DINSDAG 28 JULI 1942 33ste Jaargang No. 10313
fMomentje
S>eCcld6eli^Soii^<Mit
Telefoon: Redactie 20015, Administr. 20935 DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN
Het in-geld-denken.
Wie de waarde van het geld miskent, zal
zichzelf en de zaken en personen, wier
rechten en belangen hij moet behartigen,
op schuldige wijze benadeelen.
Het geld heeft groote waarde als ruil
middel. De stoffelijke dingen, die de
mensch voor zijn materieel levensonder
houd noodig heeft of die hem voor zijn ma
terieel levensonderhoud nuttig zijn, kgn hij
als re^fl alleen verkrijgen door micldel
van geld. En dat materieel levensonder
houd in het algemeen is noodzakelijk voor
het geestelijk leven. En al die stoffelijke
dingen in het bijzonder kunpen waarde
hebben voor bepaalde uitingen eivontwik-
kelingsvormen van het geestelijk leven.
En daarom, is het geld als ruilmiddel óók
van beteekenis, van groote beteekenis voor
het geestelijk levèn van individu en ge
meenschap. m
De zorg van de Overheid, van den Staat,
om het geld zijn waarde als ruilmiddel te
doen behouden, is dus een voor het volks
belang uitermate nuttige zorg. Het is
echter niet waar, zooals men vroeger meen
de of zooals men nóg meent, dat die zorg
alléén effectief kan zijn, als men den z.g.
gouden standaard aanvaardt en den goud
voorraad van den Staat zoo groot mogelijk
maakt. En nóg minder is het waar, dat de
zorg voor het goud uitsluitend, zonder meer,
in voldoende mate de waarde van het geld
als ruilmiddel beveiligt. Deze laatste op
merkingen maken wij hier slechts terloops;
wij hebben al eens eerder uitvoerige be
schouwingen gewijd aan den z.g. gouden
standaard en wat daarmede ten slotte
wordt bedoeld.
Wij hebben de erkenning van de waarde
van het geld als ruilmiddel voorop gesteld,
om nu op de overdreven waardeering van
het geld de aandacht te richten.
Er is een mentaliteit, een geestesgesteld
heid, die denkt-in-geld. En dat is de ver
derfelijke kapitalistische mentaliteit!
Wij constateerden reeds, dat voor het
materieel levensonderhoud van den mensch
geld onontbeerlijk is. En zoo is het óók
voor het bestaan van een zaak, van een
handelsonderneming. Het is dus natuur
lijk niet verkeerd, als men bij zulk een
onderneming terdege rekening houdt met
overwegingen van financieelen aard. Maar
verkeerd en hoogst verkeerd is het wél, als
die overwegingen beslisseiTd zijn;
overwegingen van s o c ia 1 e n aard moeten
beslissend zijn zoowel voor het bestaans
recht van een zaak als voor de exploitatie
ervan. Dat is het verschil tusschen een ka
pitalistische maatschappij, en een maat
schappij, zooals wij die wenschen: dat de
economie niet wordt beheerscht door
de winst-gedachte; dat er niet wordt ge-
dacht-in-geld. Bestaansrecht heeft een on
derneming, niet reeds als er geld, veel geld
mee wordt verdiend, maar dan pas als zij
nuttig is voor de gemeenschap. Verant
woord is de exploitatie van een onderne
ming, niet als zij alléén financieel goed
loopt, maar als zij óók goed loopt met
het oog op de belangen van alle. werkers
in die onderneming.
Het in-geld-denken is zoo ingedrongen in
veler mentaliteit, dat mep zelfs, onbewust,
ook de waardeering van personen afmeet
naar het geld-bezit. Alban Stolz schreef,
dat het een groot onrecht is, voor rijken
meer respect te toonen dan voor armen. In
de kapitalistische mentaliteit is dat onrecht
een normaal verschijnsel. Geld is alles,
ook in een persoon, ongeacht hoe hij het
heeft verkregen en hoe hij het gebruikt.
Een dergelijke mentaliteit treft men zelfs
aan bij personen, bij wie men zeker een
christelijke cultuur zou mogen verwachten.
