DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN DUITSCHLAND Momentje WOENSDAG 15 APRIL 1942 33ste Jaargang No. 10226 ©eCcid^keSoii/ta/iit Bureaux Papengracht 32. Telefoon: Redactie 20015 Administratie 20935. Giro 103003. Postbus 11. EEN NIEUWE OPROEP VAN BOSE AAN HET BRITSCH-INDISCHE VOLK Ter gelegenheid van den herdeinkings- dag van het bloedbad van Amritsar, waar bij 400 Indiërs door de Engelschen gedood werden, heeft de leider der Indische Natio nalisten, Soebhas Chandra Bose, een op roep gericht tot het Indische volk, waarin hij o.a. het volgende zegt: „Het bloedbad van Jalianwalle Bagh in Amritsar, in April 1919, was de dank voor het feit, dat Indië in den yorigen wereld oorlog zijn bloed en zijn goud geofferd heeft voor de ondersteuning van Engeland. Door vernedering, kneveling en wreed heid werd de ziel van Indië eindelijk ge wekt. Het Indische volk kreeg zijn vuur doop in dit geloof aan de vrijheid. Het buitengewone feit van het ontwaken, dat in het geheele land op deze gebeurtenis volgde, stelde Indië in staat met groote stappen zijn doel der vrijheid tegemoet te treden. De politieke ontwikkeling van het moderne Indië is thans op haar hoogtepunt gekomen en Indië is thans in staat om zon der groote vertragingen zijn vrijheid te verkrijgen. Het tegenwoordige wereld conflict plaatst Indië op een kruispunt van zijn geschiedenis. Aan den eenen kant ziet het de wanhopige pogingen van het oude wereldrijk om vast te houden wat het heeft binnengehaald. Aan den anderen kant staat een nieuwe wereld, die Indië eindelijk de kans biedt op verandering en op vervulling van zijn vurige wenschen. De botsing tusschen het oude en het nieu we maakt de oude ordening kapot en wan neer Indië zich in deze crisis aan de zijde van Engeland zou plaatsen, zou het ook stellig met Engeland ten onder gaan. De eenige keuze van Indië is derhalve, de oude ordening en de daarachter staande belangen volkomen van de hand te wijzen en alles in het werk te stellen om de natio nale bevrijding ten uitvoer te brengen. De militaire toestand is thans zoo, dat een kind kan voorspellen, wat er gaat ge beuren. De Engelschen zijn uit Europa ver dreven. Ook in Afrika zijn zij reeds op den aftocht. Het Nabije- en Midden-Oosten, thans weliswaar nog onder Britsche con trole, is als een kruitvat, dat elk oogen- blik in de lucht kan springen. In Oost- Azië zijn de Engelschen overal door de Japanners overwonnen. De Britsche heer schappij ter zee, door welker macht het wereldrijk gesticht werd, is nog slechts een sprookie en de hegemonie op den Indischen Oceaan ligt thans volkomen in handen van de Japansche marine. De Brit ten bezitten noch een gelijkwaardige luchtmacht, noch een vloot of landmacht, die zij tegenover een modern leger in Indië kunnen ülaatsen. Kortom, het Engelsche wereldrijk valt zienderooeen uit elkaar. Het is een vierkante leugen te beweren, dat de vijanden van het Britsche imperia lisme Indië wilden aanvallen. Deze mogendheden Duitschland en Japan zijn vrienden van de Indische vrijheid, doch vijanden van de in Indië gevestigde militaire basis. Ik zou derhalve aan mijn Engelsch- gezinde Landgenooten den raad willen geven, niet op valschen grondslag de haat tegen de landen van het Driemogendheden- pact te prediken, doch liever de Britsche militaire basis uit ons land te verwijderen. Doen zij dit, dan sta ik er borg voor, dat de mogendheden van het Drielandenpact Indië volkomen ongemoeid zullen laten. Ik mag wel aannemen, dat mijn landgenooten zooveel vertrouwen in mij stellen, dat zij weten, dat ik nooit iets zou zeggen of doen wat in strijd is met de belangen en de eer van Indië. Al mijn gedachten en streven zijn er thans enkel en uitsluitend op ge richt, mijn moederland