Hauptdienstleiter Schmidt over de Rijksgedachte MAANDAG 24 AUGUSTUS 1942 DE LEIDSCHE COURANT TWEEDE BLAD PAG. 5 Duitsche en Nederlandsche nationaal- socialisten bijeen „Volgt gij het parool van die krachten, die zich gereed maken Europa nieuw op te bouwen of behoort gij tot de doodgravers van het avondland"? Europa worstelt om zijn vrijheid (Vervolg van Pag. 1). Hauptdienstleiter Schmidt vervolgde zijn rede aldus: Nu ook in den tegenwoordigen tijd steeds weer de vraag vernomen kan worden waar om de Duitsche bezettingsautoriteiten slechts met de nationaal-socialisten samen werken, zou ik nog eens in de herinnering willen terugroepen, dat deze kameraad schap in de kerkers der vroegere regeering Is gesmeed. Wie heeft Duitsche en Nederlandsche na tionaal-socialisten gemeenschappelijk opge sloten? Wie heeft er voor gezorgd, dat zij op de meest onwaardige wijze werden mishan deld? Wie heeft laf en arglistig weerlooze menschen neergeschoten in treincoupé's? Het is tijd, kameraden, dat wij ons deze dagen herinneren en ons deze. misdrijven voor oogen stellen om daaruit de noodige conclusies te trekken voor de hardheid van onzen politieken strijd. Deze kameraad schap, die destijds ontstond, zal haar hecht heid ook in de moeilijkste, zwaarste dagen bewijzen. Destijds is het geheele volk aan gespoord tot medewerking. De kameraad schap kon evenwel slechts geschonken wor den aan degenen, die voor dezelfde idee hebben geleefd en geleden. Als derhalve destijds mannen opstonden als Colijn, die in zijn brochure „Op de grens van twee werelden" de massa van het volk toeriep, dat de zelfstandigheid der kleine staten wel niet zou terugkeeren, dan stond toch tusschen de regels te lezen: Wij zullen wel probeeren die Duitschers te zij ner tijd weer kwijt te raken en wij zullen zoo mogelijk ook bijdragen tot een Engel- sche overwinning op dé nationaal-socialis- tische krachten. Ook de toenmalige commissaris der proc vincie Groningen, Linthorst Homan, wend de zich in zijn brochure: „Aanpakken" tot het volk en spoorde aan tot de nieuwe orde, altoos evenwel onder zekere voorwaarden en voorbehoud. Desondanks heeft de Rijkscommissaris aan alle partijen gelegenheid gegeven weer werkzaam te zijn. Zelfs de marxisten meen den, dat wij op grond van onze overeen komst met Moskou nu zelf marxisten en vereerders van het communisme waren ge worden. Uit hun schuilhoeken kwamen zij te voorschijn en ze zagen zich alweer als wereldredders met hun parooi: „Proleta riërs aller landen, vereenigt u". In dezen tijd trokken ook de oude na- tionaal-isocialistische strijders der N. S. B. naar hun vergaderplaats te Lunteren op. Mussert richtte toen den blik van zijn strijders naar het Oosten en wekte het Ne derlandsche volk op te breken met de oude methoden der pro-Engelsche gezindheid en zich te schikken naar de noodzaak der ge beurtenissen. Hij deed dat, terwijl hij alle Nederlanders opwekte nu niet meer te spre ken van vijanden, maar van broeders. De bezettende macht heeft deze ontwik keling nauwkeurig gadegeslagen en daar uit naderhand de noodzakelijke gevolgtrek kingen gemaakt. Overal vormden zich groepen en vereenigingen, die steeds weer betoogden Duitschgezind te zijn, maar die tevens Engeland lief hadden. Deze twee harten in een borst hadden echter niets te maken met de eerlijkheid van een politie ken 6trijd. Sedert begin 1940 vlogen Engelsche vliegers bij nacht en ontij naar Duitsch- land en wierpen zelfs in Nederland, Bel gië en Frankrijk hun bommen op weerloo ze menschen. De Führer