fBiffrettezing, Geldige bonnen voor Voedingsmiddelen l/2 ZATERDAG 28 FEBRUARI 1942 DE LEIDSCHE COURANT TWEEDE BLAD - PAG. 5 ffaótwcaie öxieuen HET VERBRANDEN VAN LIJKEN „Na drie maanden is gewoonlijk het rottingsproces met stank-ontwikkeling afgeloopen en komt vermolming met schimmelvorming tot stand". Aldus wordt ons in een verhandeling over het, begraven aangezegd, wat ons na het sterven te wachten staat. Je houdt je neus dicht, als je 't weder varen van de eerste drie maanden leest, een gebaar, dat op een muurschildering van het Campo Santo te Pisa ook een van de ridders maakt, die bij een geopende groeve staat. En een ander draait zijn hoofd ziek van walging om. Men verhaalt, dat de hertog van Gandia. Franciscus Borgia, het besluit nam zich uit de wereld terug te trekken (hij werd gene raal van de Jezuieten en heilig-verklaard), toen hij het gelaat van koningin Isabella van Spanje aanschouwde, die na haar dood vervoerd werd naar het zuiden des lands Granada meen ik, was het doel van de reis en bij aankomst er niet erg koninklijk meer uitzag. Een beschrijving zal ik u maar be sparen. „Na zeven jaar" gaat onze verhande ling onbewogen voort „is het lichaam tot op het been verteerd". Dan zijn we dus teruggebracht tot een hoop knokels ejt een lachend doodshoofd, opgeborgen onder den vochtigen grond in een uit zijn voegen ge-, barsten kist. Wanneer je deze droog-opgesomde grie zeligheden overdenkt, is het wel heel be grijpelijk, dat een- mensch er geweldig te gen opziet fe gaan sterven, al gaat hij dan ook volgens de populaire manier van zeggen hemelen. En het „Hier rust in vrede" op de zerken, en alle romantische versiering tot stemmige begraafplaats is eigenlijk bewust zelfbedrog. Onze taal kent voor dergelijke heuvels, waar menschèlijke lichamen in groote aan tallen aan de verrotting worden prijsgege ven, slechts de weinig-zéggende benamin gen: kerkhof of begraafplaats. Diepzinniger is het Duiteche „Gottesacker", een naam, die ook vroeger in ons land voorkwam. (Een straat in Franeker tenminste, welke rond de kerk loopt, heet „Godsakker"). Want op een kerkhof gaat in vervulling, wat St. Pau- lus schreef: „Het wordt gezaaid in bederfe lijkheid, het zal verrijzen in onverderfelijk- heid". Het lichaam wordt als een graan korrel neergelaten in de donkere aarde, om straks weer omhoog te schieten. In het La tijn wordt daarom een kerkhof „coemete- rium" of sluimer-plaats genoemd. Het is slechts een tijdelijk verblijf. Met het oog op de vergiftige stoffen, die ons téeder-gekoesterde lichaam na onzen dood gaat versoreiden, moeten tegenwoor dig de begraafplaatsen minstens 50 M. buiten de bebouwde kom liggen en zoodanig zijn opgehoogd, dat de lijken .boven het grondwater liggen. Ook is bepaald, dat een lijk niet laneer dan vijf dagen „boven aar de" mag blijven staan, en soms al heel* spoedig na den dood zien we de eerste verschijnselen van het volslagen bederf optreden. Waarom wij al deze nuchtere narigheden opdisschen. Och, niet om er een stichtelijk preek je £an te verbinden over de vergan kelijkheid van alle aardsche glorie, kracht, sterkte en schoonheid, doch meer om in het straatje te komen.van de voorstanders der lijkverbranding! De lijkverbranding is zoo zuiver en kuisch beweren deze lieden, en wij zul len niet ontkennen, dat lijkverbranding in een zéér korten tiid tot stand brengt, en afdoende, waartoe de natuur jaren van noo- de heeft langbeen weinig appetijtelijk ont- bindings-proces. Na een uur in den ver brandingsoven te hebben vertoefd, komt hét stoffelijk overschot eruit als een hoon