Wij herhalen, dat geld groote waarde
kan hebben als ruilmiddel. Wie naar
-geld verlangt, zonder er naar te verlangen
dat het wordt gebruikt, nu óf later, als ruil
middel voor goede dingen, heeft een dwaas
verlangen. Wie geld bezit, en van het bezit
alléén geniet, is even dwaas. En de kapi
talistische mentaliteit van het irf-geld-den-
ken is onsociaal, onchristelijk het is een
mensch-onwaardige en verderfelijke men
taliteit.
Over het verkeerde gebruiken of niet-
gebruiken van geld kan heel veel worden
geschreven. Wij willen er nog slechts dit
van zeggen: het is een door en door libe
rale opvatting, te denken, dat de bezitter
met het geld, dat hij e e r 1 ij k bezit, kan
doen wat hem naar willekeur goed dunkt;
hij moet zijn geld gebruiken of niet-ge-
bruiken op een s o c i a a 1-verantwoorde
wijze, als ware het eigendom van de
gemeenschap.
DUITSCHE VLIEGTUIGEN BOVEN
ENGELAND.
BERLIJN. 28 Juli. (D. N. B.). Duitsche
gevechtsvliegtuigen hebben vannacht mili
taire inrichtingen der Engel§chen in de
Midlands met brisant- en brandbommen
bestookt.
De strijd aan den Don
DE OPMARSCH GAAT VERDER.
De Duitsche en verbonden troepen heb
ben den benedenloop van den Don over
schreden en het belangrijke spoorweg
knooppunt Atasik veroverd. Hiermede is
de strijd in het Zuiden van het Russische
front in een nieuwe phase getreden.
Van Anglo-Amerikaansche zijde heeft
men korten tijd de hoop gekoesterd, dat
Timosjenko achter den Don een afweer -
front zou kunnen opbouwen, doch de on
stuimige opmarsch dy: verbondenen heeft
deze hoop den bodem ingeslagen.
Binnen het gebied van de groote Don-
bocht wordt op sommige plaatsen nog ver
woed gevochten, doch de positie van de
daar ingesloten bolsjewistische troepen is
vrij hopeloos.
Het groote aantal pantserwagens, dat bij
de afweergevechten ten Noordwesten van
Woronesj buiten gevecht is gestelds geeft
een indruk van de kracht, waarmede de
bolsjewisten op dit gedeelte van het front
hebben aangevallen. Met al deze aanval
len hebben zij echter geen noemenswaardige
resultaten kunnen behalen en nog steeds
staan de bolsjewisten op dit punt op den
Oostelij ken. oever van den Don.
Het opperbevel der Duitsche weermacht
deelt met betrekking tot de gevechten ten,
Zuiden van Rostof mede, dat Duitsche troe
pen een breede kazematstelling, die tot
verdediging van den Don was aangelegd,
ten Zuidoosten van Nowotsjerkask-Kriw-
janekaja hebben doorbroken en de plaats
Besorgenjewskaja, die door de bolsjewisten
hardnekkig werd verdedigd zijn binnenge
drongen!
De in het weermachtbericht van gisteren
bekend gemaakte verovering van Bataisk
noemt men in militaire kringen te Berlijn
het bewijs, dat thans de ongeveer 7 K.M.
breede Don-delta is overwonnen. Naar men
in Berlijn verneemt omtrent de gevechten
aan den benedenloop van den Don, betreft
het. daarbij allereerst de vorming van brug-
gehoofden, zoodat vooreerst nog niets kan
worderflpizegd over verdere operaties naar
het Zuiden.
HET GROOTE CONVOOI IN DE
NOORDELIJKE IJSZEE.
•Naar aanleiding van mededeelingen van
Engelsche en Amerikaansche zenders, dat
zich 90 procent der schepen van het groote
convooi in de Noordelijke IJszee met him
ladingen in veiligheid hadden kunnen bren
gen, publiceert het opperbevel der Duitsche
weermacht de namen van een deel der van
dit convooi tot zinken gebrachte schepen,
die konden worden achterhaald uit nauw
keurige opgaven van geredde kapiteins en
leden der bemanning.
