DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN
DUITSCHLAND
Momentje
WOENSDAG 15 APRIL 1942
33ste Jaargang No. 10226
©eCcid^keSoii/ta/iit
Bureaux Papengracht 32.
Telefoon: Redactie 20015 Administratie 20935.
Giro 103003. Postbus 11.
EEN NIEUWE OPROEP
VAN BOSE
AAN HET BRITSCH-INDISCHE VOLK
Ter gelegenheid van den herdeinkings-
dag van het bloedbad van Amritsar, waar
bij 400 Indiërs door de Engelschen gedood
werden, heeft de leider der Indische Natio
nalisten, Soebhas Chandra Bose, een op
roep gericht tot het Indische volk, waarin
hij o.a. het volgende zegt:
„Het bloedbad van Jalianwalle Bagh in
Amritsar, in April 1919, was de dank voor
het feit, dat Indië in den yorigen wereld
oorlog zijn bloed en zijn goud geofferd
heeft voor de ondersteuning van Engeland.
Door vernedering, kneveling en wreed
heid werd de ziel van Indië eindelijk ge
wekt. Het Indische volk kreeg zijn vuur
doop in dit geloof aan de vrijheid. Het
buitengewone feit van het ontwaken, dat
in het geheele land op deze gebeurtenis
volgde, stelde Indië in staat met groote
stappen zijn doel der vrijheid tegemoet te
treden. De politieke ontwikkeling van het
moderne Indië is thans op haar hoogtepunt
gekomen en Indië is thans in staat om zon
der groote vertragingen zijn vrijheid te
verkrijgen. Het tegenwoordige wereld
conflict plaatst Indië op een kruispunt van
zijn geschiedenis. Aan den eenen kant ziet
het de wanhopige pogingen van het oude
wereldrijk om vast te houden wat het
heeft binnengehaald. Aan den anderen
kant staat een nieuwe wereld, die Indië
eindelijk de kans biedt op verandering en
op vervulling van zijn vurige wenschen.
De botsing tusschen het oude en het nieu
we maakt de oude ordening kapot en wan
neer Indië zich in deze crisis aan de zijde
van Engeland zou plaatsen, zou het ook
stellig met Engeland ten onder gaan. De
eenige keuze van Indië is derhalve, de
oude ordening en de daarachter staande
belangen volkomen van de hand te wijzen
en alles in het werk te stellen om de natio
nale bevrijding ten uitvoer te brengen.
De militaire toestand is thans zoo, dat
een kind kan voorspellen, wat er gaat ge
beuren. De Engelschen zijn uit Europa ver
dreven. Ook in Afrika zijn zij reeds op den
aftocht. Het Nabije- en Midden-Oosten,
thans weliswaar nog onder Britsche con
trole, is als een kruitvat, dat elk oogen-
blik in de lucht kan springen. In Oost-
Azië zijn de Engelschen overal door de
Japanners overwonnen. De Britsche heer
schappij ter zee, door welker macht het
wereldrijk gesticht werd, is nog slechts
een sprookie en de hegemonie op den
Indischen Oceaan ligt thans volkomen in
handen van de Japansche marine. De Brit
ten bezitten noch een gelijkwaardige
luchtmacht, noch een vloot of landmacht,
die zij tegenover een modern leger in Indië
kunnen ülaatsen. Kortom, het Engelsche
wereldrijk valt zienderooeen uit elkaar.
Het is een vierkante leugen te beweren,
dat de vijanden van het Britsche imperia
lisme Indië wilden aanvallen. Deze
mogendheden Duitschland en Japan
zijn vrienden van de Indische vrijheid,
doch vijanden van de in Indië gevestigde
militaire basis.
Ik zou derhalve aan mijn Engelsch-
gezinde Landgenooten den raad willen
geven, niet op valschen grondslag de haat
tegen de landen van het Driemogendheden-
pact te prediken, doch liever de Britsche
militaire basis uit ons land te verwijderen.
