ÜlaAtwaie faaeuen
ffiijjfreliUzing.
DEN HAAG' m 33339®
ZATERDAG 7 MAART 1942
OE LEIDSCHE COURANT
TWEEDE BLAD-PAG. 5
DE VASTENLOOZE VASTEN
Eet maar zooveel je eten kunt ia het
slagwoord voor den Heiligen Vastentijd van
het Jaar onzes Heeren 1942. In meer plech
tige termen heet het: volledige dispensatie
in de Vasten- en Onthoudingswet. De bis
schoppen weten, dat Schraalhans en me
vrouw Wittop-Koning keukenmeesters
ziji en dat ondanks de vernuftige vond
sten van het dagelijksch „Momentje"
het voor iedereen een toer is zijn buik
vol te krijgen. Er is dus eigenlijk ge a
opschorting van de Vastenwet; deze heeft
slechts een permanent karakter gekregen.
We zijn nu het geheele jaar verplicht om
te vasten, en»daarom konden de bisschop
pen gerust als kundige herders het hek
van den dam verwijderen, want er is toch
geen igras in de wei.
De blijvende vasten, die wij doormaken,
zerderï de meesten onzer (er zijn er die nog
niets geen krimp hebben!) gaarne willen
Inruilen tegen de bepalingen van de kerke
lijke Vastenwet, die weliswaar nooit popu
lair was, doch de laatste jaren niet veel
meer om't lijf had. In mijn jeugd werd hei
onthouden van spijs en drank veel strenger
gehandhaafd, en toch was ook de Vasten-
van-toen een smulpartij, vergeleken bij d-*
uiterst zware beperkingen, die in vroeger
eeuwen aan de christenen werden opge
legd.
Wat door ons geslacht aan versterving
werd gedaan, was meer een daad van ge
hoorzaamheid en onderwerping aan de
voorschriften van het kerkelijk geza?, dan
een moeilijke en met veel zelfopoffering
uit te voeren verdichting.
Er is dus al hebben de bisschoppen
met een royaal gebaar ons vrij gelaten
op den keper beschouwd niet veel veran
derd. We vasten dit jaar gedwongen iets
strenger, dan ons anders dwingend was
voorgeschreven.
„Wij spreken echter de atellige
verwachting uit, dat de geloovigen
•in den geest van boetvaardigheid vin
dingrijk zullen zijn om tóch lederen
dag een versterving te doen in drank en
spijs, in rooken of snoepen, in filmgenot
of een geestelijke versterving van zelf
overwinning in de samenleving met an^
deren, pm redding te verkrijgen uit den
nood. God zal een vernederd en vermor
zeld hart niet versmaden"
schreef onze Bisschop in „St. Bavo", bij
den aanvang van de Vasten, daarmede ons
inprentend, dat wat het vasten als vrij
willige daad van versterving en boet
vaardigheid betreft, er niet slechts „niet
veel", maar in het geheel niets veranderd is.
Het snoepen nalaten, het rooken van geu
rende Havanna's verminderen geen
bioscopen of schouwburgen bezoeken, zich
nu en dan iets ontzeggen, behoort tot de
goede Vastentijd-gebruiken. Er is geen en
kele reden, waarom wij zouden meenen in
de algemeene dispensatie een vrijkaartje
te hebben ontvangen om wèl naar de bios
te gaan, en een bloembonnetje om taartjes
te eten. Neen, heen, dat gaat zoo maar niet!
zegt de Bisschop en voegt daar een
vorm van versterving aan toe, die dikwijls
zwaarder is, dan voedselonthouding: „zelf
overwinning in" de samenleving met ande
ren", en dat „in den geest van boetvaar
digheid". Een scherpe opmerking in zijn
mond smoren en nederig allerlei kleine te
genwerkingen inslikken, vergt vaak een
ontzaglijke krach tinspanning van onzen tot
pietluttigheid geneigden geest.