De volgende Britsche schepen werden tot
zinken gebracht: River Afton" (5.479 brt.),
„Eagston" (7.000 brt.), „Empire Byron"
(9v.000 brt.), „Hartlebury" (5.082 brt.), het
tankschip „Aldersdale" (8.402 brt.), „Em
pire Tide" (6.900 brt.);
Verder werden de volgende Amerikaan
sche schepen tot zinken gebracht: „Christo
pher Newport" (6.000 brt.), „Henunu"
(6.977 brt.), „Daniël Morgan" (8.770 brt.),
„Pan Kraft (5.644 brt.), „Silver Sword"
(4.937 brt.), „Exford" (4.969 brt.), „Olopa-
na" (6.069 brt.), „Alcoa Rager" (5.116 brt.),
„Winston Salem" (6.223 brt.). „John WWi-
thersporn" (10.900 brt.), „Carlton" (5.127
brt.), „Hoosier" (4.986 brt.), „El Capitan"
(5.215 brt.).
Ook het Sowj et-Russische tankschip
„Azerbeidsjan" (6.1J4 brt.) en het Neder
landsche stoomschip „Paulus Potter" (7.618
brt.) werden tot zinken gebracht.
Uit deze officieele publicatie blijkt de
vernietiging van reeds 60 procent van het
convooi. Er wordt uitdrukkelijk op gewe
zen, dat ook de namen van alle overige
schepen konden worden achterhaald. De
namen van die schepen zullen worden ge
publiceerd, zoodra uit de verklaringen van
de geredden, die zich thans nog aan boord
van de duikbooten bevinden, de onwraak
bare bevestiging is verkregen.
REDEVOERING VAN MINISTER
PRESIDENT TOJO.
De Japansche minister-president Tojo
heeft, naar Domei- meldt» in aanwezigheid
van ruim 20.000 personen in Osaka een re
devoering uitgesproken, waarir} hij een
overzicht gaf"Van de wereldsituatie erf een
program van 5 punten opstelde voor de ver
dere vestiging van de oorlogsstructuur der
Japansche natie.
„De huidige oorlogstoestand, die zich zoo
gunstig voor de Spilmogendheden ontwik
kelt, vormt de basis, waarop" Duitschland,
Japan en Italië elkander rechtstreeks de
hand reiken en den gemeenschappelijken
vijand den definitieven slag zullen toebren
gen", zoo zeide hij ter inleiding.
„Wat Indië betreft, verklaarde hij, dat
Japan in zijn vastbeslotenheid om de V. S.
en Groot Brittannië op de knieën te dwin
gen het voortbestaan van den Anglo-Ame-
rikaanschen invloed in Indië niet kan toe
laten, de Indiërs echter gaarne steunen zal
en medewerking verleenen tot verwezenlij
king van hun reeds zoo lang gevoede aspi
raties".
„Australië, zoo zeide de premier dat
thans in den breeden Oceaan volkomen ge
ïsoleerd is, heeft zich in den beklagens-
waardigen toestand geplaatst gèzien zon
der hoop van de V. S. hulp te moeten afbe
delen. Mochten de Australische staatslie
den verder heen en weer wankelen en de
teekens des tijds niet kunnen begrijpen,
dan is het wel naiiwelijks noodig te herha
len, dat bij een voortzetting van den nut-
teloozen tegenstand Japan geen genade zal
kennen en hel zonder mededoogen zal neer
slaan".
Tojo vatte vervolgens een politiek in'vijf
punten voor de verdere vestiging van de
oorlogsstructuur der natie als volgt samen:
1) De versterking der geestelijke eenheid
der natie, 2) het belang om de meest doel
matige politieke maatregelen steeds op het
geschikte tijdstip snel in daden om te zet
ten, 3) het voornemen van de regeering om
den levensstandaard der natie te handha
ven, 4) uitbreiding der productie en 5) ver
nieuwing en bezieling van de opvoeding.
MOGELIJKHEDEN VAN HET
OOSTLAND
BELANGSTELLING VAN NEDER-
LANDSCHE ZIJDE.
