MGTVRIJ BLEI WOENSOAG 24 DECEMBER 1941 OF LFIDSCHE COURANT TWEEDE BLAD - PAG. 7 NUTTIGE WENKEN LEKKERNIJEN VOOR OUDEJAARS AVOND. Het voorlichtingsbureau van den voe dingsraad schrijft: Voor het bereiden van lekkernijen zal men andere recepten moeten volgen dan cmen tot nu toe gewend was. Raadgevingen en recepten werden daarvoor reeds gege ven in een vorig bericht. Recepten, waarvan er eenige geschikt afyn voor oudejaarsavond laten wij hier nog volgen: Warm gekruid bessensap als drank. 1, fL bessensap, 1 citroen, eenige kruid nagels, (pijp)kaneel, suiker. Het bessensap met 1 flesch water ver dunnen. De kruidnagelen in de citroen ste ken en deze met de kaneel eenige uren in het bessensap laten trekken (in de hooi- kist). De kruiden uit het bessensap nemen en d't op smaak afmaken met wat suiker. Huzarensla (zonder vleesch). Gekookte bieten, knolselderij, kropsla, of veldsla, koude gekookte aardappelen, augurken en uitjes uit het zuur. Voor het sausje: wat taptemelk, aardappelmeel, mosterd, peper, zout, azijn en aroma. Wat taptemelk binden met wat aardap pelmeel en het sausje laten afkolen. De knolselderij schillen, in kleine blokjes snij den en in wat water en zout half gaar ko ken. De sla wassehen en fijn verdeelen, de ■bieten schillen en fijn hakken, de aardap pelen in blokjes snijden,, de augurkjes en uitje® fijn hakken. Aan het afgekoelde sausje wat mosterd, peper, zout en aroma toevoegen en alle Ibestanddeelen er mee vermengen. De mas sa op een schotel leggen, glad maken en versieren b.V. door ze te bedekken met de versohillende bestanddeelen, die men voor het mengen afzonderlijk heeft gehouden. De sla kan ook opgedaan worden in schel pen of op kleine schoteltjes. Kruidkoek. 125 gr. zelfrijzend baikmeel, 65 gr. huis- houdstroop of kunstbonig, 25 gr. bruine suiker, ruim 1/2 dl. taptemelk (wat anijs zaad), 1 theelepel kaneel, een snuifje kruidnagelpoeder, zout. Alle bestanddeelen door elkaar roeren. De melk door de stroop of icunsthoning roeren en met deze vloeistof het droge mengsel zoo vlug mogelijk tot een stevig soepel deeg dooreen kneden. Het deeg in een met boter imgesaneerden vorm leggen en in een matig warmen oven gaar bakken (1 2 uur). Gortmoutkoek jes. 125 gr. gortmout, 125 gr. suiker, 1 afge streken lepel custardipoeder, plm.. 1 dl. wa ter, zout, kaneel. Gortmout, suiker, custardipoeder, kaneel en zout dooreen mengen en zooveel water toevoegen tot men een dikke brij ver kregen heeft en dit mengsel eenige uren laten staan. Ben bakplaat heel dun met boter insme ren en met behulp van twee theelepeltjes er kleine koekjes op een onderlingen af stand van plm. 4 cm. cp leggen. De koek jes in een vrij warmen oven met veel bo- venwarmte bakken. De plaat uit den oven nemen, even laten afkoelen en de koek jes met een slap mes of pannekoekmes van de plaat nemen, zoodra zij stevig genoeg, maar nog niet bros zijn. De koekjes vlak neerleggen. EET NU MOSSELEN. Het vocrlich\ngsbureau van den voe dingsraad deelt mede: Mosselen zijn zeer gezond. Wanneer er mosselen te krijgen zijn, koop ze dan en maak er den maaltijd smakelijk en voed zaam mee. Op de vleeschlooze dagen zijn de mos selen een voedsel bij uitnemendheid, want zij kunnen het vleesch volkomen vervan gen. Was men b.v. vroeger gewend* iaan 75 g. vleesch per dag, dan kan men daar voor in de plaats 100 g. mosselvleesch (500 g. rauwe mosselen) nemen en de maaltijd behoudt zijn voedingswaarde. Net als vleesch smaken de mosselen bij alle soorten groenten, zoodat ze in aller lei stamppotten en stoofschotels verwerkt kunnen worden. Zij moeten echter eerst gekookt worden, want ongekookte mosse len kunnen schadelijk zijn. Men begint met de mosselen uit te zoe ken. Het dikste gedeelte van de schelp wordt in de palm van- de hand gehouden, terwijl men met duim en wijsvinger