Deze vorm van vasten, waarbij komt een
veelvuldiger ter kerke gaan, veel bidden
(o.a. de boetpsalmen), gezette overweging
van het lijden van Christus en niet te ver
geten ook een „ruimer armslag" in de be
oefening der liefdadigheid is altijd de
voornaamste geweest, en kan in de
zen tijd even goed en even weinig gemak
kelijk beoefend worden als voorheen. De
H. Joannes Chrysostomus drukte degenen,
die niet konden vasten op het hart: „Dat hij
dan, die voedsel neemt vóór den tijd, over-
Vloediger aalmoezen geve; dat hij meer
wierook des gebeds off ere aan God; dat hij
m^er vurigen ijver toone om het Woord
Gods te aanhooren. Dit zijn zooveel uitste
kende werken, waarvoor lichaamszwakte
geen beletsel is".
Het verplichte vasten zonder den geest
van boetvaardigheid en naastenliefde, dik
wijls louter uit sleur of menschelijk op
zicht, is nooit volgens de bedoelingen van
de H. Kerk geweest, gelijk ook reeds de
profeet Joël vermaande:
Nu dan zegt de Heer: bekeert u tot
Mij met geheel uw hart in vasten en in
weènen en in weeklagen. En ver
scheurt uw harten en niet uw
kleeren (Joël 2:12).
Huichelarij van de ergste soort is het bo
vendien te koop te loopen met zijn vasten
in welken vorm dan ook, en onder welk
voorwendsel dan ook. De Farizeeër, die
verklaarde: „ik vast tweemaal in de week",
ging ongerechtvaardigd naar huis, en bij
een andere gelegenheid heeft Christus ons
de juiste gesteldheid van een vastende
christen ingescherpt:
Wanneer ge vast, toont dan geen
droevig gezicht zooals de huichelaars;
want ze verwringen hun gelaat, opdat
de menschen hun vasten zouden zien.
Voarwaar, Ik zeg u: Ze hebben hun
loon al ontvangen. Maar gij, als ge vast,
zalf dan uw hoofd en wasch uw gezicht,
opdat de menschen uw vasten niet be
merken, maar uw Vader, die in het
verborgen is. En uw Vader, die in het
verborgen ziet, zal het u vergelden
(Matth. 6:16—18).
Vasten, met uiterlijk vertoon, zónder
boetvaardigheid en zonder liefde is een
looze bezigheid, die eerder Gods toorn ver
wekt, dan Zijn barmhartigheid afroept,
zooals de! Heer reeds vroeger gesproken
had door den mond van den profeet Isaias:
Ziet, op uw vastendag zoekt gij uw voordeel,
En beult gij al uw arbeiders af,
Ziet, gij vast onder kijven en twisten,
En slaat er maar met de vuisten op in.
Neen, zooals ge nü vast,
Zal uw stem in de hóoge niet worden
gehoord!
Is dit soms een vasten, die Mij aan
genaam is,
Een dag, waarop de mensch zich,vernedert?
en God laat onmiddellijk erop volgen, wat
het echte, verdienstelijke vasten is:
Is d i t niet een vasten,
Zooals Ik het wil;
Is de godsspraak van den Heer:
Zondige boeien slaken.
GEMENGDE BERICHTEN
DRIEJARIG KIND BIJ BRAND
OMGEKOMEN.
Gistermiddag wrd de brandweer gewaar
schuwd voor een brand in het perceel
Obrechtstraat 56. te 's-Gravenhage. Het
bleek dat een zware binnenbrand woedde
in de voorkamer yan de parterre. Het vuiur
kon spoediig met een straal op de water
leiding worden gebluscht. In de kamer
troffen de brandweerlieden het lijkje van
het driejarig jongetje J. M.„ dat door den
geneeskundige dienst naar het ziekenhuis
aan den Zuidwal werd overgebracht Bij
het onderzoek bleek, dat de moeder zich j
even verwijderd had om eenige noodzake
lijke boodschappen te doen. Een 9-jarig
broertje merkte bij het thuiskomen den
brand op. en maakte alarm. In de kamer
bevond zich een brandende haard. Vermoed
wdrdt dat het kind met vuur heeft ge
speeld, met het bovenvermelde treurige
gevolg.