Doen zij dit, dan sta ik er borg voor, dat
de mogendheden van het Drielandenpact
Indië volkomen ongemoeid zullen laten. Ik
mag wel aannemen, dat mijn landgenooten
zooveel vertrouwen in mij stellen, dat zij
weten, dat ik nooit iets zou zeggen of doen
wat in strijd is met de belangen en de eer
van Indië. Al mijn gedachten en streven
zijn er thans enkel en uitsluitend op ge
richt, mijn moederland zoo spoedig moge
lijk te leiden naar vrijheid en vrede".
De karakteristiek van
Churchill
Den laatsten tijd is reeds herinnerd aan
een groot aantal uitlatingen van Winston
Churchill van vroeger, die de ware gezind
heid van den huidigen Britschen premier
aantoonen jegens alle plannen om Indië
formeele rechten en vrijheden te ver-
leenen.
Het departement van buitenlandsclie
zaken is in staat een nieuwe authentieke
bijdrage tot de karakteristiek van Chur
chill te publiceeren. Onder de in Duitsch
bezit geraakte documenten van het Pool-
sche ministerie van buitenlandsche zaken
bevinden zich ook rapporten van den vroe-
geren Poolschen ambassadeur in Londen,
graaf Razynski, die de onderhandelingen
over het in 1936 op de agenda staande ont
werp van wet betreffende de autonomie
van Indië behandelen. In een van deze rap
porten wordt er op gewezen, dat een groep
Engelsche conservatieven onder leiding
van Churchill een verbeten campagne heb
ben gevoerd tegen het ontwerp. Boven
dien spreekt de vroegere Poolsche diplo
maat nog over een andere kwestie, die
thans weer van actueele beteekenis is. Er
wordt n.l. in verband met Indië gewezen
op het Engelsche wantrouwen ten aanzien
van de kuiperijen der Sowjetregeering in
Centraal-Azië, welke naar de meening van
Churchill ten doel hadden, de Engelsche
positie in de wereld in te nemen. De be
wuste passages van het genoemde rapport
luiden vertaald als volgt:
„Ambassade der Poolsche republiek in
Londen 28/3/1935. O.P.S./M.G. 14/1 a/7
Aan den minister van buitenlandsche zaken
te Warschau. Politiek rapport nummer
8/35. Autonomie voor Indië
Op het oogenblik wordt de lezing van
het wetsontwerp behandeld in de commis
sie van het Lagerhuis. Het schijnt, dat de
eindstemming over de wet in de voltallige
vergadering van het Huis niet vóór Juni
geschieden zal, vooral aangezien de re
geering zonder twijfel de aanwezigheid
van de Indische vorsten in Londen bij de
Berichten van vóór 10 Mei
1940 een keten van
leugen en bedrog
Aan een rede, die de secretaris-generaal
prof. Goedewaagen op het internationaal
journalistencongres te Venetië heeft gehou
den, ontleenen wij het volgende:
Wanneer de oorlog eenmaal is verklaard,
is de waarheid het eerste slachtoffer, zoo
luidt een Engelsch psreekwoord. De Brit
sche staatsman Stanley Baldwin ging nog
verder. Van hem is het gezegde afkomstig:
in de arena van den strijd tusschen de vol
keren stelt de mensch boven de waarheids
liefde de vaderlandsliefde als de onontbeer
lijke staatsmansdeugd. De Engelsch-Ame-
rikaansche oorlogsberichtgeving sedert 1939
is een bewijs ervoor, dat het kamp der ge
allieerden zich nog steeds op dit principe
baseert.
