De geheimzinnige vijand MAANDAG 29 DECEMBER 1941 OE LEIDSCHE COURANT tweede RlAD PAG. 6 gemengde: berichten SLACHTOFFERS VAN DE DUISTERNIS. Woensdag is door personeel van de ri vierpolitie te Rotterdam uit de Schie het lijk opgehaald van den 43-jarigen H. A. Bout. Vrijdagmorgen is eveneens uit de Schie, het stoffelijk overschot van den 27- jarigen P. L. Buitendijk opgehaald. Woensdagavond is uit een sloot langs de Loozerlaan het lichaam opgehaald van den 58-jarigen H. L. uit Wateringen. Ver moedelijk is de man met een door hem be stuurd transportrijwiel door de duisternis misleid en te water geraakt. Woensdagavond is de 71-jarige A. Reyser te Nijmegen, door de duisternis misleid, in de Waal geraakt en verdron ken. Woensdagnacht deed een burger op ihet hoofdbureau van politie te Rotterdam aangifte, dat in de -Nieuwe Haven iemand to water moest zijn geraakt. Na eenigen tijd dreggen heeft de politie inderdaad op gehaald het lijk van den 37-jarigen wacht man C. van Rijn, die door de duisternis misleid in het water is gefietst. Woensdagavond omstreeks elf uur is de 20-jarige Grietje Nijman te Bergent- heim, tengevolge van de duisternis in het Overijsselsche Kanaal gereden. Toen zij na een kwartier ppgehaald werd, waren de le vensgeesten geweken. DOODELIJKE VAL. De 62-jarige gehuwde jufrouw W. Kos ter te Zuidhom, is bij het verrichten van werkzaamheden, van de trap gevallen. In het Academisch Ziekenhuis te Groningen is zy heden aan de gevolgen overleden. Woensdagavond is de 11-jarige J. Snij ders, uit de Nijverheidsstraat te Rotterdam van de persoonsdam van een rangeeren- den. trein, waarop hij was geklommen, tus- echen twee wagens gevallen. De jongen werd door een wagen overreden en zoo zwaar gewond, dat hij is overleden. VOOR 20.000 TAPIJTEN GESTOLEN. Twee expeditieknechts te Amsterdam gearresteerd. Een firma in tapijten te Amsterdam deed dezer dagen aangifte van de vermissing van eenige tapijten. Wegens den grooten voorraad kon echter niet worden opge geven, hoeveel tapijten er waren gestolen. De recherche ontdekte spoedig een spoor, dat naar Hilversum leidde, waar hij een expediteur drie en twintig tapijten in be slag zijn genomen, welke bij de' Amster damse!) e zaak waren gestolen. "Een 28-jarige expeditiebediende. die in verband met dezen diefstal was aangehou den, moest aanvankelijk wegens gebrek aan bewijs worden vrijgelaten, doch kon later opnieuw worden aangehouden, nu in verband met diefstal van een fiets. Daarbij werd hij zoo scherp verhoord, dat hij ten slotte den diefstal van het rijwiel en dien van de tapijten bekende. Tevens kwam aan het licht, dat hij, tezamen met een anderen expeditieknecht nog meer tapijten had ge stolen. In een onbewoond 'bovenhuis aan de Spuistraat vond de recherche op den eersten Kerstdag nog 192 tapijten, eveneens van deze diefstallen afkomstig. De geza-" menlijke w.aarde van hetgestolene be draagt ongeveer 20,000. Uit het onderzoek is gebleken, dat de daders, die de beschikking hadden over den sleutel van het perceel, waar de tapijten lagen opgeslagen, deze sleutels hadden la ten namaken. In de avonduren zijn zij daarop eenige malen met een bakfiets naar de zaak gereden, waar zij de tapijten voor het grijpen hadden. UIT DEN ZWARTEN HANDEL. Een Inspecteur der recherche te Nijme gen hield onder Nijmegen een auto aan met Perzische tapijten, afkomstig uit Bus- sum. De vervoerder, zekere V. uit Bussum, kon geen bewijs