ÜlaAtwaie faaeuen ffiijjfreliUzing. DEN HAAG' m 33339® ZATERDAG 7 MAART 1942 OE LEIDSCHE COURANT TWEEDE BLAD-PAG. 5 DE VASTENLOOZE VASTEN Eet maar zooveel je eten kunt ia het slagwoord voor den Heiligen Vastentijd van het Jaar onzes Heeren 1942. In meer plech tige termen heet het: volledige dispensatie in de Vasten- en Onthoudingswet. De bis schoppen weten, dat Schraalhans en me vrouw Wittop-Koning keukenmeesters ziji en dat ondanks de vernuftige vond sten van het dagelijksch „Momentje" het voor iedereen een toer is zijn buik vol te krijgen. Er is dus eigenlijk ge a opschorting van de Vastenwet; deze heeft slechts een permanent karakter gekregen. We zijn nu het geheele jaar verplicht om te vasten, en»daarom konden de bisschop pen gerust als kundige herders het hek van den dam verwijderen, want er is toch geen igras in de wei. De blijvende vasten, die wij doormaken, zerderï de meesten onzer (er zijn er die nog niets geen krimp hebben!) gaarne willen Inruilen tegen de bepalingen van de kerke lijke Vastenwet, die weliswaar nooit popu lair was, doch de laatste jaren niet veel meer om't lijf had. In mijn jeugd werd hei onthouden van spijs en drank veel strenger gehandhaafd, en toch was ook de Vasten- van-toen een smulpartij, vergeleken bij d-* uiterst zware beperkingen, die in vroeger eeuwen aan de christenen werden opge legd. Wat door ons geslacht aan versterving werd gedaan, was meer een daad van ge hoorzaamheid en onderwerping aan de voorschriften van het kerkelijk geza?, dan een moeilijke en met veel zelfopoffering uit te voeren verdichting. Er is dus al hebben de bisschoppen met een royaal gebaar ons vrij gelaten op den keper beschouwd niet veel veran derd. We vasten dit jaar gedwongen iets strenger, dan ons anders dwingend was voorgeschreven. „Wij spreken echter de atellige verwachting uit, dat de geloovigen •in den geest van boetvaardigheid vin dingrijk zullen zijn om tóch lederen dag een versterving te doen in drank en spijs, in rooken of snoepen, in filmgenot of een geestelijke versterving van zelf overwinning in de samenleving met an^ deren, pm redding te verkrijgen uit den nood. God zal een vernederd en vermor zeld hart niet versmaden" schreef onze Bisschop in „St. Bavo", bij den aanvang van de Vasten, daarmede ons inprentend, dat wat het vasten als vrij willige daad van versterving en boet vaardigheid betreft, er niet slechts „niet veel", maar in het geheel niets veranderd is. Het snoepen nalaten, het rooken van geu rende Havanna's verminderen geen bioscopen of schouwburgen bezoeken, zich nu en dan iets ontzeggen, behoort tot de goede Vastentijd-gebruiken. Er is geen en kele reden, waarom wij zouden meenen in de algemeene dispensatie een vrijkaartje te hebben ontvangen om wèl naar de bios te gaan, en een bloembonnetje om taartjes te eten. Neen, heen, dat gaat zoo maar niet! zegt de Bisschop en voegt daar een vorm van versterving aan toe, die dikwijls zwaarder is, dan voedselonthouding: „zelf overwinning in" de samenleving met ande ren", en dat „in den geest van boetvaar digheid". Een scherpe opmerking in zijn mond smoren en nederig allerlei kleine te genwerkingen inslikken, vergt vaak een ontzaglijke krach tinspanning van onzen tot pietluttigheid geneigden geest. Deze vorm van vasten, waarbij komt een veelvuldiger ter kerke gaan, veel bidden (o.a. de boetpsalmen), gezette overweging van het lijden van Christus en niet te ver geten ook een „ruimer armslag" in de be oefening der liefdadigheid is altijd de voornaamste geweest, en kan in de zen tijd even goed en even weinig gemak kelijk