LOTION MALWIDA 31 ZATERDAG 23 MEI 1942 OE LLiDSCHE COURANT TWEEDE BLAD PAG. 5 RECHTZAKEN VOOR DEN ECONOMISCHEN RECHTER. Vele verdachten in een boonenzaak. P. A. W. v. d. Meer teSassenheim had het plan opgevat om iboonen te stelen uit de schuur van Remmerswaal. Hij kon zulks niet alleen en daarom had hij de hulp gevraagd van P. Duivenvoorden en P. Dui venvoorden uit N o o r d w ij k e r h o u t. Deze hadden hem geholpen niet wetende, dat het hier een diefstal betrof, maar den kende, dat het smokkelen was. Het totale gewicht was ongeveer 600 kg. geweest. De officier eischte tegen v. d. Meer vier maan den gevangenisstraf. De Economische rechter was het absoluut niet met dezen eisch eens en vond vier maanden gevan genisstraf voor een dief en zwartehande- laar veel te weinig. Het vonnis werd dan ook een jaar gevangenisstraf met gevan genneming van verdachte. Tegen P. Dui venvoorde werd de eisch vier maanden gevangenisstraf en de uitspraak conform met gevangenneming. De officier vomj, dat P. Duivenvoorden een kleine rol in deze zaak gespeeld had en volstond met het eischen van een geld boete van 100 subs. 50 dagen. De Econo misch en rechter vond, dat ook hier gevan genisstraf moest worden opgelegd en ver oordeelde verdachte tot een maand gevan genisstraf met gevangenneming. J. Mens te L i s s e hadi zich ook in deze zaak begeven, door met zijn auto de boo- nen te vervoeren. Daartoe was hij met zijn' auto gereden naar een brug, waaronder de schuit met boonen lag. Ook hij had ge dacht, dat het een smokkelzaak betrof. Eisch en uitspraak werden hier een geld boete van 200 subs, vier maanden hech tenis. S. P. Warmerdam teNoordwyker- h o u t had een deel van de boonen ge kocht en ze in zijn schuur geplaatst. De officier eischte een geldboete van 50 subs een maand. Het vonnis werd 200 subs vier maanden hechtenis. J. S. Geerlimgs te N o o r d w ij k e r- h o u t had op zijn beurt weer boonen ge kocht van Warmerdam. Toen hij hoorde, dat het geen gesmokkelde boonen, maar gestolen boonen betroffen, had hij dade lijk het gestolene teruggebracht, want met zulk een zaak wilde hij niet te makien heb ben. De eisch werd een geldboete van l'OO subs. 50 dagen, maar ook hier legdg de rechter een geldboete op van 200 subs, vier maanden hechtenis. J. C. Balk teNoordwijkerhout had eveneens boonen gekocht. Ook hij had gedacht, dat het een zwarte handelzaak was. Eisch 150 subs. 75 dagen. Uitspraak 200 subs, vier maanden hechtenis. Verkoop distributiebescheiden. J. C. Rijkelijikhuizen uit V o o r s c h o- t e n had zich schuldig gemaakt aan: het verkoopen van distributiebescheiden voor welk feit de officier drie maanden gevan genisstraf eischte. Uitspraak conform met gevangenneming. HAAG SC HE POLITIERECHTER. Kinderjasje. De klap. Er op uitgegaan. De dienstbode C. J. afkomstig uit Lei den had een kinder jasje weggenomen voor „de kleine meid van haar zuster", zooals zij vertelde. Aangezien het niet de eerste maal was dat zij met den strafrechter in aanraking kwam eischte de Officier thans twee weken gevangenisstraf. De Politie rechter probeerde het voor ditmaal nog met een geldboete van 15 subs. 15 dagen. Doordat J. N. uit L e i d e n niet voldoen de rechts reed, met zijn fiets, was hij te gen een tegenligger opgetornd. In plaats van zijn excuus aan te bieden had hij de