VROUW VERBRAND.
Donderdagavond is de bejaarde dame A.
Nieuwenhuis te Nijmegen, toen zij zich wil
de verwarmen bij een ,electrisch kachel
tje, In brand geraakt. Met brandende Idee-
ren liep zij de straat op, waar voorbijgan
gers haar opvingen en oogenblikkelijk de
vlammen doofden. Met mocht evenwel niet
meer bateti, want zij had intusschen zulke
zware brandwonden opgeloopen, dat zij aan
de gevolgen is overleden.
DOODELIJKE VAL VAN EEN DAK.
Een bewoner van den Koningsweg te
Utrecht H. T., wilde dezer dagen zelf zijn
schoorsteen vegen. Hij had daartoe een lad-^
der bestegen, welke op het dak van de
keuken zijner woning Tjjps geplaatst. Op
zeker oogeniblik schoot de ladder uit met
het gevolg, dat de heer T. omlaag stortte
en met het hoofd op een betonnen plaat
neerkwam. Hij werd zeer zwaar gekwetst
en overleed aan zijn zware verwondingen.
MAN VERMOEDELIJK VERDRONKEN.
Woensdagavond ging de 51-jarige ma
chinist H. T. B. van het gemeentelijk
slachthuis te Maastricht, naar zijn werk om
daar eenige controle uit te oefenen op de
machines. Een half uur daarna is hij weg
gegaan om naar zijn woning terug te kee-
ren, welke slechts enkele meters van het
slachthuis verwijderd is. Hij is daar ech
ter niet aangekomen. Donderdagmorgen
vond men den hoed van den verm'iste langs
den kant van de Zuid-Willemsvaart liggen,
zoodat men vermoedt, dat hij door de duis
ternis misleid in het water is geloopen en
verdronken. Donderdag heeft men den ge
heelen dag gedregd, doch zonder resultaat.
De man is gehuwd en vader van vijf kin
deren.
RECHTZAKEN
VOOR DEN ECONOMISCHEN RECHTER.
Vier maanden en duizend
gulden boete.
Th. J. Witteman te Oegstgeest had
vleesch gekocht van clandestien geslacht
vee. Het was volgens den Officier niet
voor eigen gebruik bestemd geweest, maar
om het wier met winst verder te^ verkoo-
pen. Dit maakte volgens den Officier een
dubbele straf noodzakelijk en de eisch
werd dan ook vier maanden gevangenis
straf met bevel tot onmiddellijke gevan
genneming en een geldboete van 1000
subs, vijf maanden hechtenis. De economi
sche rechte* veroordeelde conform dezen
eisch.
Gekocht zonder bon.
Mevrouw J. A. A. Boogmans te Oegst
geest had vleesch gekocht zonder bon
nen, voor eigen gebruik. Zij werd deswe
ge veroordeeld tot een geldboete van
150.subs, drie maanden hechtenis.
HAAGSCH GERECHTSHOF.
Zboiets zal je gezegd worden. f
Hoe#el D. J. A. uit Leiden maar
veroordeeld was tot een "geldboete van ƒ5
subs. 5 dagen was hij toch maar in hoo-
ger beroep gekomen bij Het Hof, dat niet
erg te spreken was ovfer dit hooger beroep
van verdachte.
Hij achtte zich onschuldig, maar de hee
ren achter de groene tafel van den zulks
absoluut niet.
Het geval was aldus. Verdachte was op
2 September naar het distributiebureau te
Leiden gegaan en had toen rusie met een
ambtenaar gekregen.
Bij deze gelegenheid had verdachte den
ambtenaar toegevoegd: „Als ik daar zat,
dan gou ik ook geen vetbonnen tekort ko-
mën".