Het valt niet te ontkennen, dat in het
bijzonder Engeland met deze tactiek suc
ces heeft gehad. Weliswaar heeft het met
de tallooze leugens, die het reeds de we
reld in gezonden heeft, nog geen enkele
overwinning behaald, het heeft het ech
ter wel daarheen kunnen leiden, dat de
eene neutrale staat na den andere zich er
toe heeft laten verleiden, op tallooze slag
velden de plaatsen in te nemen, welke door
Engelsche soldaten hadden moeten worden
ingenomen, daar Engeland dezen oorlog is
begonnen.
Het voordeel, dat op deze wijze werd
behaald, zal later evenwel slechts een
schijnbaar voordeel blijken te zijn. Er be
staat een opvallende overeenkomst tus
schen de middelen, waarmede de Brit
ten zulk een rechtstreeksch voordeel heb
ben behaald en de methoden, die de Jo
den voor de jacht op gewin gebruiken. In
beide gevallen wordt slechts gelet op het
directe voordeel, in de verwachting, dat
dit succes, op welke oneerbare wijze ook
verkregen, later wel behouden en gerecht
vaardigd kan worden. In beide gevallen
werkt deze handelwijze echter op den duur
als een boemerang. Daarom zal deze oor
log zoowel voor het Jodendom als voor En
geland fataal worden. De volkeren zullen
zich vol verachting van hen afwenden.
Daar de Anglo-Amerikaansche wereld
een werktuig in de handen van het Joden
dom is, is 't ook alleszins logisch, dat de mid
delen, die in het kamp der geallieerden
worden toegepast, typisch Joodsch zijn, n.l.
bluf, brutaie leugenachtigheid, gepaard
met lafheid en verraad, alsmede de zucht,
den oorlog te gebruiken tot persoonlijk
voordeel, in plaats van tot verschaffing van
in de eerste dagen van Mei beginnende
jubileumplechtigheden voor den koning
zou willen gebruiken om rechtstreeks met
hen contact te zoeken. Intusschen voert een
groep conservatieven, de zgn. „Diehards"
onder leiding van Winston Churchill ver
der een verbeten campagne tegen het wets
ontwerp. De groep der „Diehards" omvat
in het Lagerhuis ongeveer 90 leden (bij een
totaal aantal van 510 conservatieven) en
zal waarschijnlijk tezamen met de in het
Lagerhuis 55 leden tellende Labour-partij
dat deel van het Huis vormen, dat ook bij
de derde lezing zal stemmen vóór ver
werping van de wetZoo worden ook
alle gebeurtenissen, die zich in Indië zelf
afspelen dan wel daar een zekeren invloed
kunnen uitoefenen, vooral door de ultra
conservatieve pers uitvoerig van commen
taar voorien. Tot dergelijke gebeurtenissen
moet in den laatsten tijd de bloedige op
stand in Karatsji gerekend worden, welke
op 19 Maart is voorgevallen en die nog
maals heeft bewezen, dat de plaatselijke
bevolking nog niet op het peil staat, dat
haar in staat zal stellen op breederen grond
slag deel te nemen aan de regeering des
lands. Een tweede gebeurtenis van geheel
ander karakter die in de toekomst al naar
den loop der gburtenissen verstrekkende
gevolg kan hebben voor de positie van
Engeland in Indië, is de bezetting van
Chineesch Turkestan door het Sowjetleger
gedurende de laatste maanden, waardoor
dit land in feite werd afgescheiden van
de Chineesche republiek. Ook al kan vol
gens de persstemmen alhier te oordeelen de
uitroeping van een Sow jetrepubliek daar
voorloopig niet verwacht worden, de be
zetting van dit land, dat in uitgestrektheid
driemaal zoo groot is als Frankrijk en een
gemeenschappelijke grens heeft met Indië
en Tibet, door troepen van het Roode
leger geeft toch den Sowjets de mogelijk
heid op dit punt van Midden-Azië een
sterke strategische positie op te richten.