zoo spoedig moge lijk te leiden naar vrijheid en vrede". De karakteristiek van Churchill Den laatsten tijd is reeds herinnerd aan een groot aantal uitlatingen van Winston Churchill van vroeger, die de ware gezind heid van den huidigen Britschen premier aantoonen jegens alle plannen om Indië formeele rechten en vrijheden te ver- leenen. Het departement van buitenlandsclie zaken is in staat een nieuwe authentieke bijdrage tot de karakteristiek van Chur chill te publiceeren. Onder de in Duitsch bezit geraakte documenten van het Pool- sche ministerie van buitenlandsche zaken bevinden zich ook rapporten van den vroe- geren Poolschen ambassadeur in Londen, graaf Razynski, die de onderhandelingen over het in 1936 op de agenda staande ont werp van wet betreffende de autonomie van Indië behandelen. In een van deze rap porten wordt er op gewezen, dat een groep Engelsche conservatieven onder leiding van Churchill een verbeten campagne heb ben gevoerd tegen het ontwerp. Boven dien spreekt de vroegere Poolsche diplo maat nog over een andere kwestie, die thans weer van actueele beteekenis is. Er wordt n.l. in verband met Indië gewezen op het Engelsche wantrouwen ten aanzien van de kuiperijen der Sowjetregeering in Centraal-Azië, welke naar de meening van Churchill ten doel hadden, de Engelsche positie in de wereld in te nemen. De be wuste passages van het genoemde rapport luiden vertaald als volgt: „Ambassade der Poolsche republiek in Londen 28/3/1935. O.P.S./M.G. 14/1 a/7 Aan den minister van buitenlandsche zaken te Warschau. Politiek rapport nummer 8/35. Autonomie voor Indië Op het oogenblik wordt de lezing van het wetsontwerp behandeld in de commis sie van het Lagerhuis. Het schijnt, dat de eindstemming over de wet in de voltallige vergadering van het Huis niet vóór Juni geschieden zal, vooral aangezien de re geering zonder twijfel de aanwezigheid van de Indische vorsten in Londen bij de Berichten van vóór 10 Mei 1940 een keten van leugen en bedrog Aan een rede, die de secretaris-generaal prof. Goedewaagen op het internationaal journalistencongres te Venetië heeft gehou den, ontleenen wij het volgende: Wanneer de oorlog eenmaal is verklaard, is de waarheid het eerste slachtoffer, zoo luidt een Engelsch psreekwoord. De Brit sche staatsman Stanley Baldwin ging nog verder. Van hem is het gezegde afkomstig: in de arena van den strijd tusschen de vol keren stelt de mensch boven de waarheids liefde de vaderlandsliefde als de onontbeer lijke staatsmansdeugd. De Engelsch-Ame- rikaansche oorlogsberichtgeving sedert 1939 is een bewijs ervoor, dat het kamp der ge allieerden zich nog steeds op dit principe baseert. Het valt niet te ontkennen, dat in het bijzonder Engeland met deze tactiek suc ces heeft gehad. Weliswaar heeft het met de tallooze leugens, die het reeds de we reld in gezonden heeft, nog geen enkele overwinning behaald, het heeft het ech ter wel daarheen kunnen leiden, dat de eene neutrale staat na den andere zich er toe heeft laten verleiden, op tallooze slag velden de plaatsen in te nemen, welke door Engelsche soldaten hadden moeten worden ingenomen, daar Engeland dezen oorlog is begonnen. Het voordeel, dat op deze wijze werd behaald, zal later evenwel slechts een schijnbaar voordeel blijken te zijn. Er be staat een opvallende overeenkomst tus schen de middelen, waarmede de Brit ten zulk een rechtstreeksch voordeel heb ben behaald en de methoden, die de Jo den voor de jacht op gewin gebruiken. In beide gevallen wordt slechts gelet op het directe voordeel, in de verwachting, dat dit succes, op welke oneerbare wijze ook verkregen, later wel behouden en gerecht vaardigd kan worden. In beide gevallen werkt deze handelwijze echter op den duur als een boemerang. Daarom