De ambtenaar had dit een beleediging
gevonden en de procureur-generaal vond
dit in hooger beroep ook, zoodat er beves
tiging van het vonnis gevraagd werd.
Verdachte was het daar niet mee eens en
gaf nogal brutale antwoorden.
De president bepaalde de uitspraak op
over 14 dagen en voegde er aan toe: „ik
weet niet, -hoe wij over deze lage straf
denken."
Knellende banden ontbinden;
Verdrukten de vrijheid geven,
Ieder juk verbreken?
Is dat niet vasten:
Den hongerige uw brood reiken,
Arme zwervers in huis opnemen;
Den naakte kleeden, dien gij ziet.
Uw eigen broeder niet verstooten?
Dan eerst zal uw licht als de dageraad
gloren,
En u^v wonde spoedig genezen.
Wanneer de Bisschop ons dus aanspoort
in dezen vastenloozen Vastentijd „in den
geest van boetvaardigheid vindingrijk".te
zijn, kunnen wij in Oude en Nieuwe Tes
tament overvloedig stof vinden ons vernuft
in het uitdenken van verstervingen te
scherr*m
PASTOOR.
HAAGSCHE RECHTBANK.
EEN DIEVENBENDE OPEREERDE TE
HILLEGOM EN OMGEVING.
Zware gevangenisstraffen geëischt.
In het tijdvak van SeptemberDecem
ber van het vorig jaar werden er te Hi 1-
1 e g o m een groot aantal diefstallen ge
pleegd, waarbij de dieven, soms door in
klimming en dan weer door middel van
valsche sleutels, wisten binnen te komen
en hun slag sloegen. Alles was van hun
gading. Zoo maakten z. o.m. buit drie
balen witte boonen, zakken bruine boo-
ren, nieuwe rijwiel binnen- en buitenban
den, blikken met ontsmettingsmiddelen,
v'er rijwielen enz. In totaal hadden zich
voor deze diefstallen voor de Haagsche
rechtbank te verantwoorden de 19-jarige
loodgieter Th. A. S. thans gedetineerd, zijn
23-jarige broeder, J. P. S. "kleermaker, de
21-jarige landarbeider A. van D., der 22-
jarige losarbeider J. W„ de 20-jarige bak
ker W. H. K. en de 21-jarige kleermaker
M. J. van V., allen woonachtig te H i 1 -
1 e g o m. Allen waren in meerdere of min
dere mate schuldig aan de genoemde roo-
verijen, waarbij Th. A. S. als de hoofdman
werd gekenschetst. De Officier van Justi
tie, mr. Wilbrenninck wees er in zijn re
quisitoir op, dat de verdachten verschrik
kelijk hebben huis gehouden en talrijke
diefstallen hebben gepleegd. Spr. achtte
"n'er zware straffen noodzakelijk en eisch-
te tegen Th. A. S. een jaar en zes maan
den gevangenisstraf, tegen J. P. S. een
jaar gevangenisstraf, tegen A. van D. zes
maanden gevangenisstraf, tegen W. H. K.
acht maanden gevangenisstraf, tegen M.
J. van O. zeven maanden gevangenisstraf
en tegen J. W. een jaar gevangenisstraf.
Over veertien dagen zal de rechtbank von
nis in deze zaken wijzen.
In de gevangenis geleerd.
De 21-jarige meubelmaker G. F. had in
de gevangenis een kunstje geleerd, hoe
men handig een winkellade kon lichten. Op
een drietal winkelladen van L e i d s c h e
winkeliers had hij dit kunstje iri practijk
gebracht. Toch werkte het kunstje niet
feilloos want hii was gepakt, waarna de
Officier anderhalf jaar gevangenisstraf had
geëischt. De Rechtbank uitspraak doende
veroordeelde verdachte tot een jaar en drie
maanden gevangenisstraf met aftrek van
het voorarrest.
