MGTVRIJ
BLEI
WOENSOAG 24 DECEMBER 1941
OF LFIDSCHE COURANT
TWEEDE BLAD - PAG. 7
NUTTIGE WENKEN
LEKKERNIJEN VOOR OUDEJAARS
AVOND.
Het voorlichtingsbureau van den voe
dingsraad schrijft:
Voor het bereiden van lekkernijen zal
men andere recepten moeten volgen dan
cmen tot nu toe gewend was. Raadgevingen
en recepten werden daarvoor reeds gege
ven in een vorig bericht.
Recepten, waarvan er eenige geschikt
afyn voor oudejaarsavond laten wij hier
nog volgen:
Warm gekruid bessensap als drank.
1, fL bessensap, 1 citroen, eenige kruid
nagels, (pijp)kaneel, suiker.
Het bessensap met 1 flesch water ver
dunnen. De kruidnagelen in de citroen ste
ken en deze met de kaneel eenige uren in
het bessensap laten trekken (in de hooi-
kist). De kruiden uit het bessensap nemen
en d't op smaak afmaken met wat suiker.
Huzarensla (zonder vleesch).
Gekookte bieten, knolselderij, kropsla,
of veldsla, koude gekookte aardappelen,
augurken en uitjes uit het zuur. Voor het
sausje: wat taptemelk, aardappelmeel,
mosterd, peper, zout, azijn en aroma.
Wat taptemelk binden met wat aardap
pelmeel en het sausje laten afkolen. De
knolselderij schillen, in kleine blokjes snij
den en in wat water en zout half gaar ko
ken. De sla wassehen en fijn verdeelen, de
■bieten schillen en fijn hakken, de aardap
pelen in blokjes snijden,, de augurkjes en
uitje® fijn hakken.
Aan het afgekoelde sausje wat mosterd,
peper, zout en aroma toevoegen en alle
Ibestanddeelen er mee vermengen. De mas
sa op een schotel leggen, glad maken en
versieren b.V. door ze te bedekken met de
versohillende bestanddeelen, die men voor
het mengen afzonderlijk heeft gehouden.
De sla kan ook opgedaan worden in schel
pen of op kleine schoteltjes.
Kruidkoek.
125 gr. zelfrijzend baikmeel, 65 gr. huis-
houdstroop of kunstbonig, 25 gr. bruine
suiker, ruim 1/2 dl. taptemelk (wat anijs
zaad), 1 theelepel kaneel, een snuifje
kruidnagelpoeder, zout.
Alle bestanddeelen door elkaar roeren.
De melk door de stroop of icunsthoning
roeren en met deze vloeistof het droge
mengsel zoo vlug mogelijk tot een stevig
soepel deeg dooreen kneden.
Het deeg in een met boter imgesaneerden
vorm leggen en in een matig warmen oven
gaar bakken (1 2 uur).
Gortmoutkoek jes.
125 gr. gortmout, 125 gr. suiker, 1 afge
streken lepel custardipoeder, plm.. 1 dl. wa
ter, zout, kaneel.
Gortmout, suiker, custardipoeder, kaneel
en zout dooreen mengen en zooveel water
toevoegen tot men een dikke brij ver
kregen heeft en dit mengsel eenige uren
laten staan.
Ben bakplaat heel dun met boter insme
ren en met behulp van twee theelepeltjes
er kleine koekjes op een onderlingen af
stand van plm. 4 cm. cp leggen. De koek
jes in een vrij warmen oven met veel bo-
venwarmte bakken. De plaat uit den oven
nemen, even laten afkoelen en de koek
jes met een slap mes of pannekoekmes van
de plaat nemen, zoodra zij stevig genoeg,
maar nog niet bros zijn. De koekjes vlak
neerleggen.
EET NU MOSSELEN.
Het vocrlich\ngsbureau van den voe
dingsraad deelt mede:
Mosselen zijn zeer gezond. Wanneer er
mosselen te krijgen zijn, koop ze dan en
maak er den maaltijd smakelijk en voed
zaam mee.