stevig op den rand drukt. De slijkmosselen, de schelpen, die zwaarder zijn dan de andere en waaruit slijk te voorschijn komt bij het drukken, worden weggedaan. Eveneens verwijdert men de schelpen, welke, nadat ztf stevig dicht gedrukt zijn, weer open springen, want deze bevatten doode mos selen, die zeker niet gegeten mogen wor den. Zijn de mosselen uitgezocht, dan worden ze gewasschen, flink afgeborsteld en een poosje in wat water en zout (30 g. zout per liter) schoon gespoeld. Krijgt men de mosselen ongeknipt, d.w.z. niet schoon gemaakt, in den handel noemt men dit wel „vuile" mosselen, dan moeten ze eerst van elkaar geknipt en van dra- denbundels en verder afval ontdaan wor den. De schoongesnoelde mosselen worden vervolgens gekookt. Men brengt daarvoor wat water, zoo men wil met kruiden, aan de kook en kookt de mosselen daarin tot zij alle open zijn, hetgeen plusm. 15 min. duurt. Men moet de mosselen niet langer dan noodig verhitten, want dan worden ze taai. Het water, waar de mosselen In gekookt zijn „de mosselbouillon" bevat eenige voe- dingwaarde. zoodat men dit niet mag weg gooien. Het zal er van afhangen, waar men dezen bouillon voor gebruikt, of de mosselen met veel of weinig water ge kookt worden. Maakt men een soep van het mosselwater dan worden de mosselen natuurlijk met meer water opgezet, dan wanneer men een saus van dit vocht be reidt. Men eet de mosselen zoo uit de schelpen met wat azijn en zout of men licht ze uit de schelpen en verwerkt ze verder. Dat een maaltijd met mosselen goed smaakt zal men bemerken, wanneer men de vol gende recepten eens toebereidt. Recepten (voor 4 personen). 600 g. gekookte mosselen (3 kg. rauwe mosselen), 2 kg. aardappelen, 11/2 kg. rauwe bieten, wat boter of vet, zout (sui ker). In een stoof pan een bodempje water aan de kook brengen en hierin de schoonge boende en in stukken gesneden aardappe len en de geschilde ,in dunne plakjes of reepjes geschaafde bieten, met wat zout (suiker) en vet of boter, gaar koken met het deksel op de pan. Kooktijd plusm. 1/2 uur. Intusschen de mosselen koken, toevoe gen wanneer biet en aardappelen gaar zijn en de bestanddeelen losjes door elkaar mengen Het vocht in een sauskom gieten en het gerecht in een dekschaal of vuur vasten schotel opdienen. Hutspot met mosselen. 600 g. gekookte mosselen (3 kg. rauwe mosselen), 2 kg. aardappelen, 1 kg. win terpeen, 1/2 kg. uien, wat boter of vet, zout. De aardappelen schoon boenen en in stukken snijden, de winterpeen op een enkele na eveneens schoon boenen en klein snipperen. Beide met een bodempje water en zout en vet of boter aan de kook brengen en met het deksel op de pan gaar koken. Kooktijd plusm. 1/2 uur. De aardappelen en groenten vlug fijn stampen en zoo kort mogelijk roeren; de overgebleven winterpeen raspen en met de gekookte mosselen door den stamppot roeren. Stoofschotel van mosselen met koolraap. 600 g. gekookte mosselen (3 kg. rauwe mosselen), 2 kg. aardappelen, 11/2 kg. koolraap, boter of vet, zout. De schoonge boende en in stukken gesneden aardappe len en de geschilde in stukken gesneden koolraap met een bodempje water en zout en boter of vet gaar koken met het dek sel op de pan. Kooktijd plusm. 1/2 uur. De gekookte mosselen toevoegen, de be standdeelen losjes door elkaar roeren. Het overtollige vocht in een sauskom gieten en het gerecht in een dekschaal of vuur vasten schotel opdienen. Groentesoep van mosselbouillon. 11/2 liter mosselbouillon, 60 g. gortmout, verschillende groenten als prei, een stukje selderijknol, een stukje bloemkool, wortel, wat selderijgroen, peterselie, enz. De gortmout 1/2 uur in wat water wee ken. De mosselbouillon (het gezeefde mos selwater) met de gortmout aan de kook brengen. Na 20 a 30 min. de gewasschen en in stukken gesneden groenten er aan toevoegen en de soep nog 15 min. laten ko ken. Even voor het opdienen de gehakte pe terselie er door roeren. Mosselen-haché. 