getorpedeerde tegenligger een knetter op zijn neus gegeven, waardoor er bloed was gaai vloeien. De linksrijdende peddelaar kreeg terecht een geldboete van 40. subs. 40 dagen. „Het is vrij duidelijk", vond de Politie rechter tegenover de twee Leidsche dames, die voor hem terecht stonden, „jul lie zijn speciaal naar Den Haag gekomen om eens flink te gappen in warenhuizen". En de dames hadden heel wat gestolen o.a. zes damesblouses, twaalf halsdoeken, kam men enz., zoodat het excuus, dat zij alleen maar naar Den Haag gekomen waren, om wat speelgoed te koopen voor haar kinde ren een beetje raar aandeed. De totale waarde van het gestolene bedroeg bijna honderd gulden. De Officier vond, dat de-dames geraffi neerde winkeldieveggen waren en eischte tegen elk drie maanden gevangenisstraf. Het vonnis werd conform. GEMENGDE BERICHTEN SPORT D DODELIJKE ONGELUKKEN. De 66-jarige J. M. uit Rijen, die met een kennis een fietstocht maakte, viel na bij de Maasbrug by Keizersveer van zijn rijwiel. Hen kwam met het hoofd op den kant van het betonnen rijwielpad terecht. Twee uur na het ongeval is hij overleden. Het tweejarig zoontje van den land bouwer M. Meulenbelt te Ankum viel in een teil met kokend water. Tijdens het vervoer naar het ziekenhuis te Zwolle is het kind overleden. VOETBAL NEDERLANDSCHE VOETBALBOND. Wedstrijdprogramma 2en Pinksterdag. Om het landskampioenschap: ADO Blauw Wit; EindhovenAGOVV (beiden Zaterdag); Blauw Wit—ADO; AGOVVV— Heerenveen. District I: Prom. "2e kl.: RCHde Vole- wijckers. District H: Prom. 3e kl.: Laakkwartier Scheveningen (Zondag); VIOSASC (terr. VUC). Prom 4e kl.: Te WerveRoodenburg; DHSUrsus. District IH: Prom. 2e kl.: RhedenHen gelo; Borne—Go Ahead. District IV: Prom. 2e kl.: Bleyerheide Maurits; HelmondVlissingen. District V: Prom. 2e kl.: VelocitasEra- men. Na twee oproepen van den competitie leider van de afd. Leiden om candidaten voor den a.s. cursus blijkt weer, dat wij van het komend seizoen met een tekort aan scheidsrechters voor de R.K. afdeeling komen te staan. Als men weet, dat Leiden een bijzondere plaats inneemt, dat èn de vereenigingen èn de scheidsrechters een aparte R.K. afdeeling hebben, zooals bijna nergens in den lande, dan moet er toch ook voor gewerkt worden dit te behouden. Daar is op de eerste plaats voor noodig, dat er voldoende arbiters zijn. Laten alle vereenigingen haar oud-spelers aansporen deel te nemen aan den cursus, die binnen kort op Zaterdagmiddag gegeven wordt door den heer Ladan. Waarom kan de V.V. Teylingen wel drie nieuwe candidaten stu ren en waar blijven andere vereenigingen, die het meest klagen over slechte scheids rechters. Laten de besturen goed beseffen wat er van afhangt, dan zullen zij zeker meer hun best doen. Bestuurders en oud spelers, meldt u daarom zoo spoedig moge lijk aan bij den heer Caro, want in Juni begint de cursus. Ook de scheidsrechters zouden wij willen verzoeken: schrijft naar den heer Caro of u die middagen kunt bij wonen, want de lessen, die heer Ladan geeft, zijn schitterend en er valt voor allen nog veel te leeren, wat de sport ten goede komt. P- F. ANGEVAAREN. oud-voorz. R.K. scheidsrechterscomm. KORFBAL KAMPIOENSCHAP VAN HET OOSTEN. Het bestuur van den Ned. Korfbalbond heeft besloten dit jaar wel wedstrijden om het oostelijk kampioenschap te laten ver