beoefend worden als voorheen. De H. Joannes Chrysostomus drukte degenen, die niet konden vasten op het hart: „Dat hij dan, die voedsel neemt vóór den tijd, over- Vloediger aalmoezen geve; dat hij meer wierook des gebeds off ere aan God; dat hij m^er vurigen ijver toone om het Woord Gods te aanhooren. Dit zijn zooveel uitste kende werken, waarvoor lichaamszwakte geen beletsel is". Het verplichte vasten zonder den geest van boetvaardigheid en naastenliefde, dik wijls louter uit sleur of menschelijk op zicht, is nooit volgens de bedoelingen van de H. Kerk geweest, gelijk ook reeds de profeet Joël vermaande: Nu dan zegt de Heer: bekeert u tot Mij met geheel uw hart in vasten en in weènen en in weeklagen. En ver scheurt uw harten en niet uw kleeren (Joël 2:12). Huichelarij van de ergste soort is het bo vendien te koop te loopen met zijn vasten in welken vorm dan ook, en onder welk voorwendsel dan ook. De Farizeeër, die verklaarde: „ik vast tweemaal in de week", ging ongerechtvaardigd naar huis, en bij een andere gelegenheid heeft Christus ons de juiste gesteldheid van een vastende christen ingescherpt: Wanneer ge vast, toont dan geen droevig gezicht zooals de huichelaars; want ze verwringen hun gelaat, opdat de menschen hun vasten zouden zien. Voarwaar, Ik zeg u: Ze hebben hun loon al ontvangen. Maar gij, als ge vast, zalf dan uw hoofd en wasch uw gezicht, opdat de menschen uw vasten niet be merken, maar uw Vader, die in het verborgen is. En uw Vader, die in het verborgen ziet, zal het u vergelden (Matth. 6:16—18). Vasten, met uiterlijk vertoon, zónder boetvaardigheid en zonder liefde is een looze bezigheid, die eerder Gods toorn ver wekt, dan Zijn barmhartigheid afroept, zooals de! Heer reeds vroeger gesproken had door den mond van den profeet Isaias: Ziet, op uw vastendag zoekt gij uw voordeel, En beult gij al uw arbeiders af, Ziet, gij vast onder kijven en twisten, En slaat er maar met de vuisten op in. Neen, zooals ge nü vast, Zal uw stem in de hóoge niet worden gehoord! Is dit soms een vasten, die Mij aan genaam is, Een dag, waarop de mensch zich,vernedert? en God laat onmiddellijk erop volgen, wat het echte, verdienstelijke vasten is: Is d i t niet een vasten, Zooals Ik het wil; Is de godsspraak van den Heer: Zondige boeien slaken. GEMENGDE BERICHTEN DRIEJARIG KIND BIJ BRAND OMGEKOMEN. Gistermiddag wrd de brandweer gewaar schuwd voor een brand in het perceel Obrechtstraat 56. te 's-Gravenhage. Het bleek dat een zware binnenbrand woedde in de voorkamer yan de parterre. Het vuiur kon spoediig met een straal op de water leiding worden gebluscht. In de kamer troffen de brandweerlieden het lijkje van het driejarig jongetje J. M.„ dat door den geneeskundige dienst naar het ziekenhuis aan den Zuidwal werd overgebracht Bij het onderzoek bleek, dat de moeder zich j even verwijderd had om eenige noodzake lijke boodschappen te doen. Een 9-jarig broertje merkte bij het thuiskomen den brand op. en maakte alarm. In de kamer bevond zich een brandende haard. Vermoed wdrdt dat het kind met vuur heeft ge speeld, met het bovenvermelde treurige gevolg. VROUW VERBRAND. Donderdagavond is de bejaarde dame A. Nieuwenhuis te Nijmegen, toen zij zich wil de verwarmen bij een ,electrisch kachel tje, In brand geraakt. Met brandende Idee- ren liep zij de straat op, waar voorbijgan gers haar opvingen en oogenblikkelijk de vlammen doofden. Met mocht evenwel niet meer bateti, want zij had intusschen zulke zware brandwonden opgeloopen, dat zij aan de gevolgen is overleden. DOODELIJKE VAL VAN EEN DAK. Een bewoner van den Koningsweg