asch en beenkorrels, welke twee h drie pond weegt. De lijkverbranding is ook niet recht streeks in strijd met eenig goddelijk gebod, noch met de geloofsleer. Dat weten de voorstanders ervan misschien niet; toch is het zoo. Er zullen vele lijken van christe nen verbrand zijn, en nog wel verbrand worden. De lezer wriift zijn oogen eens uit. want dit artikel schijnt wel degelijk een pleidooi te worden voor lijkverbranding. En dat van een pastoor, en dat in een katholieke krant! De lijkverbranding echter en bij dit echter nemen wij op het laatste mo ment onze draai is voor christenen niet aanvaardbaar, omdat de Kerk haar met na druk verboden heeft. Natuurlijk niet zon der reden. De Kerk verbiedt nooit iets zonder reden. De voornaamste redën is deze, dat de lijkverbranding een stokpaardje is van de vrijmetselaars, een aanfluiting van het Christendom, dat altijd zijn dooden heeft begraven en een moedwillige beleediging van. het christelijk gevoel. De vrijmetse laars, en al.die daarmede sympathiseerden, hebben hun bedoeling nooit onder stoelen of banken gestoken. Daarom verbiedt de Kerk iedere plechtigheid voor iemand, die 'zich na zijn dood heeft laten verbranden, omdat zoo iemand kennelijk dwars tegen het Christendom inging. Öok is het ver boden aan Katholieken een crematie bij te wonen, tenzij in heel bijzondere en zwaar wichtige omstandigheden en op voorwaarde dat geen ergernis wordt gegeven. Veronderstel, dat de vrijmetselaars er nooit geweest waren om aan de lijkver branding het karakter te geven van een „afschuwelijk misbruik" (Leo XIII) en een „goddelooze plechtigheid", zou de Kerk dan even scherp tegenover de verassching staan? Niet zoo scherp, doch evenzeer afwij zend. En dat op grond van het feit, dat begraven meer in overeenstemming is met het Woord Gods, met den Bijbel. Evenals Christus begraven is en verheerlijkt uit het graf opgestaan, zoo zullen ook wij eens uit het graf verrijzen. Voor de verrijzenis doet het natuurlijk niets - terzake of het lichaam verbrand is of verteerd. Het ont bindingsproces is hetzelfde; alleen geschiedt het bij verbranding veel vlugger. Maar de christenen hebben van de oudste tijden af (ofschoon de lijkverbranding toen alge meen in zwang was) vastgehouden aan het begraven der lijken. Daarvoor pleit ook de overweging, dat begraven, hoe afzichtelijk het ontbindings proces ook is, eerbiedwaardiger toeschijnt. In plaats van op gewelddadige wijze door het vuur het lichaam te laten ver woesten, is het passender dat het gesloopt wordt door dezelfde natuurkrachten, die het hebben opgebouwd. Om al deze redenen, is de Kerk scherp gekant tegen verassching. Bij uitbarsting van besmettelijke ziekten, in oorlogstijd of bij rampen, die onnoemelijk veel slacht offers eischen, heeft de Kerk er echter hoe genaamd geen bezwaar - tegen dat om redenen van volksgezondheid de lijken worden verbrand. „Het is zelfs een eisch der natuurwet" lezen wij in Potters Katechismus „dat het bezwaar van be smetting moet voorkomen worden. Aan deze goddelijke natutïrwet gehoorzaamt ook de Kerk". De bewering, vroeger geuit in vrijmetse laars-kringen en met veel vertoon voorge dragen, dat het begraven-op-zich reeds schadelijk zou zijn voor de volksgezondheid, is afdoende Weerlegd. Er is nog een manier, om zich van een lijk te ontdoen, die nóch begraven nóch verbranden kan heetert, en waartegen de Kerk geen enkel bezwaar heeft: het neer laten van een lijk in zee. Dit is een zeer bijzondere plechtigheid, waarvoor aan boord van onze Nederland- sche marine een vast ceremonieel is opge steld. De