overleggen, dat hij ge rechtigd was textielgoederen te verhande len. De tapijten waren ook niet voorzien van prijsaanduidingen. V. verklaarde de goederen als zichtzending te vervoeren. De partij, ter waarde van 14.000 gulden, werd in beslag genomen. Bij nader onderzoek bleek, dat op deze wijze reeds 3 taxis met Perzische tapijten uit Bussum via Nijmme- gen naar Limburg waren vervoerd. Een zending was' voor Schimmen bestemd en bleek reeds over de grens gebracht te zijn. Een andere zending ter waarde van ƒ7000 en bestemd voor Maastricht werd aldaar in beslag genomen. De recherche te Nijmegen heeft verder beslag gelegd op zes groote kisten met ruim 500 rijwiel-binnen- en buitenbanden, wel ke per stel aan een Amsterdamsche firma ten verkoop werden aangeboden, tegen ge middelde prijzen van 35 ƒ45. In dezen sluikhandel waren betrokken zekere R. uit Nijmegen, zekere S. uit Arnhem en zekere S. uit Venlo. Ten slotte had een Zeister firma aan een handelsconcern te Nijmegen aangeboden 63460 K.G. verf en verfgrondstoffen. Ook werden later nog aangeboden 10 fusten ter pentijn. Voor de verfstoffen werd een som gevraagd van 258.485. De waarde van de ze verf was op 10 Mei 1940 60 a 70.000 en thans 93.000. In deze affaire waren o.m. betrokken zetëere G. uit Amsterdam, Y. uit Haarlem en T. uit Eist. Den laatsten tijd worden in het gebied om Nijmegen voor tonnen aan sluikwaren in beslag ge nomen. In Nijmegen liggeh thans 2 pak huizen vol met in beslag genomen goede ren. GESTOOFD KONUN IN BLIK. Woekerwinst op groote schaat Reeds _geruimen tijd werden in comesti- bleswinkels blikken gestoofd konijn te koop aangeboden, waarvan de prijs de 4. nabij kwam. Op deze blikken ontbrak ech ter elke aanduiding van de herkomst van den inhoud, terwijl de prijs bovendien veel te hoog mocht worden geacht. De opspo ringsdienst van de prijsbeheersching heeft dan ook een knap staaltje van speurders-^ v/erk gegeven, toen dezer, dagen kon wor den vastgesteld, dat de blikken afkomstig waren van de firma H. te Zoetermeer Al spoedig bleek, dat men hie:1 met een van de Typische conjunctuurbedrijfjes te doen had, die er slechts op bedacht zijn uit de tijdsomstandigheden grove winst te slaan. De fabrikant had de prijzen vast gesteld op 2.50 voor zijn agenten en 3.90 voor de winkeliers. Een voorloopige kostprijsberekening, waarbij een behoor lijke winstmarge en afschrijving van ma chines waren inbegrepen, deed echter uit komen, dat per blik een overwinst van gemiddeld f 0.60 werd gemaakt. Volgens zijn eigen opgaven verkocht H. gemiddeld 1000 bliken per dag, zoodat er sprake is van een aagelijksche overwinst van rond 600.terwijl omstreeks 1 Juli 1941 met de fabricage op groote schaal was begon nen. De fabrikant huldigde daarbij het sys teem van agenten, die zijn product voor eigen rekening en risico afnemen en aan den man brengen, zoodat er op den produ cent zoo goed als geen verhaal mogelijk was. Op al de in het fabriekje aanwezige voorraden is beslag gelegd, waarbij zich bevonden 6300 blikken en 330 glazen ge stoofd konijnen ongeveer 2800 kg. geslacht konijn en ongeveer 270 blikken konijnen leverpastei. Eij het onderzoek kwam bovendien aan het licht op welk een onsmakelijke wijze de bereiding plaats vond. Van eenige hygiëne was in het fabriekje, dat in een paar oude schuren was ondergebracht, geen sprake. De slachtplaats, waar de konijnen op goed geluk in min of meer gelijke moten werden gehakt, diende" tevens als varkenshok. Daarbij bleek, dat de inhoud van een kg.