te Utrecht H. T., wilde dezer dagen zelf zijn schoorsteen vegen. Hij had daartoe een lad-^ der bestegen, welke op het dak van de keuken zijner woning Tjjps geplaatst. Op zeker oogeniblik schoot de ladder uit met het gevolg, dat de heer T. omlaag stortte en met het hoofd op een betonnen plaat neerkwam. Hij werd zeer zwaar gekwetst en overleed aan zijn zware verwondingen. MAN VERMOEDELIJK VERDRONKEN. Woensdagavond ging de 51-jarige ma chinist H. T. B. van het gemeentelijk slachthuis te Maastricht, naar zijn werk om daar eenige controle uit te oefenen op de machines. Een half uur daarna is hij weg gegaan om naar zijn woning terug te kee- ren, welke slechts enkele meters van het slachthuis verwijderd is. Hij is daar ech ter niet aangekomen. Donderdagmorgen vond men den hoed van den verm'iste langs den kant van de Zuid-Willemsvaart liggen, zoodat men vermoedt, dat hij door de duis ternis misleid in het water is geloopen en verdronken. Donderdag heeft men den ge heelen dag gedregd, doch zonder resultaat. De man is gehuwd en vader van vijf kin deren. RECHTZAKEN VOOR DEN ECONOMISCHEN RECHTER. Vier maanden en duizend gulden boete. Th. J. Witteman te Oegstgeest had vleesch gekocht van clandestien geslacht vee. Het was volgens den Officier niet voor eigen gebruik bestemd geweest, maar om het wier met winst verder te^ verkoo- pen. Dit maakte volgens den Officier een dubbele straf noodzakelijk en de eisch werd dan ook vier maanden gevangenis straf met bevel tot onmiddellijke gevan genneming en een geldboete van 1000 subs, vijf maanden hechtenis. De economi sche rechte* veroordeelde conform dezen eisch. Gekocht zonder bon. Mevrouw J. A. A. Boogmans te Oegst geest had vleesch gekocht zonder bon nen, voor eigen gebruik. Zij werd deswe ge veroordeeld tot een geldboete van 150.subs, drie maanden hechtenis. HAAGSCH GERECHTSHOF. Zboiets zal je gezegd worden. f Hoe#el D. J. A. uit Leiden maar veroordeeld was tot een "geldboete van ƒ5 subs. 5 dagen was hij toch maar in hoo- ger beroep gekomen bij Het Hof, dat niet erg te spreken was ovfer dit hooger beroep van verdachte. Hij achtte zich onschuldig, maar de hee ren achter de groene tafel van den zulks absoluut niet. Het geval was aldus. Verdachte was op 2 September naar het distributiebureau te Leiden gegaan en had toen rusie met een ambtenaar gekregen. Bij deze gelegenheid had verdachte den ambtenaar toegevoegd: „Als ik daar zat, dan gou ik ook geen vetbonnen tekort ko- mën". De ambtenaar had dit een beleediging gevonden en de procureur-generaal vond dit in hooger beroep ook, zoodat er beves tiging van het vonnis gevraagd werd. Verdachte was het daar niet mee eens en gaf nogal brutale antwoorden. De president bepaalde de uitspraak op over 14 dagen en voegde er aan toe: „ik weet niet, -hoe wij over deze lage straf denken." Knellende banden ontbinden; Verdrukten de vrijheid geven, Ieder juk verbreken? Is dat niet vasten: Den hongerige uw brood reiken, Arme zwervers in huis opnemen; Den naakte kleeden, dien gij ziet. Uw eigen broeder niet verstooten? Dan eerst zal uw licht als de dageraad gloren, En u^v wonde spoedig genezen. Wanneer de Bisschop ons dus aanspoort in dezen vastenloozen Vastentijd „in den geest van boetvaardigheid vindingrijk".te zijn, kunnen wij in Oude en Nieuwe Tes tament overvloedig stof vinden ons vernuft in het uitdenken van verstervingen te scherr*m PASTOOR. HAAGSCHE RECHTBANK. EEN DIEVENBENDE OPEREERDE TE HILLEGOM EN OMGEVING. Zware gevangenisstraffen geëischt. In het tijdvak van SeptemberDecem ber van het vorig jaar werden er te Hi 1- 1 