DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN
Mussert spreekt
Nederlandsch-Indië
Japansche eischen onvoorwaardelijk
ingewilligd
DINSDAG 10 MAART 1942
33ste Jaargang No. 10197
3)e Gcid^cHcSoii^aitt
Bureaux Papengracht 32.
Telefoon: Redactie 20015 Administratie 20935.
Giro 103003. Postbus 11.
5)e óiiijd g&ötaakt
VT QG geen maand geleden is het, dat
r\ ae Britsche vlootbasis Singapore den
Japanners in handen viel, waarmede
de weg geopend was voor een grootscheep-
sche aanval op Ned.-Indië. De beteekenis
van Singapore's val was zóó duidelijk, dat
niemand zich daarin vergissen kon: de* Ja
pansche troepen zouden weldra Sumatra
en Java bezetten en een eindstreep zetten
achter een historische periode van drie
eeuwen.
Wij kenden de zwakte van onze eigen
strijdkrachten maar al te goed en over de
hulp van de Amerikanen en Engelschen
schreven wij op 12 Februari j.l.:
„Wie gelooft nog, na alles wat er ge
beurd is, aan de mogelijkheid, dat de Ame
rikanen en de Engelschen, die den val van
het npilitair zoo uiterst belangrijke Singa
pore niet hebben kunnen verhinderen, van
plan zijn en in staat zullen blijken Java
met succes te verdedigen, om van Suma
tra maar niet eens te spreken.
Alles wijst er op, dat de Amerikanen en
Engelschen hier hetzelfde spel spelen als
in Europa en Ned.-Indië eenvoudig gebrui
ken als een geschikt stootblok om den Ja-
panschen aanval op te vangen."
Sneller dan iemand kon vermoeden heeft
het noodlot zich aan ons Indië voltrokken.
Thans is het zoover, de geallieerde (lees:
Ned. Indische) strijdkrachten hebben vol
ledig gecapituleerd. Geheel Indië is thans
in Japansche handen.
Reeds meermalen hebben wij onze be
kommernis uitgesproken over het verloop
van zaken daar in die verre gewesten, om
dat wij een verkeerden afloop vreesden.
Wij meenden zeer gegronde redenen te heb
ben om te vreezen, dat de bewindhebbers
daar zich van de realiteit niet voldoende
rekenschap gaven, dat zij teveel vertrouw
den op de hulpvaardigheid van hun vrien
den en de kracht van den tegenstander on
derschatten. De snelheid, waarmede de
..realiteit" zich heeft gemanifesteerd, is*een
maatstaf voor de grootte van deze enorme
„vergissing".
In welke gemoedsstemming zullen de hee-
ren in Indië, die generaal Wavell met zoo
veel blijdschap als opperbevelhebber over
hun landstrijdkrachten hadden aanvaard,
het vliegtuig van den generaal hebben na
gekeken, dat hem van Java terugbracht
naar Britsch-Indië. Hij zei: „Good bye,
knappen jullie het nu zelf maar op." En
het machtige Amerika? Het liet zich de
bommenwerpers eerst betalen en vond ze
daarna te mooi om af te zenden. In elk ge
val de zoo herhaaldelijk beloofde hulp
bleef uit.
Nederland betaalt thans het gelag en wij
kunnen van geluk spreken, dat de oorlog
op Java niet langer dan 9 dagen geduurd
heeft.
ONZE gedachten zijn nu op de eerste
plaats bij hen, die het offer van hun
leven gaven, en bij hen, die hier of
overzee treuren om het verlies van een
dierbaren doode.
Alle woorden zijn hier onmachtig. Het
leed is des te grooter, nu de gerechtvaar
digde trots om een behaalden zege er niet
is, om gedeeltelijk te vergoeden wat ver
loren ging.
Overigens zullen wij ons verlies dragen,
zwijgend, met saamgeknepen lippen, doch
het hoofd geheven naar de toekomst.