De A. N. P.-correspondent te Berlijn
meldt: De „Voelkischer Beobachter" wijdt
een artikel aan de economische moeilijkhe
den in het Oostland en gewaagt in dit ver
band van de belangstelling, die hiervoor
van Nederlandsche zijde bestaat. Het blad
wijst op het verschil in ontwikkeling tus
schen Litauen, Letland en Estland eener-
zijds en Wit-Roethenië anderzijds. Terwijl
Wit-Roethenië twintig jaar lang de Sovjet
heerschappij heeft moeten verduren, heb
ben de drie genoemde Oostzeestaten zich
economisch vrijer kunnen ontwikkeléh.
In de toekomst zullèn deze gebieden kan
nen deelen in de nieuwe waardeering, die
de landbouwproducten in het nationaal-
socialistische economische leven genieten.
Gebieden, waar levensmiddelen gewon
nen worden, zullen in de toekomst precies
dezelfde beteekenis hebben als in kapita
listische tijden de streken, waar goud ge
wonnen werd.
Zoo, aldus schrijft de V. B. dan verder,
schijnen ook de Nederlanders te denken,
die weten te rekenen en die in de geschie
denis hun ondernemingsgeest bewezen heb
ben. Het dagbladbericht, dat van de reis
van een Nederlandsche deputatie door het
Oostland melding maakte, was zoo verras
send, dat het niet in vergetelheid zal zijn
geraakt. Toen wij op uitnoodiging van het
rijksministerie voor de bezette gebieden
in het Oosten door het Oostland reisden,
hoorden wjj steeds weer van de bezoeken
van deze Nederlanders en van de talrijke
problemen, die met hen besproken waren.
Voor den oorlog zullen deze gebieden er
nauwelijks van hebben durven dracmen,
dat door de Nederlanders menschen, ma
chines en economische goederen voor de
ontwikkeling van hun economische kracht
beschikbaar zouden worden gesteld, zooals
in het algemeen gesproken de projecten
in him geheel een teeken zijn van den om
mekeer in het economisch willen. De ge
schiedenis heeft geleerd, hoe zegenrijk ten
tijde van de Hanze het verkeer tusschen
Nederland en de gebieden aan de Oostzee
was. Deze oude economische mogelijkhe
den openen zich weder door de overwin-
iing van het Duitsche Rijk. De voordeelen
van de politiek der groote ruimte (gross-
raeumigkeit) bieden zich zoowel voor Ne
derland alsook voor de gebieden aan de
Oostzee en het nut voor geheel Europa be
staat hierin, dat economische krachten aan
den eenen met mogelijkheden aan den an
deren kant samengebracht worden, die, ge
scheiden, beide braak hadden gelegen.
EET DE VISCH, DIE ER IS.
MAAR HÓE?
Vier „wegwijzers" liggen voor
de huisvrouw klaar.
De afd. Visch van het Voorlichtingsbureau
van den Voedingsraad schrijft het vol
gende:
Visch, zoowel zee- als binnenvisch, is een
bonvrij voedingsmiddel. Dit verklaart o.m.
ook de groote vraag ernaar. Velen trach
ten hun vleeschrantsoen- met visch aan te
vullen. Aangezien echter over het alge
meen de visscherij maar heel beperkt kan
worden uitgeoefend, mag niet verwacht
worden, dat de handelaren in staat zijn,
aan die groote vraag steeds te voldoen. Uit
dit bericht moet men dan ook niet opma
ken, dat er altijd en overal visch verkrijg
baar is.
Toch worden de huidige omstandig
heden in acht genomen vaak vrij om
vangrijke partijen zee- en binnenvisch
aangevoerd. Vandaar dat het velen nog
weieens gelukt een hartige brok op
te dienen. Vóór het zoover is heeft de huis-
vrduw aan heel wat moeilijkheden het hoofd
moeten bieden. Wij noemen er slechts ti^ee:
Hóe moetwanneer de leverancier
dat niet deed de visch schoongemaakt
worden?
Hóe kan de visch met hetgeen ons
thans ter beschikking staat smakelijk en
voedzaam bereid worden?
De afd. Visch van het Voorlichtingsbureau
van den Voedingsraad geeft een antwoord
op deze en andere vragen.
Samengesteld werd een viertal fraaie fol
ders: „Zeevisch en Garnalen", „Rivier-
visch", „Mosselen", en „Verwerking van
vischresten", waarin duidelijk en beknopt
wordt uiteengezet hoe de visch moet wor
den schoongemaakt en hoe ze, thèns, het
best kan worde nbereidt.