waarschuwde nogmaals. Pas nadat hij had vastgesteld, dat op zijn waarschuwingen geen acht werd geslagen viel hij ook met zijn bomeskaders aan en zette Engeland betaald, wat het Duitschen menschen had aangedaan. DE OPROEP TOT HET NEDERL. VOLK. In een tweede rede, die Reichsminister dr. Seyss Inquart 26 Juli 1940 in Den Haag hield, spoorde hij m de volgende bewoor ding de Nederlanders tot medewerking aan: „Dat de Nederlanders nu meewerken aan den opbouw en wel als gelijkrichtigde partner, die tot groote prestaties in staat is, is de wensch van het Duitsche volk. Het is duidelijk, dat alle Nederlanders door deze verandering worden getroffen. De toekomst zal deze toetreding der Nederlan ders tot den vollen stroom der gebeurte nissen toejuichen, die niet onvoorwaarde lijk op alle gebieden meer levert dan dat gene, wat een staat van rust, die licht stil stand wordt, kan bieden. Ik geloof, dat deze nieuwe opbouw aan de meerderheid van het Nederlandsche volk, vooral aan de arbeiders en de plattelandsbevolikng, maar ook aan den Nederlandschen koopman en zeeman zeer veel zal bieden, namelijk me dewerking aan een groot-Europeesch ge bied, dat door grootheid en verscheiden heid van zijn zeden waarborg biedt tegen crisisschokken van eiken aard." AH werd slechts door de nationaal-socia listen acht geslagen op dezen oproep, toch blijkt daaruit zeer duidelijk, dat de bezet tende mogendheid zich steeds moeite heeft gegeven het Nederlandsche volk kameraad schappelijk op te roepen tot medewerking. In dezen tijd geschiedde het ook, dat de eerste jeugdige nationaal-socialisten zich ter beschikking stelden van de Standarte Westland. Zij wisten niet op wien zij eens htm geweren zouden richten. Slechts een ding beseften zij: steeds zullen er krachten zijn, die optreden tegen het Germanen- dom. Deze mannen kunnen zich er ook op beroemen den grooten tijd te hebben be grepen, afscheid te hebben genomen van al wat hun lief en dierbaar was en tegen den wil van 90 procent van alle Nederlan ders den weg der revolutie naar de nieu we vrijheid te zijn ingeslagen. De Rijks commissaris riep bij de jaarwisseling 1940 1941 het Nederlandsche volk een vóór of tegen toe. Sneller dan menigeen had ge dacht, sloeg dit groote uur der beslissing. Zoo eindigde het jaar 1940, nadat de Füh rer in Juli de wereld nog eens de hand had toegestoken. Op 21 Juli 1941 gingen de legers van den Führer over tot een strijd tegen het bolsje wisme, den doodsvijand der menschheid. Het bezoek van Molotof met zijn eiscnen had den Führer aangetoond hoe dreigend het bolsjewisme zijn klauwen had opgehe ven tegen Duitschland en daarmee tegen geheel West Europa. Zegevierend voor waarts stormend beveiligden Duitsche sol daten Europa en aan hun zijde de bondge- nooten. Voor de eerste maal nemen ook Nederlandsche vrijwilligers in de Stan darte Westland deel aan den .strijd tegen het Bolsjewisme. Opnieuw wordt hier de kameraadschap aangetoond, die in de ker kers was beproefd. Voor de politieke groepen in Nederland had nu ook het uur der beslissing geslagen, namelijk deel te nemen aan deze gebeurte nis van wereldhistorische beteekenis of zich afzijdig te houden. Zij kozen het laatste en hebben daarmee zelf hun bestaansmogelijk heid verspeeld. Op grond hiervan konden zij de meeningvorming in Nederland niet langer influenceeren, daar zij niet bereid waren zich te schikken in de noodzaak van den grooten tyd. Het is derhalve consequent en nood zakelijk dat deze politieke weg, die eenmaal als juist is onderkend, verder wordt