Wij zagen in een artikel het verlies van
Indië voor ons gekenschetst als „het einde
van een groote rijsttafel". Eeuwenlang heb
ben wij inderdaad jaarlijks voor millioe-
nen welvaart geput uit deze rijke bron; de
Indische rijsttafel was overvloedig.
Economisch bezien mag het wegruimen
van deze rijsttafel een ramp zijn voor ons
land, psychologisch kan het wegvallen van
onze overzeesche rijkdom ons volkskarak
ter harden en stalen. Wat groeien wil moet
gesnoeid worden en soberheid is de moe
der der volkskracht.
Laten wij ons gewennen aan de gedach
te. voortaan op onszelf aangewezen te zijn,
op de kracht van onze eigen handen. Dan
zal ons volk, in welke omstandigheden het
nog zal komen te verkeeren, nieuwe we
gen weten te vinden en nieuwe mogelijk
heden weten te openen.
In Januari j.l. werd medegedeeld, dat het
Rijksbureau voor de Distributie van Tex
tielproducten door den handel een rtge-
ling voorbereidde, welke de mogelijkheid
beoogde tegen inlevering van een der hier
na te noemen, in goeden staat verkeer-^n-
de, gedragen kleedingstukken, t.w. een hee-
ren- of jongens- winter- of tweedjas, derri-
saiscn of- ccstuum, of een dames- of meis
jes- winter- of tweed mantel, nieuwe bo-
venkleedmg in een bepaalde hoogere prijs
klasse aan te schaffen, zonder dat daarvoor
zooals anders wordt vereischt, een specia
le vergunning benoodigd is.
Thans kan worden medegedeeld, dat
reeds sedert eenige dagen deze regeling is
ingegaan. Het is den belanghebbenden daar
door mogelijk geworden, van de getroffen
regeling te profiteeren, door bij de voor de
ze inruil-actie ingeschakelde dames- en
heerenkleedingmagazijnen en kleermake
rijen, in goeden staat verkeerende, gedra
gen kleeding in te leveren. Voor het nieu
we kleenmgstuk, dat door deze inlevering
bij dezelfde firma zonder speciale vergun
ning kan worden aangeschaft, is men dan
slechts de puntenwaarde verschuldigd, wel-
Ke men verkrijgt door op-de werkelijke
puntenwaarde van het nieuw aan te schaf
fen kleedingstuk het aantal punten in min
dering te brengen, dat aan het ingeleverde
gedragen kleedingstuk is toegestaan.
Voor radere informatie omtrent het bo
venomschreven kleedinginruilplan, alsme
de de prijsklassen, kan men zich thans
wenden tol de aangewezen kleedingzaken,
die zulks per advertentie bekend maken.
over
„HET HEEFT GEEN ZIN, SPECULA
TIEVE BESCHOUWINGEN TEN BESTE
TE GEVEN. NOCH IN OPTIMISTISCHEN,
NOCH IN PESSIMISTISCHEN ZIN".
De leider der N.S.B. heeft hedenmiddag
om 13 uiur over beide zenders de volgende
rede uitgesproken.
Volksgenooten;
De negende Maart 1942 zal voor im
mer met een zwarte kool geschreven staan
in het boek der geschiedenis van ons volk;
de vlag rood-wit-blauw werd in Indië ge
streken, zooals eens meer dan honderd
jaar geleden, toen Indië bezet werd door
Engeland. Nu is geheel Indië bezet door
Japan*
Op den zevenden December verklaarde
Japan den oorlog aan Engeland en Ame
rika. Op den achtsten December verklaar
de Koningin Wilhelmina den oorlog aan
Japan. Deze oorlogsverklaring werd door
Japan eerst terzijde gelegd en uitdrukke
lijk werd door den Japansohen minister
president medegedeeld, dat alleen Enge
land en Amerika vijanden waren. Dat be
viel Enigeland niet en het eischte Neder-
landsdhie vliegers en marine voor de ver
dediging van Singapore; deze hulp werd
verleend. Eerst op den negentienden De
cember sloeg Japan terug door het bom
bardement van Pontianak.
