DAGBLAD VOOR LEIDEN EN OMSTREKEN Qauden taavenmac&t DUITSCHLAND Momentje ZATERDAG 28 FEBRUARI 1942 33ste Jaargang No. 10189 3)e Ccid&eli£(Soii/ïa/nt Bureaux Papengracht 32. Telefoon: Redactie 20015 Administratie 20935. Giro 103003. Postbus 1L Dit nummer bestaal alt twee blades. DANSEN om het gouden kalf heeft de menschheid gedaan door heel de ge- schiedenisr Door het historieverhaal der volkeren loopt een gouden draad en het is wel merkwaardig na te gaan, hoe het speciaal de beschaafde volkeren waren, zoowel in de oudheid als in d'en nieuweren tijd, die in den ban hebben gelegen van den too- verglans van het goud. Zoogenaamde „wil d-en", zooals de Inca' in Peru, die het goud zeer goed kenden en het wel degelijk gebruikten als sieraad, waren mind'pr vat baar voor de tooverkracht van dit metaal en verbaasden zich sterk, dat de blanken, dlie onder aanvoering van^Pizarro Peru binnen trokken in de eerste helft van de 16e eeuw, zoo belust waren op het bezit van goud. Wat al misdaden heeft dit blonde me taal op z'n geweten; hoe talloos velen heeft zijn fascineerende glans verleid om alles prijs te geven voor het bezit van dit heet begeerde metaal. Een koortsgloed beving de' wereld, tel kens wanneer er een nieuwe vindplaats van goud ontdekt was, en bij duizenden stroomden de goudzoekers naar de meest onherbergzame oorden, waar zij gefbrek en ellende, hitte en koude,- eenzaamheid en levensgevaar trotseerden voor een hand vol gouden korrels. Waarom die hang naar het goud? Om zich ^e tooien met een blinkend sieraad, ee_ ring aan den vinger, een ketting.om de hals? Ongetwijfeld heeft het goud, .om zijn duurzaamheid, zijn onaantastbaarheid voor roest en bederf, zyn soepelheid bij het smeden, zijn edelen glans een groote aantrekkelijkheid als sieraad, maar dat is niet de voornaamste reden, waarom het begeerd wordt. Het is zijn waarde als geld, welke het zijn tooverkraont verleent. Wie goud heeft, heeft geld in de vingers en geld geeft macht. Niet altijd is dit zoo geweest. In de primitieve samenlevingen der oudheid waren de economische verhou dingen nog niet van dien aard, dat men een algemeen aanvaard ruilmiddel noo- dig had. Aanvankelijk ruilde men een goed, dat men te missen had, tegen het ob ject, dat men graag bezitten wilde. Wie veel schapen had, ruilde er een paar tegen een koe of een paard. Wij kunnen ons voorstellen, dat zoo'n schapenbezitter op een" goeden dag behoefte kreeg aan het be zit van een paard, omdat hij bijv. voelde, dat hij wat stijf in de botten werd en in zag, dat hij met behulp van een paard zijn akkertje beter zou kunnen toewerken. Hij zocht dus iemand, die hem een paard wil de, ruilen. Maar al spoedig kwam er naast dit muttigheidselement in het ruilverkeer nog een,andere factor naar boven. Wie for tuinlijk was bij de schapenteelt om nog imaar even bij deze schaapjes te blijven (kreeg er pleeier in om ook andere dieren te gaan fokken, niet zoozeer omdat hij ze zelf noodig had, irraar meer om vele en mooie dieren te hebben. Hij had dan vele mogelijkheden om te ruilen; hij^ was in één woord een rijk man. En een rijk main was als vanzelf ook een machtig man. Zoodoende werd het bezit van dieren, het bezit van een rijken veestapel een be- geerenswaardig iets op zich zelf; vermeer dering van vee beteekende verruiming van ruil-mogelijkheden; vee was geld. Dat vee inderdaad als geld, dus als ruil middel, heeft dienst gedaan, blijkt reeds uit den Latijnschen naam voor geld, nl. pecunia. Pecunia is afgeleid van peous, dat „vee" beteekent. Maar het bleef niet bij vee alleen. tGold bij een landbouwend volk vooral een man met een groote veestapel voor een vermo gend man, bij andere volken was