zal deze oor log zoowel voor het Jodendom als voor En geland fataal worden. De volkeren zullen zich vol verachting van hen afwenden. Daar de Anglo-Amerikaansche wereld een werktuig in de handen van het Joden dom is, is 't ook alleszins logisch, dat de mid delen, die in het kamp der geallieerden worden toegepast, typisch Joodsch zijn, n.l. bluf, brutaie leugenachtigheid, gepaard met lafheid en verraad, alsmede de zucht, den oorlog te gebruiken tot persoonlijk voordeel, in plaats van tot verschaffing van in de eerste dagen van Mei beginnende jubileumplechtigheden voor den koning zou willen gebruiken om rechtstreeks met hen contact te zoeken. Intusschen voert een groep conservatieven, de zgn. „Diehards" onder leiding van Winston Churchill ver der een verbeten campagne tegen het wets ontwerp. De groep der „Diehards" omvat in het Lagerhuis ongeveer 90 leden (bij een totaal aantal van 510 conservatieven) en zal waarschijnlijk tezamen met de in het Lagerhuis 55 leden tellende Labour-partij dat deel van het Huis vormen, dat ook bij de derde lezing zal stemmen vóór ver werping van de wetZoo worden ook alle gebeurtenissen, die zich in Indië zelf afspelen dan wel daar een zekeren invloed kunnen uitoefenen, vooral door de ultra conservatieve pers uitvoerig van commen taar voorien. Tot dergelijke gebeurtenissen moet in den laatsten tijd de bloedige op stand in Karatsji gerekend worden, welke op 19 Maart is voorgevallen en die nog maals heeft bewezen, dat de plaatselijke bevolking nog niet op het peil staat, dat haar in staat zal stellen op breederen grond slag deel te nemen aan de regeering des lands. Een tweede gebeurtenis van geheel ander karakter die in de toekomst al naar den loop der gburtenissen verstrekkende gevolg kan hebben voor de positie van Engeland in Indië, is de bezetting van Chineesch Turkestan door het Sowjetleger gedurende de laatste maanden, waardoor dit land in feite werd afgescheiden van de Chineesche republiek. Ook al kan vol gens de persstemmen alhier te oordeelen de uitroeping van een Sow jetrepubliek daar voorloopig niet verwacht worden, de be zetting van dit land, dat in uitgestrektheid driemaal zoo groot is als Frankrijk en een gemeenschappelijke grens heeft met Indië en Tibet, door troepen van het Roode leger geeft toch den Sowjets de mogelijk heid op dit punt van Midden-Azië een sterke strategische positie op te richten. Dit land, welks handelsomzet met de Sow jets 90 procent uitmaakte van zijn geheelen ruilhandel, is ook een belangrijk econo misch gebied. Om bovengenoemde redenen zijn dus de Sowjets reeds sedert eenige jaren steeds krachtiger gepenetreerd in Chineesch Turkestan. Hun huidige positie daar kan men daarentegen vergelijken met een feitelijk protectoraat over dit land. De hierboven aangehaalde gebeurtenissen wor den door de „Diehaards" in talrijke door hen georganiseerde vergaderingen in ver scheidene steden in Engeland ijverig uit gebuit. Een der grootste vergaderingen was die van de India Defence League, waaraan door 5000 leden werd deelgeno men en die op 28 Maart in Londen is ge houden. De voornaamste sprekers, Winston Churchill en lord LLoyd, waarschuwden de regeering ervoor op onvoorzichtige wijze Indië een grondwet te geven, die een ver mindering van de Engelsche heerschappij in Indië tot uitdrukking zou brengen en vervolgens ook op gelijke wijze in het ge heele Britsche Rijk consequenties zou heb ben. Aanknoopende aan het van den kant der Sowjets dreigende gevaar, sprak Chur chill de karakteristieke woorden uit: „Anderen wachten er reeds op onze positie in de wereld in te nemen", levensruimte voor het volk, dat zijn bloed moet geven en de ontberingen van den strijd moet dragen. Dat de berichtgeving is geworden tot