Dag aan dag hebben wij hier in het moe
derland, zoo goed als ons dat in de gege
ven omstandigheden mogelijk was, de
krijgsverrichtingen in Indië gevolgd. Het
zal u gegaan zijn als mij, het was alsof zich
een greep gelegd had om ons hart en het
bloed daaruit meer en meer werd wegge
drukt. Het pijnlijkst zal dit geweest zijn
voor hen, die hun leven in Indië hebben
doorgebracht en voor v/ie de Indische
plaatsnamen gekoppeld zijn aan vele her
inneringen. Een onafgebroken reeks van
hopelooze verdedigingsacties: Tarakan, Mi-
nahassa, Bandjermasin, Makassar, Ambon,
Palembang, Bali, slag in de Java-zee, slag
in de straat Lombok, Rembang, Bantam, Ba
tavia, Soerabaja, Bandoeng, het einde, de
overgave, de volledige bezetting.
De marine, de luchtmacht, het leger, zij
hebben zich tot het uiterste gegeven, zon
der eenige kans op succes. Duizenden zul
len gesneuveld of gewond ter neer liggen
of met de aan flarden geschoten oorlogs
schepen zijn ondergegaan. Zonen van ons
volk, bloed van ons bloed, dat geofferd
werd. Wij begrijpen de bekommernis van
hen, die verwanten hebben in Indië; zij
hunkeren naar berichten uit Indië. Zal de
verbinding nu hersteld worden, zullen wij
elkander weer kunnen bereiken, wij Ne
derlanders hier en aan den overkant? Ik
heb hier nu voor gepleit', daar waar men
wellicht invloed ten goede zal kunnen uit
oefenen.
Het gevoel van verbondenheid met onze
volksgenooten is nooit zoo sterk geweest
als in deze dagen van gemeenschappelijk
lijden.
Naast het tot uiting brengen van dit ge
voel, moet ik uiting geven aan mijn diepe
verachting voor het perfide Albion. Enge
land kon de Vereenigde Staten alleen tot
den oorlog brengen door, in samenwerking
met president Roosevelt, Japan tot den
oorlog te dwingen. Dit geschiedde door de
economische omsingeling, de boycot, het
afsnijden van Japan van de grondstoffen-
voorziening. Nederlandsch-Indië deed daar
aan mede (de vrouw van den gouverneur-
generaal is een Amerikaansche) op last van
de gevluchte zoogenaamde Nederlandsche
regeering in Londen. De ophitsing van Ne
derlandsch-Indië tegen de Asmogendheden
was grenzenloos. Het vertrouwen, dat En
geland en Amerika Indië zouden bescher
men, was onbeperkt. Naast de diep treurige
militaire berichten uit Indië, kwam de
voortdurende stroom van betuigingen uit
Engeland en Amerika over de ontzagljke
hulp, die onderweg was. Niets dan leugen
en bedrog. Wij hier te lande, wisten dat.
Wij hadden hetzelfde- immers hier mede
gemaakt in de Meidagen van 1940. Wij wis
ten wat Engelsche hulp in werkelijkheid
was, n.l. 150 man in IJmuiden geland om de
sluizen te IJmuiden te vernielen en de
petroleumtanks in Amsterdam in brand te
steken en dan snel er van door te gaan. Wij
wisten dus, dat die aan Indië iederen dag
weer beloofde hulp niet zou komen op
dagen, dan in den persoon van den generaal
Wavell met een handvol militairen om or
ders tot vernietiging van eigendommen te
geven en dan snel er van door te gaan. Zoo
geschiedde het ook. De ratten verlieten het
zinkende schip en onze mannen gingen
door hun leven te geven voor een verloren
zaak.