afgelegd. Duitsche en Nederland sche nationaal-socialisten vormen se dert dien tijd het politieke strijd- en leidersfront in Nederland. Mussert, die reeds in September 1940 den Führer zijn denkbeelden over de vorming van een Germaanschen statenbond had uit eengezet, besloot in de dagen van den zwaarsten winterveldtocht in het Oos ten, op 12 December, in de nieuwe Rijkskanselarij te Berlijn den Führer trouwe zolgzaiamheid tot in den odod te beloven. Hierdoor had de nationaal- socialistische beweging onder haar Lei der in den loop van 10 jaar de uitslui tende aanspraak op leiding in Neder land veroverd. Bij de viering van het tienjarig bestaan te Utrecht verklaarde derhalve de .Rijks commissaris, Rijksminister dr. Seyss In quart de N. S. B. thans de uitsluitende po litieke wilsvorming voor zich mocht op- eischen. Inmiddels was het aantal der vrijwilli ge strijders tegen het bolsjewisme in het Oosten toegenomen. Het legioen Nederland werd in Februari opgeroepen in het Oos ten in verbitterde win terslagen te bewij zen wat het waard was. Uit deze conse quentie volgt nu ook de verdere weg van Nederland. DE KWESTIE DER GIJZELAARS. Vervolgens behandelde Hauptdienstlei ter Schmidt enkele actueele aangelegen heden, in de eerste plaats de kwestie der gijzelaars. Hij betoogde: „Nadat de Ne derlandsche bevolking door den Wehr- machtbefehlshaber, door publicaties van de pers en door openbare redevoeringen was gewaarschuwd geen acht te slaan op het gestook van Londen en zich rustig aan zijn werk te wijden en nadat ik enkele we ken geleden te Waubach deze aansporing nogmaals had onderstreept met de woor- de: „Rust is de eerste burgerjlicht", hebben toch' snoode elementen te Rotterdam ge tracht 'n Duitsche militairen trein door een bomaanslag te doen ontsporen. Hoe erbar melijk deze plegers van den aanslag zijn ge weest blijkt wel hieruit, dat zij hun ladin gen ontplofbare stof hadden geplaatst bij een viaduct en dus wilden bereiken, dat de trein naar beneden stortte. Een Neder landsche spoorwegbeambte moest hierbij zijn leven offeren. De voorzienigheid heeft ook hier anders beslist dan deze ellendige misdadigers hadden bedoeld. De Wehrmachtbefelshaber spoorde nogmaals de bevolking aan tot deelne ming aan het onderzoek. Ook deze tijd verliep ongebruikt, zoodat de bezet tingsautoriteiten thans gedwongen wa ren vijf Nederlanders als gijzelaars te doen boeten. De wetten van den oorlog zijn hard en meedoogenloos. Juist den laatsten tijd is gebleken met welke lichtzinnig heid de Engelsche strategie optreedt. Een Kolchos wordt ontbonden. Onder de hooge beuken zijn de afgevaardigden uK de dorpen bijeengekomen, om de nieuwe Duitsche bepaling te vernemen die den boer weer tot eigenaar van grond en bodem maakt Moffmann-Stapf-PK Weber-Pax Hof!, m Apriori zij opgemerkt, dat het doodschie ten van gijzelaars voor de eene noch voor de andere partij een aangelegenheid is, die licht kan worden opgevat. Op grond hier van hébben de Duitsche bezettingsauitori- teiten deze staip ook zeer rijpelijk overwo gen. Zij rijm zich bij de beslissing voliko- men bewust van de groote beteekenis, die deze zaak uit mensohelijk oogpunt heeft, en zij nemen deze beslissing uitsluitend krachtens de groote verantwoordelijkheid, die zij thans dragen in de beslissende worsteling om onze toekomst. Wellicht heeft de bewogenheid, die bij gelegenheid hiervan Nederlandsche kringen heeft aan gegrepen, deze voor de eerste maal eenigs- zins doen aanvoelen welk een vreeselijk harde en vooral onverbiddelijke strijd