Op de vleeschlooze dagen zijn de mos
selen een voedsel bij uitnemendheid, want
zij kunnen het vleesch volkomen vervan
gen. Was men b.v. vroeger gewend* iaan
75 g. vleesch per dag, dan kan men daar
voor in de plaats 100 g. mosselvleesch (500
g. rauwe mosselen) nemen en de maaltijd
behoudt zijn voedingswaarde.
Net als vleesch smaken de mosselen bij
alle soorten groenten, zoodat ze in aller
lei stamppotten en stoofschotels verwerkt
kunnen worden. Zij moeten echter eerst
gekookt worden, want ongekookte mosse
len kunnen schadelijk zijn.
Men begint met de mosselen uit te zoe
ken. Het dikste gedeelte van de schelp
wordt in de palm van- de hand gehouden,
terwijl men met duim en wijsvinger stevig
op den rand drukt. De slijkmosselen, de
schelpen, die zwaarder zijn dan de andere
en waaruit slijk te voorschijn komt bij het
drukken, worden weggedaan. Eveneens
verwijdert men de schelpen, welke, nadat
ztf stevig dicht gedrukt zijn, weer open
springen, want deze bevatten doode mos
selen, die zeker niet gegeten mogen wor
den.
Zijn de mosselen uitgezocht, dan worden
ze gewasschen, flink afgeborsteld en een
poosje in wat water en zout (30 g. zout
per liter) schoon gespoeld.
Krijgt men de mosselen ongeknipt, d.w.z.
niet schoon gemaakt, in den handel noemt
men dit wel „vuile" mosselen, dan moeten
ze eerst van elkaar geknipt en van dra-
denbundels en verder afval ontdaan wor
den.
De schoongesnoelde mosselen worden
vervolgens gekookt. Men brengt daarvoor
wat water, zoo men wil met kruiden, aan
de kook en kookt de mosselen daarin tot
zij alle open zijn, hetgeen plusm. 15 min.
duurt. Men moet de mosselen niet langer
dan noodig verhitten, want dan worden ze
taai.
Het water, waar de mosselen In gekookt
zijn „de mosselbouillon" bevat eenige voe-
dingwaarde. zoodat men dit niet mag weg
gooien. Het zal er van afhangen, waar
men dezen bouillon voor gebruikt, of de
mosselen met veel of weinig water ge
kookt worden. Maakt men een soep van
het mosselwater dan worden de mosselen
natuurlijk met meer water opgezet, dan
wanneer men een saus van dit vocht be
reidt.
Men eet de mosselen zoo uit de schelpen
met wat azijn en zout of men licht ze uit
de schelpen en verwerkt ze verder. Dat
een maaltijd met mosselen goed smaakt
zal men bemerken, wanneer men de vol
gende recepten eens toebereidt.
Recepten (voor 4 personen).
600 g. gekookte mosselen (3 kg. rauwe
mosselen), 2 kg. aardappelen, 11/2 kg.
rauwe bieten, wat boter of vet, zout (sui
ker).
In een stoof pan een bodempje water aan
de kook brengen en hierin de schoonge
boende en in stukken gesneden aardappe
len en de geschilde ,in dunne plakjes of
reepjes geschaafde bieten, met wat zout
(suiker) en vet of boter, gaar koken met
het deksel op de pan. Kooktijd plusm.
1/2 uur.
Intusschen de mosselen koken, toevoe
gen wanneer biet en aardappelen gaar zijn
en de bestanddeelen losjes door elkaar
mengen Het vocht in een sauskom gieten
en het gerecht in een dekschaal of vuur
vasten schotel opdienen.
Hutspot met mosselen.
600 g. gekookte mosselen (3 kg. rauwe
mosselen), 2 kg. aardappelen, 1 kg. win
terpeen, 1/2 kg. uien, wat boter of vet,
zout.
De aardappelen schoon boenen en in
stukken snijden, de winterpeen op een
enkele na eveneens schoon boenen en
klein snipperen. Beide met een bodempje
water en zout en vet of boter aan de kook
brengen en met het deksel op de pan gaar
koken. Kooktijd plusm. 1/2 uur.