De 2 voor de L
P. H. M. afkomstig uit Leiden schreef
zichzelf post wisseltjes van ƒ1.en schreef
er dan rüstig een 2 voor. Met een gezicht,
alsof er geen vuiltje aan de lucht was ging
hij vervolgens deze vervalschte postwissels
ir.nen aan diverse postkantoren in Neder
land.
Gezien zijn veertien veroordeelingen had
de Officier een jaar gevangenisstraf tegen
verdachte geëischt. De Rechtbank wees
conform dezen eisch vonnis.
KANTONGERECHT TE LEIDEN
Ongeoorloofde geldinzameling
A. A. S. S., uit Rotterdam, zich noemen
de evangelist,-had zonder toestemming van
den Procureur-Generaal, op het Stations
plein te Leiden een soort geldinzameling
gehouden, voor de „Gemeente Gods'' te
Oegstgeest. Hij verkocht krantjes, waarbij
elk bedrag welkom was.
Verdachte voerde tot zyn verdediging
aan, dat hij het Evangelie wilde brengen
onder de menschen, hédendaagsche men
schen, noemde hij' ze.
Ambtenaar van het O. M.: „Meer voor
het geld dan voor het Evangelie".
Op een vraag van den kantonrechter
vertelde verdachte van .beroep boekhou
der te zijn, terwijl hij thans colporteur is
van genoemd krantje.
'De eisch werd een geldboete van 10
subs. 4 dagen hechtenis.
Verdachte riep de uiterste clementie in,
daar hij als evangelist het Evangelie moest
verspreiden en zelf geen geld heeft.
Het vonnis werd tenslotte drie gulden
boete.
Een glasharde
De bedrijfsleider P. v. d. V. uit V o o r-
h o u t had uit een soort koppigheid zijn
persoonsbewijs niet afgehaald. Zijn stand
punt is want hij kon zelfs nu nog geen
persoonsbewijs toonen als ze er belang bij
hebben moeten ze Ret maar brengen.
De ambtenaar vonds zulks onzin en ver
dachte noemde hij koppig en onwillig. De
eisch werd een geldboete van 8 subs. 4
dagen hechtenis.
Het vonnis werd 5 subs. 3 dagen.
Met een keurige buiging merkte ver
dachte op: „Ik kan er niets aan doen, ik
heb geen tijd om het te halen".
Het laatste -woord is vermoedelijk nog
niet gesproken in deze persoonsbewys-
kwestie.
Water bij de melk.
De melkhandelaar A. R. uit Hillegom
had op 11 November melk vervoerd, waar
van het vetgehalte niet deugde. De keu
ringsdienst te Haarlem had uitgemaakt, dat
er water bij de volle melk gedaan was.
„Wat blijft er over van volle melk als
men er water bij gaat doen", vond de
ambtenaar en eischte voor dit geknoei een
geldboete van 50 subs, een maand hech
tenis.
Het vonnis werd een geldboete van 30
door prof. P. Stammeyer
54e WEEK 8—14 MAART.
Evangelie van den H. Matteüs 1:1 4:11.
In het Romeinsche Ryk werden de indi
recte belastingen der provincies aan den
meestbiedende verpacht; de pachter had in
de provincies-zelf weer onderpachters, tol
lenaars genoemd. Het was voor deze men
schen een persoonlijk belang om zooveel
mogelyk belasting te innen:, waren zij
reeds hierdoor niet in aanzien bij de be
lastingbetalers, zij werden gehaat om de
veel voorkomende afpersingen,welke dik
wijls werden uitgevoerd met hulp van de
'militaire macht, welke zij konden inroe
pen. Het ambt-zelf bracht een groote ver
leiding mede, zoodat zelfs de besten wel
eens bezweken (Luk. 19:8). Christus, Die
gekomen was om de. zondaars te roepen,
heeft ook tollenaars tot zich -geroepen en
één van hen zeifs tot Apostel gekozen, Mat
teüs. Uit eerbied voor den Apostel, die on-*
der den naam Matteüs bekend stond, be
schrijven Markus (2:13—17) en Lukas (5:
2732) alleen de roeping van den tolle
naar Levi, doch Matteüs zelf komt er voor
uit, welke groote dingen God aan zijn ziel
gedaan heeft (9:913 y 10:3).