een middel voor het behalen van persoon lijke voordeelen, is feitelijk niet verwon derlijk. Onder de monopolievorming in den berich tendienst heeft de objectiviteit der berich ten en daarmede van de dagbladen in de kapitalistische landen ontzaglijk geleden. Op geraffineerde wijze werd dit den vol ken zelf verborgen gehouden. Immers kreeg de krantenlezer, die met de namen van de buitenlandsche nieuwsbureaux, wel ke herhaaldelijk in zijn blad werden ge noemd, bekend was geworden, den indruk van veelzijdigheid en objectivitei. Hij wist echter niet, welke afspraken zonder zijn medeweten waren gëmaakt. Prof. Goedewaagen vervolgde, na op den bijna monopolistischen invloed van Reuter op ons land en koloniën tijdens de oor logsjaren 19141918, te hebben gewezen: Hoe onwaarschijnlijk en zonderling het den nuchteren menschen ook aandoet, in den Britschen bèrichtendienst over treft de ophitsing en de leugen vaak de zakelijke berichtgeving. Vraagt men, waartoe al deze leugens dienen en waarom steeds weder dezelfde tac tiek wordt toegepast, dan moet het antwoord luiden: omdat deze tactiek de eenige is, die de anglo-^meri- kanen kunnen toepassen. Wanneer zij de waarheid schreven, zou de oorlog reeds lang geëindigd zijm Zonder de leugen hadden de volken reeds lang be grip voor de nieuwe orde gekregen. De ka pitalistische wereld is aan het einde van haar argumenten, kan zich echter niet ge wonnen geven, daar dit de dood zou zijn van het kapitalisme en de dragers ervan, het Jodendom. Daarom is geen compromis mogelijk, zoolang de Jood in de Anglo-Ame rikaansche wereld de macht bezit. Daarom zal de leugen onbeschaamd voortbestaan, onaangetast door de feitelijke gebeurtenis sen, die hem steeds weer logenstraffen. Spr. behandelde vervolgens de toe standen, zooals die vroeger in Neder land op persgebied waren en noemde in dit verband het persbureau Vaz Diasdat geleid werd door Joden. Prof. Goetewaagen herinnerde aan een typisch voorbeeld van de verderfelijke po- litiel van liet Reuter-bureau. In de maan den van 1939 en 1940 toen Nederland nog nier in een oorlog was betrokken, onder vond de Nederlandsche scheepvaart groote moeilijkheden door qc Britsche contraban de-politiek. Dit gaf de Nederlandsche re geering aanleiding tot het uitgeven van een „Oranjet.oek", waarin de desbetreffen de briefwisseling werd gepubliceerd. Dit boek verscheen den 3en November 1939. Eenigen tijd na de publicatie van dit Oranjeboek wendde het persbureau Reu ter zich tot de Nederlandsche regeering met verzoek om een verklaring inzake de beteekenis van de Engelsche contrabande- politiek voor Nederland. Aan dit verzoek werd o.a. door verwijzing naar genoemd Oranjeboek gevolg gegeven. Kort daarop kondigde Chamberlain verscherpte maatre gelen tegen den Duitschen uitvoer door middel van neutrale schepen aan. Den 28en November 1939 publiceer de de Britsche pers Reuterberichten, die bovengenoemde informatieve me- dedeelingen van Nederlandsche zijde voorstelden als een na de rede van Chamberlain afgelegde Nederlandsche regeeringsverklaring. Het Nederlandsche volk, zeide prof. Goe- dewagen verder, werd niet slechts voor en tijdens de Meidagen 1940 door de Engel sche agitatie op matelooze en misdadige wijze misleid. De oorlogsschade is geluk kig naar verhouding gering gebleven. Waar zij echter grooteren omvang aannam, was zij indirect het gevolg van Engelsche op hitsing, waardoor zooals in het bijzon der' te Middelburg het verzet nog voort duurde toen het reeds geen zin meer had en derhalve de Duitsche militaire autori teiten dwong tot het in den strijd brengen van zware wapens. Sedert den 15en Mei 1940 ziet de Engel sche agitatie, naast een woest schelden op en verdacht maken van de N.S.B. en haar leidende