500 g. gekookte mosselen, wat boter of vet, - ui, 50 g. bloem, 1/2 liter mossel bouillon, 2 kruidnagelen. 2 laurierbladen, 2 eetlepels azijn, wat zout. De ui snipperen en in de boter of het vet zachtjes bakken tot het vocht eruit is, maar zonder dat zij bruin wordt. De bloem toevoegen en onder goed roeren licht-bruin laten worden. Onder roeren den bouillon toevoegen met de azijn en de kruiden. De mosselen hierin plusm. 10 min. stoven (door lange verhitting gaat de smaak van de mosselen achteruit). Voor het opdienen de kruiden verwijderen. PROFITEER VAN HET VITAMINE C UIT GROENTE EN AARDAPPELEN. Het voorlicht in gisbureau van den voe dingsraad schrijft: Er wordt zooveel over vitaminen ge sproken, dat ledereen er langzamerhand wel van doordrongen is, dat deze stoffen beslist noodzakelijk voor de gezondheid zy'n. Allerlei vitaminepreparaten in de meest verschil lende vormen zijn in den handel en voor menig artikel wordt reclame ge maakt, omdat het zoo „rijk aan vitami nen is". Dit wekt wel eens den indruk, dat men alleen door gebruik van vitaminetablet- ter of gevitamineerde pro;' ^cten, voldoen de vitaminen kan krijgen, zoodat velen deze preparaten gebruiken, zonder dat de dokter het voorgeschreven heeft. Zij beseffen echter niet, dat zij de extra uitgaven, welke daarvoor noodig zijn, niet behoeven te doen, wanneer zij hun maal tijden, maar juist samenstellen en het voedsel doelmatig bereiden. De hoeveelheid vitamine C bijvoorbeeld, welke men voor den gezonden mensch noo dig acht, wordt zeker in het voedsel, waarover men op het oogeniblik beschik ken kan, aangetroffen. Aardappelen en groenten zijn de voe dingsmiddelen, welke in groote hoeveel heid vitamine C bevatten. Nu bevat het rantsoen aardappelen, dat men per dag krijigt, vrijwel de hoeveelheid vitamine C, welke men per dag noodig heeft. Om verlies te voorkomen, geeft men steeds weer den raad de aardappelen in de schil te koken. Al schilt men de aardappe len nog zoo dun, een groot gedeelte van het vitamine C gaat toch verloren, omdat het de eigenschap heeft in het kookwater op te lossen. Dit oplossen wordt voorkomen, wanneer men de aardappelen in de schil kookt. Van de in de sohil gekookte aardappelen heeft men minder noodig dan van de ge schilde (door schillen gaat minstens 1/5 deel van het gewicht verloren). Terwijl men, als men de aardappelen met schil en al eet, langen tijd een verzadigd gevoel heeft. Doch de voornaamste reden, dat de aardappelen in de schil gekookt moeten worden, blijft het vitamine C, waar men zoodoende ten volle van profiteert. Ook de groenten (peterselie, koolsoorten, prei) zijn een belangrijke bron van vita mine C, indien men ze tenminste evenals de aardappelen goed toebereidt. Vitamine C lost niet alleen in water op, het heeft ook de eigenschap dat het door de aanraking met de lucht, vooral bij ge lijktijdige verhitting onwerkzaam wordt. Met deze eigenschappen moet men reke ning houden, wanneer men de aardappe len en groenten toebereidt. Indien men het vitamine c zooveel moge lijk behouden wil, is het noodzakelijk de volgende voorschriften zorgvuldig na te volgen: 1. Bereid de groenten en aardappe len kort voor het gebruik. 2. Wasoh de groenten kort, liefst ongesneden. 3. Laat gesneden groenten niet lang staan. 4. Eet iederen dag wat rauwe groen te, bij de boterham of bij den war men maaltijd. 5. Kook de aardappelen in de schil. 6. Kook bladgroente zonder water en aardappelen en harde groenten met een bodempje water. 