DINSDAG 28 JULI 1942 33ste Jaargang No. 10313 fMomentje S>eCcld6eli^Soii^<Mit Telefoon: Redactie 20015, Administr. 20935 DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN Het in-geld-denken. Wie de waarde van het geld miskent, zal zichzelf en de zaken en personen, wier rechten en belangen hij moet behartigen, op schuldige wijze benadeelen. Het geld heeft groote waarde als ruil middel. De stoffelijke dingen, die de mensch voor zijn materieel levensonder houd noodig heeft of die hem voor zijn ma terieel levensonderhoud nuttig zijn, kgn hij als re^fl alleen verkrijgen door micldel van geld. En dat materieel levensonder houd in het algemeen is noodzakelijk voor het geestelijk leven. En al die stoffelijke dingen in het bijzonder kunpen waarde hebben voor bepaalde uitingen eivontwik- kelingsvormen van het geestelijk leven. En daarom, is het geld als ruilmiddel óók van beteekenis, van groote beteekenis voor het geestelijk levèn van individu en ge meenschap. m De zorg van de Overheid, van den Staat, om het geld zijn waarde als ruilmiddel te doen behouden, is dus een voor het volks belang uitermate nuttige zorg. Het is echter niet waar, zooals men vroeger meen de of zooals men nóg meent, dat die zorg alléén effectief kan zijn, als men den z.g. gouden standaard aanvaardt en den goud voorraad van den Staat zoo groot mogelijk maakt. En nóg minder is het waar, dat de zorg voor het goud uitsluitend, zonder meer, in voldoende mate de waarde van het geld als ruilmiddel beveiligt. Deze laatste op merkingen maken wij hier slechts terloops; wij hebben al eens eerder uitvoerige be schouwingen gewijd aan den z.g. gouden standaard en wat daarmede ten slotte wordt bedoeld. Wij hebben de erkenning van de waarde van het geld als ruilmiddel voorop gesteld, om nu op de overdreven waardeering van het geld de aandacht te richten. Er is een mentaliteit, een geestesgesteld heid, die denkt-in-geld. En dat is de ver derfelijke kapitalistische mentaliteit! Wij constateerden reeds, dat voor het materieel levensonderhoud van den mensch geld onontbeerlijk is. En zoo is het óók voor het bestaan van een zaak, van een handelsonderneming. Het is dus natuur lijk niet verkeerd, als men bij zulk een onderneming terdege rekening houdt met overwegingen van financieelen aard. Maar verkeerd en hoogst verkeerd is het wél, als die overwegingen beslisseiTd zijn; overwegingen van s o c ia 1 e n aard moeten beslissend zijn zoowel voor het bestaans recht van een zaak als voor de exploitatie ervan. Dat is het verschil tusschen een ka pitalistische maatschappij, en een maat schappij, zooals wij die wenschen: dat de economie niet wordt beheerscht door de winst-gedachte; dat er niet wordt ge- dacht-in-geld. Bestaansrecht heeft een on derneming, niet reeds als er geld, veel geld mee wordt verdiend, maar dan pas als zij nuttig is voor de gemeenschap. Verant woord is de exploitatie van een onderne ming, niet als zij alléén financieel goed loopt, maar als zij óók goed loopt met het oog op de belangen van alle. werkers in die onderneming. Het in-geld-denken is zoo ingedrongen in veler mentaliteit, dat mep zelfs, onbewust, ook de waardeering van personen afmeet naar het geld-bezit. Alban Stolz schreef, dat het een groot onrecht is, voor rijken meer respect te toonen dan voor armen. In de kapitalistische mentaliteit is dat onrecht een normaal verschijnsel. Geld is alles, ook in een persoon, ongeacht hoe hij het heeft verkregen en hoe hij het gebruikt. Een dergelijke mentaliteit