om zijn of niet-zijn in het Oosten wordt uit gevochten. In Mei 1940, toen men nationaeil-socia listen doodschoot en toen de broeder van den Leider der N. S. B., luitenant-kolonel Mussert, wreedaardig werd vermoord, sloeg daarop vrijwel niemand acht. Ik zou zeer in het bijzonder de aandacht op dit feit willen vestigen, daar er thans nog Ne derlanders ziijn, die niet willen begrijpen, dat de strijd, die in het Oosten woedt, geen oorlog in den gebrui'kelijken zin der laat ste eeuwen is. Zij moesten toch door de reusachtige bewapening der bolsjewisti sche legers en den gruwelijken strijd de zer onmenschelyke horden langzamerhand tot een ander inzicht zijn gekomen. VOORTLEVEN OF ONDERGAAN. Evenals in het tijdperk van de volksver huizing en van den Mongolenstorm, waar in de wereld een ander aanzien kreeg, gaat het er ook thans om, of de volken van Europa in de door hen geschapen cultuur zullen voortleven dan wel vernietigd wor den en ondergaan. Deze worsteling, die te genwoordig in den Kaukasus, aan de Wol- ga en voor Moskou zich afspeelt, is een worsteling om de vrijheid van Europa. Indien deze strijd in het Oosten mocht worden verloren, dan is er op het geheele vasteland geen mensch meer, wien dit niet aangaat. Ieder zou deze nederlaag moeten ondervinden en bespeuren aan het eigen lichaam. Nu moet niemand zich verbeel den, dat dit bolsjewisme 'halt zou maken voor zijn woning. Ik weet, dat er thans in Nederland nog altoos menschen zijn, diie wülen vergeten, wat het bolsjewisme se dert het jaar 1917 onder de volken in het Oosten heeft aangericht. Het geheele cul- fcureele en sociale leven heeft men dezen volkeren ontnomen. Volslagen verdelgd werd ieder, die het slechts waagde een woord te zeggen over den vroegeren tijd van het tsaristische Rusland. Massa-execu ties van ongelooflijken omvang werden voltrokken, waartegenover de Fransche revolutie slechts het werk van leefcen en beginnelingen is geweest. Tien tot vijftien millioen menschen en nog meer werdén uitgemoord. Dertig millioen stierven den hongrdood, daar men volgens de marxis tische theorie probeerde den bodem, die geslachten lang door gezinnen werd be werkt, thans in een communistisch kolgo- zenstelsel te persen. Voorts werden 20 mil lioen menschen gedeporteerd en gingen in de Noordelijke ijswoestijnen en in dé Siberische steppen de vemieting tegemoet. Wat overgebleven is, is een zielloos mensch. Men leze slechts de brieven der Duitsche frontsoldaten, die overal op de naarste, ellendigste plekken standbeelden van Lenin en Stalin, reusachtige partijge bouwen met zuilen van gips en andere imitaties aantroffen. Dat heeft dit marxis me den volken in hét Oosten gébracht en daarmee wilde het de wereld) gelukkig ma ken. Op een oogenblik, waarop het Duit sche volk honderdduizenden zijner beste zonen offert voor de toekomst van Europa, is het onverdragelijk, dat in een land men schen probeeren in vrijwel ongestoorde gezelligheid te leven en zich over te geven aan de rust. Aan wie danken deze men schen hier in Nederlaid htm leven dan eigenlijk wel? Aan hun eigen prestaties zeer beslist niet. Duitsche bezettingsstrijdkrachten en Ne derlandsche nationaal-socialisten en ver antwoordelijke mannen doen hun best voor de voeding en het welzijn dezer lieden. Derhalve moet ook niet de vraag worden gesteld: „Hebt gij de daad gepleegd?" Maar de vraag luidt: stemt gij met deze daad in of niet? Volgt gij het parool van dij krachten, die ziéh gereed maken Euro pa nieuw op te bouwen of behoort gij tot de doodgravers