e g o m een groot aantal diefstallen ge pleegd, waarbij de dieven, soms door in klimming en dan weer door middel van valsche sleutels, wisten binnen te komen en hun slag sloegen. Alles was van hun gading. Zoo maakten z. o.m. buit drie balen witte boonen, zakken bruine boo- ren, nieuwe rijwiel binnen- en buitenban den, blikken met ontsmettingsmiddelen, v'er rijwielen enz. In totaal hadden zich voor deze diefstallen voor de Haagsche rechtbank te verantwoorden de 19-jarige loodgieter Th. A. S. thans gedetineerd, zijn 23-jarige broeder, J. P. S. "kleermaker, de 21-jarige landarbeider A. van D., der 22- jarige losarbeider J. W„ de 20-jarige bak ker W. H. K. en de 21-jarige kleermaker M. J. van V., allen woonachtig te H i 1 - 1 e g o m. Allen waren in meerdere of min dere mate schuldig aan de genoemde roo- verijen, waarbij Th. A. S. als de hoofdman werd gekenschetst. De Officier van Justi tie, mr. Wilbrenninck wees er in zijn re quisitoir op, dat de verdachten verschrik kelijk hebben huis gehouden en talrijke diefstallen hebben gepleegd. Spr. achtte "n'er zware straffen noodzakelijk en eisch- te tegen Th. A. S. een jaar en zes maan den gevangenisstraf, tegen J. P. S. een jaar gevangenisstraf, tegen A. van D. zes maanden gevangenisstraf, tegen W. H. K. acht maanden gevangenisstraf, tegen M. J. van O. zeven maanden gevangenisstraf en tegen J. W. een jaar gevangenisstraf. Over veertien dagen zal de rechtbank von nis in deze zaken wijzen. In de gevangenis geleerd. De 21-jarige meubelmaker G. F. had in de gevangenis een kunstje geleerd, hoe men handig een winkellade kon lichten. Op een drietal winkelladen van L e i d s c h e winkeliers had hij dit kunstje iri practijk gebracht. Toch werkte het kunstje niet feilloos want hii was gepakt, waarna de Officier anderhalf jaar gevangenisstraf had geëischt. De Rechtbank uitspraak doende veroordeelde verdachte tot een jaar en drie maanden gevangenisstraf met aftrek van het voorarrest. De 2 voor de L P. H. M. afkomstig uit Leiden schreef zichzelf post wisseltjes van ƒ1.en schreef er dan rüstig een 2 voor. Met een gezicht, alsof er geen vuiltje aan de lucht was ging hij vervolgens deze vervalschte postwissels ir.nen aan diverse postkantoren in Neder land. Gezien zijn veertien veroordeelingen had de Officier een jaar gevangenisstraf tegen verdachte geëischt. De Rechtbank wees conform dezen eisch vonnis. KANTONGERECHT TE LEIDEN Ongeoorloofde geldinzameling A. A. S. S., uit Rotterdam, zich noemen de evangelist,-had zonder toestemming van den Procureur-Generaal, op het Stations plein te Leiden een soort geldinzameling gehouden, voor de „Gemeente Gods'' te Oegstgeest. Hij verkocht krantjes, waarbij elk bedrag welkom was. Verdachte voerde tot zyn verdediging aan, dat hij het Evangelie wilde brengen onder de menschen, hédendaagsche men schen, noemde hij' ze. Ambtenaar van het O. M.: „Meer voor het geld dan voor het Evangelie". Op een vraag van den kantonrechter vertelde verdachte van .beroep boekhou der te zijn, terwijl hij thans colporteur is van genoemd krantje. 