De aardappelen en groenten vlug fijn
stampen en zoo kort mogelijk roeren; de
overgebleven winterpeen raspen en met
de gekookte mosselen door den stamppot
roeren.
Stoofschotel van mosselen
met koolraap.
600 g. gekookte mosselen (3 kg. rauwe
mosselen), 2 kg. aardappelen, 11/2 kg.
koolraap, boter of vet, zout. De schoonge
boende en in stukken gesneden aardappe
len en de geschilde in stukken gesneden
koolraap met een bodempje water en zout
en boter of vet gaar koken met het dek
sel op de pan. Kooktijd plusm. 1/2 uur.
De gekookte mosselen toevoegen, de be
standdeelen losjes door elkaar roeren. Het
overtollige vocht in een sauskom gieten
en het gerecht in een dekschaal of vuur
vasten schotel opdienen.
Groentesoep van mosselbouillon.
11/2 liter mosselbouillon, 60 g. gortmout,
verschillende groenten als prei, een stukje
selderijknol, een stukje bloemkool, wortel,
wat selderijgroen, peterselie, enz.
De gortmout 1/2 uur in wat water wee
ken. De mosselbouillon (het gezeefde mos
selwater) met de gortmout aan de kook
brengen. Na 20 a 30 min. de gewasschen
en in stukken gesneden groenten er aan
toevoegen en de soep nog 15 min. laten ko
ken.
Even voor het opdienen de gehakte pe
terselie er door roeren.
Mosselen-haché.
500 g. gekookte mosselen, wat boter of
vet, - ui, 50 g. bloem, 1/2 liter mossel
bouillon, 2 kruidnagelen. 2 laurierbladen,
2 eetlepels azijn, wat zout.
De ui snipperen en in de boter of het
vet zachtjes bakken tot het vocht eruit is,
maar zonder dat zij bruin wordt. De bloem
toevoegen en onder goed roeren licht-bruin
laten worden.
Onder roeren den bouillon toevoegen
met de azijn en de kruiden. De mosselen
hierin plusm. 10 min. stoven (door lange
verhitting gaat de smaak van de mosselen
achteruit). Voor het opdienen de kruiden
verwijderen.
PROFITEER VAN HET VITAMINE C
UIT GROENTE EN AARDAPPELEN.
Het voorlicht in gisbureau van den voe
dingsraad schrijft:
Er wordt zooveel over vitaminen ge
sproken, dat ledereen er langzamerhand
wel van doordrongen is, dat deze stoffen
beslist noodzakelijk voor de gezondheid
zy'n.
Allerlei vitaminepreparaten in de meest
verschil lende vormen zijn in den handel
en voor menig artikel wordt reclame ge
maakt, omdat het zoo „rijk aan vitami
nen is".
Dit wekt wel eens den indruk, dat men
alleen door gebruik van vitaminetablet-
ter of gevitamineerde pro;' ^cten, voldoen
de vitaminen kan krijgen, zoodat velen
deze preparaten gebruiken, zonder dat de
dokter het voorgeschreven heeft.
Zij beseffen echter niet, dat zij de extra
uitgaven, welke daarvoor noodig zijn, niet
behoeven te doen, wanneer zij hun maal
tijden, maar juist samenstellen en het
voedsel doelmatig bereiden.
De hoeveelheid vitamine C bijvoorbeeld,
welke men voor den gezonden mensch noo
dig acht, wordt zeker in het voedsel,
waarover men op het oogeniblik beschik
ken kan, aangetroffen.
Aardappelen en groenten zijn de voe
dingsmiddelen, welke in groote hoeveel
heid vitamine C bevatten. Nu bevat het
rantsoen aardappelen, dat men per dag
krijigt, vrijwel de hoeveelheid vitamine C,
welke men per dag noodig heeft.
Om verlies te voorkomen, geeft men
steeds weer den raad de aardappelen in de
schil te koken. Al schilt men de aardappe
len nog zoo dun, een groot gedeelte van
het vitamine C gaat toch verloren, omdat
het de eigenschap heeft in het kookwater
op te lossen.