- blik, die heettes bereid te zijn met „pikante jus", voor nauwelijks de helft uit vleesch en been bestond en voor de andere helft uit kooknat, waaraan eenige kruiden wa ren toegevoegd. Tegen de beide firmanten, de kaashan delaar M. H. en zijn zoon, C. H., is proces verbaal opgemaakt. Zij zullen zich t. z. t voor den inspecteur voor de prijsbeheer sching te 's-Gravenhage hebben te verant woorden. Gereed voor den strijd In een smelten b inkergang,wachten de manschappen van ean Duitschen stoottroep op het sein tot den eanval Orbis-Holland Adoll Hitier .heeft persoonlijk het opperbevel op zich genomen. In- het hoofdkwartier van den Führer doet generaal Dietl den generalissimus mededeeling omtrent de operaties der infanterie Hoffmann-Staof rechtzaken HAAGSCHE POLITIERECHTER. Hoofdonderwijzer uitgescholden. De winkelier C. J. W. te S a s s e n h e i m had hoofdonderwijzer Post te Sassenheim een zeer onïret woord naar zijn hoofd ge slingerd, toen deze op de fiets voorbij reed. De reden bleef in nevelen gehuld. W. werd veroordeeld tot een geldboete van 10 subs. 10 dagen. W. de R. te K a t w ij k aan Zee had iemand „vuile Javaan" genoemd, hetgeen natuurlijk niet mag en waarvoor hij ver oordeeld werd tot een geldboete van 15 subs. 15 dagen. G. van E. te Leiden had een micro foon gestolèn ten nadeele van de P.T.T. te Leiden, voor welk feit hij terecht moest staan. Het rapport vertelde, dat er niets met hem te beginnen is, waarna de Officier, gezien de 7 veroordeelingen, die Hij reeds achter den rug heeft,' drie maanden ge vangenisstraf eischte. Uitspraak conform. De baggermolenbaas F. K. te Leiden had oneenigheid gekregen met twee amb tenaren van den dienst van Sociale Zaken en hij had het pleit voorloopig in zijn voordeel beslist, door elk der ambtenaren een mep te geven. Toch trokken de ambtenaren aan het langste eind, want K. had zich wegens mishandeling te verantwoorden. De Officier noemde verdachte een soort geweldenaar en eischte zes weken gevan genisstraf. Het vonnis werd 15 subs. 15 dagen. HAAGSCH GERECHTSHOF. Gestolen benzine. A. L. uit Leidschendam werd ver oordeeld tot drie maanden gevangenis straf, omdat hij benzine had gekocht, die bij de Arbeidsdienst gestolen was. Ver dachte had aangevoerd, dat hij gedacht had, dat het gesmokkelde benzine was ge weest, welk excuus niet werd aanvaard. Vrijgesproken. J. W. W. K. te Leidschendam werd vrijgesproken van verduistering van een radiotoestel, dat hij onder zich had. Hij had nog geld tegoed van den eigenaar van het toestel, dat nog niet geheel was afbe taald. HAAGSCHE RECHTBANK. Uitspraken. De rechtbank heeft de volgende vonnis sen gewezen: De 34-jarige los werkman A. W. H. van I. en de 29-jarige schoenmaker A .van R., beiden uit Leiden, en thans gedetineerd, werden elk veroordeeld tot een jaar ge vangenisstraf met aftrek van het voorar rest, wegens diefstal van een geit uit een weide te L i s s e. C. J. W. te Sassenheim. werd we gens poging tot zware mishandeling hij had zijn buurman met een smidshamer te lijf wjllen gaan veroordeeld tot een geldboete van ƒ75 subs. 75 dagen hechte nis. Twee jaar gevangenisstraf had de Offi cier geëischt tegen den 20-jarigen A. T. en den 21-jarigen A. C., beiden uit Lei den, wegens het stelen van tientallen rij wielen te Leiden. De rechtbank hield bei de zaken aan, om over T. een rapport in te winnen en