spelen. Hieraan zullen de kampioenen van Gelderland (ZKC) en van Overijsel (DOS) deelnemen. Tweeden Pinksterdag wordt in Enschede DOS—ZKC gespeeld en op 14 Juni a.s. de wedstrijd ZKC—DOS in Zutphen. CRICKET HET PROGRAMMA VOOR PINKSTEREN Het cricketprogramma voor de beide Pinksterdagen ziet er als volgt uit: Eerste Pinksterdag: eerste klasse: HCC I—HCC n; PW—HBS; VOC—Hermes-DVS. Tweede klasse; KampongLCC; SCHC Sparta; Rood en Wit IIHCC II. Tweede klasse Zuid: Hermes-DVS II— Quick OH.) H; NLCC—Ajax (L.); VCC— voc n. ZEILEN DE GOUDSCHE ZEILWEEK. Het aantal inschrijvingen voor de door dc roei- en zeilvereeniging Gouda op den plas van Gravenbroek te Reeuwijk te hou den wedstrijden met Pinksteren, is be duidend grooter dan vorig jaar. Van alle vereenigingen uit het Westen des lands is er deelname, en onder hen hebben de beste zeilers zich doen inschrij ven. In de nationale en onderlinge wed strijden zullen ca. 160 vaartuigen starten. BILJARTEN NEDERLANDSCHE BILJARTBOND. Afdeeling Leiden. Van de door de Centrale Commissie uit geschreven kampioenschappen loopen de lste klasse libre en de 2de klasse libre ten einde. De laatste partijen in de lste klasse worden Dinsdag a.s. verspeeld bij S. D. O., Nieuwstraat en de 2e klasse op Woensdag 27 Mei en 3 Juni by D. O. S. Haarl.straat. SCHAKEN LEIDSCHE SCHAAKBOND Het kampioenschap der le klasse De twee afgebroken partijen van den wedstrijd Philidor IAlphen I zijn thans beslist. Alphen I wint met 6 p. tegen 4 p. De eerste wedstrijd is door Philidor I met 5y24j^ gewonnen, indien ten minste het protest van Alphen tegen een beslissing van den arbiter niet toegewezen wordt. Dit is echter niet waarschijnlijk en dan zal nog een beslissingswedstrijd noodig zijn, om den kampioen aan te wijzen. Dr. HERMANN HARSTER over: „DE SPORT IN OORLOGSTIJD" Sport moet geen publieke vermakelijkheid zijn! Deze week werd in „Pulchri Studio" te Den Haag een bijeenkomst gehouden van do vakgroep Sport van het Verbond van Nederlandsche Journalisten, waar als spre ker optrad dr. Hermann Harster, de per soonlijke pers- en sportreferent van den rijkscommissaris hier te lande. Op deze bijeenkomst waren als gasten aanwezig de secretaris-generaal van het departement van opvoeding, wetenschap en cultuurbescherming, prof. J. van Dam, Max Blokzijl, leider van het persgilde, dr. J. Miedema namens het college van gevol machtigden voor de sport, drs. C. van Dop, vertegenwoordiger voor het commissariaat van niet-commercieele vereenigingen, Stammführer H. Hosiers van de Befelh- stelle Niederlande der H. J., vertegen woordigers van officieel erkende Sport bonden, hoofdredacteuren van dagbladen en Nederlandsche en Duitsche sportautori- leiten. De voorz. van het Ned. Verbond van Journalisten, de heer P. J. van Megchelen, die de bijeenkomst leidde, gaf na het wel komstwoord een overzicht van de maat regelen door de overheid in den laatsten tijd getroffen tën aanzien van het nationale sportleven. Dit zijn, aldus de heer van Megchelen. de uiterlijke teekenen van de sportieve hernieuwingsbeweging, die nieuwe, groote mogelijkheden opent voor ons volk. Niet alleen doe ik op u allen een beroep om deze ontwikkeling met teliangstelling gade te slaan, maar vooral om deze ont wikkeling naar uw beste krachten te be vorderen. Dit moet ik als mijn persoonlijke over