'De eisch werd een geldboete van 10 subs. 4 dagen hechtenis. Verdachte riep de uiterste clementie in, daar hij als evangelist het Evangelie moest verspreiden en zelf geen geld heeft. Het vonnis werd tenslotte drie gulden boete. Een glasharde De bedrijfsleider P. v. d. V. uit V o o r- h o u t had uit een soort koppigheid zijn persoonsbewijs niet afgehaald. Zijn stand punt is want hij kon zelfs nu nog geen persoonsbewijs toonen als ze er belang bij hebben moeten ze Ret maar brengen. De ambtenaar vonds zulks onzin en ver dachte noemde hij koppig en onwillig. De eisch werd een geldboete van 8 subs. 4 dagen hechtenis. Het vonnis werd 5 subs. 3 dagen. Met een keurige buiging merkte ver dachte op: „Ik kan er niets aan doen, ik heb geen tijd om het te halen". Het laatste -woord is vermoedelijk nog niet gesproken in deze persoonsbewys- kwestie. Water bij de melk. De melkhandelaar A. R. uit Hillegom had op 11 November melk vervoerd, waar van het vetgehalte niet deugde. De keu ringsdienst te Haarlem had uitgemaakt, dat er water bij de volle melk gedaan was. „Wat blijft er over van volle melk als men er water bij gaat doen", vond de ambtenaar en eischte voor dit geknoei een geldboete van 50 subs, een maand hech tenis. Het vonnis werd een geldboete van 30 door prof. P. Stammeyer 54e WEEK 8—14 MAART. Evangelie van den H. Matteüs 1:1 4:11. In het Romeinsche Ryk werden de indi recte belastingen der provincies aan den meestbiedende verpacht; de pachter had in de provincies-zelf weer onderpachters, tol lenaars genoemd. Het was voor deze men schen een persoonlijk belang om zooveel mogelyk belasting te innen:, waren zij reeds hierdoor niet in aanzien bij de be lastingbetalers, zij werden gehaat om de veel voorkomende afpersingen,welke dik wijls werden uitgevoerd met hulp van de 'militaire macht, welke zij konden inroe pen. Het ambt-zelf bracht een groote ver leiding mede, zoodat zelfs de besten wel eens bezweken (Luk. 19:8). Christus, Die gekomen was om de. zondaars te roepen, heeft ook tollenaars tot zich -geroepen en één van hen zeifs tot Apostel gekozen, Mat teüs. Uit eerbied voor den Apostel, die on-* der den naam Matteüs bekend stond, be schrijven Markus (2:13—17) en Lukas (5: 2732) alleen de roeping van den tolle naar Levi, doch Matteüs zelf komt er voor uit, welke groote dingen God aan zijn ziel gedaan heeft (9:913 y 10:3). Deze Apostel Matteüs is de schrijver van het-eerste evangelie. Voordat hij Palestina verliet, heeft hij dit geschrift samengesteld ten behoeve 'van zijn landgenooten. Het is dus geschreven voor Chrislenen, die uit het Jodendom waren bekeerd, en voor Jo den. Hierdoor wordt het geheel eigen ka rakter van dit evangelie verklaard. Matteüs toont aan, dat Christus de Messias is, die aan de Vaderen was beloofd, dat in Hem de profetieën verwerkelijkt zijn, dat het door Hem gestichte Rijk, de Kerk, het ver wachte Messiaansche Rijk is. Daarbij leert hij ook, dat de Joden zelf, vooral onder den invloed der schriftgeleerden, den Messias hebben verworpen en dat daarom het evangelie nu gepredikt wordt aan de hei denen; deze gedachtengang vindt zijn hoogtepunt in de algemeene opdracht van Christus aan het eind van het evangelie: „Gaat dus heen; onderwijst alle volken" (28:19). Als symbool van Matteüs gebruikt men een gevleugelde menschenfiguur -en wel omdat het evangelie aanvangt met de ménschelijke afstamming van Christus te verhalen. In tegenstelling met Lukas, die de afstamming geeft vanaf Adam om aan te geven, dat Christus een der onzen, mensch onder de menschen, is geworden, geeft Matteüs de afstamming via David van Abraham. Aan dezen Vader van het Joodsche volk was beloofd, dat in zijn zaad alle geslachten zouden gezegend worden; aan David: „voor eeuwig zal Ik uw nazaat behouden, uw troons doen staan van ge slacht tot geslacht" (Ps. 89:5). In deze lijst wordt niet telkens de op volging gegeven van Vader op zoon; er ontbreken verschillende schakels; Matteüs maakt er drie groepen van 14 geslachten van (14 - 2 x 7, het heilig gëtal der Jo den). Slechts enkele vrouwen worden ge noemd, zondaressen en