ten opzichte van C. een on derzoek naar zijn geestvermogens te laten instellen. A. W. H. van I. en A. van R., beiden uit Leiden, hadden te Noordwijk fietsen en banden gestolen. Rekening houdende met het jaar 'gevangenisstraf, dat zij reeds hadden gekregen, wegens het stelen van een geit te Lisse, werd elk varb hen ver oordeeld tot vier maanden gevangenisstraf. J. Th. J. T. te Leiden werd wegens heling van rijwielen veroordeeld tot een geldboete van ƒ75 subs. 75 dagen. G. W., die zich schuldig had gemaakt aan diefstal van een portefeuille te Oegstgeest ten nadeele van den oud burgemeester van Leiden mr. A. v. d. S. B., werd veroordeeld tot vier maanden gevangenisstraf. De 4-jarige visscher G. van L. te Lei den werd wegens diefstal van een fiets voor de Arbeidsbeurs te Leiden, veroor deeld tot zes maanden gevangenisstraf. De aannemer C. H. K. te Wassenaar had zich schuldig gemaakt aan verduiste ring van een. bedrag van 1379.68, doordat hij een knecht, die het volle loon moest hebben, pl.m. 10 per week uitbetaalde en zulks gedurende een jaar. Hij werd ver oordeeld tot drie maanden gevangenisstraf met aftrek van een maand voorarrest. J. M. te N o o r d w ij k, die een porte- monnaie met een inhoud van 2.70 gevon den had en deze niet terug gegeven had, werd veroordeeld tot zes maanden gevan genisstraf. J. P. en W. J. v. d. H., beiden uit Was senaar, werden wegens diefstal in ver- eeniging veroordeeld elk tot acht maan den gevangenisstraf. De liturgie der Kerk DINSDAG 30 Dec. Mis v. d. Zondag on der het Kerstoctaaf: Bum medium. 2e ge bed v. h. Kerstoctaaf; 3e voor de vrede. Kleur: Wit. In de kerken van de E.E. P.P. Francis canen: In de kerken van de E.E. P.P. Franciscanen DINSDAG. 2e gebed v. d. Z.Z. Margarita Colonna en Matthia van Nazzarei, Maag den; 3e v. h. Kerstoctaaf; 4e voor de vrede. KERKNIEUWS BENOEMINGEN IN HET BISDOM HAARLEM. Z. H. Exc. de Bisschop van Haarlem heeft benoemd: tot Pastoor te Stompwijk den wel- eerw. heer J. D. Sistermans; tot Pastoor ite de Rijp den weleerw. heer H. F. Coppens, thans Kapelaan te Schie dam (H. Liduina); tot Pastoor te Leiderdorp den wel eerw. heer F. A. M. Hermans; tot Pastoor te Zwaagdijk den weleerw. heer H. N. M. Vreeswijk, thans Kapelaan te Rotterdam (H. Hildegardis). Nieuw ja arsreccptie. Z. H. Exc. mgr. J. P. Huipers. Bisschop van Haarlem, zal op 1 Jan. 1942 receptie verleenen aan de religieusen (broeders en zusters) en de leeken van 1213 uur; aan de geestelijken van 1314 uur. letteren en kunst WILLY DERBY GEHULDIGD Willy Derby is Zaterdagavond in een stampvol Gebouw van Kunsten en Weten schappen te Den Haag, gehuldigd ter ge legenheid van zijn jubileum als humorist. In een speciale jubileumvoorstelling werk ten Willy Derby, met liederen van voor heen en thans, en de Fransche voordracht kunstenares 'Josée Sann mede. Voor de pauze vond de huldiging plaats. Een schat van bloemen werd op het too- neel gedragen en de voorzitter van het huldigingscomité, dr. Segboer, schetste in het kort de loopbaan van den jubilaris. Spr. bracht hem vooral hulde voor het feit, dat hij steeds belangeloos voor gemobi liseerde soldaten en oorlogsgewonden is op getreden. Namens het comité zal hem te ge legener tijd een geschilderd portret wor den aangeboden. Voorts overhandigde spr. den jubilaris een grooten krans onder den uitroep: Nog vele jaren. 