mannen, haar voornaamste taak in het openlijk en bedekt aansporen tot sa botagedaden van allerlei aard. Een bijzondere rol speelde de Engelsch- Amerikaansche propaganda bij de gebeur tenissen in het Zuidzeegebied, die tot het voor Nederland zeer smartelijke verlies van de Nederlandsch-Indische eilanden hebben geleid en tot de bloedoffers, wel ker grootte ook den bloedverwanten thans voor een groot deel nog niet bekend is. Dat de emigranten-regeering te Londen en Batavia de eilanden in het conflict mee sleepte, vormt een misdaad op zichzelf, daar zij voor een dergelijk optreden geen enkele machtiging had. Spr. schetste vervolgens, hoe de En- gelsch-Amerikaansche buitenlandsche poli tiek tengevolge had, dat de Nederlanders met hun Indische eilanden zorgeloos om sprongen, daar zij zich door dezen zwen del lieten misleiden en geloofden, dat de Japanners uit de Nederlandsch-Indische wateren waren weggeveegd. Hoe de afloop was van den zeeslag op Java, weten wij intusschen uit de berich ten van het keizerlijke Japansche hoofd kwartier, die door de Britsche admiraliteit zijn toegegeven. Denzelfden dag echter landden de Japanners tegelijkertijd op drie belangrijke plaatsen op het eiland Java, en de zinnelooze opoffering van het rijke en mooie koloniale bezit van Nederland vond haar tragische besluit. Het is één keten van leugen en bedrog en het Nederlandsche volk. zoo besloot prof. Goedewaagen, heeft met zware offers en verliezen moeten betalen. Zij zijn niet vergeefsch geweest, wanneer het thans laat, doch nog niet t e laat gelukt, te bereiken, dat het geheele Nederlandsche volk zich op zijn Europeesche taak bezint en zich schaart in de zich vormende ge meenschap der Germaansche volken. STRIJDT VOOR EUROPA Aanvats operalies in centra- ien sector van Oostelijk iront Hot Duitsche weermachtsber icht van gis- temamiddag luidt: „Oip het schiereiland Kertsj en in het Donetzgebied vonden behalve plaatselijke aanvallen van vrij zwakke vijandelijke strijdkrachten geen belangrijke gevechts handelingen plaats. Duitsche gevechtsvliegtuigen beschadig den in een haven aan de kust van de Kau- kasus een groot bolsjewistisch tankschip door bomtreffers. In den centralen sector van het Ooste lijke front werd bij succesvolle eigen aan- valsoperaties een vrij groot aantal plaat sen veroverd. Hier en daar werden vrij sterke, door pantserwagens ondersteunde aanvallen van den vijand afgeslagen. In den Noordelijken sector van het front werd een gevechtsgroep van den vijand ingesloten en vernietigd. In den tijd van 9 tot 13 April werden aan het Oostelijke front 175 vijandelijke pantserwagens ka potgeschoten. Zooals reeds in een extrabericht is me degedeeld, hebben Duitsche duikbooten in de Noordelijke IJszee een uit Moermansk uitgeloopen convooi aangevallen en twee Amerikaansohe transportschepen met een gezameniijtoen inhoud van 12.200 brt. tot zinken gebracht, waarvan er één reeds door bommen van Duitsche vliegtuigen was beschadigd. Gevechtsvliegtuigen heb ben van hetzelfde convooi een tankschip van 4.000 brt. in den grond geboord en een groot koopvaardijschip zoo ziwaar bescha digd, dat het verloren geacht moet wonden. Op den Atlantischen Oceaan hebben duikbooten twaalf vijandelijke koopvaar ders met tezamen 104.000 brt. tot zinken gebracht. Bijna al deze schepen, waaronder zich zeven groote tanikbooten bevonden, wer den vlak onder de Ameriikaansche Oost kust getorpedeerd. In Noord-Afrika werden aanvallen van sterke Britsche gevechtsgroepen afgesla gen. Bij de achtervolging werd den vij and zware verliezen toegebracht. Zeven pantserwagens en ander oorlogstuig wer den vernietigd of buitgemaakt. In de Mar- marische woestijn werden Britsche auto colonnes en een vliegtuig gébombardeerd De