vreemdelingen; we kunnen hierin een aanduiding vinden van het genadekarakter van Christus' zending en de algemeenheid van Zijn werk. ((Zon dag). Jh 21 ligt de grootheid van Maria en Josef geteekend. In haar nederigheid heeft Maria niet zelf aan Josef haar groote bevoorrechting medegedeeld; de openba ring van dit groot geheim laat Zij vol ver trouwen over aan God en haar vertrouwen houdt stand, wanneer Zy verschrikkelijk lijdt b(j het bemerken van Josefs onzeker heid. Door zijn liefde voor Maria lijdt ook Josef, doch terwijl hij geen verklaring ziet tenzij in Maria's nadeel, wil hij in te genstelling met de gewone klein-mensche- lijke manier van doen Maria sparen. God beloont hen beiden door de boodschap van den engel aan Josef. Hierna laat Matteüs de eerste profetie vólgen, door Isaias aan koning Achaz ge daan. De profetiën hielden de verwachting van den Messias onder de Joden levend en aan de schriftgeleerden gaf het daarom geen moeielykheid de vraag van Herode» te beantwoorden, waar de Christus zou ge boren worden. Zij antwoordden met de profetie van Mikeas over Bethlehem. Wan neer we het begin van hèt 2e hoofdstuk le zen, zullen we opmerken, dat de evangelist niet spreekt over „koningen", maar „wij zen uit het Oosten"; pas in de 6e eeuw worden hier en daar deze wijzen tot „ko ningen" gemaakt. De Kerk noemt het feest van 6 Januari: Epiphanie of verschijning des Heeren aan de heidenen. Bovendien noemt Matteüs geen getal; de namen, die men aantreft, hebben we dus eveneens aan latere legenden te danken. Het getal drie is waarschijnlijk ontleend aan het getal der geschenken (2:11). In deze geschiede nis toont Matteüs ons het eerste teeken van de goede gesteldheid der heidenen. (Maan dagDinsdag). Opmerkelijk eenvoudig is het verfraai over de vlucht naar Egypte. Matteüs spreekt ons alleen over het gaan en terug- keeren, waarbij bijzonder de zwijgende gehoorzaamheid van Josef opvalt. De nieuwsgierigheid der eerste Christenen heeft het succes verzekerd aan enkele ver zonnen verhalen over dezen tijd, waarin we lezen, hoe de wilde dieren hun woest heid afleggen en rustig de kleine stoet vergezellen, hoe de afgodsbeelden der Egyptenaren bij Christus' komst in puin vallen, hoe er in Egypte allerlei wonderen geschied zijn. Het evangelie draagt Juist door zijn simpelheid het zegel der waar heid (Woensdag). In dit gedeelte der Kindsheidgeschiedenis waren, zooals we in deze twee hoofdstuk ken lezen, verschillende profetieën ver vuld; dat was voor Matteüs van beteekenls; daarmede is zijn taak af en kan hij over gaan naar het openbaar optreden. Vandaar die groote overgang naar het optreden van Johannes den Dooper, die de komst van Christus aankondigt. Het „ryk der heme len" is een zuiver Joodsche formule. Uit eerbied spraken zij den naam van God zoo min mogelijk uit; vandaar deze uitdruk king in plaats van „rijk van God". Het op treden van Johannes staat hier zoo duide lijk beschreven (zie ook de aanteekenin- gen), dat het geen verdere verklaring vraagt (DonderdagVrijdag). Christus is gekomen om ons den weg naar God te leeren en daarom heeft Hij toegelaten^ dat Satan Hem bekoorde (zie ook Hebr. 4:15). In I-Joh. 2:16 lezen we: „want al wat er is in de wereld: de begeer lijkheid des vleesches, de begeerlijkheid der oogen en de hoovaardij des levens: is niet uit den Vader, maar is uit de wereld". Hoe wij deze drievoudige begeerlijkheid moeten bestrijden bij bekoringen leerde Christus in een drievoudig onmiddellijk afwijzen zonder redeneeren. (Zaterdag). Bijbellezing voor de volgende week Zondag Matt. 1: 1—17 Maandag Matt. 1:28—15 Dinsdag Matt. 2: 1—12 Woensdag Matt. 2:13—23 Donderdag Matt. 3: 110 Vrijdag Matt. 3:11—17 Zaterdag Matt. 4: 1—11 MEVROUW K. SCHRIJFT: „Vandaag ben ik 45 jaar geworden. Hier_ by zend ik u 45.