in 't al gemeen hij, die veel begeerenswaardige dingen bezat, de gevierde ipan. En één van die begeerenswaardige dingen was een gouden sieraad. Zoo kwam het gouden voorwerp als.ruilobject in de mode en werd het bezit van gouden dingen een opspa ring van ruilm ogelijkhbden Maar aan het ruilen van goud tegen goed zaten haken en oogen, nog meer dan aan het ruilen van vee. Want het goud moest echt goud zijn, en het voorwerp, dat men in ruil gaf, ontleende zijn waarde niet al leen aan ziju fraaien vorm, maar ook aan zijn gewicht. Wie goud in ruil nam, be keek het niet alleen op de schoonheid van het maaksel, maar wilde het metaal ook toetsen en het gewicht wegen. Toetssteen en weegschaal moesten er aan te pas ko men. Wat was natuurlijker dan dat de overheid ingreep en stukjes goud als vol waardig van gehalte en wicht garandeerde door er haar stempel op te drukken.' Aldus ontstond de gouden munt. De eerste gouden munten komen •voorzoover historisch bekend is in Ly- dië voor omstreeks 600 v. Chr. Lydië was (het land van dén rijken koning Croesus. In Rome werd de eerste gouden munt om streeks 217 v. Chr. geèlagen en wel bij den tempel van de „waarschuwende Juaio", de „Juno moneta", in welk woord men gemak kelijk het latere „moneten" en het adjec tief „monetair" herkennen zal. Typeerend in dit verband is ook de Duitsche naam „Mark'afgeleid van het merkteeken op de munt. Bij het eéne volk vroeger, by het andere volk wat later, begon de gouden munt zijn magische ro\ te spelen in het economi sche leven. Het goud werd het best bruikbare ruil middel, het langzamerhand overal aan vaarde intermediair bij handelstransacties. Het goud werd ook het meest begeerde OMSINGELING VAN RANGOON Domei meldt uit Saigon, dat Radio San Francisco- heeft bekend gemaakt, dat de Japansche troepen geconcentreerd langs de rivier de Sittang, gisteren stroomopwaarts zijn opgerukt om het eindstadium der om singeling van Rangoon te voltooien. De nieuwe opstelling der vijandelijke trpepen, ongeveer 100 km. stroomopwaarts van de stad, werd uiterst gevaarlijk genoemd. Tevens werd verklaard, dat de thans waarneembare verflauwing van den strijd te land kan worden beschouwd als een be wijs, dat de Japanners bezig zijn de Bril len over de Sittang. te jagen èn dat zij nieuwe versterkingen uit Singapore ver wachten. Naar Associated Press uit Mandalay meldt, blijkt uit een bericht van de Ame- rikaansche militaire delegatie, die met het transport van Rangoon naar Mandalay be last was van het materiaal, op grond van de leen- en pachtwet aad Tsjoengking ge leverd, dat al het in de havens liggende materiaal niet verzonden kon worden, daai deze in brand staan. Onder meer wordt me degedeeld; dat honderd vrachtauto's, die men niet tijdig genoeg kon monteeren. verbrand zijn. Radio-Saigon deelde gistermorgen zelfs mede, dat de Japansche troepen de buiten wijken van Rangoon waren binnengedron gen. De radiozender Ma'dres heeft mede gedeeld, dat de Britschè autoriteiten de ont ruiming hebben gelast van.Tsjittagong, aan de ïstaordwest-kust van Birma, aan de Golf van Bengalen. De regeering van Nederlandsch-Indië heeft alle Nederlandsche soldaten, die zich op het oogenblik in Engeland en in Canada bevinden, bevolen onmiddelijk naar Ne- derlandsch-Indië terug te gaan om onder de wapenen te komen. Naar het. Keizerlijke Japansche Hoofd kwartier bekend maakt, hebben op' Zuid- Sumatra opererende legereenheden op 23 Februari een belangrijke marinebasis aan de Samangkarbaai geheel bezet. Voorts wordt bekend gemaakt dat Japansche ma rinevliegtuigen boven Batavia vier Spittfi- res van den tegenstander hebben neerge schoten. Tegelijkertijd is het vliegveld van