Dit land, welks handelsomzet met de Sow
jets 90 procent uitmaakte van zijn geheelen
ruilhandel, is ook een belangrijk econo
misch gebied. Om bovengenoemde redenen
zijn dus de Sowjets reeds sedert eenige
jaren steeds krachtiger gepenetreerd in
Chineesch Turkestan. Hun huidige positie
daar kan men daarentegen vergelijken met
een feitelijk protectoraat over dit land. De
hierboven aangehaalde gebeurtenissen wor
den door de „Diehaards" in talrijke door
hen georganiseerde vergaderingen in ver
scheidene steden in Engeland ijverig uit
gebuit. Een der grootste vergaderingen
was die van de India Defence League,
waaraan door 5000 leden werd deelgeno
men en die op 28 Maart in Londen is ge
houden. De voornaamste sprekers, Winston
Churchill en lord LLoyd, waarschuwden
de regeering ervoor op onvoorzichtige wijze
Indië een grondwet te geven, die een ver
mindering van de Engelsche heerschappij
in Indië tot uitdrukking zou brengen en
vervolgens ook op gelijke wijze in het ge
heele Britsche Rijk consequenties zou heb
ben. Aanknoopende aan het van den kant
der Sowjets dreigende gevaar, sprak Chur
chill de karakteristieke woorden uit:
„Anderen wachten er reeds op onze positie
in de wereld in te nemen",
levensruimte voor het volk, dat zijn bloed
moet geven en de ontberingen van den
strijd moet dragen.
Dat de berichtgeving is geworden tot
een middel voor het behalen van persoon
lijke voordeelen, is feitelijk niet verwon
derlijk.
Onder de monopolievorming in den berich
tendienst heeft de objectiviteit der berich
ten en daarmede van de dagbladen in de
kapitalistische landen ontzaglijk geleden.
Op geraffineerde wijze werd dit den vol
ken zelf verborgen gehouden. Immers
kreeg de krantenlezer, die met de namen
van de buitenlandsche nieuwsbureaux, wel
ke herhaaldelijk in zijn blad werden ge
noemd, bekend was geworden, den indruk
van veelzijdigheid en objectivitei. Hij wist
echter niet, welke afspraken zonder zijn
medeweten waren gëmaakt.
Prof. Goedewaagen vervolgde, na op den
bijna monopolistischen invloed van Reuter
op ons land en koloniën tijdens de oor
logsjaren 19141918, te hebben gewezen:
Hoe onwaarschijnlijk en zonderling het
den nuchteren menschen ook aandoet,
in den Britschen bèrichtendienst over
treft de ophitsing en de leugen vaak
de zakelijke berichtgeving. Vraagt
men, waartoe al deze leugens dienen
en waarom steeds weder dezelfde tac
tiek wordt toegepast, dan moet het
antwoord luiden: omdat deze tactiek
de eenige is, die de anglo-^meri-
kanen kunnen toepassen.
Wanneer zij de waarheid schreven, zou de
oorlog reeds lang geëindigd zijm Zonder de
leugen hadden de volken reeds lang be
grip voor de nieuwe orde gekregen. De ka
pitalistische wereld is aan het einde van
haar argumenten, kan zich echter niet ge
wonnen geven, daar dit de dood zou zijn
van het kapitalisme en de dragers ervan,
het Jodendom. Daarom is geen compromis
mogelijk, zoolang de Jood in de Anglo-Ame
rikaansche wereld de macht bezit. Daarom
zal de leugen onbeschaamd voortbestaan,
onaangetast door de feitelijke gebeurtenis
sen, die hem steeds weer logenstraffen.
Spr. behandelde vervolgens de toe
standen, zooals die vroeger in Neder
land op persgebied waren en noemde
in dit verband het persbureau Vaz
Diasdat geleid werd door Joden.
Prof. Goetewaagen herinnerde aan een
typisch voorbeeld van de verderfelijke po-
litiel van liet Reuter-bureau. In de maan
den van 1939 en 1940 toen Nederland nog
nier in een oorlog was betrokken, onder
vond de Nederlandsche scheepvaart groote
moeilijkheden door qc Britsche contraban
de-politiek. Dit gaf de Nederlandsche re
geering aanleiding tot het uitgeven van
een „Oranjet.oek", waarin de desbetreffen
de briefwisseling werd gepubliceerd. Dit
boek verscheen den 3en November 1939.