van het avondland? Als sdhuldigen moeten niet slechts die genen worden aangewezen, die in techni sch en zin beslist de bommen hébben ge legd, doch de krachten, die zedelijk en moreel mede de verantwoordelijkheid voor deze ophitsingscampagne dragen. Op hun koffie- en theekransjes worden de Lon- denséhe radioberichten gecolporteerd. En hoe gelukkig voelt zich nu zoo een arme dolende, indien hij de hem ingescherpte wijdheid als zijn laatste trouvaille kan spuien. DE VIJF GIJZELAARS. Het is niet de taak van het nationaal- socialisme, den kleinen man op te hangen, doch het nationaal-socialisme moet den- gene pakken, die de verantwoordelijkheid) draagt. Er is derhalve onder deze vijf gij zelaars geen enkele, die het bewijs kon aanvoeren, dat hij in deze twee jaren niet op een of andere wijze tegen de strijders van het nieuwe Europa heeft géhitst of op zijn theekransje partij heeft gekozen. Of hij zich daarbij zelf zeker gevoelt en aan genomen heeft, dat 'hij de wetten niet heeft geschonden, interesseert de nationaal-so cialisten niet. Wij kennen deze heeren pre cies en hun voortdurende vijandige hou ding. Niemand voele zich dus veilig, die niet veilig is. De strijd in het Oosten wordt door de bolsjewisten zonder eenige scupule als zuivere vernietigingsstrijd gevoerd. Als derhalve hier in het Westen iemand het waagt deze strijders in het Oosten in den rug aan te vallen, hetzij door aanslagen of door andere daden van sabotage en de in stemming daarmee, dan is het voor ons slechts rechtvaardig en billijk als_ tegen deze kringen, die zich door hun vijandig optreden jegens de bezettende macht mis dragen tegenover verleden en toekomst van Europa, front wordt gemaakt. Zoo kan men ook slechts wensch en, dat deze snoode daad en de gevolgen daarvan verscheidene menschen, die nooit willen hooren, nu de onverbiddelijkéhid van den strijd voor oogen hébben gestedl. Derhave moge een ieder zijn geweten onderzoeken, of hij de laatste twee jaar zich niet op eenigerlei wijze tegen de bezettende macht positie heeft gekozen en of hij niet op een of andere manier heeft getracht te prikke len en op te roepen tot verzet, zij het ook slechts geestelijk. Zeer velen zullen er zijn, die hier moeten zeggen: Ja, ik héb dezen ontzaglijken strijd der Duitsche en ver bonden legers in het Oosten ook thans nog niet erkend. Innerlijk héb ik de overwin ning van Engeland gewenscht en daardoor uiteraard tevens gehunkerd naar den on dergang van Europa. Juist de laatste reis van Ohurchill heeft bewezen tot welke waanzinnige daden deze man in staat is. Degenen, die elkaar een jaar geleden op den Atlantischen Oceaan ontmoetten en daar met vrome liederen den Almachtige hooonden, drijven thans tezamen met den vervolger van Christenen, Stalin, hun vieze zaakjes. Ieder moet der halve weten, dat hij partij moet kiezen in dezen strijd, die in Juni 1941 is begonnen, den Almachtige hoonden, drijven thans tot de geschiedenis. Gebleven is evenwel de strijd tegen het bolsjewisme en zijn bondgeoonten Ameri ka en Engeland. Deibalve zal in deze krin gen worden toegeslagen, als onverant woordelijke elementen dezen ons heiligen strijd willen belemmeren. Hoe misdadig de Engelsche radio werkt, blijkt wel uit het feit, dat zy in den aether verspreidde, dat de Duitsche weermacht wel zeer zware verliezen bij het spoorweg ongeluk moest hébben geleden. Men ver heugt ziéh daarover vol hoon en interes seert zich niet voor de maatregelen, die nu zullen volgen. Wij hebben herhaaldelijk gewaar schuwd en onze maatregelen