Tjililitan, buiten Batavia, gebombardeerd, waarbij t^ee zware vijandelijke machines op den grond werden vernield: De Japan sche vliegtuigen leden geen verliezen. De eerste lord der Engelsche admirali teit, lord Alexander, heeft naar de Lon- densche correspondent van „Nya Dagligt Allehanda" meldt, het Donderdag in de bij eenkomst van het Lagerhuis zwaar te ver antwoorden gehad toen admiraal Sir Ro ger Keyes, die in uniform verschenen was, van hem eischte de admiraliteit zeer gron dig wakker te schudden. In duidelijke,-gepeperde taal maakte ad miraal Keyes het Lagerhuis duidelijk, hoe laag men de oorlogvoering ter zee van lord Alexander taxeert. Vice-admiraal Beamish (cons.) hield zich vooral bezig met den doortocht der Duitsche slagschepen door het Kanaal. De Marine, aldus Beamish, moet voor'elk vliegtuig eerst een verzoek richten tot het ministerie van Luchtvaart. De bemanningen der zes „Swordfish"- vliegtuigen waren tevoren nog niet in den strijd geweest en hadden ternauwernood eenig benul van .het afschieten van torpe do's. Bovendien had men tot hen gezegd, dat zij een konvooi in het Kanaal moesten aanvallen. Verschillènde andere sprekers onderstreepten de woorden van Keyes en Beamish. vermogensbestanddeel," de in klein bestek samengeperste mogelijkheid tot het koopen van allerlei noodige en nuttige goederen. Daarnaast vervulde het goud de functie van waardemeter. Want wie kon zeggen, hoeveel schapen een koe waard was; dat hing van allerlei toevallige omstandighe den aï. Maar de waarde van een koe of een paard kon men wel in gouden munten uitdrukken; een paard was zooveel goud stukken waard. Ja, het goud kon onschatbare diensten presbeeren; jammer maar dat het zoo zeld zaam was! De aarde stond haar goudschat slechts aarzelend af, alsof zij wist, hoeveel narig heid haar kinderen zouden beleven met dit metaal, dat toch zoo hevig begeerd werd. Maar was het goud niet juist daarom zoo •begeerenswaard omdat het zoo zeldzaam was? Men wroette in de aarde en ontwrong haar het zeldzame metaal in steeds groo- ter hoeveelheden, doch het is de wonder lijkste spëllin/g, welke het lot ooit te zien heeft gegeven, dat die steeds groeiende goudstroom niet geleid heeft tot een milde spreiding van het aantal gouden munten, welke hun zegenrijke functie in het econo misch verkeer der volken zouden kunnen vervullen, maar in tegendeel tot een roem loos graf in de kelders der banken. Het is de wonderlijke kringloop van het goud in de laatste jaren; men graaft en delft het koortsachtig uit den grohd met geen' ander doel dan om het even spoedig weer te begraven in een killen kelder,- diep onder'den grond. Dat heeft het goud te danken aan zijn taak van automatische sta bilisator van het economische* wereldhan- delsverkeer: de gouden standaard, tegelij kertijd de grootste glorie van het goud en tevens de oorzaak van zijn val. Doch daarover in een volgend artikel. Mr. H. G. STRIJDT VOOR EUROPA Bolsjewistische aanvallen algeslagen Het Duitsche weermachtsbericht van gisternamiddag luidt als volgt: „Op de Krirn hébben Duitsche enN Roemeensche formaties vijandelijke-' aanvallen op het front van Ss-bastopol en op het schiereiland Kertsj met zwa re verliezen voor den vijand afgesla gen. Ook aan de ^overige fronten mis lukten talrijke aanvallen van de bols jewisten als gevolg van het weer standsvermogen van o-nze troepen, die d-oor sterke luchtstrijdkrachten wer den gesteund. In Noord-Afrika levendige activi teit van Duitsche. en Italiaansche ver- kenningsstrijdkrachten aan het Cyre- naica-fronL In weerwil van het on gunstige weer werden de havenwerken van Tobroek gebombardeerd en gemo toriseerde Britsche colonnes met bom men en de