treft men zelfs aan bij personen, bij wie men zeker een christelijke cultuur zou mogen verwachten. Wij herhalen, dat geld groote waarde kan hebben als ruilmiddel. Wie naar -geld verlangt, zonder er naar te verlangen dat het wordt gebruikt, nu óf later, als ruil middel voor goede dingen, heeft een dwaas verlangen. Wie geld bezit, en van het bezit alléén geniet, is even dwaas. En de kapi talistische mentaliteit van het irf-geld-den- ken is onsociaal, onchristelijk het is een mensch-onwaardige en verderfelijke men taliteit. Over het verkeerde gebruiken of niet- gebruiken van geld kan heel veel worden geschreven. Wij willen er nog slechts dit van zeggen: het is een door en door libe rale opvatting, te denken, dat de bezitter met het geld, dat hij e e r 1 ij k bezit, kan doen wat hem naar willekeur goed dunkt; hij moet zijn geld gebruiken of niet-ge- bruiken op een s o c i a a 1-verantwoorde wijze, als ware het eigendom van de gemeenschap. DUITSCHE VLIEGTUIGEN BOVEN ENGELAND. BERLIJN. 28 Juli. (D. N. B.). Duitsche gevechtsvliegtuigen hebben vannacht mili taire inrichtingen der Engel§chen in de Midlands met brisant- en brandbommen bestookt. De strijd aan den Don DE OPMARSCH GAAT VERDER. De Duitsche en verbonden troepen heb ben den benedenloop van den Don over schreden en het belangrijke spoorweg knooppunt Atasik veroverd. Hiermede is de strijd in het Zuiden van het Russische front in een nieuwe phase getreden. Van Anglo-Amerikaansche zijde heeft men korten tijd de hoop gekoesterd, dat Timosjenko achter den Don een afweer - front zou kunnen opbouwen, doch de on stuimige opmarsch dy: verbondenen heeft deze hoop den bodem ingeslagen. Binnen het gebied van de groote Don- bocht wordt op sommige plaatsen nog ver woed gevochten, doch de positie van de daar ingesloten bolsjewistische troepen is vrij hopeloos. Het groote aantal pantserwagens, dat bij de afweergevechten ten Noordwesten van Woronesj buiten gevecht is gestelds geeft een indruk van de kracht, waarmede de bolsjewisten op dit gedeelte van het front hebben aangevallen. Met al deze aanval len hebben zij echter geen noemenswaardige resultaten kunnen behalen en nog steeds staan de bolsjewisten op dit punt op den Oostelij ken. oever van den Don. Het opperbevel der Duitsche weermacht deelt met betrekking tot de gevechten ten, Zuiden van Rostof mede, dat Duitsche troe pen een breede kazematstelling, die tot verdediging van den Don was aangelegd, ten Zuidoosten van Nowotsjerkask-Kriw- janekaja hebben doorbroken en de plaats Besorgenjewskaja, die door de bolsjewisten hardnekkig werd verdedigd zijn binnenge drongen! De in het weermachtbericht van gisteren bekend gemaakte verovering van Bataisk noemt men in militaire kringen te Berlijn het bewijs, dat thans de ongeveer 7 K.M. breede Don-delta is overwonnen. Naar men in Berlijn verneemt omtrent de gevechten aan den benedenloop van den Don, betreft het. daarbij allereerst de vorming van brug- gehoofden, zoodat vooreerst nog niets kan worderflpizegd over verdere operaties naar het Zuiden. HET GROOTE CONVOOI IN DE NOORDELIJKE IJSZEE. •Naar aanleiding van mededeelingen van Engelsche en Amerikaansche zenders, dat zich 90 procent der schepen van het groote convooi in de Noordelijke IJszee met him ladingen in veiligheid hadden kunnen bren gen, publiceert het opperbevel der Duitsche weermacht de namen van een deel der van dit convooi tot zinken gebrachte schepen, die konden worden achterhaald uit nauw keurige opgaven van geredde kapiteins en leden