aanvallen op militaire installaties op het eiland Malta werden overdag en des nachts voortgezet. Lichte gevechtsvliegtuigen vielen over dag havenwerken en ravitailleeringsinstal- laties aan de Engelsche Zuidkust succesvol met bommen aan en vernielden een fa brieksgebouw. In .den afgeloopen nacht hebben forma ties zware Duitsche gevechtsvliegtuigen een voor de ravitailleering belangrijke ha ven aan de monding van de Humber met goede uitwerking gebombardeerd. Een germg aantal Britsche bommenwer pers trachtte in den nacht van 13 op 14 April het Noordwest-DuitsChe kustgebied aan te vallen. Een vijandelijk vliegtuig werd neergeschoten. Bij de successen op den Atlantischen Oceaan hébben de duikbooten van den lui tenant-ter-zee 1ste klasse, Hardegen en van den luitenant-ter-zee 2de klasse Las sen, zich bijzonder onderscheiden. De bemanning van een Duitsch vliegtuig, bestaande uit den Oberfeldwebel Nitséh, Feldwebel Schaefer, Feldwebel Richter en Obergefreiter Hartmann heeft ongeacht zeer krachtig vuur van het vijandelijke luchtdoelgeschut en jagers een belangrijke opdracht over bet Suezkanaal met groot élan uitgevoerd. Organisatie voor het bedrijfsleven Heden is verschenen het vijfde uitvoe ringsbesluit van den secretaris-generaal van het departement van handel, nijver heid en scheepvaart betreffende een zelf standige organisatie van het Nederland sche 'bedrijfsleven. Krachtens dit vijfde uitvoeringsbesluit wordt ingesteld een raad voor het bedrijfs leven, welke tot taak heeft de algemeene belangen van het georganiseerde bedrijfs leven te behartigen. Hij moet daarbij re kening houden met de belangen van het geheele bedrijfsleven en waken voor de belangen van den staat. Deze raad voor het bedrijfsleven is een overkoepel ingso rga an voor de zes hoofd groepen, t.w. industrie, handel, ambacht, banken, verzekeringswezen en verkeer, alsmede voor de kamers van koophandel en fabrieken. Hij bestaat uit veertien le den, waaronder q.q. de voorzitters der hoofdgroepen van de organisatie voor het bedrijfsleven, alsmede de voorzitters van de Kamers van Koophandel en fabrieken te Amsterdam en te Rotterdam. De secretaris-generaal van het departe ment van handel, nijverheid en scheep vaart heeft tot voorzitter benoemd mr. H. L. Woltersom en tot plaatsvervangende voorzitters de beeren F. R. J. Gips en T. J. Twijnstra. De Raad is bedoeld als adviseerend college, zoowel voor den staat als ook voor die organisatie van het bedrijfs leven zjelf ten aanzien van economi sche vraagstukken. De Raad: heeft ver- KAASIE RUILT Mijn vriend de koekoloog uit de Bo- terstraat wreef zich vergenoegd in de handen en zei: Was dat effe kaasie! Dat kaasie is zijn stopwoord, waaraan hij dan ook zijn naam ontleent. Zijn oogen lachten verrader lijk in zijn bolle gezicht, dat mij in dezen tijd altijd weer verbaast ondanks zijn hardnekkig volgehouden bewering, dat dat allemaal zenuwen zijn. Ik geloof niet aan die zenuwen i an mijn vriend den koekoloog, alias Kaasie. Ik denk er zelfs het mijne van. Maar goed, hij wreef zich de handen en lachte verge noegd onder zijn reeds grijze, helmbos- wuivende purmerend-wave. En ik moest dus wel vragen naar de oorzaak van die vreugde. En hij vertrouwde mij het geheim toe. Ik heb vanmiddag vette gans gegeten. Ik zette oogen op als boter hambordjes en hij glunderde. Ja, je vraagt je af hoe ik daaraan gekomen ben. O, heel eenvoudig. Ik had vijf sigaren en ik kende een boer, die dolgraag een paar sigaren wilde hebben. Ik ging naar hem toe en zei: ik heb vijf sigaren en jij hebt eieren. Vijf sigaren tegen twaalf eieren. Goed zei die boer en ik weg met twaalf eieren. Toen ging ik met die eieren naar mijn sigarenleverancier en stelde een ruiling voor van 12 eieren tegen 25 