En tenslotte onze gevoelens voor de z.g.
regeering in Londen, die Japan den oor
log verklaarde. Nemen wij voor hen aan,
het allerbeste wat wij aannemen kunnen,
nl. dat het geen schobbejakken en geen
misdadigers zijn, maar dat het alleen maar
zijn zwakke, onnoozele halzen, die, nadat
zij hier in de Meidagen hadden ondervon
den hoe Engeland hen in den steek liet,
die wisten hoe Polen, Noorwegen, Frankrijk
en Griekenland in den steek gelaten wa
ren, toch in onbegrensd vertrouwen op En
geland en Amerika, Indië in den oorlog joe
gen. Hoe zij zich verantwoorden kunnen
tegenover God en ons volk is mij een vol
komen raadsel. De geschiedenis zal hen
oordeelen zwarter dan de zwartste figuren
uit ons vaderlandsch verleden.
Gij vraagt nu, mijne volksgenooten, hoe
ons standpunt is?
De feiten zijn deze:. Nederland .is bezet
door Duitschland, Guragao en Suriname
door Amerika, Insulinde door Japan. Het
heeft geen zin speculatieve beschouwingen
ten beste te geven, noch in optimistischen
zin, noch in pessimistischen zin. Wij zwijgen
en werken door aan den wederopbouw,
waar dit ons mogelijk is. Wij zijn in die
pen rouw om de dapperen, die vielen,
zoowel om hen van de marine, als om hen
van de luchtmacht, als om hen van het
Nederlandsch-Indische leger, die de eer
van ons volk hebben hooggehouden in
een hopeloozen strijd ver van het vader
land.
Voorts is het mij een behoefte nog een
enkel woord te spreken tot de geloovigen,
tot de kleinmoedigen, tot de strijders en
tenslotte tot allen van Nederlandschen
stam.
Tot de geloovigen. Ik weet het, gij
vraagt u af of een Godsgericht over ons
volk gekomen is. Voedselschaarschte, uit
zonderlijk strenge winter, geestelijke ver
deeldheid, verlies van have en goed, bom
bardementen en wat' nog erger is: de be
zetting der koloniën. Alle plagen komen
over ons. En inderdaad, honderdtallen
millioenen kg. Voedsel zijn vernietigd in de
jaren voor 1940, honderdduizenden werk-
ioozen zijn met hun gezinnen vernederd en
verkommerd. Zoo koud ontkennend is be
antwoord de vraag: „Ben ik mijns broe
ders hoeder". Zoo veel onrecht, schijn
vroomheid en hoogvaardij tierden welig.
Maar heeft dit volk dit alles gewild? Op
deze vraag kunnen wij antwoorden: Neen.
Het volk kon alleen niet zien het net van
leugen en bedrog, waarmede het omspan
nen was door hen. die in hoogheid waren
gezeten en het had een onbegrensd ver
trouwen in hen, die het voorgingen op den
weg naar het Verderf. Laat ons vertrou
wen hebben in rechtvaardigheid en goe
dertierenheid en gelooven, dat dit alles
ever ons komt als noodzakelijk om tot in
keer te komen, tot loutering en tot her
rijzenis.
En tot de kleinmoedigen, die bij de pak
ken willen blijven neerzitten, tot hen wil
ik zeggen, dat zij niet het recht hebben om
rich te laten gaan, maar dat ook op hen
deze plicht rust om te zwoegen en te
ploeteren voor een volk in nood, opdat het
weer een toekomst zal hebben. Denkt aan
de spreuk: Het is niet noodig om te over
winnen, om door te kunnen zetten. Echte
Nederlanders zetten door juist als het
moeilijk is, juist als het er hopeloos uit
ziet.
Tot u, mijn oude kameraden, met wie ik
nu reeds jaren in den strijd sta. is het mij
een behoefte om te zeggen, dat ik weet.,
dat deze slagen u meer treffen dan ande
ren. Want wij hebben met elkander dit al
les reeds jaren te voren zien aankomen;
wij hebben dag en nacht gewerkt om te
bereiken, dat ons volk zou terugkeeren
van den weg naar den afgrond. Wij zijn
er om gehoond en gesmaad, om uitgeban
nen en vervolgd en nu is dit alles gekomen,
zooals is voorspeld en wij weten, het had
niet behoeven te zijn. Laat geen verbitte
ring zich daarover van u meester maken.