Eenigen tijd na de publicatie van dit
Oranjeboek wendde het persbureau Reu
ter zich tot de Nederlandsche regeering
met verzoek om een verklaring inzake de
beteekenis van de Engelsche contrabande-
politiek voor Nederland. Aan dit verzoek
werd o.a. door verwijzing naar genoemd
Oranjeboek gevolg gegeven. Kort daarop
kondigde Chamberlain verscherpte maatre
gelen tegen den Duitschen uitvoer door
middel van neutrale schepen aan.
Den 28en November 1939 publiceer
de de Britsche pers Reuterberichten,
die bovengenoemde informatieve me-
dedeelingen van Nederlandsche zijde
voorstelden als een na de rede van
Chamberlain afgelegde Nederlandsche
regeeringsverklaring.
Het Nederlandsche volk, zeide prof. Goe-
dewagen verder, werd niet slechts voor en
tijdens de Meidagen 1940 door de Engel
sche agitatie op matelooze en misdadige
wijze misleid. De oorlogsschade is geluk
kig naar verhouding gering gebleven. Waar
zij echter grooteren omvang aannam, was
zij indirect het gevolg van Engelsche op
hitsing, waardoor zooals in het bijzon
der' te Middelburg het verzet nog voort
duurde toen het reeds geen zin meer had
en derhalve de Duitsche militaire autori
teiten dwong tot het in den strijd brengen
van zware wapens.
Sedert den 15en Mei 1940 ziet de Engel
sche agitatie, naast een woest schelden op
en verdacht maken van de N.S.B. en haar
leidende mannen, haar voornaamste taak
in het openlijk en bedekt aansporen tot sa
botagedaden van allerlei aard.
Een bijzondere rol speelde de Engelsch-
Amerikaansche propaganda bij de gebeur
tenissen in het Zuidzeegebied, die tot het
voor Nederland zeer smartelijke verlies
van de Nederlandsch-Indische eilanden
hebben geleid en tot de bloedoffers, wel
ker grootte ook den bloedverwanten thans
voor een groot deel nog niet bekend is.
Dat de emigranten-regeering te Londen en
Batavia de eilanden in het conflict mee
sleepte, vormt een misdaad op zichzelf,
daar zij voor een dergelijk optreden geen
enkele machtiging had.
Spr. schetste vervolgens, hoe de En-
gelsch-Amerikaansche buitenlandsche poli
tiek tengevolge had, dat de Nederlanders
met hun Indische eilanden zorgeloos om
sprongen, daar zij zich door dezen zwen
del lieten misleiden en geloofden, dat de
Japanners uit de Nederlandsch-Indische
wateren waren weggeveegd.
Hoe de afloop was van den zeeslag op
Java, weten wij intusschen uit de berich
ten van het keizerlijke Japansche hoofd
kwartier, die door de Britsche admiraliteit
zijn toegegeven. Denzelfden dag echter
landden de Japanners tegelijkertijd op drie
belangrijke plaatsen op het eiland Java, en
de zinnelooze opoffering van het rijke en
mooie koloniale bezit van Nederland vond
haar tragische besluit.
Het is één keten van leugen en bedrog
en het Nederlandsche volk. zoo besloot
prof. Goedewaagen, heeft met zware offers
en verliezen moeten betalen. Zij zijn niet
vergeefsch geweest, wanneer het thans
laat, doch nog niet t e laat gelukt, te
bereiken, dat het geheele Nederlandsche
volk zich op zijn Europeesche taak bezint
en zich schaart in de zich vormende ge
meenschap der Germaansche volken.