der bemanning. De volgende Britsche schepen werden tot zinken gebracht: River Afton" (5.479 brt.), „Eagston" (7.000 brt.), „Empire Byron" (9v.000 brt.), „Hartlebury" (5.082 brt.), het tankschip „Aldersdale" (8.402 brt.), „Em pire Tide" (6.900 brt.); Verder werden de volgende Amerikaan sche schepen tot zinken gebracht: „Christo pher Newport" (6.000 brt.), „Henunu" (6.977 brt.), „Daniël Morgan" (8.770 brt.), „Pan Kraft (5.644 brt.), „Silver Sword" (4.937 brt.), „Exford" (4.969 brt.), „Olopa- na" (6.069 brt.), „Alcoa Rager" (5.116 brt.), „Winston Salem" (6.223 brt.). „John WWi- thersporn" (10.900 brt.), „Carlton" (5.127 brt.), „Hoosier" (4.986 brt.), „El Capitan" (5.215 brt.). Ook het Sowj et-Russische tankschip „Azerbeidsjan" (6.1J4 brt.) en het Neder landsche stoomschip „Paulus Potter" (7.618 brt.) werden tot zinken gebracht. Uit deze officieele publicatie blijkt de vernietiging van reeds 60 procent van het convooi. Er wordt uitdrukkelijk op gewe zen, dat ook de namen van alle overige schepen konden worden achterhaald. De namen van die schepen zullen worden ge publiceerd, zoodra uit de verklaringen van de geredden, die zich thans nog aan boord van de duikbooten bevinden, de onwraak bare bevestiging is verkregen. REDEVOERING VAN MINISTER PRESIDENT TOJO. De Japansche minister-president Tojo heeft, naar Domei- meldt» in aanwezigheid van ruim 20.000 personen in Osaka een re devoering uitgesproken, waarir} hij een overzicht gaf"Van de wereldsituatie erf een program van 5 punten opstelde voor de ver dere vestiging van de oorlogsstructuur der Japansche natie. „De huidige oorlogstoestand, die zich zoo gunstig voor de Spilmogendheden ontwik kelt, vormt de basis, waarop" Duitschland, Japan en Italië elkander rechtstreeks de hand reiken en den gemeenschappelijken vijand den definitieven slag zullen toebren gen", zoo zeide hij ter inleiding. „Wat Indië betreft, verklaarde hij, dat Japan in zijn vastbeslotenheid om de V. S. en Groot Brittannië op de knieën te dwin gen het voortbestaan van den Anglo-Ame- rikaanschen invloed in Indië niet kan toe laten, de Indiërs echter gaarne steunen zal en medewerking verleenen tot verwezenlij king van hun reeds zoo lang gevoede aspi raties". „Australië, zoo zeide de premier dat thans in den breeden Oceaan volkomen ge ïsoleerd is, heeft zich in den beklagens- waardigen toestand geplaatst gèzien zon der hoop van de V. S. hulp te moeten afbe delen. Mochten de Australische staatslie den verder heen en weer wankelen en de teekens des tijds niet kunnen begrijpen, dan is het wel naiiwelijks noodig te herha len, dat bij een voortzetting van den nut- teloozen tegenstand Japan geen genade zal kennen en hel zonder mededoogen zal neer slaan". Tojo vatte vervolgens een politiek in'vijf punten voor de verdere vestiging van de oorlogsstructuur der natie als volgt samen: 1) De versterking der geestelijke eenheid der natie, 2) het belang om de meest doel matige politieke maatregelen steeds op het geschikte tijdstip snel in daden om te zet ten, 3) het voornemen van de regeering om den levensstandaard der natie te handha ven, 4) uitbreiding der productie en 5) ver nieuwing en bezieling van de opvoeding. MOGELIJKHEDEN VAN HET OOSTLAND BELANGSTELLING VAN NEDER- LANDSCHE ZIJDE. De A. N. P.