7. Kook groenten en aardappelen niet langer dan noodig is: aardappe len in de schil zijn In 25 min. gaar; die meeste groenten, ook savoyekool zy'n in 20 min. soms nog eerder gaar. 8. Stoof de groente niet: warm de groenten niet op. NUTTIG DEN MAALTIJD OP EEN GOEDE MANIER Het Voorlichtingsbureau vap den Voe dingsraad deelt mede: Op aller.ei wijzen tracht mei het be schikbare voedsel zooveel mogelijk te be nutten. In het bijzonder wordt er door iedere huisvrouw gelet op het zuinig schoonmaken, het doelmatig bereiden en bewaren van de levensmiddelen. Maar dan is men nog niet klaar. Het hangt ook af van de wijze, waarop men den maaltijd gebruikt of men ten volle van de voedingsmiddelen zal profiteeren of niet. Dat men bij het eten nog fouten kan ma ken, lijkt misschien wat vreemd. Toch wordt er één fout zeer dikwijls gemaakt: talloozen kauwen de spijzen nl. slecht. Door het kauwen wordt het voedsel fijn verdeeld, waardoor de oppervlakte sterk vergroot wordt en de spysverteringssappen goed kunnen inwerken. Kauwt men niet goed, dan komen er groote brokken in de maag terecht. De spijsverteringssappen komen met een klein gedeelte van het voedsel in aanraking en verteren alleen dit. De rest verlaat het lichaam onveran derd, wordt niet benut en gaat verloren. Goed gekauwde en in den mond fijn verdeelde spijzen worden veel beter ver teerd. De voedingsstoffen, welke zij bevat ten komen het lichaam dan voor een veel grooter deel ten goede. Wanneer er gejaagd en haastig gegeten wordt, gunt men zich den tijd niet om te kauwen. Bovendien wordt de stemming van den maaltijd er niet door bevorderd, wat eveneens de spijsvertering slecht be- invloedt. De maaltijden dienen echte rust punten te zijn in het jagende leven. Het zijn de weinige momenten van den dag, waarop alle huisgenooten bij elkaar zijn en dan moet het gezellig zijn, dan dient ieder terwille van het geheeel gezin zy'n best te doen, opgewekt te zijn, belangstelling te toonen voor de belangen van de huisgenoo ten en elkaar deelgnoot te maken van het geen men zelf beleefde. Ook voor de kinderen is het van belang, dat zij van jongs af aan leeren rustig te eten en goed te kauwen. Zoo dikwijls spe len zij 's ochtends in groote haast hun bo terham naar binnen en verdwijnen dan naar school. Na zoo'n vliegend ontbijt krij gen zij echter snel weer honger en ze heb ben er slechts weinig aan. Een kwartier tje vroeger opstaan kan geen werkelijk bezwaar zijn. In het gezin, waar de hand wordt gehouden aan de oude gewoonte, dat men samen het ontbijt gebruikt op een tijd, dat allen daaraan rustig kunnen deelnemen voordat het werk hen roept, worden gees telijke en lichamelijke gezondheid gediend en wordt aan de kinderen een steun gege ven, die verder strekt dan de dag. Het is ook belangrijk, dat de maaltijd er smakelijk uitziet en netjes opgedaan wordt. Dit bevordert de goede stemming en den eetlust. De uitdrukking „watertanden" is op werkelijkheid gegrond. Wanneer men iets smakelijks ziet, scheiden zich de sap pen, welke voor het goed verteren van de spijzen noodig zijn, rijkelijk af, o.a. in den mond, welke men het begin van spijsver teringskanaal noemen kan. Deze laatste raad, welke in hoofdzaak bestemd is voor degenen, die de maaltijden toebereiden, is gemakkelijk op te volgen. Het kost slechts weinig moeite, maar de gerechten komen beter tot hun recht, wan neer men ze met zorg opdient. MAKEIN VAN UW WONING OF MEUOTLAlR LEIDEN - 21078 GEBEDSACTIE S.P.L. „Dat God ook in het nieuwe jaar S.P.L. en zijn weldoeners en begunstigers moge zegenen". Het Pauselyk Liefdewerk van den H. Apostel Petrus voor de opleiding van een inlandsche geestelijkheid in de missie landen beveelt voor de maand Januari 1942 de bovenstaande intentie aan de deel nemers aan de Gebedsactie aan. Met groote dankbaarheid kunnen wij ge tuigen dat God ook in dit oorlogsjaar ons Liefdewerk op bijzondere wijze gezegend heeft. Wij blyven bidden dat God aan de hei- denlanden steeds meer goede en heilige priesters uit het eigen volk zal