STRIJDT VOOR EUROPA
Aanvats operalies in centra-
ien sector van Oostelijk iront
Hot Duitsche weermachtsber icht van gis-
temamiddag luidt:
„Oip het schiereiland Kertsj en in het
Donetzgebied vonden behalve plaatselijke
aanvallen van vrij zwakke vijandelijke
strijdkrachten geen belangrijke gevechts
handelingen plaats.
Duitsche gevechtsvliegtuigen beschadig
den in een haven aan de kust van de Kau-
kasus een groot bolsjewistisch tankschip
door bomtreffers.
In den centralen sector van het Ooste
lijke front werd bij succesvolle eigen aan-
valsoperaties een vrij groot aantal plaat
sen veroverd. Hier en daar werden vrij
sterke, door pantserwagens ondersteunde
aanvallen van den vijand afgeslagen.
In den Noordelijken sector van het front
werd een gevechtsgroep van den vijand
ingesloten en vernietigd. In den tijd van
9 tot 13 April werden aan het Oostelijke
front 175 vijandelijke pantserwagens ka
potgeschoten.
Zooals reeds in een extrabericht is me
degedeeld, hebben Duitsche duikbooten in
de Noordelijke IJszee een uit Moermansk
uitgeloopen convooi aangevallen en twee
Amerikaansohe transportschepen met een
gezameniijtoen inhoud van 12.200 brt. tot
zinken gebracht, waarvan er één reeds
door bommen van Duitsche vliegtuigen
was beschadigd. Gevechtsvliegtuigen heb
ben van hetzelfde convooi een tankschip
van 4.000 brt. in den grond geboord en een
groot koopvaardijschip zoo ziwaar bescha
digd, dat het verloren geacht moet wonden.
Op den Atlantischen Oceaan hebben
duikbooten twaalf vijandelijke koopvaar
ders met tezamen 104.000 brt. tot zinken
gebracht.
Bijna al deze schepen, waaronder zich
zeven groote tanikbooten bevonden, wer
den vlak onder de Ameriikaansche Oost
kust getorpedeerd.
In Noord-Afrika werden aanvallen van
sterke Britsche gevechtsgroepen afgesla
gen. Bij de achtervolging werd den vij
and zware verliezen toegebracht. Zeven
pantserwagens en ander oorlogstuig wer
den vernietigd of buitgemaakt. In de Mar-
marische woestijn werden Britsche auto
colonnes en een vliegtuig gébombardeerd
De aanvallen op militaire installaties op
het eiland Malta werden overdag en des
nachts voortgezet.
Lichte gevechtsvliegtuigen vielen over
dag havenwerken en ravitailleeringsinstal-
laties aan de Engelsche Zuidkust succesvol
met bommen aan en vernielden een fa
brieksgebouw.
In .den afgeloopen nacht hebben forma
ties zware Duitsche gevechtsvliegtuigen
een voor de ravitailleering belangrijke ha
ven aan de monding van de Humber met
goede uitwerking gebombardeerd.
Een germg aantal Britsche bommenwer
pers trachtte in den nacht van 13 op 14
April het Noordwest-DuitsChe kustgebied
aan te vallen. Een vijandelijk vliegtuig
werd neergeschoten.
Bij de successen op den Atlantischen
Oceaan hébben de duikbooten van den lui
tenant-ter-zee 1ste klasse, Hardegen en
van den luitenant-ter-zee 2de klasse Las
sen, zich bijzonder onderscheiden.
De bemanning van een Duitsch vliegtuig,
bestaande uit den Oberfeldwebel Nitséh,
Feldwebel Schaefer, Feldwebel Richter en
Obergefreiter Hartmann heeft ongeacht
zeer krachtig vuur van het vijandelijke
luchtdoelgeschut en jagers een belangrijke
opdracht over bet Suezkanaal met groot
élan uitgevoerd.