-correspondent te Berlijn meldt: De „Voelkischer Beobachter" wijdt een artikel aan de economische moeilijkhe den in het Oostland en gewaagt in dit ver band van de belangstelling, die hiervoor van Nederlandsche zijde bestaat. Het blad wijst op het verschil in ontwikkeling tus schen Litauen, Letland en Estland eener- zijds en Wit-Roethenië anderzijds. Terwijl Wit-Roethenië twintig jaar lang de Sovjet heerschappij heeft moeten verduren, heb ben de drie genoemde Oostzeestaten zich economisch vrijer kunnen ontwikkeléh. In de toekomst zullèn deze gebieden kan nen deelen in de nieuwe waardeering, die de landbouwproducten in het nationaal- socialistische economische leven genieten. Gebieden, waar levensmiddelen gewon nen worden, zullen in de toekomst precies dezelfde beteekenis hebben als in kapita listische tijden de streken, waar goud ge wonnen werd. Zoo, aldus schrijft de V. B. dan verder, schijnen ook de Nederlanders te denken, die weten te rekenen en die in de geschie denis hun ondernemingsgeest bewezen heb ben. Het dagbladbericht, dat van de reis van een Nederlandsche deputatie door het Oostland melding maakte, was zoo verras send, dat het niet in vergetelheid zal zijn geraakt. Toen wij op uitnoodiging van het rijksministerie voor de bezette gebieden in het Oosten door het Oostland reisden, hoorden wjj steeds weer van de bezoeken van deze Nederlanders en van de talrijke problemen, die met hen besproken waren. Voor den oorlog zullen deze gebieden er nauwelijks van hebben durven dracmen, dat door de Nederlanders menschen, ma chines en economische goederen voor de ontwikkeling van hun economische kracht beschikbaar zouden worden gesteld, zooals in het algemeen gesproken de projecten in him geheel een teeken zijn van den om mekeer in het economisch willen. De ge schiedenis heeft geleerd, hoe zegenrijk ten tijde van de Hanze het verkeer tusschen Nederland en de gebieden aan de Oostzee was. Deze oude economische mogelijkhe den openen zich weder door de overwin- iing van het Duitsche Rijk. De voordeelen van de politiek der groote ruimte (gross- raeumigkeit) bieden zich zoowel voor Ne derland alsook voor de gebieden aan de Oostzee en het nut voor geheel Europa be staat hierin, dat economische krachten aan den eenen met mogelijkheden aan den an deren kant samengebracht worden, die, ge scheiden, beide braak hadden gelegen. EET DE VISCH, DIE ER IS. MAAR HÓE? Vier „wegwijzers" liggen voor de huisvrouw klaar. De afd. Visch van het Voorlichtingsbureau van den Voedingsraad schrijft het vol gende: Visch, zoowel zee- als binnenvisch, is een bonvrij voedingsmiddel. Dit verklaart o.m. ook de groote vraag ernaar. Velen trach ten hun vleeschrantsoen- met visch aan te vullen. Aangezien echter over het alge meen de visscherij maar heel beperkt kan worden uitgeoefend, mag niet verwacht worden, dat de handelaren in staat zijn, aan die groote vraag steeds te voldoen. Uit dit bericht moet men dan ook niet opma ken, dat er altijd en overal visch verkrijg baar is. Toch worden de huidige omstandig heden in acht genomen vaak vrij om vangrijke partijen zee- en binnenvisch aangevoerd. Vandaar dat het velen nog weieens gelukt een hartige brok op te dienen. Vóór het zoover is heeft de huis- vrduw aan heel wat moeilijkheden het hoofd moeten bieden. Wij noemen er slechts ti^ee: Hóe moetwanneer de leverancier dat niet deed de visch schoongemaakt worden? Hóe kan de visch met hetgeen ons thans ter beschikking staat smakelijk en voedzaam bereid worden? De afd. Visch van het Voorlichtingsbureau van den Voedingsraad geeft een antwoord op deze en andere vragen. Samengesteld werd een viertal fraaie fol ders: „Zeevisch en Garnalen", „Rivier- visch", „Mosselen", en „Verwerking van vischresten", waarin