schenken: voor de opleiding van die priesters is geestelijke en stoffelijke steun noodig en daarom moeten wij bidden dat God ook in het nieuwe jaar op overvloedige wijze Zijn Zegen zal schenken aan ons Liefdewerk en zijn weldoeners en begunstigers. Speciaal voor die intentie moeten wij ons op 18 Januari a.s. in gebed vereenigen: 18 Januari, het feest van St Petrus' Stoel te Rome, is het patroonsfeest van S.P.L. en op dien dag wordt in alle parochies waar minstens 50 leden van S.P.L. zijn een H. Mis opgedragen voor de levende en over leden leden, weldoeners en beursstichters. Weest ervan overtuigd dat de nood in de missielanden buitengewoon groot moet zijn: Uw aller geestelijke en stoffelijke steun is dqn ook dringend noodig. De deelname aan onze belangrijke ge bedsactie is kosteloos op aanvrage zijn in- door prof. P. Stammeyer 44e Week. 28 December8 Januari. Eerste Brief van den H. Petrus 1:13:7. In het Markusevangelie hebben we ken nis gemaakt met den inhoud van Petrus' prediking. Volgens de gegevens der over levering had Markus deze op schrift ge steld op verzoek van de Romeinen. Petrus heeft in zijn bescheidenheid niet gesproken over zyn verheffing door Christus tot hoogsten gezagdrager onder de leerlin gen; de eenige aanwijzing vinden we in de naamsverandering (3:16), waarvoor geen and-ere verklaring mogelijk is, dan die ge geven wordt in de belofte van Christus bij Matteus 16:18. Na Christus' heengaan is Petrus als hoofd der apostelen opgetreden, zooels in de Handelingen der Apostelen herhaaldelijk blijkt. Ook zijn brieven ge ven hiervan het bewijs: het zijn de oudste encyclieken, waarin het Hoofd der jonge Kerk zich richt tot een deel Zijner geloo- vigen. Deze enclieken hebben ook een groote waarde voor ons, omdat zij spreken over de verheven waardigheid van het Ohristen-zijm en aansporingen bevatten om onze hooge uitverkiezing goed te bele ven, ook temidden van moeilijkheden. Petrus rioht z-ich tot kerken, welke Pau- lus als stichter haden. De situatie kunnen we ons voorstellen, zooals de inleiding op den eersten brief in onze vertaling aan geeft. Na zijn eerste gevangenschap in Ro me is Paulus weer op missiereis uitgetrok ken en in d:en tijd komt Paulus' vroegere gezel Silas of Silvanus in Rome met be richten uit het Oosten. In. hun beproevin gen hebben de geloovigen steun noodig. De Vader der Christenheid toont zijn taak te begrypen. In Zyn eeuwig plan heeft God de gena den vastgesteld, welke Hij ons geven zal om ons te helpen in het bereiken van ons levensdoel. De Christenen, tot wie Petrus zich richt, hebben de genade aanvaard in de onderwerping des geloofs door het ont vangen van het Doopsel. Daardoor zijn zij geheiligd en in staat rijker genade en den innerlijken vrede deelachtig te worden. De inzet klinkt wat plechtiger, maar komt naar inhoud overeen met de thans ge bruikelijke inleiding op een Pauselyk of Bisschoppelijk schrijven. (1:1—2). In de eerste prediking wordt steeds groo- ten nadruk gelegd op ons lijden en ster ven met Christus om daarbij erop te wij zen, dat, gelijk Christus door Zijn lijden is gekomen tot de heerlijkheid, wy d-eze langs denzelfden weg zullen moeten be reiken. De volle openbaring van die heer lijkheid komt eerst in het hiernamaals, doch thans reeds bezitten we de kiem daarvan in de heiligmakende genade. Iedere liefdedaad, welke gegrond is op ons geloof, zal door den goddieljjken bij stand die kiem tot ontwikkeling brengen. Dit is de grond voor de ware Christelijke blijheid, welke de waarde van het leven niet zoekt in uiterlijke successen, in men- achelijk geluk en voorspoed, maar in die innerlijke groei. Wanneer wij ernstig trachten ons geloof te beleven, dan is deze onvergankelijke waande steeds aanweizg en bereiken we ons doel. (Zondag). Door Christus' openbaring, verkondigd