Wij hebben het goede gewild, doch, helaas,
het kwade niet kunnen tegenhouden. Maar
wat wij hebben bereikt is dit: in deze tien
jaren van onzen strijd is de grondslag ge
legd voor de wederopstanding van ons
volk en op dien grondslag zullen wij
voortbouwen met alles kracht en vastbera
denheid die wij in jaren van strijd hebben
verkregen.
Mijne volksgenooten. In dit voor ons
volksbestaan zoo tragische uur, wend ik
mij tot u en vraag u, geen wilde uitbar
sting van haat en woede tegen hen, die
ons volk naar het verderf hebben geleid,
maar vraag van u om eindelijk, maar dan
ook radicaal te ontwaken uit den roes van
misplaatst vertrouwen en geloof, die zoo
misbruikt worden
Diep is onze val als natie. De bodem
ven de put is bereikt, tenzij, nu Engeland
ons niet meer noodig heeft in Indië, ons
land wordt behandeld als Frankrijk na
zijn capitulatie. Denkt aan Oran en Da
kar, denkt aan het jongste bombardement
van Parijs met 700 dooden en 1000 ge
wonden. Dat kan ook nog hier komen,
want een Engelschman erkent geen ande
re belangen dan de zijne. Als dat gaat ge
schieden, is het diepst van de put nog niet
bereikt, maar dichtbij den onderkant zijn
wij in ieder geval.
Nu zijn er twee mogelijkheden. De eene
is ondergang als volk, maar dan ook to
taal. De andere is opgang, een moeizame
maar trotsche worsteling tot de herrijze
nis. Wij gelooven aan deze herrijzenis,
omdat ons volk in millioenen eerlijke,
werkzame, fatsoenlijke en begaafde wer
kers, een volk met een groote traditie en
een schat van ervaring en bekwaamheid,
te goed is om te gronde te gaan. Hoe
trotsch en zelfbewust dragen niet hon
derdduizenden de ontzaglijke lasten van
dezen tijd.
Wij staan te middien van de grootste re
volutie vain alle tijden, een wereldrevolu
tie zonder voorbeeld. Uit de worsteling
van deizen tijd herrijst een nieuw, een
drachtig Europa, het besef der saarnhoo-
righeid en lotsverbondenheid der Ger-
maansche volkeren. Dit is noodig, anders
gaat Europa te gronde. In dat nieuwe,
sterke Europa zal een herboren en gelou
terd, een eendrachtig en kameraadschap
pelijk, een ijverig en bekwaam, een eerlijk
en geloovig Nederlandsch volk een plaats
te vervullen hebben en een roeping te
volgen. Laat niu ieder Nederlander zijn
plicht doen, nu ons vaderland in nood is
en zonen van ons volk bij duizenden hun
leven hebben gegeven in getrouwheid aan
hun vaderland, zoowel aan den G rebbe-
beng als in de onmetelijke vlakten van
Rusland, zoowel in de Java-zee als op het
plateau van Bandoeng. Plicht doen, betee-
kent nu met man macht werken aan een
nieuw Nederland in een nieuw Europa.
Ons volk heeft wel meer voor heete vu
ren gestaan en wij zijn er altijd doorge
komen, omdat op het beslissende oogen-
blik altijd mannen en vrouwen bereid ge
vonden werden zich op leven en dood in
te zetten voor ons volk. Zoo zal het ook
ditmaal zijn.
Schouder aan sohouder, vereen igd tot
een eensgezind en vastberaden volk, zul
len wij ons inzetten onder het devies van
den jeugdstorm: „In Godsvertrouwen, al
les voor het vaderland".