kist, gedekt met de vaderlandsche driekleur, wordt driemaal rond gedragen voorafgegaan door pijpers en tamboers, die op met blauw vlaggedoèk omfloerste trom mels roffelen. Bij de valreep aan stuurboord gekomen, wordt de vlag van de kist genomen en op bevel van den commandant: Een, twee, in Gods naam! overboord geworopen, waarbij voor en na een salvo wordt afgevuurd. Dan vervolgt het schip zijn vaart. Er staat geen kruisje op het matrozen graf. De eindelooze deining van de zee vloeit over zijn lijk en toch zal ook hij eens, als de krachten der hemelen zullen geschokt worden en „de menschen ver drogen van angst bij het gedonder der gol ven" verrijzen in onbederfelijkheid. PASTOOR. GEBEDSACTIE S.P.L. „Dat alle katholieken^zullen waar- deeren' en krachtig steunen de op leiding van inlandsche priesters in de missielanden" is de voor de maand Maart door het Pau selijk Liefdewerk van den H. Apostel' Pe trus aanbevolen intentie voor de deelne mers aan de Gebedsactie. Voor den opbouw der inlandsche kerken is een inlandsche clerus noodzakelijk: de inlandsche clerus op zich is een normaal, noodzakelijk bestanddeel der Kerk. Voor de definitieve vestiging der Kerk in de missielanden moet die inlandsche cle rus er dus komen: dat kan alleen door een goede, deugdelijke opleiding van daarvoor geschikte jongens uit de bevolking der mis sielanden. Van die noodzakelijke opleiding moeten alle katholieken diep overtuigd zijn: helaas zijn zij dat niet alleen, want waren zij het wel, dan zouden zij meer daadwerkelijken steun aan de opleiding geven, dan zou in de missielanden niet het groote vraagstuk be staan hoe de zeer hooge kosten der pries teropleiding te bestrijden., Dankbaar mogen echter hier vermeld worden de zo° ve^e leden van S.P.L., beurs- stichters, weldoeners, die door hun gaven, geestelijke zoowel als stoffelijke, de oplei ding van zoovele jongelingen mogelijk n^a- ken. Daarom bidden we in de maand Maart op bijzondere wijze voor bovengenoemde in tentie, opdat Gods genade de harten van alle-geloovigen moge treffen. Nieuwe deelnemers aan deze Gebedsactie kunnen op aanvrage gratis intentie-formu lieren bekomen bij den Nationalen Secre taris van S.P.L. Mgr. TH. M. P. BEKKERS te Voorschoten. De liturgie der Kerk N.B. Als niet anders wordt aangegeven dagelijks geen Gloria, geen Credo. Prefa tie v. d. Vasten. Kleur: Paars. In de Missen van den dag geen Gloria, geen Credo. Prefatie v. d. Vasten. Kleur: Paars. ZONDAG 1 Maart. Tweede Zondag v. d. Vasten. Mis: Rcminiscere. 2e gebed v. d. H. Suitbertus, Bisschop en Belijder. (Zie in het feesteigen ,v. h. Bisdom); 3e voor den vrede. Credo. Tot heiligheid heeft God ons geroepen. Om ons zelf te heiligen moeten wij ons levensgedrag ondergeschikt maken aan Gods heilige geboden. Wij kennen die (Epistel), magr onze gedachten, woorden en werken zijn er zoo menigmaal mee in strijd. Wij erkennen onze zonden in nede righeid en bidden den goeden en barm- hartigen God om vergiffenis, (Introitus, Graduale, Tractus), om bescherming van onze uiterlijke en innerlijke vermogens, bijzonder echter om zuivering van onze verbeelding en ons -verstand (Gebed). Hij zal ons verhooren (Communio). Getroosten willen wij ons ook de moeite ons verstand beschouwend te richten op Gods heilige Wet (Offertorium), om met de genade van God door de beschouwing te komen tot de daadwerkelijke beleving van de heilige Wet van God. (Postcommunio). Dan zullen wij bezitten net ware geluk, dat dé Vader van ons ook zal kunnen getuigen, dat wij Zijn welbeminde kinderen zijn. (Evan gelie). MAANDAG 2 Maart. Mis v. d. Maandag in de 2e week v. d. Vasten: Redime. 