tuiging vooropstellen: het doel moet niet alleen zijn meer sport, veel sport, sport voor velen maar voor velen, voor allen zooveel mogelijk goede sport. Daarmee be doel ik niet alleen sport, die past bij leef tijd en ontwikkeling, sport, die de beste kansen biedt op sterke, individueele ont wikkeling. Er is meer noodig. Ons spor tieve leven moet een nieuwen geest ade men, ons sportleven moet gedragen wor den door een idee, deze idee: dat we ge zamenlijk een sterk volk moeten gaan vormen, een volk. dat bestand is_ tegen de zware eischen van de komende jaren, een volk, dat weer vooraan komt te staan. Sport mag r.iet alleen ontspanning zijn, r.iet alleen vreugde, sport is ook plicht. Plicht tegenover ons volk. De sportieve mensch, en zeker de sportleider moet er van doordrongen zijn, dat het sterke lichaam niet alleen een bron is van individueel genot, maar een kostbaar pand in dienst van land en volk. Om dat te bereiken is een sterke, centrale leiding noodig en voortdurend onderling overleg tusschen de menschen, die geroepen zijn onze jeugd te leiden, opdat zy zich stec-ds meer bewust werden van hun groote taak. Na deze inleiding nam dr. Hermann Harster het woord voor het geven van een uiteenzetting van het sportleven in oor logstijd. Na eerst de sportpers in het al gemeen hulde te hebben gebracht voor de wijze, waarop zij in het verleden haar taak vervulde, wees spreker op de groote moeilijkheden, waarmede de sportpers momenteel te kampen heeft o.a. het pa- piervraagstuk. Heden ten dage is de sport journalist, aldus spr., wel het zwaarste ge troffen door de gevolgen van den huidi- •gen strijd, want de noodzakelijk geworden papierbezuiniging benadeelt op de eerste plaats de sportrubriek. Ondanks deze moeilijkheden stemt het evenwel tot vreug de te mogen eonstateeren, dat u met uw praktischen kijk op alles er toch nog in geslaagd bent een behoorlijke sportbericht geving te brengen. Spreker zegde gaarne zijn steun toe, wanneer deze noodig mocht blyken om in de toekomst te zorgen, dat de sportberichtgeving juist in dezen oor logstijd naar de juiste waarde getaxeerd zal worden. Het vraagstuk „Sport in oor logstijd" is hiermede aangesneden. Wij zullen ons, aldus spreker, hierbij bepalen tot concrete en praktische feiten en raad gevingen. Na de oorlogsdagen heeft men het natio nale sportleven aan een grondige revisie onderworpen. Men zocht naar de fouten, die sinds de Olympische Spelen in Amster dam in 1928 van remmenden invloed wa ren voor een behoorlijke ontwikkeling van ons nationale sportleven. Het sportleven begon hier duidelijk, zich oriënteerend naar het Westen, af te dalen van het Hel- lenische ideaal naar het Circensische peil. Sport werd een publieke vermakelijkheid en daardoor gedoemd te vervallen, daar men het ideaal daarbij uit het oog had verloren. Spreker wees hierbij op de versplintering der sportbonden en het werk van Karei Lctsy als sportadviseur om wederom tot de gewenschte eenheid te komen. Geba seerd op het feit, dat de sport slechts dan gedijen kan, wanneer de staat hierbij als toeziende voogd optreedt, werd, aldus spr., verleden jaar het college van gevolmach tigden voor de sport in het leven geroepen. Spreker herdacht vervolgens het ontijdige overlijden van den heer J. de Valk, het geen o.m. tot gevolg had, dat het college