QeaClie&cde ötüjdfoiachten in Med.-Jndiê
hedêen yecapituCeetd
9 MAART 10 UUR VIJANDELIJKHEDEN GESTAAKT
HET JAPANSCHE HOOFDKWARTIER DEELT MEDE, DAT DE JAPANSCHE
STRIJDKRACHTEN, DIE OPEREERDEN TEGEN DE HOOFDMACHT VAN DEN
TEGEN STANDER IN DE OMGEVING VAN SOERABAJA EN BANDOENG, DE
STRIJDKRACHTEN VAN DEN TEGENSTANDER, BESTAANDE UIT 93.000 MAN
NEDERLANDSCH-INDISCHE TROEPEN EN 5000 MAN AUSTRALISCHE, BRIT
SCHE EN AMERIKAANSCHE TROEPEN, OP 9 MAART TE 15 UUR TOT ON
VOORWAARDELIJKE CAPITULATIE HEBBEN GEDWONGEN.
Ook de Nederlandsch-Indische strijdkrachten, die opereerden in het gebied van
Soerabaja, hebben zich volledig overgegeven. Daarmede heeft de geheele Ned. In
dische strijdmacht op Java den Japanschencisch tot onvoorwaardelijke overgave aan
vaard en het verzet gestaakt.
LUITENANT-GENERAAL HIMANOERA
OP HET VLIEGVELD KALIDJATI.
Omtrent hetgeen aan de capitulatie van
net Nederlandsch-Indische leger vooraf
ging, vermeldt Domei nog de volgende bij
zonderheden:
De gouverneur-generaal, jhr. Tjarda,
was op 8 Maart des middags om 3 uur per
vliegtuig op het vliegveld Kalidjati aange
komen. Hier had de ontmoeting plaats tus-
schen den gouverneur-generaal en den Ja-
panschen opperbevelhebber die, vergezeld,
van zijn staf, ongeveer tezelfder tijd op
het vliegveld was aangekomen. De gou
verneur-generaal was in gezelschap van
generaal Ter Poorten en vier andere voor
aanstaande personen. De Japansche op
perbevelhebber, zoo vervolgt Domei, eisch
te de volledige overgave van het Nederl.
Indische leger. De Ned. Indische onder
handelaars aanvaardden aanvankelijk al
leen ds overgave van den sector Bandoeng,
maar stemden ten slotte in met een volle
dige overgave van het Ned. Indische leger
en beloofden per radio last te geven tot
het staken der vijandelijkheden vóór 9
Maart des ochtends om 10 uur.
Tot het neerleggen der wapens werd last
gegeven door den gouverneur-generaal,
jlvr. Tjarda van Starkenborgh Stachower
via het radio-station van Kalidjati, waarna
de Ned. Indische troepen den strijd ter
stond staakten.
De Japansche strijdkrachten in Nederl.-
Indië staan onder het opperbevel van den
55-jarigen luitenant-genereal Himanoera,
d'e vroeger bij den Generalen Staf diende.
Hij heeft de functie bekleed van souschef
,'an den staf van het Kwantoenleger en
heeft geruimen tijd in Engeland en Britsch-
Indië vertoefd. Als militair opperbevelheb
ber zal Himanoera zoolang nog geen nadere
regeling is gemaakt, tevens de rechten van
gouverneur-generaal uitoefenen.
CAPITULATIE OOK OP TIMOR.
Te Londen wordt volgens S. P. T.
officieel bekend gemaakt, dat de ge
allieerde troepen op Timor den strijd
hebben opgegeven.
PORT DARWIN THANS VAN TWEE
ZIJDEN BEDREIGD.
De A. N. P.-correspondent te Berijn
meldt over de Japansche landing op Nieuw-
Guinea, dat de Japanners thans voor het
eerst vasten voet gezet hebben op Nieuw-
Guinea en wel op het voormalige Duitschc
deel, dat Australisch mandaat is.
De reeds eerder bezette hoofdstad van
dat mandaat, Rabaul, ligt op het eiland
New Britain. De landingen geschiedden
met de bezetting van de plaatsen Sala-
Momentje
ZAKTELEFOON.