aange kondigd. Als men maar niet gelooft, hier in Nederland of in Londen, dat wij ooit voor het nemen van de noodige maatregelen zullen terugdeinzen. Wij wachten derhalve ook niet tot wellicht weer een daad van Churchill fatsoen lijke Nederlanders tot saboteurs en misdadigers laat worden. Wij waar schuwen de bevolking vroeg genoeg en kunnen haar alleen steeds weer in herinnering brengen de voorschriften van weermacht en bezettende macht ten strengste op te volgen. Dan zal nie mand een haar worden gekrenkt. Wij beseffen volkomen de verantwoorde lijkheid, die wij dragen voor de toe komst van het Duitsche volk en van geheel Europa. Het bewustzijn van deze verantwoordelijkheid verleent ons de hardheid jegens onszelf zoo sterk te blijven, dat wij alle maat regelen treffen, die noodig zijn om den rug van ons front in het Oosten te dekken. Zoo willen wij hopen, dat uit deze wor steling de krachten mogen ontstaan, die noodig zyn om Europa eenmaal te pacifi- ceeren en een betere toekomst tegemoet te voeren. DE RIJKSIDEE In dezen zin is ook den laatsten tijd veel gediscussieerd over het woord „Rijk". Niet over het Duitsche rijk of het groot-Duitsche rijk, maar over een rijk, waarvan ook Nederland deel uitmaakt. Dat een derge lijke discussie ontstaat, hangt samen met den loop der huidige gebeurtenissen. Europa, dat in het Oosten tegen het bolsje wisme strijdt en in het Westen tegen de democratieën, zoekt naar nieuwe vormen. Deze moeten dan ook de door alle Euro peanen erkende lotsgemeenschap voor de toekomst effectief maken. Deze strijd, die met al zijn geestelijke uitwerking gevoerd wordt op den grondslag van volk en bloed, bepaalt, dat degenen, die zich elkander nader voelen door de banden des bloeds, ook dichter bij elkaar komen en in de toe komst bijeen willen blijven. Zooals ik in het begin reeds verklaarde, mag het niet weer voorkomen, dat Duitsche en Neder landsche soldaten tegenover elkaar komen te staan met de wapens in de hand. Het is derhalve ook nuttig dergelijke kwesties te behandelen, altoos evenwel op de voor waarde, dat zij niet afleiden van de eischen van den dag en derhalve niet wegglijden in de politiek van den dag. Beschouwt men deze noodzakelijkheden, dan is het nuttig zich inzicht te verschaffen, wat dan wel de Reichsidee is, welke taak zy heeft en op welke wijze de afzonderlijke volken en volksstammen in deze combi natie him ontwikkelingsmogelijkheid kun nen hebben en hun bijdrage kunnen en moeten leveren. Wij zullen ons op dit oogenblik met deze discussies niet verder bezig houden, doch slechts twee dingen vaststellen: Ten eerste moet men het Reich en de Reichsidee gescheiden houden van de staatsidee, d.w.z. van de zuiver organisa torische groepeering van een volk. Het Reich is geen nationale staat en een nationale staat kan qua aantal niet worden opgevoerd tot een rijk. Het rijk is vooral de verwezenlijking van een zedelijke orde in het gebied, waarbij deze zedelijke orde De populaire acteur Plet Köhler hoopt op 28 Augustus a.s. zijn 70sten verjaar dag te vieren. De krasse tooneelspeler In zijn kleedkamer voor zijn optreden In de dubbelrol In het blijspel .Daar klopt Iets niet" VNP-De Haan-Pax Holland m naar onze opvatting door het bloed wordt bepaald. Degenen, in wie dit bloed stroomt, zijn voor dit rijk aansprakelijk en dien tengevolge moeten zij de zedelijke grond beginselen van het rijk in het geheele ge bied toepassen voor het heil van alle deel nemers. Het rijk is derhalve de verwezen lijking van een zedelijke idee, gedragen