuist uw en ons land verdedigden tegen de aanstormende horden van Stalin?" Straks komen zij terug en zullen vragen: „Wat deed gij Nederlanders om het leed van onze gewonde makkers te verzachten?" Nederlanders zorgt er voor dat u dan kunt antwoorden: „Ik deed wat ik kon, ik heb de Nederlandsche ambulance naar mijn vermogen gesteund". Maak daarom vandaag nog een bedrag over op girorekening 87600 Nederlandsche ambulance, Koninginnegracht 22, 's-Gra- venhage. minste kansen op succes bestonden. De Engelsche regeering moet een wijziging in de opvattingen van de Congresleiders af wachten. INDISCHE POLITIEKE LEIDERS TE NEW DELHI BIJEEN. De Indische politieke leiders, die op het oogenblik te New Delhi besprekingen voe ren, hebben tot Churchill het verzoek ge richt „de werkelijke staatsmacht onmiddel lijk in Indische handen over te dragen", zoo meldt de Britsche berichtendienst. Het beroep is onderteekend door den voorzit ter van de bestuurscommissie van de Hin- doe-Mahasabha, dr. Moekerjee, den eersten minister van Sind, sir Khan Bahadoer Alia Bahish en den leider der Sikhs, Taren Singh. DE ONLUSTEN IN VERSCHILLENDE STEDEN. Alle bewapeningsfabrieken in Calcutta hebben, volgens een bericht uit Sjanghai, sedert een week het wenk gestaakt. Bij de incidenten op jl. Woensdag, zoo wordt ver der gezegd, zijn 375 personen gedood. In de laatste dagen werden alleen al in Bombay 350, in Karatshi 250 en in Madras 170 In diërs gearresteerd. Een lid van de Britsch- Indische regeering te Delhi heeft ver klaard, dat de Britsche autoriteiten met groote transportmoeilijkheden hébben te kampen. De noodzakelijkste behoeften van het leger kunnen slechts met buitengewoon veel moeite gedekt worden. Een verbete ring van den toestand binnen afzienbaren tijd is onmogelijk. HET ENGELSCHE OPPERBEVEL. Reuter meldt, dat de Britsche koning zijn goedkeuring heeft gehecht aan onder staande benoemingen tot opperbevelheb ber: Oostelijk verdedigingsgebied: waarne mend luitenant-generaal J. A. H. Gem- mell; Zuidoostelijk verdedigingsgebied: waar nemend luitenant-generaal J. S. Swayne; Westelijk verdedigingsgebied: luitenant- generaal E. C. A. Schreiber. Het Japansche ministerie van marine heeft tot een uitbreiding van het aantal burgers bij het bestuur der bezette gebie den in het Zuiden besloten, aldus het Ham burger Fremdenblatt. Het aantal bestuur ders wordt van 120 tot 159 verhoogd, dat der adviseurs van 30 op 34, der technici van 126 op 177 en der secretarissen en an dere krachten van 706 op 855. Bovendien wordt een 300 man sterke marinepolitie op gericht. Het totale aantal burgerlijke amb tenaren, dat voor leger en marine in de bezette gebieden werkzaam is, zal na uit voering der plannen 20.000 bedragen. (V.P.B.) BINNENLAND VITAMINE-D-VERSTREKKING. Evenals vorig jaar zal pok in den a.s. winter van rijkswege worden overgegaan tot de verstrekking van vitamine-D-tablet- ten aan aanstaande moeders en kinderen van drie maanden tot drie jaar. De hoe veelheden, welke gegeven worden, zullen ook dezelfde zijn als verleden jaar, name lijk per week 1 tablet met 5000 internatio nale eenheden. Deze hoeveelheid is vol doende om rachitis te voorkomen. Voor de distributie dezer tabletten zijn via de bur gemeesters zooveel mogelijk de consulta- tiebureaux voor zuigelingen ingeschakeld. In de grootere plaatsen zullen de genees kundige diensten deze zorg op zich nemen. De volgende maand zal in het algemeen de verstrekking beginnen en zij zal tot omstreeks