Een vernuftige Romein staat op het
punt een zaktelefoon uit te vinden,
zegt een bericht in de krant en ik
neem daar eenigszins septisch ken
nis van. Want hij staat nu juist op dat
punt, waar vele uitvinders nooit over
heen komen, zooals het ei van Colum
bus ons geleerd heeft. Maar goed! La
ten wij aannemen, dat zijn zaktelefoon
er komt, zal het leven er dan gezelli
ger door worden? Ik stel mi.j voor. dat
ik ergens wande1!, met mijn gedach
ten alleen en ten prooi aan zoete,
wijsgeerige mijmeringen. En plotseling
gaat ergens in je zak de telefoon over.
Het is om je een hoedje te schrikken.
Is het leven nog niet onrustig genoeg
en vol lawaai? Den godganschol ijken
dag wordt er om je heen gebeld: de
telefoon staat niet stil, de huisdeurbel
evenmin. Daartusschen door hebben
wij nog de bel van de vuilniskar, de
bel van de tram, een paar millioen
fietsbellen, autodlaxons. een stelletje
klokken, de radio en de trommel van
mijn zoon. Het is dus geen wonder, dat
een mensch zoo nu en dan de behoefte
in zich voelt opkomen aan een eenza
me wandeling, alleen met zijn gedach
ten en wat vogelgefluit. En dan vindt
me zoo'n Italiaan een zaktelefoon uit.
Daarmee wordt ons laatste bolwerk
der stilte genomen. Ik koester slechts
de hoop, dat hij voor dat critieke punt
nu precies zal blijven steken.
En indien iemand mij ooit een ge
schenk zou willen geven, dan nooit een
zaktelefoon.
maua op een klein eilandje voor de Noord-
Oostkust en Laji, dat veertig km. verder
aan de kust ligt.
Deze plaatsen zijn ongeveer 350 km.
van het Australische vasteland door
de lucht gemeten verwijderd.
Het Australische Kabinet is terstond in
extra ritting bijeengekomen. De uit Singa
pore gevluchtte generaal Gordon Bennett,
die thans in Sydney is aangekomen, drong
aan op het laten van de verdedigingstactiek
indien het niet te laat is. Port Darwin kan
nu reeds van twee zijden, n.l. ook van Ti-
mor uit, luchtaanvallen verwachten.
Uit Nieuw York en Londen ontvangt
Radio Mundial berichten, volgens wel
ke een groot Amerikaansch konvooi
met moderne vliegtuigen en sterke
troepenafdeelingen op weg naar
Australië zou zijn om de verdediging
van dit continent te versterken. Tc
Londen verklaart men in goed ingelich
te kringen dat alles er op wijst, dat
de Amerikanen een groote tegenactie
tegen Japan voorbereiden.
Ook S. P. T. bevestigt, dat in politieke
Kringen te Washington verluidt, dat een
eer belangrijke versterking van de Nicuw-
Zeelandsche defensie in de onmiddellijke
toekomst is te wachten. Nieuw-Zeeland
zal het nieuwe hoofdkwartier worden van
het Amerikaansch Australische leger wan
neer de aanval op Australië zal beginnen.
Amerikaansche konvooien met het noodige
zijn reeds onderweg.
Men weet te Londen, zoo meldt de Lon-
deneche correspondent van Nya Dagligt
Allehanda, dat de geallieerde troepen in
Birma door de voortdurende gevechten
uitgeput zijn. Men is er op voorbereid, dat
zij in Beneden-Birma niet lang weerstand
meer zullen kunnen bieden.
De bij Rangoon bezette vier militaire
vliegvelden worden door de Japan
sche luchtmacht reeds voor nieuwe
operaties gebruikt. De Japanners oefe
nen de onbeperkte superioriteit uit in
het geheele luchtruim van Birma.
Rijksminister dr. Frick, die
12 Maart a.s. 65 jaar wordt
Weltbild-Pax Holland