Organisatie voor het
bedrijfsleven
Heden is verschenen het vijfde uitvoe
ringsbesluit van den secretaris-generaal
van het departement van handel, nijver
heid en scheepvaart betreffende een zelf
standige organisatie van het Nederland
sche 'bedrijfsleven.
Krachtens dit vijfde uitvoeringsbesluit
wordt ingesteld een raad voor het bedrijfs
leven, welke tot taak heeft de algemeene
belangen van het georganiseerde bedrijfs
leven te behartigen. Hij moet daarbij re
kening houden met de belangen van het
geheele bedrijfsleven en waken voor de
belangen van den staat.
Deze raad voor het bedrijfsleven is een
overkoepel ingso rga an voor de zes hoofd
groepen, t.w. industrie, handel, ambacht,
banken, verzekeringswezen en verkeer,
alsmede voor de kamers van koophandel
en fabrieken. Hij bestaat uit veertien le
den, waaronder q.q. de voorzitters der
hoofdgroepen van de organisatie voor het
bedrijfsleven, alsmede de voorzitters van
de Kamers van Koophandel en fabrieken
te Amsterdam en te Rotterdam.
De secretaris-generaal van het departe
ment van handel, nijverheid en scheep
vaart heeft tot voorzitter benoemd mr. H.
L. Woltersom en tot plaatsvervangende
voorzitters de beeren F. R. J. Gips en T.
J. Twijnstra.
De Raad is bedoeld als adviseerend
college, zoowel voor den staat als ook
voor die organisatie van het bedrijfs
leven zjelf ten aanzien van economi
sche vraagstukken. De Raad: heeft ver-
KAASIE RUILT
Mijn vriend de koekoloog uit de Bo-
terstraat wreef zich vergenoegd in de
handen en zei: Was dat effe kaasie!
Dat kaasie is zijn stopwoord,
waaraan hij dan ook zijn naam
ontleent. Zijn oogen lachten verrader
lijk in zijn bolle gezicht, dat mij in
dezen tijd altijd weer verbaast ondanks
zijn hardnekkig volgehouden bewering,
dat dat allemaal zenuwen zijn. Ik geloof
niet aan die zenuwen i an mijn vriend
den koekoloog, alias Kaasie. Ik denk er
zelfs het mijne van. Maar goed, hij
wreef zich de handen en lachte verge
noegd onder zijn reeds grijze, helmbos-
wuivende purmerend-wave. En ik
moest dus wel vragen naar de oorzaak
van die vreugde.
En hij vertrouwde mij het geheim
toe. Ik heb vanmiddag vette gans
gegeten. Ik zette oogen op als boter
hambordjes en hij glunderde.
Ja, je vraagt je af hoe ik daaraan
gekomen ben. O, heel eenvoudig.
Ik had vijf sigaren en ik kende een
boer, die dolgraag een paar sigaren
wilde hebben. Ik ging naar hem toe en
zei: ik heb vijf sigaren en jij hebt
eieren. Vijf sigaren tegen twaalf eieren.
Goed zei die boer en ik weg met twaalf
eieren. Toen ging ik met die eieren naar
mijn sigarenleverancier en stelde een
ruiling voor van 12 eieren tegen 25 si
garen, want in de stad zijn ze gek op
eieren. Ook dat lukte. Ik terug naar
dien boer en ik zei: Jij hebt een eend
en ik heb 25 sigaren. Ruilen? Hij deed
het. Ik weer naar mijn sigarenwinke
lier en ik ruilde daar de eend voor 50
sigaren. Toen weer terug naar mijn
boer en ik zei: Jij hebt een vette gans
en ik heb 50 sigaren. Ruilen? Accoord
zei hij. En zoo heb ik vette gans ge
geten eindigde Kaasie en hij smakte
nog eens wellustig met tong en lippen.
Maar toen heb ik mijn vriend den
koekoloog vierkant de straat op ge
bonjourd. Want om iemand bij de
mondjesmaat van thans zoo voor den
gek te houden, dat is al te gek.