Dit oplossen wordt voorkomen, wanneer
men de aardappelen in de schil kookt.
Van de in de sohil gekookte aardappelen
heeft men minder noodig dan van de ge
schilde (door schillen gaat minstens 1/5
deel van het gewicht verloren). Terwijl
men, als men de aardappelen met schil en
al eet, langen tijd een verzadigd gevoel
heeft.
Doch de voornaamste reden, dat de
aardappelen in de schil gekookt moeten
worden, blijft het vitamine C, waar men
zoodoende ten volle van profiteert.
Ook de groenten (peterselie, koolsoorten,
prei) zijn een belangrijke bron van vita
mine C, indien men ze tenminste evenals
de aardappelen goed toebereidt.
Vitamine C lost niet alleen in water op,
het heeft ook de eigenschap dat het door
de aanraking met de lucht, vooral bij ge
lijktijdige verhitting onwerkzaam wordt.
Met deze eigenschappen moet men reke
ning houden, wanneer men de aardappe
len en groenten toebereidt.
Indien men het vitamine c zooveel moge
lijk behouden wil, is het noodzakelijk de
volgende voorschriften zorgvuldig na te
volgen:
1. Bereid de groenten en aardappe
len kort voor het gebruik.
2. Wasoh de groenten kort, liefst
ongesneden.
3. Laat gesneden groenten niet lang
staan.
4. Eet iederen dag wat rauwe groen
te, bij de boterham of bij den war
men maaltijd.
5. Kook de aardappelen in de schil.
6. Kook bladgroente zonder water
en aardappelen en harde groenten met
een bodempje water.
7. Kook groenten en aardappelen
niet langer dan noodig is: aardappe
len in de schil zijn In 25 min. gaar;
die meeste groenten, ook savoyekool
zy'n in 20 min. soms nog eerder gaar.
8. Stoof de groente niet: warm de
groenten niet op.
NUTTIG DEN MAALTIJD OP EEN
GOEDE MANIER
Het Voorlichtingsbureau vap den Voe
dingsraad deelt mede:
Op aller.ei wijzen tracht mei het be
schikbare voedsel zooveel mogelijk te be
nutten. In het bijzonder wordt er door
iedere huisvrouw gelet op het zuinig
schoonmaken, het doelmatig bereiden en
bewaren van de levensmiddelen.
Maar dan is men nog niet klaar. Het
hangt ook af van de wijze, waarop men den
maaltijd gebruikt of men ten volle van de
voedingsmiddelen zal profiteeren of niet.
Dat men bij het eten nog fouten kan ma
ken, lijkt misschien wat vreemd. Toch
wordt er één fout zeer dikwijls gemaakt:
talloozen kauwen de spijzen nl. slecht.
Door het kauwen wordt het voedsel fijn
verdeeld, waardoor de oppervlakte sterk
vergroot wordt en de spysverteringssappen
goed kunnen inwerken. Kauwt men niet
goed, dan komen er groote brokken in de
maag terecht. De spijsverteringssappen
komen met een klein gedeelte van het
voedsel in aanraking en verteren alleen
dit. De rest verlaat het lichaam onveran
derd, wordt niet benut en gaat verloren.
Goed gekauwde en in den mond fijn
verdeelde spijzen worden veel beter ver
teerd. De voedingsstoffen, welke zij bevat
ten komen het lichaam dan voor een veel
grooter deel ten goede.
Wanneer er gejaagd en haastig gegeten
wordt, gunt men zich den tijd niet om te
kauwen. Bovendien wordt de stemming
van den maaltijd er niet door bevorderd,
wat eveneens de spijsvertering slecht be-
invloedt. De maaltijden dienen echte rust
punten te zijn in het jagende leven. Het
zijn de weinige momenten van den dag,
waarop alle huisgenooten bij elkaar zijn en
dan moet het gezellig zijn, dan dient ieder
terwille van het geheeel gezin zy'n best te
doen, opgewekt te zijn, belangstelling te
toonen voor de belangen van de huisgenoo
ten en elkaar deelgnoot te maken van het
geen men zelf beleefde.