'Mevrouw Hiddink, de soldatenmoeder, bedankte uit naam van alle jongens, voor wie hij steeds trouw is opgetreden. Wachtmeester Van Heusden voerde na mens alle oorlogsgewonden uit Wassenaar het woord. Namens de collega's werd de jubilaris door Roland in de bloemetjes gezet. Er wa ren gelukstelegrammen o.a. van Buziau, Kees Pruis, Siem Nieuwenhuizen en ande ren. Ook het departement van Volksvoor lichting en Kusten had een gelukwensch gezonden. „Tel.". Voorwaarts door het wintersch landschap van het besneeuwde sovjet-gebied. Een ravitailleeringscolonne heeft een rustpunt ^ereilct en maakt aanstalten, om halt te houden Atlantic-Holland feuilleton door A. HRUSCHKA Geautoriseerde vertaling. (Nadruk verboden). 22) Met de kaars in de hand kwam Lydia naar de deur. Zij liep langzaam, met afge meten tred, de oogen wijd open, doch met starrene, wezenloozen blik. Bij de deur bleef zij staan en draaide het licht uit. Van dat oogenblik maakte Hempel ge bruik om met Rosner het appartement te verlaten en snel de trap af te gaan. Bene den in de vestibule verscholen zij zich achter een groep hooge sierplanten, die 'rechts van de trap stonuden. Van daar hadden zij uitzicht op de trap, zonder veel gevaar te loopen, zelf te worden gezien. „Waarom zij nwe niet boven gebleven? fluisterde Rosner den detective in het oor. Wij hadden haar verder in het oog kun nen houden." •„Verdere waarneing had geen nut meer. Bovendien zouden we, als wü langer wa ren gebleven, opgesloten zijn." Als om Hempel's woorden te bevestigen, verscheen nu boven aan de deur van het appartement mevrouw Holzmann met de kaars in de hand, en deed de deur op slot. Zij ging daarbij heel voorzichtig te werk, blijkbaar om alle gedruisch te vermenden. Hempel1 bracht zijn mond heel dicht bij het oor van den concierge en vroeg: „Hebt je ooit bemerkt, dat mevrouw Holzmann aan slaapwandelen lijdt?" „Neen, nooit." Intusschen kwam Lydia de trap af, nog steeds langzaam, met afgemeten stappen, als een automaat. Met de brandende kaars in de hand, in haar zwarte japon, bleek als een doode, zonder uitdrukking in de wijd- starende oogen, bood zij een huiveringwek kend, spookachtig schouwspel. Naarmate zij dichter bij de. twee mannen kwam, kon Hempel het onnatuurlijke van haar voorkomen scherper waarnemen. Hij zag, dat kleine zweetdruppels op haar voor- hoofdparelden en dat haar trekken als ver steend waren. Onder aan de trap gekomen, ging zij links; uit die richting kwam nog steeds een kille, scherpe tocht. Hempel beduidde Rosner door een tee- ken, dat hij ter plaatse moest blijven, ter wijl' hijzelf Lydia onhoorbaar nasloop. Zij ging naar den achterkant van het huis, waar een deurtje toegang tot den tuin der villa verleende. Dat deurtje stond wijd open; Hempel wist nu, waar de tocht van daan kwam. En door dat deurtje, hetwelk zij van buiten sloot, verliet mevrouw Holz- man het huis. Hempel had dit voorzien, en ook, dat hij haar op dien weg niet kon volgen. Om die reden was hij dan ook reeds, toen zij naar het deurtje 'ging, teruggeijld naar de voor deur. Den sleutel van die deur liet men des nachts altijd in 't slot. De deur openen en om het huis heen loopen, w^s, voor Si- las 't werk van een oogenblik. Langs het kiezelplein en den straatweg was de tuin slechts door een traliehiek afgesloten. Daarin was een poortje aangebracht, waar door men op den openbaren weg kwam. Dat poortje was altijd op slot en weid slechts dan opengemaakt, wanneer in den tuin moest worden gewerkt, opdat de ar beiders niet door het huis behoefden te komen. 