n et zoo snel kon werken als wel gehoopt werd. Op de keerzijde kunnen wij gelukkig tal van gunstige resultaten waarnemen en me- moreeren. Er waren verschillende bonden, die verrassend snel begrepen, welke weg bewandeld moest worden en daarbij reeds uitstekende resultaten hebben kunnen boe ken. De beteekenis van de sport. Men kent tegenwoordig aan de sport men. Men kent tegenwoordig aan de sport een bijzonder belangrijke beteekenis toe. Iedere periode, volgend na een oorlog, gaat gepaard met een diepe inzinking van het moreele leven. Dit te voorkomen is een der voornaamste opgaven voor de lichame- 'ijke opvoeding. Hier in Nederland kan men evenwel nu reeds de noodige maat regelen treffen, en alles voorbereiden, zoo dat, bij het sluiten van den vrede, een volkomen voor haar taak berekende orga nisatie gereed staat, om alle vrij komende krachten op te vangen en daarvoor den juisten weg af te bakenen. In dit op.-.icht kunt u ten volle reke nen op den steun van de bezettende over heid. De Rijkscommissaris, Rijksminister dr. Seyss-Inquart. is zelf immers een groo te sportvriend, die voorzoover zijn werk zaamheden dat toelaten een of andere tak van sport beoefent. Ongetwijfeld zult u zich allen interes seeren voor alles, wat thans reeds op het gebied van sport wordt ondernomen. Internationale sportbetrekkingen. Vervolgens wil ik wijzen op het niet min der interessante vraagstuk: het instand houden van de internationale sportbetrek kingen. Van onze zyde wordt in dit op zicht alle medewerking verleend. Dat kun nen in het bijzonder de beroeps wielren ners en beroepsboksers getuigen, die re gelmatig en vrijwel gelijk als in vredestijd kunnen starten in België, Duitschland, Frankrijk en Zwitserland. Een Nederland sche ijshockey-ploeg is in den afgeloopen winter uitgekomen op de internationale wintersportweek te Garmisch-Partenkir- chen en Duitsche kunstrijders demonstreer den op de overdekte ijsbaan in do Aoollo- hal in Amsterdam. Het ligt ir de bedoeling de b> te Deen- sche en Duitsche zwemsters naar Neder land uit te noodigen om haar krachten te meten met de beste Nederlandsche zwem sters. Het Nederlandsche sportleven zelf heeft, kleine uitzonderingen daargelaten, ten slotte al heel weinig beperking in dezen tijd ondervonden. Wie werkelijk van sport houdt, zal steeds de middelen en wegen weten te vinden om sport te kunnen be oefenen. Spr. wees vervolgens op het feit, dat in Nederland in tegenstelling met an dere landen het sportleven thans voortduurt als in vredestijd. Aan het slot van zijn uit eenzetting deelde dr. Harster nog mede, dat de Rijksfuehrer Staatssecretaris von Tschammer und Osten na Pinksteren Ne derland en in het bijzonder den Rijkscom missaris, Rijksminister dr. Seys-Inquart zal komen bezoeken om een indruk te krijgen van het Nederlandsche sportleven en persoonlijk in contact te treden met de Nederlandsche sportautoriteiten. Daarbij zal er gelegenheid zijn, aldus eindigde spreker zijn uiteenzetting, om de vraagstukken welke thans onze aandacht vragen, aan hem voor te legen. Na afloop van deze uiteenzetting werd de gelegenheid geboden tot het houden van discussies, waarvan verschillende aanwij' zigen gebruik maakten. ATHLETEEK WEER ATHLETIEKWEDSTRIJDEN VOOR DE SCHOOLJEUGD. De inschrijfformulieren voor de jaarlyk- sche nationale