door een feitelijke macht. Het rijk heeft dus met de uitgestrektheid of met aange legenheden van samenstelling en wijzi ging der eigen bevolking slechts in zoo verre iets te maken als bevolking en volks gevoel bouwsteenen zijn voor de vorming van het rijk. Het rijk zelf fungeert even wel als denkbeeld' en vorm op hooger niveau. Of dit ryk nu de gedaante van een Germaanschen statenbond of een andere gedaante heeft, zal in de toekomst naar beste weten en geweten worden beslist. Nationalistische aspiraties doorkruisen de rijksidee en kunnen tenslotte leiden tot lemmering en zelfs vernietiging van het bouwwerk des rijks. In de tweede plaats moet worden vastge steld, dat de idee van het rijk in het avond land na den ondergang van het Romein- sche rijk slechts eenmaal in werkelijkheid gestalte heeft gekregen, namelijk in het Römische Reich Deutscher Nation, dat in het hart van het vasteland de ordenende factor van Europa was. Zoolang dit rijk sterk was hadden de volken in het Rijk of in zijn gebied hun beteekenis en deden zij zich over de geheele wereld gelden. Wat zich naderhand Reich noemde, was steeds min of meer een nationale staat. Dit geldt ook voor het zoogenaamd© tweede rijk. Het groot-Duitsche rijk, dat Adolf Hitler in 1938'39 heeft gesmeed, en dat door de Oostmark verbinding heeft met het Donaugebied en de Alpen, vormt den grondpijler voor een nieuwe rijksordening en grijpt reeds thans in zyn ordenende macht over de staatsgrenzen heen. HET NIEUWE RIJK MOET MET ARBEID EN STRIJD VERKREGEN WORDEN. Het behooren tot een werkelijk ryk is geen zaak, waartoe men politiek kan worg den overreed, want ieder rijk is gebaseerd op een zedelijke, volksche orde. De eerste voorwaarde om tot een rijk te behooren draagt men derhalve als lid van zijn volk met zich mee. Daarenboven moet men evenwel ook in feitelijken zin strijden voor de zakelijke ordening, die in de ryksge- dachte ligt opgesloten. Het rijk moet der halve in den strijd worden veroverd. Geen volk, dat deze voorwaarden niet vervult en anderzijds zijn strijdbare en leidende bijdrage voor dit rijk levert kan aanspraak maken eens door dit rijk beschermd en er kend te worden. Het komende rijk wordt geen enkel volk in den schoot geworpen, doch moet door ieder door arbeid en strijd verkregen worden. In dezen zin moet ook de jongste rede van den Leider der nationaal-socialisti- sche beweging, Mussert, begrepen worden. Deze toont hel duidelijk aan, dat de gren zen van het nieuwe rijk niet aan Maas en IJssel liggen en verdedigd moeten worden, doch dat daarvoor Nederlandsche soldaten met Duitschers tezamen aan de Wolga en in het Oosten de grenzen van de Germaan- sche levensruimte moeten verdedigen. In dien kort geleden een of andere schrijver uit de uiteenzettingen van Mussert de ge volgtrekking meende te kunnen maken, dat in den Germaanschen statenbond Oos telijke volksgemeenschappen opgenomen zouden kunnen worden, dan kan men zoo veel politieke onwetendheid slechts betreu ren. Het is derhalve tijd zich deze kwestie nog eens af te vragen. Op het congres ran het Duitsch© Roode Kruis voor Wehrmachtheimleiterlnnen. dat te Utrecht Is gehouden, werd voor den Wehrmachtsbefehlhaber In den Niederlanden, General der Plleger Fr. Christiansen o.m. een fraai bewerkt album, ipet foto's van alle Wehrmachthelmen In Nederland aangeboden door de Gebiets- führerin, Frmi Hillmer. - Een staf-officier nam het geschenk in ontvangst VNP-De Keljzer-Pax Holland m

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1942 | | pagina 5