d-oor de Evangeliepredikers, hebben wij die hemelsch-e wijsheid ontvangen en zyn bevoorrecht boven de Profeten van het Oud Verbond. Maar dan zullen we ook aan die uitverkiezing beantwoorden en re kening houden met die verkregen kennis. (Maandag). De grootte der Godagave wordt ons eerst duidelijk, wanneer we overdenken-, welk een waarde God daaraan heeft toege kend. Hy wilde ons maken tot Zij-n eohte kinderen (zie I Joh. 3:1) en als pry's gaf Hij Zijn eeuwigen Zoon. Maar: „Hij, die zijn eenigen Zoon niet gespaard heeft, maar voor ons allen heeft overgeleverd, hoe zou Hy ons met Hem niet alles schen ken" (Rom. 8:32). Ons geloof in de verlos sing door Christus' Bloed en in Zyn op standig is de grondslag voor onze onwan kelbare hoop. Wij wijzen erop, dat ■uit drukkingen als „op het einde der tijden" (1:20) ontleend zijn aan een indeeling der wereldgeschiedenis, waarbij het laat ste tijdvak gerekend wordt vanaf Chris tus' komst tot het einde der wereld. Maar allen zijn door de wedergeboorte geworden tot kinderen van den Vader en dus tot broeders van elkaar. Hierin is de grondslag voor de ware liefde, welke Christus stelde als kenmerk van Zijn leer lingen. Deze grondslag is blijvend, omdat wij uit God herboren zijn en hiertoe kwa men door middel van het woord Gods, het evangelie, dat wij hebben aanvaard; te genover de vergankelijkheid van het a-ard- sche is dit onvergankelijk en eeuwig. (Dinsdag). Bij deze uitverkiezing past niet alleen, dat wij afstand doen van het kwaad (2:1), maar tevens verlangen naar verdere groei: een beter inzicht in de leer biedt ons het daartoe benoodi-gde voedsel. Christus, de levende steen, de hoeksteen, heeft ons met Zich in een eenheid vereenigd om samen met ons en door ons Zijn Vader te aan bidden: in die vereeniging met Hem zul len onze offers van deugdoefeningen en goede werken (Petrus spreekt van „gees telijke" offers) den Vader aangveinaam zijn. Door ons medewerken met de genade be hoor en we tot het uitverkoren volk; wie niet wil medewerken, wordt vers too ten. (Woensdag), Daar ons vaderland de hemel is, zijn we hier als pelgrims en vreemdelingen en moeten ons onthouden van alles, wat ons op onzen weg naar het vaderland kan hin deren. Bovendien moeten de heidenen door het goede en voortreffelijke in ons leven getrokken worden om zich daardoor open te stellen voor de genade der bekeering. (Zie ook Matt. 5:1416). Daarom toonen we een royale onderwerping aan het wet tig gezag: omdat alle gezag van God komt en we hierdoor dus Zyn Wil volbrengen; op deze wijze vindt men geen aanknoo- pingspunt tot laster tegen ons. Wanneer we ons onderdanig betoonen en onverdien de moelelijkheden verdragen, dan zijn we pas ware Christenen; Christus immens gaf ons een voorbeeld ter navolging, opdat wij Hem meer gelijkvormig zouden worden. (Donderdag-Vrijdag) Op eenzelfde manier gaat Petrus ver der in het derde hoofdstuk: het gedrag van de christen-echfcgenooten moet een predi king zijn: dan alleen zijm zij elkaar wer kelijk tot steun, omdat zij elkander tot be tere beleving van hun christendom bren gen en zoodoende elkaar helpen bij het verwerven van den on,vergankelijken rijk dom der genade. Bijbellezing voor de volgende week: Zondag: I Petrus 1: 19 Maandag: I Petrus 1:1016 Dinsdag: I Petrus 1:1725 Woensdag: I Petrus 2: 110 Donderdag: I Petrus 2:1117 Vrijdag: I Petrus 2:1825 Zaterdag: I Petrus 3: 17 THAILAND, HET RIJK VAN DEN WITTEN OLIFANT Strijd op Malakka als voorbode van groote beteekenissen (Van een V.P.B.