— voor de Nederlandsche Ambulance. Gelukgewenscht mevrouw K. Ook namens de mannen aan het Oost- fiont. Zy zullen uw land beschermen te gen het roode gevaar. Gelukgewenscht mevrouw K. pat U uw verjaardag nog kunt vieren in een land, waar geen vlag met sikkel en hamer waait. Gelukgewenscht jarige Nederlanders. Denkt aan de verjaardagsstorting op giro rekening 8 7 6 0 0 Nederlandsche Ambulance Koninginnegracht 22, 's-Gravenhage. Zoet Roggebrood GEBR. TEN HOEVE ROTTERDAM, TEL.' 38427 SPORT KAMPIOENSCHAP TWEEDE KLASSE GROOT BILJART Gisteren zijn de wedstrijden om het kam pioenschap van Nederland tweede klasse groot biljart kader 45/2 voortgezet. De strijd tusschen twee rivalen,e Vrees wijk en Teegelaar, was zeer spannend. Aan van kei ij Inging het spel gelijk op en na 15 beürten wees het scoringbord een stand van 200191 aan in het voordeel van Tee gelaar en na de 16e beurt 233—196. Toen. maakte Teegelaar zijn eerste poedel, waar' op Vreeswyk met slechts 1 carambole volgde. Daarop scoorde de Leidenaar 22, gevolgd door 21 van Vreeswijk, Teegelaar 1, Vreeswijk 16. Twee poeleds achter el kaar moesten vervolgens voor Teegelaar worden genoteerd, in welke beurten de Utrechtenaar resp. series van 20 en 14 pro duceerde, waarmede Vreeswijk 'de leiding had veroverd met een stand van 256268. De Leidenaar herstelde zich evenwel en 'kwam met een serie van 36 op 292. Na nog twee beurten kwam hij op 299, terwijl Vreeswijk het tot 283 bracht. Teegelaar maakte daarop de partij uit, maar had deze daarmee nog niet gewonnen, want Vrees wijk wist de partij eveneens met een serie van 17 te beëindigen, zoodat de strijd met remise besloten werd. Het was een fraaie partij en Teegelaar komt alle lof toe voor zyn prestaties in dezen strijd tegen den tot dusver sterksten speler van^dit tournooi. Teegelaar bracht vervolgens dr. Vos de vierde nederlaag toe. In den aanvang was de Leidenaar goed op stoot en scoorde se ries van 27, 56, 20, 42 terwijl Vos niets pres teerde. Na 10 beurten was de stand 16164. Zoo ging het door en even later stond het 24271. Daarna was Teegelaar er geheel uit, hetgeen moet worden toegeschreven aan ongesteldheid. Hij klaagde over maagkramp en deze lichamelijke toestand was van grooten in vloed op zijn spel. Vos daarentegen werd productiever en na 19 beurten was de stand 283265; waarna Teegelaar met een se rie van 17 de partij uitmaakte. De uitslagen van den tweeden dag wa ren: Vos 277 30 46 9.23 Stikkelman 300 30 44 10. Vreeswijk 300 25 48 12.— Teegelaar 300 25 44 12. Schmidt 300 22 54 13.63 Geestman 213 22 46 9.68 Beuming 94 - 25 43 3.76 Hoogland 300 25 50 12.— Teegelaar 300 30 56 10. Vos 261 30 42 8.70 Vreeswijk 300 28 53 10.70 Stikkelman 221 28 28 7.89 Schmidt 15 300 73 20.— Beuming 15 92 22 6.13 Hoogland 299 38 71 7.86 Geestman 300 38 49 7.89 De stand na den tweeden dag is als volgt: gesp. m. prt. brt. pnt.h.s.alg. g. pt. 1. Schmidt 4 93 1200 73 12.90 8 2. Vreeswijk 4 90 1200 78 13.33 7 3 Teegelaar 4 116 1175 80 10.12 5 4. Hoogland 4 117 1169 71 9.99 4 6 Stikkelman 4 107 917 44 8.57 2 7 Beuming 4 80 569 43 7.11 2 8. Vos 4 125 935 46 7.48 0 ATHLETIEK DE DOCOS-VELDLOOPEN. Door de aanhoudenode vorst is het be stuur genoodzaakt de Docos-veldloopen, welke morgen. Zondag, zouden gehouden worden, tot nader aankondiging uit te sto' len.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1942 | | pagina 5