duidelijk en beknopt wordt uiteengezet hoe de visch moet wor den schoongemaakt en hoe ze, thèns, het best kan worde nbereidt. Deze vier folders liggen voor alle Neder landsche huisvrouwen klaar. Men sture een briefje met 5 ets. postzegels aan: de afd. Visch van het Voorlichtingsbureau van den Voedingsraad, Trawlerkade 41. IJmui- den, en binnen enkele dagen worden deze recepten toegezonden. Maar men vergete de 5 ets. postzegels niet. HET LEVEN IS DUUR. Ja, landgenoot, wij weten het minstens even goed als u. Het leven is duur, de tij den zijn moeilijk. Maar dat is geen won der. Er woedt een wereldoorlog, zooals er nog nooit een in de geschiedenis voor kwam, omdat nog ninpner onze bescha ming en kuituur bedreigd werden als nu door de duivelsche machten van het bolsje wisme. Daarom is het leven duur. Zoo duur kan het echter niet zijn, of U zult toch nog wel een bedrag kunnen storten waarmede U ons verzorgingsfonds versterkt. Vergeet door Uwe zorgen onze strijders in het Oos ten niet. Stort.uwé bijdrage op giroreke ning 4 3 2 1 0 0 t.n. V«rzorginjsfonds Vrijwilligerslegioen Nederland, Koninginnegracht 22 te 's-Gra- venhage. WAT ANDERE BLADEN SCHRIJVEN De opgave van metalen- In vordering zal met beleid ge schieden. Het Nationaal Dagblad schrijft: „Zoo juist is in het Verordeningenblad een verordening opgenomen, houdende een beschikkingsverbod, een verplichting tot aangifte, alsmede de bevoegdheid tot ver beurdverklaring van metalen voorwerpen. Dit geldt meer in het bijzonder voorwer pen, die geheel of voor een overwegend deel uit koper, lood, tin, nikkel of uit le geeringen daarvan bestaan. Hieronder val len onder meer gedenkteekenen, kerkklok ken, gedeelten van gebouwen, melkbussen, bierleidingen, bedrijfs- en inrichtingsbe- standdeelen van bepaalde fabrieken euz. De Duitsche autoriteiten hebben dezen maatregel zeer ongaarne genomen. Wat echter het zwaarst weegt, zal thans den doorslag moeten geven 'en voor allerlei be spiegelingen is het het oogenblik niet. Deze tijd eischt daden en handelen op korten termijn. De Duitschers hebben trouwens zelf het voorbeeld gegeven en met deze in vordering zijn zij voorgegaan in hun eigen land ook in dezen nieuwen wereldoorlog. Dit offer voor den gemeenschappelijken Europeeschen strijd tegen den vijand van alle beschaving en godsdienst moet thans gebracht worden. Ieder, die beseft, welke groote belangen op het spel staan, zal trou wens dit offer met liefde brengen. Het is beter thans klokken en monumenten op het altaar van de Europeesche zaak te of feren, dan dat Stalin hier de kerken en musea komt inrichten als bioscoop of ka zerne. Dan zou het te laat zijn om te la- menteeren en.veel vertrouwen in vadertje Stalin hebben we niet, alle mooipraterij over de lieve en godsdienstige bolsjewie ken van den Engelschen en oranjezender ten spijt. Uit den aard der zaak zal de invordering met zeer veel beleid en voorzichtigheid ge schieden. Vooral waar het historische mo numenten betreft of andere onvervangbare kultureele goederen zullen deze zooveel mogelijk ontzien worden. En dat zij, die thans onze oude kuituur beschermen, niet noodeloos deze kuituur zullen schenden, daarvan kan men zeker zijn. Er is echter nog genoeg metaal, dat geen dienst doet oï gemakkelijk door wat anders kan worden vervangen! En ook alle monumenten mun ten niet uit door schoonheid. Zij kunnen on getwijfeld heel wat nuttiger taak vervul len in den strijd in het Oosten". BINNENLAND WINTERHULP NEDERLAND. In de week van 13 t/m 18 Juli 1942 werd in totaal ontvangen op hoofdkantoor, pro^ vinciale en stedelijke .kantoren: f 7.520,45. KORTING INGETROKKEN. Boete van ƒ3500.