-medewerker) Calcutta, December 1941 Men vormt zich in Europa dikwijls een zeer verkeerd denkbeeld over Thailand, het vroegere Siam. Men kent het hoofdza kelijk als het land, T^aar de olifant min of meer als huisdier is ingeburgerd! Inder daad is het waar, dat deze dikhui in Thai land zeer nuttige diensten verricht, niet minder dan 12.000 van deze dieren ver richten er „nuttige bezigheden'" Voorts oefent men er den cultus van den „witten olifant" uit.. Van meer belang is evenwel, dat Thai land tot op dit oogenblik de eenige onaf hankelijke staat was in het Zuiden van Azië, al had het land deze onafhankelijk heid dan ook voornamelijk te drnken aan de rivaliteit tusschen Frankrijk en Enge land. Thailand ligt namelijk ingeklemd tusschen Fransch Indo-China en Birma, dat deel uitmaakt van het Engelsche kolo niale bezit. Deze laatste nabuurschap speelt ook in den tegenwoordigen oorlog een rol: van Birma uit leidt de beroemde Birmaweg naar het binnenland van China, naar Tsjoengking, de residentie van Tsjang Kai Sjek. Thailand is ongeveer zoo groot als het Duitschland van 1920 en Denemarken bij elkaar. De bevolking bedraagt echter niet meer dar. 12 millioen zielen. Hieronder be vinden zich een millioen Chineezen en 50U.000 Indiërs en Maleiers. Het land bezit een grilligen vorm, zooals een enkele blik op de kaart aantoont. Zooals wij hierboven reeds opmerkten, ligt het voor een groot deel ingesloten tusschen Birma en Indo- Chiha, doch in Zuidelijke richting strekt het land zich uit op het smalle, Maleische schiereiland, dat den vorm heeft van een langgerekten, gedeeltelijk zeer smallen corridor, welke doorloopt tot Singapore. Op dezen corridor zijn op het oogenblik aller oogen gevestigd. De hevige gevechten, welke er worden geleverd door de Japan- sche troepen, die er slaagden vasten voet te krijgen op de landtong, welker breedte afwisselt van 20 tot 200 kilometer, doen voorzien, dat dit schiereiland een vooraan staande plaats zal innemen in de geschie denis van dezen oorlog. WAT WILT GIJ, LANDGENOOT? Ruim anderhalf jaar geleden beleefden wij het resultaat van een regeering die niet voor haar taak was berekend. Wij verloren een oorlog en werden bezet gebied. Wij verloren Suriname en men tracht ons door een blokkade uit te hongeren. Nederlandsch Indië dreigen wij te verliezen en onze bur gerbevolking wordt door bombardementen vermoord. Wat wilt gij. landgenoot? Nog meer ramspoed over ons land en volk brengen, meehelpen eigen volksgenooten nog meer tegen elkaar op te zetten, toestaan dat Europa en dan ook ons land een prooi wordt van de Sovjet-horden of wilt gij de handen uit de mouwen steken en een nieuw Nederland in een nieuw Europa helpen op bouwen. Wilt gij dat, landgenoot? Staak dan uw fluistercampagnes en gebruik uw verstand, draai weg dien „oranje-zender" en denk na, bedwing die haatgevoelens en oordeel eerlijk en oprecht. Het Is best mogelijk dat gij misleid waart, maar zoo waren er duizenden met u Het kan zijn dat u groote fouten maakte, maar wie deed dat niet. Het is niet waar, dat u het ongeluk voor ons land en volk wilt, maar.... onbewust werkte u er toe mede. Wat gij wilt landgenoot, dat is een geluk kige toekomst voor ons vaderland een eer volle plaats voor Nederland in het nieuwe Europa, maar dat kan niet worden be reikt zonder strijd en daarom behoort gij in de gelederen van hen dit hetzelfde wil len als u en strijden in het Oosten tegen hen die ook uw vijanden zijn. Wat wilt gij landgenoot? Vooruit dan, op de bres voor ons aller toekomst. Meldt u aan bij Het Vrijwilligerslegioen Nederland Koninginnegracht 22 te Den Haag. DE DISTRIBUTIE VAN BOTER In het gisteren gepubliceerde bericht „In gebruikstelling der nieuw uitgereikte bon kaarten" stond in de tweede alinea in een gedeelte onzer oplage: „zooals men weet is voorts bon 57 van de oude boter- en vetkaart, welke is aangewezen voor een extra rantsoen boter, geldig van 21 Dec. j.l. tot en met 31 Jan. 1942 voor het koo- pen van 250 gram boter per bon. Dit moet natuurlijk 125 gram per bon zijn.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1941 | | pagina 7