Mei 1943 duren. Alleen in den Haag is men er al heel vroeg bij. Daar be gint men reeds op 14 September en ont vangen de gegadigden de tabletten tege lijk met de distributiebescheiden. Niet on mogelijk is, dat gedurende de donkerste maanden de dosis eenigermate zal worden verhoogd. Het vorige jaar heeft men 70 a 80 pet. der kinderen kunnen bereiken, het geen een mooi resultaat is. De hoofdinspec tie voor de volksgezondheid wil nu even wel trachten, de bovengenoemde catego rieën nog intensiever van het voor haar zoo belangrijke anti-rachitis-vitamine te voorzien en heeft daarom erop aangedron gen, aan deze verstrekking huisbezoek te verbinden, ten einde die vaders en moe ders een opwekking te geven, die mis schien door sleur of onwetendheid hun kinderen deze kostbare stof, welke zij nu gratis kunnen bekomen, niet zouden ge ven. Rotterdam zal op de algemeene re gelen gedeeltelijk een uitzondering ma ken. Daar vinden, zoo men weet, op groo te schaal proeven plaats met den vitami ne-stoot, waarbij eenaantal kinderen twee maal per jaar een groote hoeveelheid vi- tamine-D wordt toegediend. Deze proeven zullen nu worden herhaald. Bepalingen betreffende de Joden Van officieele zijde wordt medegedeeld: Ten einde te kunnen nagaan of er redenen bestaan om vrijstelling te verleenen van tewerkstelling kunnen de navolgende ca tegorieën van personen bij het bevolkings register van de plaats hunner inwoning een daartoe strekkend verzoek indienen: a. Joden en Jodinnen, in zoover er uit een tegenwoordig of vroeger huwelijk met een niet-Jood nakomelingen zijn, die niet als Joden beschouwd worden. b. Jodinnen, die thans nog met een niet- Jood gehuwd zijn. Desbetreffende verzoeken moeten fus- schen 15 en 25 September 1942 (in Am sterdam tusschen 15 September en 1 Oc tober 1942) ingediend worden. Eventueel zullen nadere uren door de bevolkingsre gisters bekend gemaakt worden. Zij, die een verzoek indienen, moeten in persoon verschijnen en kunnen zich slechts in gemotiveerde gevallen dopr hun echt genoot (echtgenoote) doen vertegenwoor digen. Medegebracht moeten worden: het per soonsbewijs en gedocumenteerde bewijs stukken betreffende de huwelijksvoltrek king en de nakomelingschap. Elk verzoek wordt schriftelijk bevestigd. De Commissaris-Generaal voor de open bare veiligheid of een daartoe door dezen aangewezen instantie beslist later over de ingediende verzoeken. Reisvergunningen moeten op de gebrui kelijke wijze worden aangevraagd. De kosten voor de behandeling van een ingediend verzoek bedragen f 2.te vol doen bij het plaatselijke bevolkingsregister. DE BINNENSCHEEPVAART BEROEP OP DEN VERLADER. De tegenwoordige buitengewone omstan digheden doen hun invloed ook op de bin nenscheepvaart gelden. Terwijl in normale tijden het aanbod van lading tamelijk con stant is, en slechts in bepaalde jaargetijden toe- of afneemt, brengen de tegenwoordige omstandigheden met zich mede, dat aan den ondernemer hooge eischen gesteld worden. In het bijzonder worden deze eischen aan de binnenscheepvaart gesteld daar deze tak van vervoer het wegtransport en het transport met de spoorwegen in het bijzon der op de zgn. natte trajecten, zoo veel mo gelijk moet ontlasten. Om de prestaties van de binnenvloot zoo groot mogelijk te ma ken, moet er op gelet worden, dat ieder schip zijn reis vlug volbrengt, en dat al len, die bij het vervoer te water betrokken zijn, voor zoover het peil van het water en andere van invloed zijnde factoren dit toe staan, al