— opgelêgd. Een grossier in kruidenierswaren te Til burg, die voor den lOden Mei 1940 steeds gewoon was geweest een korting van 1 pet. te geven op vrijwel alle artikelen, bij beta ling binnen 14 dagen, had deze korting na den oorlog ingetrokken. Hierdoor was vrij wel over de geheele linie een prijsverhoo- ging met 1 pet. ontstaan. De inspecteur voor de prijsbeheersching te 's-Hertogen- bosch heeft den grossier deswege thans ver oordeeld tot een boete van 3500 gld. v Daarbij werd wel in aanmerking geno men, dat de grossier, nadat hij geverbali seerd was, eigener beweging de korting weer had ingevoerd, doch ook het feit, dat de man reeds driemaal wegens overtreding der prijsvoorschriften was veroordeeld. Maximumprijzen voor droge batterijen van buitenlandsche herkomst. In de staatscourpnt van 27 Juli 1942 is. opgeno men de „prijzenbeschikking ingevoerde batterijen no. 1", waarbij wordt bepaald, dat importeurs en wederverkoopers zak- batterijen, kleine en groote staafbatterijen, kastbatterijen, belelementen, anode- en roosterbatterijen met ingang van 1 Augus tus 1942 slechts te koop mogen aanbieden of verkoopen tegen ten hoogste de prijzen, welke op of laatstelijk voor 9 Mei 1940 werden berekend. De secretaris-generaal van het departement van handel, nijver heid en scheepvaart kon op bovenstaand voorschrift uitzonderingen toestaan, indien Verzoeken daartoe worden gericht aan het rijksbureau voor verwerkende industrieën. .Was het niet wat te vroeg, Delano, om voor Mac Arthur een gedenkteeken op te richten Hij heeft toch nog «tets veroverd?" m .Neem me niet kwalijk, Australië* Stapf-Pax Holland m LOMPOLOGIE. Ik heb zoo geen verstand van handel en groothandel, van koop en verkoop, maar als ik wel eens een blik werp in de geweldige boeken vol cijfertjes, begri.ip ik nooit goed hoe er menschen zijn, die daaruit wijs kunnen worden. Meestentijds koopen of verkoopen menschen met zulke dikke boeken, geysers, lantaarnpalen, auto's of dak pannen of zooiets en dan moet er er gens een meneer zitten, die procuratie houder heet, op gevaar af, dat er v&n de heele business niets terecht komt. En zoo'n procuratiehouder is dus een groot heer. Dat was zoo de gedachte, die ik van zakendoen had en nu wordt die heele theorie omver geworpen door een advertentie in een der bladen, waarin een groothandel in lompen een zelfstandige kracht zoekt als chef de bureau, liefst met universitaire oplei ding. Als ik een zoon had, die doctor was in het Sanskriet of in de Egyptologie en die naar dat baantje zou solliciteeren, zou ik hem zeggen: heb ik daarvoor mijn lieve centen uitgegeven? Misschien is het een drukfout en moest er klompen staan, waarvoor men dan een doctor in de botanie noodig zou hebben. Of misschien zie ik het yerkeerd en zit er aan lompen rneer vast dan ik in mijn eenvoud vermoeden kan. Misschien zijn lom pen het artikel^der toekomst.' Maar aldus vraag ik mij af wya doceert er aan onze universiteiten in de lom pen? Ik heb nog nooit van een doctor in de lompenkunde gehoor^. Of heet dat misschien lompologie? Ik weet het niet. En het zal mij ten eeuwigen da ge wel een raadsel blijven. Maar als ik eens wat. lompen heb, zal ik dien doctor eens laten komen. J HET HART VAN STEEN. S.S.P.K. Wat men ook in de" Sovjet- Unie beschouwt, mensaben, land, huizen, straten, techniek en handel ,in alles open baart zich de