2e ge bed A Cunctis (om de voorbede van de Heiligen); 3e Omnipotens (voor levenden en dooden); 4e voor den Paus (wegens de verjaardag van zijn keuze); 5e voor den vrede. In de kerken van de E.E. P.P. Franciscanen. ZONDAG. 2e gebed A Cunctis; 3e Omni potens; 4e voor den vrede. MAANDAG. Mis v. d. Z. Agnes van Praag, Maagd: Dilexisti. Gloria. 2e gebed (en laatste Evangelie) v. d. Maandag; 3e A Cunctis; 4e voor den vrede Kleur: Wit. In de Mis v. d. Maandag: 2e gebed v. d. Z Agnes; 3e A Cunctis; 4e voor den vrede. BINNENLAND N. G. VAN HEEK t Op 67-jarigen leeftijd is te Enschedé over leden de bekende textiel-industrieel, de heer N. G. van Heek. DEPARTEMENT ZATERDAGS GESLOTEN De Secretaris-Generaal van het Departe ment van Volksvoorlichting en Kunsten brengt ter algemeene kennis, dat het de partement voornoemd met ingang van 28 Februari a.s. tot nader order des Zaterdags gesloten zal zijn. C.A.O. LOODGIETERS- EN FITTERS- BEDRIJF. Het college van rijksbemiddelaars heeft, blijkens de Staatscourant van gisteren, op verzoek van den Bedrijfsraad voor het loodgieters- en fittersbedrijf, de algemeen verbindendverklaring der collectieve ar beidsovereenkomst voor dit bedrijf, welke oorspronkelijk geschiedde voor het tijdvak van 1 Augustus 1941 t/m 28 Februari 1942, verlengd voor den tijd van 1 Maart tot en met 30 Juni 1942. door. prof. P. Stammeyer 53e WEEK 1—7 MAART. Brief aan de Filippenzen 2:1eir.de. Na in de laatste verzen van het eerste hoofdstuk dé Filippenzen te hebben aange spoord moedig stand' te houden in de een heid des geloofs tegenover vijandig gezin de Joden en het lijden te hebben voorge houden in de v^ieven beteekenis, welke het voor den Christen heeft, waarom hij het zelf ook aanvaard heeft, zoowel vroe ger (Hand. 16:1640) als nu in zijn gevan- genschap," wijst Paulus op het groote goed der onderlinge eensgezindheid in liefde. Hij weet, dat hetgeen hij vraagt, moeielijk is; het valt den mensch zwaar zich los te ma ken van alle egoïsme. Paulus doet daarom een beroep op de hartelijke gevoelens, wel ke zij hem toedragen om hen te brengen tot die belangenlooze nederigheid. Terecht wijst hij op 't voorbeeld van Christus; doch niet op een of andere daad, maar op Zijn geheele gezindheid, omdgt daaruit de af zonderlijke daden als vanzelf voortvloeien. In enkele regels staat hier hfet ontzaggelijk geheim der verlossing uitgedrukt, hetgeeri veronderstelt, dat de Filippenzen deze leer uit de prediking reeds volledig kenden. Die diepe vernedering heeft Christus gedragen om ons: „Gij kent toch de liefdedaad van onzen Heer Jesus Christus: hoe Hij om uwentwil arm is geworden, terwijl Hij rijk was, opdat gij rijk zoudt worden door Zijn armoede" (II Kor. 8:9). Dat voorbeeld heeft beteekenis, zooals o.a. Augustinus zegt: „Gij zoudt u misschien schamen om een ne derig mensch na te volgen, doch volg ten minste na de nederigheid van een God". Zoo stelt Paulus Christus voor aan de Fi lippenzen: in Zijn nederigheid als een voor beeld, in Zijn verheerlijking als bemoedi ging. ((Zondag). Daarom moeten zij met ijver werken: wel staat hun ter beschikking de machtige hulp van God, maar zij behouden hun vrijen wil; vandaar „bewerkt uw heil met vreezen en beven" (2:12), waarin we de echo_ vernemen van Paulus' woord tot de Korinthiërs: „We bezitten deze schat in leem en vaten; want de overvloed van kracht komt van God, en niet van onszelf' (II Kor. 4:7; zie ook I Kor. 10:12 en 9:27). Het geloof in de goddelijke Voorzienigheid doet ons nederig wantrouwen aan onszelf, maai* krachtig