't Leed voor Silas Hempel geen twijfel, dat zij alleen door dat poortje gekomen kon zijn, en dat zij het weer zou gebrui ken om zich te verwijderen. Hij keek dus niet meer om naar den tuin, die bedolven lag onder de sneeuw, en waar mevrouw Holzmann hem toch opgesloten zou hebben, maar liep den straatweg op, langs het traliehek, om haar dicht bij het poortje op te wachten. Maar dit plan moest hij opgeven. Want toen hij langs het hek was gekomen en juist den hoek wilde omslaan, sprong hij verschrikt achteruit en verborg zich in de schaduw van een stuk metselwerk, dat twee gedeelten van het hek scheidde. Dicht bij het tuinpoortje stond een geslo ten auto; de lantarens waren afgezet, zoo dat Hempel t was een donkere nacht het nummer niet kon lezen. In de schaduw van de auto stond onbeweeglijk een zwar te gedaante. Geen wonder, dat Silas in het eerste oogenblik schrok en dekking zocht. Maar eenige seconden later kwam hij weer be hoedzaam naar voren en liep het stuk met selwerk voorbij, om de zwarte gedaante, die natuurlijk op mevrouw Holzmann wachtte, van meer nabij te kunnen bekij ken. 't Was donker in het rond, want de eerste, straatlantaarn bevond zich op vrij grooten afstand; en daar de nieuwe straat "nog niet voldoende volgebouwd was, wa ren er ook geen huizen in de onmiddellijke nabijheid. Maar het oog gewend zich allengs eq. zelfs vrij spoedig aan 't donker, en zoo had Silas nog kunnen vaststellen, dat de zwar te gedaante een man was. Op hetzelfde oogenblik werd 't hekpoortje geopend. Ly dia kwam er door, nog altijd met de bran dende kaars in de hand. De op haar wach tende man greep snel naar de kaars en blies ze uit. Gedurende een seconde niet langer was het licht van de kaars op den man ge vallen, die ze uitblies. Maar die seconde was voldoende geweest om Silas Hempel twee dingen volkomen duidelijk te doen zien: een door de zon gebruind, gladge schoren gezicht, met scherp belijnde trek ken, een havikneus, zeer felle oogen; en het fonkelen van een briljant, welken hij aan een vinger droeg. Maar reeds na verloop van een seconde was alles weer in bijna volslagen duister gehuld. Het portier van de auto werd toegeslagen en deze ver dween in de richting van de stad. Hempel stond daar als aan den grond ge nageld en keek vreeselijk opgewonden de auto na. Wat had hij gezien?Nauwe lijks durfde hij zichzelf op die vraag een antwoord geven, nog minder gevolgtrek kingen maken, maar zijn brein werkte niet koortsige spanning. De man, die hij gezien had, was de 'moordenaar van Holzmann; dat leed geen twijfel. Ja, dat was het gezicht, dat „men nooit vergeten kon, als men het eenmaal had gezien..." Trouwens, hij had 't dadelijk geweten: 't was dezelfde man met den kost baren briljant aan den vinger, dien Rosner in de loods had betrapt. En nu was ook het bewijs geleverd, dat Hempel gelijk had, toen hij vermoedde, dat die man in de loods iets gezocht, maar niet gevonden had. Maar ditmaal was hij niet zelf gekomen, maar had mevrouw Holzmann gezonden, en wel naar het huis, omdat het gezochte zich blijkbaar niet in de loods bevond, zoo als hij aanvankelijk had gedacht. Silas had vergeten, dat hij de villa had verlaten op zijn sokken en nu reeds een poos in de sneeuw stond. Maar de kilte, die hij gevoelde, herinnerde hem plotse ling daaraan, en hij spoedde zich naar bin nen. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1941 | | pagina 6