si garen, want in de stad zijn ze gek op eieren. Ook dat lukte. Ik terug naar dien boer en ik zei: Jij hebt een eend en ik heb 25 sigaren. Ruilen? Hij deed het. Ik weer naar mijn sigarenwinke lier en ik ruilde daar de eend voor 50 sigaren. Toen weer terug naar mijn boer en ik zei: Jij hebt een vette gans en ik heb 50 sigaren. Ruilen? Accoord zei hij. En zoo heb ik vette gans ge geten eindigde Kaasie en hij smakte nog eens wellustig met tong en lippen. Maar toen heb ik mijn vriend den koekoloog vierkant de straat op ge bonjourd. Want om iemand bij de mondjesmaat van thans zoo voor den gek te houden, dat is al te gek. En nu zijn wij dus gebrouilleerd. dier tot taak de boekhouding en de re kening en verantwoording van de be drijfsorganisaties en van de Kamers van Koophandel te onderzoeken. Ook treedt hij op als scheidsrechter bij ge schillen, welke tusschen de hoofdgroe pen rijzen kunnen. Tenslotte is de Raad belast met de be slissing van de geschillen, bedoeld in ar tikel 23 van het derde uitvoeringsbesluit. Deze geschillen betreffen de door de voor zitters van de hoofdgroepen of bedrijfs groepen krachtens artikel 17 vam het der de uitvoeringsbesluit opgelegde straffen. Verder beslist de raad of een lid van een bedrijfsorganisatie zich aan een oneervolle handeling heeft schuldig gemaakt. Bij be handeling van zaken betreffende oneer volle handelingen treedt de raad als „eereraad voor het bedrijfsleven" op. In den raad voor het bedrijfsleven heb ben q.q. zitting de aangewezen c.q. aan te wijwn voorzitters der zes hoofdgroepen, mitsgaders de voorzitters van de Kamers van Koophandel en Fabrieken te Amster dam en Rotterdam, t.w. de beeren mr. H. L. Woltersom (banken) voorzitter, T. J. Twijustra (industrie), F. Gips ('handel), J. van Willigen (welke benoemd zal worden tot voorzitter van de hoofdgroep ambacht), prof. dr. A. O. Holwerda (verzekering), W. H. de Monchy (verkeer), mr. F. W. A. de Koek van Leeuwen (Kamer van Koophan del, Amsterdam), mr. K. P. van der Man- dele (Kamer van Koophandel, Rotterdam). Door den secretaris-generaal van het de partement van handel, nijverheid en scheepvaart werden bovendien tot leden benoemd voor een periode eindigende 31 December 1942, de heeren: ir. E. van Die ren, s.i., raadgevend ingenieur te Rotter dam, H. L. van Eeghen, lid van de firma van Eeghen en Co. te Amsterdam, mr. W. G. F. Jonge jan, voorzitter van den onder- nemersraad voor Ned. Indië te 's-Graven- hage, dr. L. P. Krantz, directeur van de N.V. J. J. Krantz en Zn., te Leiden, H. C. van Maasdijk, directeur van de Nederland sche bank instelling etc. te 's-Gravenhage, mr. B. J. M. van Spaendonck, algemeen secretaris van de Kamer van Koophandel en Fabrieken voor Noord-Brabant te Til burg. Tot secretaris van den raad voor het bedrijfsleven zal benoemd worden mr. J. W. H. Behrens te 's-Gravenhage. Het bureau van den raad zal gevestigd worden te 's-Gravenhage, Bezuidenbout- scheweg 72, tel. 772067. U STAAT NIET ALLEEN. U staat niet alleen wanneer u zich in teresseert voor de Nederlandsche Ambu lance. Reeds duizenden Nederlanders gin gen u voor. Er zijn er onder hen, die maan delijks een vast bedrag gireeren, anderen doen mee aan de zoogenaamde verjaar- dagsstorting weer anderen zenden telkens de opbrengst van de kaartpot in. Zoo heeft zich een kern van „steunpilaren" der Ne derlandsche Ambulance gevormd, een kern waarop men terecht trotsoh kan zijn. Treedt toe tot deze groep. Draagt uw deel bij tot het weslagen van de Nederlandsche hulpexpeditie aan het Oostfront. Maakt er vandaag een begin mee en stort een bijdrage op girorekening 8 7 6 0 0 Nederlandsche Ambulance, Koninginnegracht 22 's-Gravenhage.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1942 | | pagina 1