halfheid. Dtr misdadige on verantwoordelijkheid van het bolsjewisti sche regime. Niets is afgemaakt, alles is wanordelijk geïmproviseerd zonder eenige lijn. Dit dringt zoo echt tot ons door voor een standbeeld van Stalin, dat wij ergens op een eenzame straat tusschen Saporoshje en Mariupol vinden. Het lijkt ons als een symbool voor deze chaos, die de misdadi gers uit het Kremlin hebben veroorzaakt. Op een straat, tusschen twee armoedige dorpen der Oekraine staat dit standbeeld van Stalin. Hebben de Oekrainers het bij wijze van grap hier opgesteld, waar bijna nooit iemand langs komt? Waar niemand het zien zal? Haast kunnen wij dit geloo- ven, want nauwelijks waren de Duitsche soldaten door het land getrokken of de be vrijde Oekrainers hebben het blijkbaar ge hate „scheppingswerk" verwoest. Uit de beide dorpen trokken ze er naar toe, en sloegen „vadertje Stalin" het hoofd af. Een troostelooze aanblik biedt nu dit onthoofde monument. Bijzonder troosteloos, nu in den winter, waar de wijde vlakten er rondom heen in een eentonig wit gehuld zijn, dat als een lijkdoek over het land gespreid ligt. •Ja, Stalin, ha» je maar je oogen^nog, om het leed te aanschouwen, dat je over dit land hebt gebracht. Je zoudt zien, hoe onge straft deze grond, die zoo veel brood had kunnen voortbrengen is verwaarloosd. Óm dat jij, Stalin, aan de boeren niet de be- noodigde materialen ter beschikking hebt gesteld, omdat jij aan hun elke vreugde van den arbeid hebt ontnomen. Niet alleen land. ook<de zielen van zijn bewoners heb je op je geweten. Als je je oogen nog had, zou je ze van schaamte moeten neerslaan, want daar onder ijs en sneeuw heeft mis schien enkele maanden geleden het bloéd van honderden zonen van dit land ge vloeid, die door je commissarissen in den dood werden, gedreven. Je oogen hebben het gezien, maar ze waren dood, ze waren van steen. Maar had jij zelf hier gestaan, waar men voor jou een „standbeeld!' moest zetten, dan had je zelf de stem van het geweten evenmin gehoord als het standbeeld. Want ook het hart van je lichaam is van steen, zooals dit standbeeld. Het is evenzoo koud en hard, en geen spier van je gezicht had getrild, als je het zin neloos opgeofferde bloe4 zou hebben zien stroomen. Wat beteekenenvoor jouw machtswellust millioenen van mensch en levens. Maar je weet, dat je je misdadig spel niet meer zult kunnen winnen. En je weet, dat je je hoofd even goed had verloren, indien je zelf op de plaats van het standbeeld had gestaan. Want het volk haat jek en zal ^ezamen met de Duitsche strijders alle sporen van je terreur uitbranden. Het groote land echter zal weer gaan bloeien, het zal niet slechts zijn eigen menschen voeden, maar eindelijk dat worden wat het al lang had moeten zijn: „De graanschuur van Europa". Want de grond, die door het blanke ijzer van het Duitsche zwaard veroverd werd, fcal spoe dig door het blanke ijzer van den Duitschen ploeg worden door voord. S.S.-oorlogberichtgever KARL HEINZ VOLLMANN. KERKNIEUWS Z. H. Exc. de Bisschop van Haarlem heeft benoemd: tot kapelaan te Reeuwijk den weleerw. heer H. B. Bertels (Neom.); tot kapelaan te 's-Gravenhage (H. Sacrament) den weleerw. heer J. J. Hetem; tot kape laan te Halfweg den weleerw. heer J. L. H. van Vliet; tot kapelaan te Bovenkerk den weleerw. heer W. A. Juffermans (Neom.). (Herplaatst). Te Soestdijk is in den ouderdom van 80 jaar overleden de zeereerw. heer F. v. Buchem, em. pastoor van Rijswijk.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1942 | | pagina 1