Deze vier folders liggen voor alle Neder
landsche huisvrouwen klaar. Men sture
een briefje met 5 ets. postzegels aan: de
afd. Visch van het Voorlichtingsbureau van
den Voedingsraad, Trawlerkade 41. IJmui-
den, en binnen enkele dagen worden deze
recepten toegezonden.
Maar men vergete de 5 ets. postzegels
niet.
HET LEVEN IS DUUR.
Ja, landgenoot, wij weten het minstens
even goed als u. Het leven is duur, de tij
den zijn moeilijk. Maar dat is geen won
der. Er woedt een wereldoorlog, zooals er
nog nooit een in de geschiedenis voor
kwam, omdat nog ninpner onze bescha
ming en kuituur bedreigd werden als nu
door de duivelsche machten van het bolsje
wisme. Daarom is het leven duur. Zoo duur
kan het echter niet zijn, of U zult toch nog
wel een bedrag kunnen storten waarmede
U ons verzorgingsfonds versterkt. Vergeet
door Uwe zorgen onze strijders in het Oos
ten niet. Stort.uwé bijdrage op giroreke
ning
4 3 2 1 0 0
t.n. V«rzorginjsfonds Vrijwilligerslegioen
Nederland, Koninginnegracht 22 te 's-Gra-
venhage.
WAT ANDERE BLADEN
SCHRIJVEN
De opgave van metalen- In
vordering zal met beleid ge
schieden.
Het Nationaal Dagblad schrijft:
„Zoo juist is in het Verordeningenblad
een verordening opgenomen, houdende een
beschikkingsverbod, een verplichting tot
aangifte, alsmede de bevoegdheid tot ver
beurdverklaring van metalen voorwerpen.
Dit geldt meer in het bijzonder voorwer
pen, die geheel of voor een overwegend
deel uit koper, lood, tin, nikkel of uit le
geeringen daarvan bestaan. Hieronder val
len onder meer gedenkteekenen, kerkklok
ken, gedeelten van gebouwen, melkbussen,
bierleidingen, bedrijfs- en inrichtingsbe-
standdeelen van bepaalde fabrieken euz.
De Duitsche autoriteiten hebben dezen
maatregel zeer ongaarne genomen. Wat
echter het zwaarst weegt, zal thans den
doorslag moeten geven 'en voor allerlei be
spiegelingen is het het oogenblik niet. Deze
tijd eischt daden en handelen op korten
termijn. De Duitschers hebben trouwens
zelf het voorbeeld gegeven en met deze in
vordering zijn zij voorgegaan in hun eigen
land ook in dezen nieuwen wereldoorlog.
Dit offer voor den gemeenschappelijken
Europeeschen strijd tegen den vijand van
alle beschaving en godsdienst moet thans
gebracht worden. Ieder, die beseft, welke
groote belangen op het spel staan, zal trou
wens dit offer met liefde brengen. Het is
beter thans klokken en monumenten op
het altaar van de Europeesche zaak te of
feren, dan dat Stalin hier de kerken en
musea komt inrichten als bioscoop of ka
zerne. Dan zou het te laat zijn om te la-
menteeren en.veel vertrouwen in vadertje
Stalin hebben we niet, alle mooipraterij
over de lieve en godsdienstige bolsjewie
ken van den Engelschen en oranjezender
ten spijt.
Uit den aard der zaak zal de invordering
met zeer veel beleid en voorzichtigheid ge
schieden. Vooral waar het historische mo
numenten betreft of andere onvervangbare
kultureele goederen zullen deze zooveel
mogelijk ontzien worden. En dat zij, die
thans onze oude kuituur beschermen, niet
noodeloos deze kuituur zullen schenden,
daarvan kan men zeker zijn. Er is echter
nog genoeg metaal, dat geen dienst doet oï
gemakkelijk door wat anders kan worden
vervangen! En ook alle monumenten mun
ten niet uit door schoonheid. Zij kunnen on
getwijfeld heel wat nuttiger taak vervul
len in den strijd in het Oosten".
BINNENLAND
WINTERHULP NEDERLAND.
In de week van 13 t/m 18 Juli 1942 werd
in totaal ontvangen op hoofdkantoor, pro^
vinciale en stedelijke .kantoren: f 7.520,45.