Ook voor de kinderen is het van belang,
dat zij van jongs af aan leeren rustig te
eten en goed te kauwen. Zoo dikwijls spe
len zij 's ochtends in groote haast hun bo
terham naar binnen en verdwijnen dan
naar school. Na zoo'n vliegend ontbijt krij
gen zij echter snel weer honger en ze heb
ben er slechts weinig aan. Een kwartier
tje vroeger opstaan kan geen werkelijk
bezwaar zijn. In het gezin, waar de hand
wordt gehouden aan de oude gewoonte, dat
men samen het ontbijt gebruikt op een tijd,
dat allen daaraan rustig kunnen deelnemen
voordat het werk hen roept, worden gees
telijke en lichamelijke gezondheid gediend
en wordt aan de kinderen een steun gege
ven, die verder strekt dan de dag.
Het is ook belangrijk, dat de maaltijd er
smakelijk uitziet en netjes opgedaan wordt.
Dit bevordert de goede stemming en den
eetlust. De uitdrukking „watertanden" is
op werkelijkheid gegrond. Wanneer men
iets smakelijks ziet, scheiden zich de sap
pen, welke voor het goed verteren van de
spijzen noodig zijn, rijkelijk af, o.a. in den
mond, welke men het begin van spijsver
teringskanaal noemen kan.
Deze laatste raad, welke in hoofdzaak
bestemd is voor degenen, die de maaltijden
toebereiden, is gemakkelijk op te volgen.
Het kost slechts weinig moeite, maar de
gerechten komen beter tot hun recht, wan
neer men ze met zorg opdient.
MAKEIN VAN UW WONING
OF MEUOTLAlR
LEIDEN -
21078
GEBEDSACTIE S.P.L.
„Dat God ook in het nieuwe
jaar S.P.L. en zijn weldoeners en
begunstigers moge zegenen".
Het Pauselyk Liefdewerk van den H.
Apostel Petrus voor de opleiding van een
inlandsche geestelijkheid in de missie
landen beveelt voor de maand Januari 1942
de bovenstaande intentie aan de deel
nemers aan de Gebedsactie aan.
Met groote dankbaarheid kunnen wij ge
tuigen dat God ook in dit oorlogsjaar ons
Liefdewerk op bijzondere wijze gezegend
heeft.
Wij blyven bidden dat God aan de hei-
denlanden steeds meer goede en heilige
priesters uit het eigen volk zal schenken:
voor de opleiding van die priesters is
geestelijke en stoffelijke steun noodig en
daarom moeten wij bidden dat God ook in
het nieuwe jaar op overvloedige wijze Zijn
Zegen zal schenken aan ons Liefdewerk en
zijn weldoeners en begunstigers.
Speciaal voor die intentie moeten wij ons
op 18 Januari a.s. in gebed vereenigen: 18
Januari, het feest van St Petrus' Stoel te
Rome, is het patroonsfeest van S.P.L. en
op dien dag wordt in alle parochies waar
minstens 50 leden van S.P.L. zijn een H.
Mis opgedragen voor de levende en over
leden leden, weldoeners en beursstichters.
Weest ervan overtuigd dat de nood in de
missielanden buitengewoon groot moet zijn:
Uw aller geestelijke en stoffelijke steun is
dqn ook dringend noodig.
De deelname aan onze belangrijke ge
bedsactie is kosteloos op aanvrage zijn in-
door prof. P. Stammeyer
44e Week. 28 December8 Januari.
Eerste Brief van den H. Petrus 1:13:7.