vertrouwen op God. Dit ge loof en vertrouwen zal voorkomen, dat zij morren tegen God, zooals eertijds de Joden in de woestijn (Deut. 32:5), die daarom ge noemd werden „ontaarde zonen, een valsch en bedorven geslacht". Dart zullen zij te midden van de kinderen der duisternis schitteren* als sterren. Wanneer de moeielijkheden, bij de pre diking te Filippi verduurd, vrucht dragen in hun standvastigheid en deugd, dan zal Paulus zijn reeds gebracht offer vervolma ken door zijn marteldood. De Filippenzen wisten door hun vroegeren offerdienst, dat een brandoffer dikwijls rijker werd door het uitstorten van wijn ep water, soms van olie. „Wilt toch niets anders voor mij doen, dan dat ik geslachtofferd worde voor God, terwijl het offeraltaar nog gereed staat, op dat gij, in liefde tot één koor geworden, den Vader moogt loven in Christus Jesus" (Ignatius v. Antiochië). Zoo bieden de of fers gemeenschappelijke vreugde. (Maan- dag). Onmiddellijk na deze ernstige vermarin- gen gaat Paulus over tot vertrouwelijke j mededeelingen. Nu hijzelf niet kan komen, zendt hij Timoteus, hun bekend door de eerste prediking (Hand.. 16:1—3) en zijn latere bezoeken (Hand. 19:22 en 20:4); zij weten dus, dat Paulus geen beteren plaats vervanger sturen kan. Met hem komt hun afgevaardigde Epafroditus terug; de Apos tel teekent zijn bezorgdheid om de ernstige AANSPRAKELIJKHEID VAN TELERS EN ANDEREN, DIE PRODUCTEN IN VOORRAAD OF VOORHANDEN HEBBEN Onder de huidige omstandigheden is het geboden, dat van de voorraden producten ten dienste van de voelselvoorziening in geen geval iets verloren gaat. In dit verband vestigt het Rijksbureau voor de Voedselvoorziening in Oorlogstijd er de aandacht op, dat zij, die graan of eenig ander product, dat voor de voedsel voorziening van belang is, in voorraad of voorhanden hebben, volgens art. 2 van het voedsel voorzieningsbesluit verplicht zijn, daarvoor die zorg aan te wenden, welke re delijkerwijs van hen verlangd kan worden. Dit houdt in, dat personen, die bo venvermelde producten in voorraad of voorhanden hebben, verplicht zijn voor afdoende beveiliging tegen brand, diefstal, inbraak e.d. zorg te dragen. Indien producten verloren gaan, doordat onvoldoende voorzorgs maatregelen zijn getroffen, zal ver volging plaats hebben op grond van het* voedseivoorzieningsbesluit. Het is noodzakelijk gebleken,» in het bij zonder in de grensstreken, de aandacht te vestigen op deze verplichting. Nalatig heden worden gestraft met hechtenis van ten hoogste een jaar en geldboete tot een maximum van 25.000 gulden, terwijl aan hen, die opzettelijk in strijd handelen met het hier bedoelde voorschrift, langdurige gevangenisstraffen kunnen worden opge legd. PRIJSVRAAG VOOR COMPONISTEN VAN MODERNE AMUSEMENTS MUZIEK De persdienst van den Nederlandschen Omroep meldt: Om het componeeren van moderne amu sementsmuziek in Nederland te stimuleeren en daardoor sluimerende talenten tot ont plooiing te brengen, schrijft de Nederland- sche Omroep een prijsvraag uit voor com ponisten van moderne amusementsmuziek. Voor de winnaars van deze prijsvraag zijn fraaie geldprijzen beschikbaar gesteld. Onder moderne amusementsmuziek wordt verstaan: marschen, marschliede- ren, paso-dobles, foxtrots; tango's, walsen, genre-nummers, soli voor diverse instru menten en dergelijke. De prijsvraag is in drie categoriën inge deeld, namelijk: a. marschliederen met tqkst; b. andere composities met tekst; c. composities zonder tekst. De deelnemers aan deze prijsvraag moe ziekte, welke Epafroditus om zijnentwil had opgeloopen; God heeft