KORTING INGETROKKEN.
Boete van ƒ3500.— opgelêgd.
Een grossier in kruidenierswaren te Til
burg, die voor den lOden Mei 1940 steeds
gewoon was geweest een korting van 1 pet.
te geven op vrijwel alle artikelen, bij beta
ling binnen 14 dagen, had deze korting na
den oorlog ingetrokken. Hierdoor was vrij
wel over de geheele linie een prijsverhoo-
ging met 1 pet. ontstaan. De inspecteur
voor de prijsbeheersching te 's-Hertogen-
bosch heeft den grossier deswege thans ver
oordeeld tot een boete van 3500 gld. v
Daarbij werd wel in aanmerking geno
men, dat de grossier, nadat hij geverbali
seerd was, eigener beweging de korting
weer had ingevoerd, doch ook het feit, dat
de man reeds driemaal wegens overtreding
der prijsvoorschriften was veroordeeld.
Maximumprijzen voor droge batterijen
van buitenlandsche herkomst. In de
staatscourpnt van 27 Juli 1942 is. opgeno
men de „prijzenbeschikking ingevoerde
batterijen no. 1", waarbij wordt bepaald,
dat importeurs en wederverkoopers zak-
batterijen, kleine en groote staafbatterijen,
kastbatterijen, belelementen, anode- en
roosterbatterijen met ingang van 1 Augus
tus 1942 slechts te koop mogen aanbieden
of verkoopen tegen ten hoogste de prijzen,
welke op of laatstelijk voor 9 Mei 1940
werden berekend. De secretaris-generaal
van het departement van handel, nijver
heid en scheepvaart kon op bovenstaand
voorschrift uitzonderingen toestaan, indien
Verzoeken daartoe worden gericht aan het
rijksbureau voor verwerkende industrieën.
.Was het niet wat te vroeg, Delano,
om voor Mac Arthur een gedenkteeken
op te richten Hij heeft toch nog «tets
veroverd?" m
.Neem me niet kwalijk, Australië*
Stapf-Pax Holland m
LOMPOLOGIE.
Ik heb zoo geen verstand van handel
en groothandel, van koop en verkoop,
maar als ik wel eens een blik werp
in de geweldige boeken vol cijfertjes,
begri.ip ik nooit goed hoe er menschen
zijn, die daaruit wijs kunnen worden.
Meestentijds koopen of verkoopen
menschen met zulke dikke boeken,
geysers, lantaarnpalen, auto's of dak
pannen of zooiets en dan moet er er
gens een meneer zitten, die procuratie
houder heet, op gevaar af, dat er v&n
de heele business niets terecht komt.
En zoo'n procuratiehouder is dus een
groot heer. Dat was zoo de gedachte,
die ik van zakendoen had en nu wordt
die heele theorie omver geworpen door
een advertentie in een der bladen,
waarin een groothandel in lompen een
zelfstandige kracht zoekt als chef de
bureau, liefst met universitaire oplei
ding.
Als ik een zoon had, die doctor was
in het Sanskriet of in de Egyptologie en
die naar dat baantje zou solliciteeren,
zou ik hem zeggen: heb ik daarvoor
mijn lieve centen uitgegeven?
Misschien is het een drukfout en
moest er klompen staan, waarvoor
men dan een doctor in de botanie
noodig zou hebben. Of misschien zie
ik het yerkeerd en zit er aan lompen
rneer vast dan ik in mijn eenvoud
vermoeden kan. Misschien zijn lom
pen het artikel^der toekomst.' Maar
aldus vraag ik mij af wya doceert
er aan onze universiteiten in de lom
pen? Ik heb nog nooit van een doctor
in de lompenkunde gehoor^. Of heet
dat misschien lompologie? Ik weet het
niet. En het zal mij ten eeuwigen da
ge wel een raadsel blijven.
Maar als ik eens wat. lompen heb,
zal ik dien doctor eens laten komen.
J
HET HART VAN STEEN.