hun krachten hiervoor inspannen. Niet alleen is het in het belang van den schipper zelf, dat de reizen zoo snel 'als mogelijk is, worden uitgevoerd, ook voor de gemeenschap is een groote omloopsnel heid van zeer veel beteekenis. De laad- en lostijden in de binnenscheepvaart zijn dan ook reeds belangrijk beperkt. Aangezien het algemeen belang het zwaarst moet we gen, zal de schipper in vele gevallen van zijn voorkeur voor bepaalde vervoeren, en zijn eigen voordeel moeten afzien, en zal hij de minder loonende transporten even eens moeten uitvoeren. Wie de noodzake lijkheid daarvan niet inziet, stelt zf?h er aan bloot, dat hij, door van overheidswege te nemen maatregelen, voor bepaalde ver voeren aangewezen wordt. Van den kant van den verlader en den ontvanger moet er toe medegewerkt worden, de schepen zoo snel mogelijk te laden en te lossen, op dat bereikt wordt, dat de schepen weer spoedig voor andere vervoeren ter beschik king staan. Zeer in het bijzonder geldt de noodzaak van groote omloopsnelheid voor stoomsleepbooten, waarvan meer gevraagd moet worden dan van de vrachtschepen. Terstond na het beëindigen van een reis moeten de kapiteins hun maatregelen ne men, opdat motorbrandstof en smeeroliën ingenomen worden, om zoo spoedig moge lijk weer voor een vaart klaar te zijn. Een vlotte gang van zaken is hierbij van het grootste belang voor de vrachtschepen, waar het vervoer te water onder de tegen woordige omstandigheden in groote mate van sleepgelegenheid afhankelijk is, en bij gebrek daaraan ernstige vertraging veroor zaakt wordt. Om een regelmatig verloop te waarborgen, is leiding van overheids wege i.e. het departement van Waterstaat, waaraan de regeling van het vervoer is op gedragen, onontbeerlijk. Van de afdeeling vervoerwezen van dit departement gaan de richtlijnen uit voor de bevrachtings- en sleepvaartcommissarissen, die belast zijn met de zorg voor de dagelijksche leiding van de binnenscheepvaart en sleepvaart in hun district. Voorschriften van deze instan ties en functionarissen moeten dan ook onder alle omstandigheden nagekomen worden. Inwisseling van ingetrokken muntstukken De wnd. thesaurier-generaal van het De partement van Financiën, de heer F. L. Rambonnet, maakt het volgende bekend: Naar aanleiding van vele binnengeko men berichten hebben de daarvoor aange wezen kantoren en instellingen nogmaals de aanwijzing ontvangen alle sinds 6 Maart 1942 buiten omloop gestelde mun ten ter inwisseling te aanvaarden. Het publiek wordt in eigen belang drin gend aangeraden, den thans gestelden ter mijn te benutten door de ingetrokken muntstukken voor 20 September a.s. in te wisselen, daar binnenkort het in bezit hebben van deze munten strafbaar zal worden gesteld. De wereld is een woestenij Dat zucfhten en belijden wij Tot onze eigen schande. Er is van het geluk niet veel Aan smart voor elk zijn eigen deel, En voorts niet veel voorhanden. De wereld zelf is een paleis, De tuin van 't aardsche parady'i Maar door wat wij bedreven, Is 't niet meer zooals het kan zijn, En oorlog, bommen, haat, venijn, Die vormen nu het leven. Daar komen nog de bommen bij Ons deeltje daarvan krijgen wij Om alles niet te derven. Wij eten mondjesmaat en graag En hoeven met een volle maag Gelukkig niet te sterven, g Zelfs de natuur is uit de plooi De zon sohijnt lang niet meer zoo mooi, Als wil zij ons vermanen. De boomen schudden in ons land, Het hoofd om zooveel onverstand De wolken weenen tranen. De zomer is alweer