zijn gebed ver hoord en daardoor zijn zorgen verminderd. (Dinsdag). De intimiteit van dezen brief komt naar voren in de onverwachte verandering van stof. Paulus heeft juist gezegd een zorg minder te hebben en nu komt in zijn ge dachten een nieuwe, reden van bezorgd heid voor de Filippenzen. Hy zal ze dui delijk en scherp waarschuwen tegen hen, die roemen op hun afstamming van den Vader van het uitverkoren volk, op het verbondsteeken (de besnijdenis) en op het onderhouden van de Joodsche voorschrif ten met de omschrijvingen van de Fari- zeën. Paulus heeft veel la§.t gehad met deze menschen, die zich op hun Joodsche af komst en levenswijze lieten voorstaan ook na hun overgang tot het christendom en daardoor aan de prediking voor de heide nen veel moeielijkheden veroorzaakten. Deze dwalenden noemden de onbesnedenen „honden": de Apostel kaatst deze bal terug (3:2"). Op hun titels kan hij zich zelfs met meer recht beroepen (3:4—6); hij behoorde tot de meest aanzienlijken order de Joden en heeft als vervolger zijn ijver voor de overleveringen der Vaderen getoond. Dat alles heeft hij opgeofferd, omdat1 hij nu weet, dat Christus de eenige Middelaar is. Om deze openbaring gaf hij alles prijs, om dat in dit licht alles zijn waarde verliest; wie op die uiterlijkheden zijn hoop bouwt, kan slechts schadé' lijden. De ware gerech-, tigheid komt ons uitsluitend toe als gave yan God (1:29). „Want niet door onszelf, en als door eigen kracht zijn we in staat iets te bedenken, maar onze geschiktheid is uit God" (II Kor. 3:5). Het geloof in Christus^ birdt ons aan Hem en aan Zijn mysteriën, brengt ons tot een nieuw leven (3:1011). Zelf heeft Paulus eerst de kracht leeren kennen van ,den verrezen Christus op weg naar Damascus (Hand. 9:37)' alvorens te mogen deelen in Zijn Riden (9:16): vandaar zijn volgorde in 3:10. Wij zijn als gedoopten vereenigd met den verheerlijkten Christus en moeten zijn le ven in ons doen uitgroeien door Hem ge lijkvormig te worden in deugd. Dat geldt ook voor Paulus (3:12—15). Maar dan ook niet terugvallen in ons oude leven, doch blijvend streven naar die vervolmaking: dan zullen we die heerlijkheid bereiken, waartoe God ons geroepen heeft.' (Woens dag-Donderdag). Ook de persoonlijke belangen der Filip penzen gaan Paulus ter harte (4:23), doch liever spreekt hij tot allen over zijn geliefd onderwerp: de blijheid. De christe lijke vreugde is de glans van een ziel, open voor het licht en toegankelijk voor de ge nade; zij is dus een geestelijke gesteldheid, geen gevolg van zelfvoldoening; zij is de normale vrucht van een groeiend geeste lijk leven. Bij een goed geloofsleven is een groot vertrouwen op Gods voorzienigheid en dus geen verkeerde bezorgdheid: inte gendeel heerschen de vrede en innerlijke rust. Houdt daarom vast aan het goede. (Vrijdag). Reeds enkele malen heeft Paulus gewe zen op de aanhankelijkheid ten opzichte van hem (1:3—7; 2:25 en 30), toch wil hij nog nadrukkelijk' danken voor hun gaven. Met groote tact toont hij tegelijkertijd zijn apostolische onafhankelijkheid: het was een gave aan God. Zóó kan hij vrij prijzen en ziet daarbij op de geestelijke voordee- len, welke zij ervan genieten. De genade van den Heer Jesus Christus 7.ij met uw geest. Bijbellezing voor de volgende weekj Zondag Filipp. 2: 1-41 Maandag Filipp. 2:12^-18 Dinsdag Filipp. 2:19—30 Woensdag Filipp. 3: 1—11 Donderdag Filipp. 3:12—21 Vrijdag Filipp. 4: 1— 9 Zaterdag Filipp. 