S.S.P.K. Wat men ook in de" Sovjet-
Unie beschouwt, mensaben, land, huizen,
straten, techniek en handel ,in alles open
baart zich de halfheid. Dtr misdadige on
verantwoordelijkheid van het bolsjewisti
sche regime. Niets is afgemaakt, alles is
wanordelijk geïmproviseerd zonder eenige
lijn. Dit dringt zoo echt tot ons door voor
een standbeeld van Stalin, dat wij ergens
op een eenzame straat tusschen Saporoshje
en Mariupol vinden. Het lijkt ons als een
symbool voor deze chaos, die de misdadi
gers uit het Kremlin hebben veroorzaakt.
Op een straat, tusschen twee armoedige
dorpen der Oekraine staat dit standbeeld
van Stalin. Hebben de Oekrainers het bij
wijze van grap hier opgesteld, waar bijna
nooit iemand langs komt? Waar niemand
het zien zal? Haast kunnen wij dit geloo-
ven, want nauwelijks waren de Duitsche
soldaten door het land getrokken of de be
vrijde Oekrainers hebben het blijkbaar ge
hate „scheppingswerk" verwoest. Uit de
beide dorpen trokken ze er naar toe, en
sloegen „vadertje Stalin" het hoofd af. Een
troostelooze aanblik biedt nu dit onthoofde
monument.
Bijzonder troosteloos, nu in den winter,
waar de wijde vlakten er rondom heen in
een eentonig wit gehuld zijn, dat als een
lijkdoek over het land gespreid ligt.
•Ja, Stalin, ha» je maar je oogen^nog, om
het leed te aanschouwen, dat je over dit
land hebt gebracht. Je zoudt zien, hoe onge
straft deze grond, die zoo veel brood had
kunnen voortbrengen is verwaarloosd. Óm
dat jij, Stalin, aan de boeren niet de be-
noodigde materialen ter beschikking hebt
gesteld, omdat jij aan hun elke vreugde
van den arbeid hebt ontnomen. Niet alleen
land. ook<de zielen van zijn bewoners heb
je op je geweten. Als je je oogen nog had,
zou je ze van schaamte moeten neerslaan,
want daar onder ijs en sneeuw heeft mis
schien enkele maanden geleden het bloéd
van honderden zonen van dit land ge
vloeid, die door je commissarissen in den
dood werden, gedreven. Je oogen hebben
het gezien, maar ze waren dood, ze waren
van steen. Maar had jij zelf hier gestaan,
waar men voor jou een „standbeeld!'
moest zetten, dan had je zelf de stem van
het geweten evenmin gehoord als het
standbeeld. Want ook het hart van je
lichaam is van steen, zooals dit standbeeld.
Het is evenzoo koud en hard, en geen spier
van je gezicht had getrild, als je het zin
neloos opgeofferde bloe4 zou hebben zien
stroomen.
Wat beteekenenvoor jouw machtswellust
millioenen van mensch en levens. Maar je
weet, dat je je misdadig spel niet meer zult
kunnen winnen. En je weet, dat je je hoofd
even goed had verloren, indien je zelf op
de plaats van het standbeeld had gestaan.
Want het volk haat jek en zal ^ezamen met
de Duitsche strijders alle sporen van je
terreur uitbranden. Het groote land echter
zal weer gaan bloeien, het zal niet slechts
zijn eigen menschen voeden, maar eindelijk
dat worden wat het al lang had moeten zijn:
„De graanschuur van Europa". Want de
grond, die door het blanke ijzer van het
Duitsche zwaard veroverd werd, fcal spoe
dig door het blanke ijzer van den Duitschen
ploeg worden door voord.
S.S.-oorlogberichtgever
KARL HEINZ VOLLMANN.
KERKNIEUWS
Z. H. Exc. de Bisschop van Haarlem heeft
benoemd: tot kapelaan te Reeuwijk den
weleerw. heer H. B. Bertels (Neom.); tot
kapelaan te 's-Gravenhage (H. Sacrament)
den weleerw. heer J. J. Hetem; tot kape
laan te Halfweg den weleerw. heer J. L.
H. van Vliet; tot kapelaan te Bovenkerk
den weleerw. heer W. A. Juffermans
(Neom.). (Herplaatst).
Te Soestdijk is in den ouderdom van 80
jaar overleden de zeereerw. heer F. v.
Buchem, em. pastoor van Rijswijk.