In het Markusevangelie hebben we ken
nis gemaakt met den inhoud van Petrus'
prediking. Volgens de gegevens der over
levering had Markus deze op schrift ge
steld op verzoek van de Romeinen. Petrus
heeft in zijn bescheidenheid niet gesproken
over zyn verheffing door Christus tot
hoogsten gezagdrager onder de leerlin
gen; de eenige aanwijzing vinden we in
de naamsverandering (3:16), waarvoor geen
and-ere verklaring mogelijk is, dan die ge
geven wordt in de belofte van Christus bij
Matteus 16:18. Na Christus' heengaan is
Petrus als hoofd der apostelen opgetreden,
zooels in de Handelingen der Apostelen
herhaaldelijk blijkt. Ook zijn brieven ge
ven hiervan het bewijs: het zijn de oudste
encyclieken, waarin het Hoofd der jonge
Kerk zich richt tot een deel Zijner geloo-
vigen. Deze enclieken hebben ook een
groote waarde voor ons, omdat zij spreken
over de verheven waardigheid van het
Ohristen-zijm en aansporingen bevatten
om onze hooge uitverkiezing goed te bele
ven, ook temidden van moeilijkheden.
Petrus rioht z-ich tot kerken, welke Pau-
lus als stichter haden. De situatie kunnen
we ons voorstellen, zooals de inleiding op
den eersten brief in onze vertaling aan
geeft. Na zijn eerste gevangenschap in Ro
me is Paulus weer op missiereis uitgetrok
ken en in d:en tijd komt Paulus' vroegere
gezel Silas of Silvanus in Rome met be
richten uit het Oosten. In. hun beproevin
gen hebben de geloovigen steun noodig.
De Vader der Christenheid toont zijn taak
te begrypen.
In Zyn eeuwig plan heeft God de gena
den vastgesteld, welke Hij ons geven zal
om ons te helpen in het bereiken van ons
levensdoel. De Christenen, tot wie Petrus
zich richt, hebben de genade aanvaard in
de onderwerping des geloofs door het ont
vangen van het Doopsel. Daardoor zijn zij
geheiligd en in staat rijker genade en den
innerlijken vrede deelachtig te worden.
De inzet klinkt wat plechtiger, maar komt
naar inhoud overeen met de thans ge
bruikelijke inleiding op een Pauselyk of
Bisschoppelijk schrijven. (1:1—2).
In de eerste prediking wordt steeds groo-
ten nadruk gelegd op ons lijden en ster
ven met Christus om daarbij erop te wij
zen, dat, gelijk Christus door Zijn lijden
is gekomen tot de heerlijkheid, wy d-eze
langs denzelfden weg zullen moeten be
reiken. De volle openbaring van die heer
lijkheid komt eerst in het hiernamaals,
doch thans reeds bezitten we de kiem
daarvan in de heiligmakende genade.
Iedere liefdedaad, welke gegrond is op
ons geloof, zal door den goddieljjken bij
stand die kiem tot ontwikkeling brengen.
Dit is de grond voor de ware Christelijke
blijheid, welke de waarde van het leven
niet zoekt in uiterlijke successen, in men-
achelijk geluk en voorspoed, maar in die
innerlijke groei. Wanneer wij ernstig
trachten ons geloof te beleven, dan is deze
onvergankelijke waande steeds aanweizg
en bereiken we ons doel. (Zondag).
Door Christus' openbaring, verkondigd
d-oor de Evangeliepredikers, hebben wij
die hemelsch-e wijsheid ontvangen en zyn
bevoorrecht boven de Profeten van het
Oud Verbond. Maar dan zullen we ook
aan die uitverkiezing beantwoorden en re
kening houden met die verkregen kennis.
(Maandag).
De grootte der Godagave wordt ons
eerst duidelijk, wanneer we overdenken-,
welk een waarde God daaraan heeft toege
kend. Hy wilde ons maken tot Zij-n eohte
kinderen (zie I Joh. 3:1) en als pry's gaf
Hij Zijn eeuwigen Zoon. Maar: „Hij, die
zijn eenigen Zoon niet gespaard heeft,
maar voor ons allen heeft overgeleverd,
hoe zou Hy ons met Hem niet alles schen
ken" (Rom. 8:32). Ons geloof in de verlos
sing door Christus' Bloed en in Zyn op
standig is de grondslag voor onze onwan
kelbare hoop. Wij wijzen erop, dat ■uit
drukkingen als „op het einde der tijden"
(1:20) ontleend zijn aan een indeeling
der wereldgeschiedenis, waarbij het laat
ste tijdvak gerekend wordt vanaf Chris
tus' komst tot het einde der wereld.