voorbij, Het kleinst gedeelte kregen wij Van zon en zomer beide. Maar allen 't hoofd omhoog, want toch: Wij eten en wij leven nog En wachten beet're tijden. AANSTELLING BIJ DE NEDERLAND SCHE POLITIE EN DE BEROEPS BRANDWEER. Van officieele zijde wordt de aandacht erop gevestigd, dat wederom de gelegenheid is opengesteld tot dienstneming bij de Ne derlandsche politie en de beroepsbrand weer. Na de aanneming van gegadigden voor de politie, ontvangen deze hun eerste opleiding in een politie-opleidings-batal- jor.. Na deze scholing, die ongeveer 6 maan den duurt, worden zij bij een der Neder landsche politiecorpsen tewerk gesteld. Voor verdere bijzonderheden verwijzen wij naar de desbetreffende „officieele pu blicatie" in dit blad. BON VOOR TAPTEMELK. In het beriöht over de nieuwe bonnen was niet opgenoemd de aangewezen bon voor taptemelk. Zooals uit het gepubliceer de staatje is gebleken, zijn dit de bonnen 1-50 en 2-50 reserve. Tegen prijsopdrijving van bijenvolken. Naar wij vernemen worden alhier van imkerzijde sedert eenige weken onderhan delingen gevoerd met het centraal bureau voor de prijsbeheersching te Den Haag, om de z.g. naakte bijenvolken die dezer dagen aan de markt zullen komen direct en in den vervolge alle prijzen voor bijenvolken door het bureau voor de prijsbeheersching te doen vaststellen omdat gebleken is, dat daarvoor zeer abnormale prijzen worden gevraagd. LETTEREN EN KUNST Interessante tentoonstelling in het Rijksmuseum te Amsterdam. Vandaag is in het Rijksmuseum te Am sterdam door den secretaris-generaal van het departement van Volksvoorlichting en Kunsten, prof. dr. T. Goedewaagen, de ten toonstelling „Vier eeuwen Nederlandsch muziekleven" officieel geopend. Deze ten toonstelling, welke ter gelegenheid van het tweede Nederlandsche Radio-Muziekfeest, namens den Nederlandschen Omroep en het departement van Volksvoorlichting en Kun sten is ingericht door den heer D. Balfoort, waarnemend directeur van het Haagsche Gemeentemuseum, geeft een indruk van de ontwikkeling van het muziekleven in ons land. Vanzelfsprekend kon deze expositie geen volledig beeld geven. Niemand zou dat verwachten en zeker niet in dezen tijd, nu men niet vrijelijk kan beschikken over alle bronnen en over elk museumbezit. Maar men is toch verrast over het vele in teressante, dat de heer Balfoort heeft bij eengebracht. Met kennis van zaken en met een diep inzicht in deze belangrijke materie heeft hij een tentoonstelling opgebouwd, welke niet alleen den musicoloog zal boeien, doch welke ook belangwekkend is voor den leek, die iets wenscht te weten van het Nederlandsche muziekleven. Wij komen op deze tentoonstelling uit voeriger terug. In het kader van de Salzburger Fest- spiele heeft Cor de Groot op het derde concert, dat door het Weensche philhar- monische orkest onder leiding van Willem Mengelberg werd gegeven, Beethovens pianoconcert in es dur gespeeld. Hij had daarmede veel succes. De pers wijst, be halve op het geniale dirigeeren van Men gelberg, vooral op het spel van Cor de Groot. Zoo schrijft een der Salzburger bladen onder meer: „Hier vereenigden zich twee generaties, de ongeveer 30-jarige solist Cor de Groot en Mengelberg, de klassiek ge schoolde meester, tot een synthese. De Groot speelt met veel vuur, hij heeft een vollen, bloeienden toon. Zijn spel is dich terlijk, hetgeen door een zachte temponu- anceering nog meer naar voren komt".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1942 | | pagina 1