schoolathletiekwedstrijden, voor jongens om het Moormanschild en voor meisjes om den Gerritsen van Kem penbeker zijn door de Centrale Commissie voor Schoolathletiek (C.C.S.A.) aan alle scholen voor middelbaar, gymnasiaal en verder voortgezet onderwijs, verzonden. Voor Leiden en omgeving door den heer J. A. Noordenbos, Louise de Colignylaan 9, Oegstgeest, voorzitter A.V. Holland. De kamp bestaat uit: jongens: 100 M., ko gelstoten (5 K.G.), vèrspringen, en 4 x 100 M. estafette; voor meisjes: 80 M. loopen, kastiebal vèrwerpen, vèrspringen en 5 x 80 M. estafette. In alle districten, waarin ons land door de C.C.S.A. is verdeeld wor den 20 Juni a.s. voorontmoetingen gehou den. Iedere school komt uit met 4 jongens en (of) 5 meisjes. De finale wordt dit jaar gehouden te Zwolle op 11 Juli, waar de Gemeentelijke Stichting voor de lichame lijke opvoeding de voorbereiding van de organisatie bereids ter hand heeft genomen. Inschrijfformulieren en alle inlichtingen aanvragen bij den voorzitter en den secre taris der A.V. Holland, resp. den heer J. A. Noordenbos, Louise de Colignylaan 9 te Oegstgeest en den heer C. Stuivenberg. Nieuwe Rijn 34a, Leiden. 00K GIJ KUNT WELVAART EN ARBEIDSVREUGDE VINDEN DOOR'WERK IN DUITSCHLAND GUNSTIGE "ARBEIDSVObftWAARDEl GEWESTELIJKE Hoe Chailes HóTf na nacht van omzwervingen het wereldrecord over 500 M. brak Charles Hoff, de voormalige wereld recordhouder, die thans de leiding van het Noorsche sportleven heeft, vertelt in de „Deutsche Zeitung in den Niederlanden" van zijn eerste ontmoeting met Berlijn. Het „Vad." ontleent daaraan o.a.: Ten eerste moet ik u even Klumberg voorstellen, die toentertijd in 1923 in het bezit was van het wereldrecord van den tienkamp. Een Estlander in de kracht van zyn jaren met armen als boomstam men. Hij zou in Berlijn speerwerpen; ik zou eerst het wereldrecord over 500 M. bre ken en vervolgens in de Bamboe klimmen. Klumberg en ik hadden elkaar ontmoet op reis naar Berlijn. De organisator der wedstrijden, Ritter von Halt, had ons in een klein rustig hotel in een der buftenwijken laten onderbren gen. Het was mijn eerste optreden in Ber lijn, ik wilde dus geen slecht figuur slaan en besloot vroeg naar bed te gaan, maar Klumberg had het in zijn hoofd gezet een klein wandelingetje te maken met mij. Hij wilde wat frissche lucht happen, omdat hij den volgenden dag het wereldrecord speerwerpen wilde breken. Na een uurtje besloten we met een „Aapje" naar het ho tel terug te rijden. „Waarheen?" vroeg dc koetsier. „Nu.... Klumberg, zeg eens...' „Ik weet den naam van ons hotel niet", antwoordde de Estlander. Ik wist hem ook niet. Maar wij vertrok ken op goed geluk. Uur na uur verliep. Klokken sloegen. Het werd 10, 11, 12 uur. De koetsier werd moe en viel in slaap. Ik naam zijn zweep over. We hielden voor eenige restaurants stil en aten wat. Het paard toonde belangstelling voor warme worstjes. Het kreeg zijn portie, maar wiidc van zijn „paarden toet je" geen afstand doen en sloeg den weg naar een wei in. En dat was ons geluk, wat omstreeks acht uur 's ochtends leverde de brave koetsiersknol ons slapend voor den ingang van het Char- lottenburger Sportpaleis af. Dit paard had beslist een zesde zintuig, want in het Char- lottenburger Sportpaleis zouden wij im mers wereldrecords breken. Daarvoor was het acht uur 's