Maar allen zijn door de wedergeboorte
geworden tot kinderen van den Vader en
dus tot broeders van elkaar. Hierin is de
grondslag voor de ware liefde, welke
Christus stelde als kenmerk van Zijn leer
lingen. Deze grondslag is blijvend, omdat
wij uit God herboren zijn en hiertoe kwa
men door middel van het woord Gods, het
evangelie, dat wij hebben aanvaard; te
genover de vergankelijkheid van het a-ard-
sche is dit onvergankelijk en eeuwig.
(Dinsdag).
Bij deze uitverkiezing past niet alleen,
dat wij afstand doen van het kwaad (2:1),
maar tevens verlangen naar verdere groei:
een beter inzicht in de leer biedt ons het
daartoe benoodi-gde voedsel. Christus, de
levende steen, de hoeksteen, heeft ons met
Zich in een eenheid vereenigd om samen
met ons en door ons Zijn Vader te aan
bidden: in die vereeniging met Hem zul
len onze offers van deugdoefeningen en
goede werken (Petrus spreekt van „gees
telijke" offers) den Vader aangveinaam zijn.
Door ons medewerken met de genade be
hoor en we tot het uitverkoren volk; wie
niet wil medewerken, wordt vers too ten.
(Woensdag),
Daar ons vaderland de hemel is, zijn we
hier als pelgrims en vreemdelingen en
moeten ons onthouden van alles, wat ons
op onzen weg naar het vaderland kan hin
deren. Bovendien moeten de heidenen door
het goede en voortreffelijke in ons leven
getrokken worden om zich daardoor open
te stellen voor de genade der bekeering.
(Zie ook Matt. 5:1416). Daarom toonen
we een royale onderwerping aan het wet
tig gezag: omdat alle gezag van God komt
en we hierdoor dus Zyn Wil volbrengen;
op deze wijze vindt men geen aanknoo-
pingspunt tot laster tegen ons. Wanneer
we ons onderdanig betoonen en onverdien
de moelelijkheden verdragen, dan zijn we
pas ware Christenen; Christus immens gaf
ons een voorbeeld ter navolging, opdat wij
Hem meer gelijkvormig zouden worden.
(Donderdag-Vrijdag)
Op eenzelfde manier gaat Petrus ver
der in het derde hoofdstuk: het gedrag van
de christen-echfcgenooten moet een predi
king zijn: dan alleen zijm zij elkaar wer
kelijk tot steun, omdat zij elkander tot be
tere beleving van hun christendom bren
gen en zoodoende elkaar helpen bij het
verwerven van den on,vergankelijken rijk
dom der genade.
Bijbellezing voor de volgende week:
Zondag: I Petrus 1: 19
Maandag: I Petrus 1:1016
Dinsdag: I Petrus 1:1725
Woensdag: I Petrus 2: 110
Donderdag: I Petrus 2:1117
Vrijdag: I Petrus 2:1825
Zaterdag: I Petrus 3: 17
THAILAND, HET RIJK VAN
DEN WITTEN OLIFANT
Strijd op Malakka als voorbode van
groote beteekenissen
(Van een V.P.B.-medewerker)
Calcutta, December 1941
Men vormt zich in Europa dikwijls een
zeer verkeerd denkbeeld over Thailand,
het vroegere Siam. Men kent het hoofdza
kelijk als het land, T^aar de olifant min of
meer als huisdier is ingeburgerd! Inder
daad is het waar, dat deze dikhui in Thai
land zeer nuttige diensten verricht, niet
minder dan 12.000 van deze dieren ver
richten er „nuttige bezigheden'" Voorts
oefent men er den cultus van den „witten
olifant" uit..