boordwapens aangevallen. Andere luchtaanvallen waren gericht op Britsche vliegvelden op het eiland Malta. De vijand viel ook in den afgeloopen nacht enkele plaatsen in het Noord- Duitsche kustgebied aan. Twee Brit sche bommenwerpers werden neerge schoten." NEGENTIG DAGEN M1LLIARDENROES Onder het opschrift „De negentig dagen van den "milliardenroes" levert het maand blad Berlin-Rom-Tokio scherpe krjtielfc op de vroegere opvatting der Anglo-Ameri- kaainsche mogendheden over de onover winlijkheid der geallieerden in het gebied van d'en Stillen Oceaan en de waardeloos heid van het Drie-mogendihedenpacht. Churchill en Roosevelt hebben het Drie- mogendhedenpact niet alleen genegeerd, zoo schrijft 't blad, doch zy hebben het bij iedere gelegenheid gehoond. Het krachtig ste argument tegen het pact waren toenter tijd de milliarden. Getrouw aan de mecha nische beoordeeling der wereld en haar krachten begon een waar goochelspel met onjuiste cijfers, met behulp waarVan do totale dwaasheid van de conceptie van het Driemogendhedenpact en de juistheid van de Anglo-Amerikaansche onoverwinlijk heid werd bewezen. Er werd met milliarden gegoocheld voor vestingen op de eilanden Wake „en Goeam. In den roes van deze cij fers bestond er geen ander argument. Men deed het voorkomen of een oorlog tegen Japan een streeling van het gehemelte en een prikkeling van de zenuwen der massa zou zijn. Men sprak van dezen oorlog als van een aanstaand hanengevecht of .boks wedstrijd. Niemand minder dan de Ameri kaanse hg. minister van marine, Knox, ver klaarde categorisch, dat de vernietiging van Japan door de Noord-Amerikanen precies negentig dagen nadat de oorlog zou zyn uitgebroken, voltooid zo'u zijn. Vervolgens wijst het blad er op, dat in een week de negentig diagen van Knox voorbij zijn. Het groote politieke bondge nootschap van het Driemogendhedenpact, zoo schrijft Berlin-Rom-Tokio verder, heeft zich inmidels tot een strategisch apparaat zonder weerga ontwikkeld. Pearl Harbour, de Philippijnen en Singapore zijn de etap- per der Engelsche en Amerikaansche strijd krachten in den Stillen Oceaan en der ver nietiging van het Britsche Empire, in het gebied van dezen Oceaan. Nog nooit in de moderne geschiedenis heeft een staatsman de totale ineenstorting van zijn politieke en militaire conceptie zoo drastisch en zoo tegen iedere verwachting te voelen gekre gen als Ohurohill door het Driemogendhe denpact. Alle factoren van dit pact hebben gedaan, wat er by de conceptie van ver wacht werd. De factoren van de Britsoh- Amerikaansche conceptie hebben daaren tegen niet alleen aan geen enkele verwach ting voldaan, doch zij zijn bovendien een ontzaglijke bluf gebleken. De milliarden roes van Ohurchill zal voorbijgaan, zoo ver klaart Berlin-Rom-Tokio tenslotte. Te oor- deelen naar dezen roes moet deze kater vreeselijk worden. Tot zoover het Duitsche maandblad. Men zou er nog 'aan toe kunnen voegen, dat de eerste symptonen van den kater zich reeds manifesteëren. Overal trekken de Britten zich terug en wat zij achterlaten is een rockende puinhoop. En de stem ming is er in Londen na den val van Sin gapore en Hongkong -niet beter op gewor den. Zij zal nog slechter worden, indien Rangoon eveneens door de Japanners wordt bezet. Intusschen rukken de Japanners op naar Java en dat is voor ons het ergste ge volg van een ormadenfcenden poliitieken roes. AGRARISCHE ORDENING IN HET OOSTEN HET KOLCHOSSYSTEEM TEN EINDE. De rijksminister voor de bezette Ooste lijke gebieden, Alfred Rosenberg, heeft in overleg met den gevolmachtigde voor het vierjarenplan, rijksmaarschalk Göring, een nieuwe agrarische ordening voor de reeds door het civiele bestuur overgenomen