Deze Apostel Matteüs is de schrijver van
het-eerste evangelie. Voordat hij Palestina
verliet, heeft hij dit geschrift samengesteld
ten behoeve 'van zijn landgenooten. Het is
dus geschreven voor Chrislenen, die uit
het Jodendom waren bekeerd, en voor Jo
den. Hierdoor wordt het geheel eigen ka
rakter van dit evangelie verklaard. Matteüs
toont aan, dat Christus de Messias is, die
aan de Vaderen was beloofd, dat in Hem
de profetieën verwerkelijkt zijn, dat het
door Hem gestichte Rijk, de Kerk, het ver
wachte Messiaansche Rijk is. Daarbij leert
hij ook, dat de Joden zelf, vooral onder den
invloed der schriftgeleerden, den Messias
hebben verworpen en dat daarom het
evangelie nu gepredikt wordt aan de hei
denen; deze gedachtengang vindt zijn
hoogtepunt in de algemeene opdracht van
Christus aan het eind van het evangelie:
„Gaat dus heen; onderwijst alle volken"
(28:19).
Als symbool van Matteüs gebruikt men
een gevleugelde menschenfiguur -en wel
omdat het evangelie aanvangt met de
ménschelijke afstamming van Christus te
verhalen. In tegenstelling met Lukas, die
de afstamming geeft vanaf Adam om aan
te geven, dat Christus een der onzen,
mensch onder de menschen, is geworden,
geeft Matteüs de afstamming via David
van Abraham. Aan dezen Vader van het
Joodsche volk was beloofd, dat in zijn zaad
alle geslachten zouden gezegend worden;
aan David: „voor eeuwig zal Ik uw nazaat
behouden, uw troons doen staan van ge
slacht tot geslacht" (Ps. 89:5).
In deze lijst wordt niet telkens de op
volging gegeven van Vader op zoon; er
ontbreken verschillende schakels; Matteüs
maakt er drie groepen van 14 geslachten
van (14 - 2 x 7, het heilig gëtal der Jo
den). Slechts enkele vrouwen worden ge
noemd, zondaressen en vreemdelingen; we
kunnen hierin een aanduiding vinden van
het genadekarakter van Christus' zending
en de algemeenheid van Zijn werk. ((Zon
dag).
Jh 21 ligt de grootheid van Maria
en Josef geteekend. In haar nederigheid
heeft Maria niet zelf aan Josef haar groote
bevoorrechting medegedeeld; de openba
ring van dit groot geheim laat Zij vol ver
trouwen over aan God en haar vertrouwen
houdt stand, wanneer Zy verschrikkelijk
lijdt b(j het bemerken van Josefs onzeker
heid. Door zijn liefde voor Maria lijdt ook
Josef, doch terwijl hij geen verklaring ziet
tenzij in Maria's nadeel, wil hij in te
genstelling met de gewone klein-mensche-
lijke manier van doen Maria sparen.
God beloont hen beiden door de boodschap
van den engel aan Josef.