Van meer belang is evenwel, dat Thai
land tot op dit oogenblik de eenige onaf
hankelijke staat was in het Zuiden van
Azië, al had het land deze onafhankelijk
heid dan ook voornamelijk te drnken aan
de rivaliteit tusschen Frankrijk en Enge
land. Thailand ligt namelijk ingeklemd
tusschen Fransch Indo-China en Birma,
dat deel uitmaakt van het Engelsche kolo
niale bezit. Deze laatste nabuurschap
speelt ook in den tegenwoordigen oorlog
een rol: van Birma uit leidt de beroemde
Birmaweg naar het binnenland van China,
naar Tsjoengking, de residentie van Tsjang
Kai Sjek.
Thailand is ongeveer zoo groot als het
Duitschland van 1920 en Denemarken bij
elkaar. De bevolking bedraagt echter niet
meer dar. 12 millioen zielen. Hieronder be
vinden zich een millioen Chineezen en
50U.000 Indiërs en Maleiers. Het land bezit
een grilligen vorm, zooals een enkele blik
op de kaart aantoont. Zooals wij hierboven
reeds opmerkten, ligt het voor een groot
deel ingesloten tusschen Birma en Indo-
Chiha, doch in Zuidelijke richting strekt
het land zich uit op het smalle, Maleische
schiereiland, dat den vorm heeft van een
langgerekten, gedeeltelijk zeer smallen
corridor, welke doorloopt tot Singapore.
Op dezen corridor zijn op het oogenblik
aller oogen gevestigd. De hevige gevechten,
welke er worden geleverd door de Japan-
sche troepen, die er slaagden vasten voet
te krijgen op de landtong, welker breedte
afwisselt van 20 tot 200 kilometer, doen
voorzien, dat dit schiereiland een vooraan
staande plaats zal innemen in de geschie
denis van dezen oorlog.
WAT WILT GIJ, LANDGENOOT?
Ruim anderhalf jaar geleden beleefden
wij het resultaat van een regeering die niet
voor haar taak was berekend. Wij verloren
een oorlog en werden bezet gebied. Wij
verloren Suriname en men tracht ons door
een blokkade uit te hongeren. Nederlandsch
Indië dreigen wij te verliezen en onze bur
gerbevolking wordt door bombardementen
vermoord.
Wat wilt gij. landgenoot? Nog meer
ramspoed over ons land en volk brengen,
meehelpen eigen volksgenooten nog meer
tegen elkaar op te zetten, toestaan dat
Europa en dan ook ons land een prooi
wordt van de Sovjet-horden of wilt gij de
handen uit de mouwen steken en een nieuw
Nederland in een nieuw Europa helpen op
bouwen.
Wilt gij dat, landgenoot? Staak dan uw
fluistercampagnes en gebruik uw verstand,
draai weg dien „oranje-zender" en denk
na, bedwing die haatgevoelens en oordeel
eerlijk en oprecht.
Het Is best mogelijk dat gij misleid
waart, maar zoo waren er duizenden met
u Het kan zijn dat u groote fouten maakte,
maar wie deed dat niet. Het is niet waar,
dat u het ongeluk voor ons land en volk
wilt, maar.... onbewust werkte u er toe
mede.
Wat gij wilt landgenoot, dat is een geluk
kige toekomst voor ons vaderland een eer
volle plaats voor Nederland in het nieuwe
Europa, maar dat kan niet worden be
reikt zonder strijd en daarom behoort gij
in de gelederen van hen dit hetzelfde wil
len als u en strijden in het Oosten tegen
hen die ook uw vijanden zijn.
Wat wilt gij landgenoot? Vooruit dan, op
de bres voor ons aller toekomst. Meldt u
aan bij
Het Vrijwilligerslegioen Nederland
Koninginnegracht 22 te Den Haag.
DE DISTRIBUTIE VAN BOTER
In het gisteren gepubliceerde bericht „In
gebruikstelling der nieuw uitgereikte bon
kaarten" stond in de tweede alinea in een
gedeelte onzer oplage: „zooals men weet
is voorts bon 57 van de oude boter- en
vetkaart, welke is aangewezen voor een
extra rantsoen boter, geldig van 21 Dec.
j.l. tot en met 31 Jan. 1942 voor het koo-
pen van 250 gram boter per bon. Dit moet
natuurlijk 125 gram per bon zijn.