ge bieden der vroegere Sowjetunie in de gren zen van 1939 uitgevaardigd. In plaats van het bolsjewistische Kolcho- senstelsel, komt een nieuwe ordening,- die de landbouwbevolking van het Oosten tot de individueele bewerking van den bodem zal terug brengen. Begrijpelijkerwijze is het niet mogelijk, de sinds twee decennia met alle middelen van geweld gevestigde bolsjewistische methoden, waardoor de boeren tot slaven werden gemaakt, van vandaag op morgen te veranderen. De ont bonden collectieve bedrijven zullen daar om eerst worden omgezet in gemeenschap pelijke bedrijven, waaruit zich vervolgens de individueele bedrijfsvorm zal ontwikke len. Onafhankelijk van de definitieve vor ming zal het tot een hofstede behoorende land tot particulier bezit worden verklaard, van belastingen bevrijd en op voorstel ver groot kunnen worden. In overleg «net het opperbevel van de Duitsche weermacht geldt de nieuwe agrarische ordening ook in de door de Duitsche troepen bezette ge bieden, die nog niet door het civiele be stuur zijn overgenomen. De Berlijnsche correspondent van het „Vaderland" meldt omtrent het boven staande nader: Alle voormalige kolchosniks worden boe ren doordat men hun een stuk land als be lastingvrij bezit ter beschikking stelt en hun toestaat zooveel vee te houden als door de arbeidskracht van de boerenfamilie kan worden verzorgd. Deze regeling is ongeveer gelijk aan het sedert eeuwen in Noordwest Duitschland beproefde huurlingensysteem, hetwelk als het systeem met de grootste mogelijkheden van vooruitgang voor den landarbeider wordt beschouwd. De nieuwe agrarische verordening be doelt niet alleen de Kolchosniks aan den vaderlandschen bodem te binden, maar ook het verstoorde familieleven te herstellen. Evenals.tot nu toe zal de boer voorloopig nog in het gemeenschappelijke bedrijf werken, maar de stalarbeid, die 's morgens en 's avonds moet worden gedaan, moet aangelegenheid van de geheele familie worden.. Hoe grooter een familie is, des te meer vea kan zij houden en des te meer land wordt haar door het Duitsche bestuur be schikbaar gesteld. Daardoor wordt ook de opbrengst van den arbeid van de familie grooter. De mogelijkheid is dan geschapen, dat t.z.t. de boer de overschotten van zijn veeproducten op de markt kan brengen en van de opbrengst daarvan de inventaris van zijn gegroeide bedrijf kan aanvullen. Door deze nieuwe regeling keert het Rus sische volk langzaam weer terug .tot nor male economische verhoudingen en het is zeer goed ingezien, dat begonnen is met de saneering van het Russische boerenleven. Een booze droom van twintig jaren is voor bij, laten wij hopen: voorgoed. HET PROCES VAN RIOM Op den vierden procesdag te Riom, heeft president Caous bekend gemaakt, dat het hof de formeele excepties der verdedigers van Blum eii Daladier heeft afgewezen. Tijdens het verdere verloop der zitting van gisteren begon het gerechtshof met een uitvoerig verhoor van Daladier. De kern van de beschuldiging tegen Daladier luidde: le. onvoldoende voorbereiding van den oor log en 2e de houding van Daladier in de bijeenkomst van den 23en Augustus 1939 van den oppersten oorlogsraad. Ter gelegenheid van den dag van den Nederlandschen Omroep te Hilversum op Zondagmiddag a.s., zal de secretaris-gene raal van het departement van Volksvoor lichting en Kunsten, prof. dr. T. Goedewaa- gen, persoonlijk aanwezig zijn en op de feestelijke bijeenkomst een inleidend woord spreekn. U WEET, WAT W. H. N. BEDUIDT, WELNU, HELP DAN MEE EN STEL NIET UIT. Giro Winterhulp Nederland 5553. J. C. PLATE BENOEMD TOT PROGRAM DIRECTEUR VAN DEN NEDER LANDSCHEN OMROEP De persdienst van den Nederlandschen Omroep meldt: De directeur-generaal