ochtends echter nog wat te vroeg. De eigenaar van het restaurant daar trof reeds voorberei dingen voor den grooten dag en was zoo vriendelijk ons het telefoonnummer van ons hotel te geven, waar mijn masseur me handenwringend ontving. Ik heb het ge voel, dat hy tot op heden nog steeds het verhaal van het vergeten hoteladres niet gelooft. We ontbeten en sliepen twee uren. Twee uren voor een wereldrecord! Ik was ver twijfeld. Wat zou de sympathieke Ritter von Halt wel van mij zeggen? Zou hij my gelooven? Nauwelijks! Aldus moest ik het wereldrecord 65.6 sec. over de 500 meter, dat toen ten name stond van den Zweed Lungren zien te bereiken of te verbeteren. Ik,zal nooit vergeten, hor ik voor den start terneergeslagen in hel restaurant zat. Ik moest tegen juniores vijf maal honderd meter loopen. „Drink wat stelde de stoere Klumberg voor, „je ziet er uit als een lijk". Ik bestelde, maar dronk niet. Toen de ober het glas op het tafeltje zette, kreeg ik zoo'n angst, dat ik naar bui ten snelde. Toen kwam de start. Ik zal hem nooit vergeten. Ritter von Halt, dien ik nauwelijks kende, inspireerde me. Ik kon den leider van het feest niet teleurstellen en dusliep ik. De eerste 200 meter in 23 sec., ik lag vooraan. Voor de twee vol gende ronden werden 27 seconden geno teerd, mijn tegenstanders haalden mij in Voor de laatste 100 meter had ik slechts vijftien seconden noodig en met een halven meter voorsprong op miin tegenstander ging ik over de eindstreep. Tijd 65 sec. Een we reldrecord! Ik was zeer gelukkig. Nu had ik een half uurtje rust. Ik kon op adem komen. Bij het polstokhoogsprin gen bereikte ik net de 4 meter. Hooger kwam ik niet. De vijfhonderd meter zat me nog in de beenen FEUILLETON Roman van Else Wernecke. (Nadruk verboden). 17) „Neen, mevrouw, dat gaat werkelyk niet", zegt Marga beleefd, maar beslist. „We hebben er de laatste dagen ook al herhaaldelijk om gevraagd en „Ja, ja, dat weet ik wel", valt mevrouw Scheele haar in de rede en bijt peinzend op haar onderlip. „Vervelend ik word zoo dringend verwacht". Ze probeert het nog eens met een bijna kinderlijk smee- ken, maar Marga houdt vol en het ziet er haast naar uit, dat mevrouw dr. Schee- Ie eenig respect voor deze, haar jongste assistente, heeft. Met Gabi en Eva kwam ze in ieder geval veel gemakkelijker klaar. „Nou, goed dan", zegt ze ten slotte met een gekrenkt schoolmeisjesgezicht, ik zal even telefoneeren". En als ze, na een vrij langdurig gesprek weer opduikt, roept ze Marga naar voren. „Hoor eens, kindje, ik heb het me nog eens even overlegd, maar om daar alleen aan het knoeien te gaan, dat duurt me veel te lang. Jij gaat mee om me te helpen, ja? Dat is wel het minste, dat je voor me doen kan, nu ik zoo'n ver schrikkelijke haast heb." Marga heeft allerlei bezwaren Het is toch veel te druk in de zaak en de beide anderen zullen het nooit alleen af kun nen, als ze hen in den steek laat. Me vrouw Scheele wijst deze argumenten ech ter kalmweg van de hand met de laconieke opmerking, dat die twee toch altijd wat aan te merken hebben en dat dat er dus niets toe doet. Maar mevrouw Scheele staat er toch op. dat zij beiden ongezien *iaar buiten sluipen als kinderen, die van school spij belen. Op de trap lacht ze kwajongens achtig om den gelukten streek. Maar na tuurlijk heeft Gabi het bemerkt