En nu zijn wij dus gebrouilleerd.
dier tot taak de boekhouding en de re
kening en verantwoording van de be
drijfsorganisaties en van de Kamers
van Koophandel te onderzoeken. Ook
treedt hij op als scheidsrechter bij ge
schillen, welke tusschen de hoofdgroe
pen rijzen kunnen.
Tenslotte is de Raad belast met de be
slissing van de geschillen, bedoeld in ar
tikel 23 van het derde uitvoeringsbesluit.
Deze geschillen betreffen de door de voor
zitters van de hoofdgroepen of bedrijfs
groepen krachtens artikel 17 vam het der
de uitvoeringsbesluit opgelegde straffen.
Verder beslist de raad of een lid van een
bedrijfsorganisatie zich aan een oneervolle
handeling heeft schuldig gemaakt. Bij be
handeling van zaken betreffende oneer
volle handelingen treedt de raad als
„eereraad voor het bedrijfsleven" op.
In den raad voor het bedrijfsleven heb
ben q.q. zitting de aangewezen c.q. aan te
wijwn voorzitters der zes hoofdgroepen,
mitsgaders de voorzitters van de Kamers
van Koophandel en Fabrieken te Amster
dam en Rotterdam, t.w. de beeren mr. H.
L. Woltersom (banken) voorzitter, T. J.
Twijustra (industrie), F. Gips ('handel), J.
van Willigen (welke benoemd zal worden
tot voorzitter van de hoofdgroep ambacht),
prof. dr. A. O. Holwerda (verzekering), W.
H. de Monchy (verkeer), mr. F. W. A. de
Koek van Leeuwen (Kamer van Koophan
del, Amsterdam), mr. K. P. van der Man-
dele (Kamer van Koophandel, Rotterdam).
Door den secretaris-generaal van het de
partement van handel, nijverheid en
scheepvaart werden bovendien tot leden
benoemd voor een periode eindigende 31
December 1942, de heeren: ir. E. van Die
ren, s.i., raadgevend ingenieur te Rotter
dam, H. L. van Eeghen, lid van de firma
van Eeghen en Co. te Amsterdam, mr. W.
G. F. Jonge jan, voorzitter van den onder-
nemersraad voor Ned. Indië te 's-Graven-
hage, dr. L. P. Krantz, directeur van de
N.V. J. J. Krantz en Zn., te Leiden, H. C.
van Maasdijk, directeur van de Nederland
sche bank instelling etc. te 's-Gravenhage,
mr. B. J. M. van Spaendonck, algemeen
secretaris van de Kamer van Koophandel
en Fabrieken voor Noord-Brabant te Til
burg.
Tot secretaris van den raad voor het
bedrijfsleven zal benoemd worden mr. J.
W. H. Behrens te 's-Gravenhage.
Het bureau van den raad zal gevestigd
worden te 's-Gravenhage, Bezuidenbout-
scheweg 72, tel. 772067.
U STAAT NIET ALLEEN.
U staat niet alleen wanneer u zich in
teresseert voor de Nederlandsche Ambu
lance. Reeds duizenden Nederlanders gin
gen u voor. Er zijn er onder hen, die maan
delijks een vast bedrag gireeren, anderen
doen mee aan de zoogenaamde verjaar-
dagsstorting weer anderen zenden telkens
de opbrengst van de kaartpot in. Zoo heeft
zich een kern van „steunpilaren" der Ne
derlandsche Ambulance gevormd, een
kern waarop men terecht trotsoh kan zijn.
Treedt toe tot deze groep. Draagt uw deel
bij tot het weslagen van de Nederlandsche
hulpexpeditie aan het Oostfront.
Maakt er vandaag een begin mee en
stort een bijdrage op girorekening
8 7 6 0 0
Nederlandsche Ambulance,
Koninginnegracht 22 's-Gravenhage.