4:10einde. ten aan de volgende voorwaarden voldoen: Zij mogen voor iedere categorie hoog stens drie composities inzenden. De tijdsduur der nummers mag niet lan ger dan drie minuten bedragen. Een volledig uitgewerkte pianopartij, desgewenscht met aanwijzingen voor de instrumentatie, dient men met onderge schreven tekst in te zenden. De tekst moet Nederlandsch zijn e® In getypten vorm los worder bijgevoegd. Alle ingezonden werken moeten voorzien zijn van een pseudoniem, terwijl in een gesloten enveloppe eveneens voorzien van dit pseudoniem de naam en het adresv van den inzender vermèld moeten worden. De deelnemers moeten voor 1 April 1942 hun composities hebben ingezonden. Na dezen datum kunnen zij geen aanspraak meer maken op~mededinging. De inzendingen moeten geadresseerd worden aan den Nedérlandschen Omroep, Postbus 2 Hilversum. Links boven op de envelopp-- vermeldde men „Prijsvraag amu sementsmuziek". UITVOERING BOUWMATERIALEN- BESCHIKKING. De directeur van het Rijksbureau voor Bou\ymaterialen maakt bekend, dat de thans van kracht zijnde ontheffing van het verbod, zonder een van hem verkregen schriftelijke vergunring bouwmaterialen te verkoopen of af te leveren, met ingang van 1 Maart 1942 is ingetrokken ten aanzien van den verkoop en de aflevering van drai- neerbuizen en daartoe behoorende hulp stukken. Derhalve zal -t nader order de verkoop en de aflevering van draineerbuiren en daartoe behoorende hulpstukken 6lechts zyn toe£ .staan met schriftelijke vergun ning van genoemden directeur. Elk der volgende bonnen Geeft recht op het koopen van: lieschikbaar per persoon ijl al 28 1 c Eenheid 1 Mrt. tot en met 7 Mrt. 1942 In tijdvak van één week 11 A Brood 11 B Brood 11 A VIeesch 11 B VIeesch 11 A Aardapp. 11 B Aardapp. 4 Rants. '/j Rantsoen Brood of Geb,k 1 Rantsoen j yieeseh of Vl.waren V4 Rantsoen IV4 K.G. Aardappelen Va K.G. Aardappelen 9 ll/4 1«'4 18 2Va 3Va Va 22 2i/2 51/4 Va 18 2Vr 3 Va Va Rants. Rants. K.G. K.G. 22 Febr. tot en met 21 Mrt. 1942 ln tijdvak van 4 weken 213 Algemeen IOC of 10 D Res. 214 Algemeen 215 Algemeen 221 t.m. 224 Alg. 11 D-12 D Reserve 225 Algemeen /226 Algemeen 227 Algemeen 216 t.m. 220 Alg. 10 A t.m. 13 A Melk I 10 B t.m. 13 B Melk I 1 KG Suiker 50 Gram Cacao 250 Gram Kotfiesurrogaat 500. Gram1 jam 1 Rantsoen Bloem, Brood of Gebak 250 Gram Rijst 250 Gram Peulvruchten 250 Gram Gort 100 Gram Vermicelli of Maïzena 100 Gram Kaas 3V2 Liter Melk 1% Liter Melk 1 50 250 500 4 500 250 250 100 500 28 1 50^ 250 500 4 250 250 100 500 14 1 250 500 4 250 250 100 500 7 1 250 500 4 250 250 100 500 7 K.G. Gram Gram Gram Rants. Gram Gram Gram Gram Gram Liter Lvter 28 Febr. tot en met 16 Mrt. 1942 In tijdvak van 9 dagen 11 Boter en 11 Vet I l/2 'ants. Boter, Margarine of Vet 12 Boter en 12 Vet V2 rants. Margarine en Vet Va V2 1 1 1 1 1 1 rants, rants. GELDIGE BONNEN VOOK DIVERSE ARTIKELEN Elk der volgende bonnen Geeft recht op 't koopen van van tot en met 15 Petrbleum 26 Petroleum 07 K.F. Brandst1) 05 t/m 07 H.K. Brandst. 13 en 17 H.K. Brandst. 08 H.K. Brandst.-) 12 t/m 20 C.V. Brandst. 23 t/m 28 C.V. Brandst. Ie t/m 8e Per. Brandst. 08 K.F. Brandst. 228 Algemeen H Zeep H Toiletzeep L Textiel (mannen) o "v 2 liter Petroleum 1 Eenh- Brandstoffen A Eenh. Brandstoffen 1 Rants. Zeep* 75 Gram toiletzeep 80% 50 Gram Scheerzeep 28 Dec. 1941 4 1942 Diverse data 1 Febr. '42 1 Mrt. 1942 1 Mrt. 1942 1 Tan. 1942 31 Mrt. 1942 31 Mrt. 1942 30 Apr.1942 30 Apr.1942 30 Aprrl942 30 Apr. 1942 30 Apr.1942 30 Apr. 1942 30 Apr. 1942 30 April 1942 31 Mrt. 1942 31 Mrt. 1942 30 Apr. 1942 1) Hierop geen Anthraciet verkrijgbaar 2) Hierop uitsluitend Turf verkrijgbaar

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1942 | | pagina 5