en als ze zich naar het raam spoedt, komt ze juist op tijd om te zien, hoe de beide dames be neden de straat opgaan. Ze mompelt iets van „monsterkind", dat er altijd op tijd tusschen uit weet te knij pen en de kleine Eva komt met een hoog rood gezicht uit een der cabines vliegen om met een energiek gebaar de telefoon van den haak te nemen en op het blad van het schrijfbureau te leggen, en daarmede een einde te maken aan het onophoudelij ke, irriteerende gebel, dat iemand op den duur gek dreigt te zullen maken. Als de stroom van bezoeksters reeds lang heeft afgenomen, ligt de hoorn nog steeds vergeten op dezelfde plaats en spie gelt zich in het blanke hout, wat evenwel niet geheel overeenkomt met zijn bestem ming. Mevrouw dr. Scheele roept een taxi aan. „Mijn wagen is altijd en eeuwig kapot", zegt ze onschuldig tot Margg. „Het is eigenaardig, maar ik geloof, dat ik geen verstand van machines heb. Ik rijd graag, ik vind het eenvoudig heerlijk zoo rustig voort te rijden, maar plotseling doe ik dan het een of ander en dan hoor ik ergens wat knarsen of kraken en de man van de garage schudt dan weer wanhopig zyn hoofd, als ik bij hein aan kom zetten en zegt: Hoe doet u dat toch, mevrouw? Ik zou er waarachtig geen kans toe zien dien wagen zoo klein te krijgen!" Ze lacht ver genoegd. Het laboratorium ligt in het achterste deel van een pand in een oude zakenwijk. Het ruikt er, als mevrouw Scheele de deur Opent, bijna ondragelijk naar zoete en scherpe esences. „Niemand meer hier?" verwondert ze zich, maar direct daarop knikte ze begrijpend. Natuurlijk, het is al over vijven en de beide laboranten zijn natuurlijk al naar huis. „Nou, des te beter, dan behoeven we ons niet eerst daar in dat kleine hok op te slui ten. Weet je, ik heb dien lotion namelyk tot dusver altyd alleen klaar gemaakt, want je. hebt er geen idéé van, hoe voor zichtig we moeten zijn. Het is werkelyk een goed artikel en de concurrenten loeren er dan ook voortdurend op. Telkens weer vertellen me m'n jonge helpers hier, dat iemand op meer of minder handige ma nier geprobeerd heeft hen uit te hooren. Maar dat zal niet gaan. Koekoek heeft me op het hart gebonden het reept aan nie mand te verraden, voor alle zekerheid is het ook nergens opgeschreven en ik mocht me er ook tot dusver door niemand bij laten helpen. Met jou is dat natuurlijk wat an ders. Ik zou waarlijk niet weten, wat jij met dat recept zou moeten beginnen. Bij de andere meisjes, zegt Koekoek, kan men er nooit zeker van zijn, dat ze zich verpra ten, hetzij uit ijdelheid dan wel door on bedachtzaamheid of zoo en dat ze zelf la ter niet eens een dergelijke zaak beginnen. Nou ja, dat alles geldt voor jou natuurlijk niet." Ze werpt Marga een witte jas toe en begint zorgvuldig haar handen in te zeepen en te borstelen. „Maar toch", ver volgt ze, „geloof ik, dat je beter doet Koe koek er maar niets van te zeggen, dat ik je mee heb genomen, trouwens, ik zou er maar niemand iets van vertellen, hè? Koe koek is verschrikkelijk streng, weet je". Marga stemt aarzelend toe. Heelemaal gerust voelt ze zich toch niet. Als de be drijfsleider er nu door een of ander toeval eens achter komt? Is het niet volkomen in strijd met hun vertrouwelijke overeen komst? (Wordt vervolgd)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1942 | | pagina 5