Hierna laat Matteüs de eerste profetie
vólgen, door Isaias aan koning Achaz ge
daan. De profetiën hielden de verwachting
van den Messias onder de Joden levend en
aan de schriftgeleerden gaf het daarom
geen moeielykheid de vraag van Herode»
te beantwoorden, waar de Christus zou ge
boren worden. Zij antwoordden met de
profetie van Mikeas over Bethlehem. Wan
neer we het begin van hèt 2e hoofdstuk le
zen, zullen we opmerken, dat de evangelist
niet spreekt over „koningen", maar „wij
zen uit het Oosten"; pas in de 6e eeuw
worden hier en daar deze wijzen tot „ko
ningen" gemaakt. De Kerk noemt het feest
van 6 Januari: Epiphanie of verschijning
des Heeren aan de heidenen. Bovendien
noemt Matteüs geen getal; de namen, die
men aantreft, hebben we dus eveneens aan
latere legenden te danken. Het getal drie
is waarschijnlijk ontleend aan het getal
der geschenken (2:11). In deze geschiede
nis toont Matteüs ons het eerste teeken van
de goede gesteldheid der heidenen. (Maan
dagDinsdag).
Opmerkelijk eenvoudig is het verfraai
over de vlucht naar Egypte. Matteüs
spreekt ons alleen over het gaan en terug-
keeren, waarbij bijzonder de zwijgende
gehoorzaamheid van Josef opvalt. De
nieuwsgierigheid der eerste Christenen
heeft het succes verzekerd aan enkele ver
zonnen verhalen over dezen tijd, waarin
we lezen, hoe de wilde dieren hun woest
heid afleggen en rustig de kleine stoet
vergezellen, hoe de afgodsbeelden der
Egyptenaren bij Christus' komst in puin
vallen, hoe er in Egypte allerlei wonderen
geschied zijn. Het evangelie draagt Juist
door zijn simpelheid het zegel der waar
heid (Woensdag).
In dit gedeelte der Kindsheidgeschiedenis
waren, zooals we in deze twee hoofdstuk
ken lezen, verschillende profetieën ver
vuld; dat was voor Matteüs van beteekenls;
daarmede is zijn taak af en kan hij over
gaan naar het openbaar optreden. Vandaar
die groote overgang naar het optreden van
Johannes den Dooper, die de komst van
Christus aankondigt. Het „ryk der heme
len" is een zuiver Joodsche formule. Uit
eerbied spraken zij den naam van God zoo
min mogelijk uit; vandaar deze uitdruk
king in plaats van „rijk van God". Het op
treden van Johannes staat hier zoo duide
lijk beschreven (zie ook de aanteekenin-
gen), dat het geen verdere verklaring
vraagt (DonderdagVrijdag).
Christus is gekomen om ons den weg
naar God te leeren en daarom heeft Hij
toegelaten^ dat Satan Hem bekoorde (zie
ook Hebr. 4:15). In I-Joh. 2:16 lezen we:
„want al wat er is in de wereld: de begeer
lijkheid des vleesches, de begeerlijkheid der
oogen en de hoovaardij des levens: is niet
uit den Vader, maar is uit de wereld". Hoe
wij deze drievoudige begeerlijkheid moeten
bestrijden bij bekoringen leerde Christus
in een drievoudig onmiddellijk afwijzen
zonder redeneeren. (Zaterdag).
Bijbellezing voor de volgende week
Zondag Matt. 1: 1—17
Maandag Matt. 1:28—15
Dinsdag Matt. 2: 1—12
Woensdag Matt. 2:13—23
Donderdag Matt. 3: 110
Vrijdag Matt. 3:11—17
Zaterdag Matt. 4: 1—11
MEVROUW K. SCHRIJFT:
„Vandaag ben ik 45 jaar geworden. Hier_
by zend ik u 45.— voor de Nederlandsche
Ambulance.
Gelukgewenscht mevrouw K.
Ook namens de mannen aan het Oost-
fiont. Zy zullen uw land beschermen te
gen het roode gevaar.
Gelukgewenscht mevrouw K. pat U uw
verjaardag nog kunt vieren in een land,
waar geen vlag met sikkel en hamer waait.
Gelukgewenscht jarige Nederlanders.
Denkt aan de verjaardagsstorting op giro
rekening
8 7 6 0 0
Nederlandsche Ambulance
Koninginnegracht 22, 's-Gravenhage.