van den Neder landschen Omroep, dr. ing. W. A. Her wij er, heeft met ingang van 1 Maart tot directeur van den programmadienst van den Nederlandschen Omroep den heer J. C. Plate benoemd. De heer Plate werd 25 April 1895 te Haarlem geboren. Nadat hij de H.B.S. in zijn geboortestad had gevolgd, diende hij tijdens den wereldoorlog zijn vaderland als reserve-officier bij de artillerie. Na den oorlog was hij op verschillende bankinstellingen werkzaam, waarna hy in 1929 naar Zuid-Duitschland vertrok om in dienst te treden van een Hollandsche on derneming, het Jod-und-Schwafelbad te Wiessee. In den zomer (^an 1933 werd hij de oprichter en groepsleider van de N.S.B. voor de in Beieren wopende Nederlanders. In 1941 keerde de héei' Plate naar Hol land terug om zijn krachten beschikbaar te stellen in dienst van de beweging als ver bindingsofficier tusschen het hoofdkwartier van de N.S.B. te Utrecht en het departe ment van Volksvoorlichting en Kunsten. STRATEGIE Behalve schrijver van vriendelijke of van onvriendelijke stukjes dat ligt geheel aan de stemming van den lezer vervul ik momenteel eveneens de functie van directeur onzer particu liere voedselvoorziening. Dat wil zeg gen: ik ga op expeditie. Ik ga naar den melkboer, den kruidenier, den slager en den groentenboer en spreét daar over vele problemen. Er zijn men- schen, die klagen, dat je met je bonnen tusschen je verkleumde vingers niets kunt krygen, maar die denken niet aan het spreekwoord, dat zelfs nu nog van kracht is: met de hoed" in de hand, komt men door het gansche land. Daar komt nog iets bij en dat is de econo mische spreuk, die nog veel ster- kef geldt: do ut des. Dat is geen nieuwe toonladder, maar beteekent eenvoudig zooiets als: geeft en u zal gegeven worden. Ik begin dus met te geven. De slager krijgt van mij een vriendelijke groet, plus een bujtenlandsch, politieke uit eenzetting, waarna ik zonder rfioeite mijn leverworst ontvang, die mijn ega straks bij de witte kool zal voegen. De groentenvrouw krygt van mij een be minnelijke glimlach als het de moeder en een knipoog als het de dochter is en ik ga naar huis met peen, uien en een kilo overwinterde spruitjes. Met den kruidenier houd ik een diepgaande verhandeling over hpt weer en de vrouw van den melkboer krijgt eenige pakkende raadgevingen tègeri winter teenen. Zoo krygt ieder wat en ik mijn deel. Heusch, het is zoo moeilijk niet Maar het is oorlog en dan moet je strijden volgens een vastgesteld en uit gelijnd plan en niet maar in het wüde weg op verovering uitgaan. De heer J. C Plat® is met ingang van 1 Maart benoemd tot directeur van don programmadienst van den Neder, tandschen Omroep Nedi Omroep-Vermeulen In October van hetzelfde jaar ging hy -over paar den Nederlandschen Omroep, vaar hij verbonden werd aan het bureau van den directeur-generaal. In een vraaggesprek met den nieuwbe- noemden directeur van den programma dienst, die een goede kenner is van de mu ziek, de letterkunde en kunstgeschiedenis, wees de heer Plate er op, dat het zyn grootste streven in de toekomst zal zijn om de programma's in gezonden volkschen zin te doen samenstellen. „Mijn grootste taak fcal zijn", aldus de heer Plate, „om een gezonde ver houding te scheppen tusschen de ont spanning en de voorlichting, welke in de radio geboden wordt, zoowel op het gebied van de muziek als op dat van de letteren. Mijn bijzondere (belang stelling bij al deze werkzaamheden gaat zoowel naar het land als de stad en ik hoop een zoo nauw mogelijk contact tusschen beiden te bereiken". GE^AKKEUJK. VOOV^DIE. ZWIJNTJESJAGERS AVAAÏ^ SLECHT VOO(^_bt FIE.T3!

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1942 | | pagina 1