Zoet Roggebrood
GEBR. TEN HOEVE
ROTTERDAM, TEL.' 38427
SPORT
KAMPIOENSCHAP TWEEDE KLASSE
GROOT BILJART
Gisteren zijn de wedstrijden om het kam
pioenschap van Nederland tweede klasse
groot biljart kader 45/2 voortgezet.
De strijd tusschen twee rivalen,e Vrees
wijk en Teegelaar, was zeer spannend.
Aan van kei ij Inging het spel gelijk op en na
15 beürten wees het scoringbord een stand
van 200191 aan in het voordeel van Tee
gelaar en na de 16e beurt 233—196. Toen.
maakte Teegelaar zijn eerste poedel, waar'
op Vreeswyk met slechts 1 carambole
volgde. Daarop scoorde de Leidenaar 22,
gevolgd door 21 van Vreeswijk, Teegelaar
1, Vreeswijk 16. Twee poeleds achter el
kaar moesten vervolgens voor Teegelaar
worden genoteerd, in welke beurten de
Utrechtenaar resp. series van 20 en 14 pro
duceerde, waarmede Vreeswijk 'de leiding
had veroverd met een stand van 256268.
De Leidenaar herstelde zich evenwel en
'kwam met een serie van 36 op 292. Na nog
twee beurten kwam hij op 299, terwijl
Vreeswijk het tot 283 bracht. Teegelaar
maakte daarop de partij uit, maar had deze
daarmee nog niet gewonnen, want Vrees
wijk wist de partij eveneens met een serie
van 17 te beëindigen, zoodat de strijd met
remise besloten werd.
Het was een fraaie partij en Teegelaar
komt alle lof toe voor zyn prestaties in
dezen strijd tegen den tot dusver sterksten
speler van^dit tournooi.
Teegelaar bracht vervolgens dr. Vos de
vierde nederlaag toe. In den aanvang was
de Leidenaar goed op stoot en scoorde se
ries van 27, 56, 20, 42 terwijl Vos niets pres
teerde. Na 10 beurten was de stand 16164.
Zoo ging het door en even later stond het
24271. Daarna was Teegelaar er geheel
uit, hetgeen moet worden toegeschreven
aan ongesteldheid.
Hij klaagde over maagkramp en deze
lichamelijke toestand was van grooten in
vloed op zijn spel. Vos daarentegen werd
productiever en na 19 beurten was de stand
283265; waarna Teegelaar met een se
rie van 17 de partij uitmaakte.
De uitslagen van den tweeden dag wa
ren:
Vos 277 30 46 9.23
Stikkelman 300 30 44 10.
Vreeswijk 300 25 48 12.—
Teegelaar 300 25 44 12.
Schmidt 300 22 54 13.63
Geestman 213 22 46 9.68
Beuming 94 - 25 43 3.76
Hoogland 300 25 50 12.—
Teegelaar 300 30 56 10.
Vos 261 30 42 8.70
Vreeswijk 300 28 53 10.70
Stikkelman 221 28 28 7.89
Schmidt 15 300 73 20.—
Beuming 15 92 22 6.13
Hoogland 299 38 71 7.86
Geestman 300 38 49 7.89
De stand na den tweeden dag is als
volgt:
gesp. m.
prt. brt. pnt.h.s.alg. g. pt.
1. Schmidt 4 93 1200 73 12.90 8
2. Vreeswijk 4 90 1200 78 13.33 7
3 Teegelaar 4 116 1175 80 10.12 5
4. Hoogland 4 117 1169 71 9.99 4
6 Stikkelman 4 107 917 44 8.57 2
7 Beuming 4 80 569 43 7.11 2
8. Vos 4 125 935 46 7.48 0
ATHLETIEK
DE DOCOS-VELDLOOPEN.
Door de aanhoudenode vorst is het be
stuur genoodzaakt de Docos-veldloopen,
welke morgen. Zondag, zouden gehouden
worden, tot nader aankondiging uit te sto'
len.