MAANDAG 15'DECEMBER 1941 DE LEIDSCHE COURANT TWEEDE BLAD - PAG. S REDE VAN IR. MUSSERT. Nadat de Rijkscommissaris zijn rede had uitgesproken, zong de vergadering hem toe het „Kameraden, vast in vertrouwen". Onder aanhoudend hou-zeegeroep be steeg ir. Mussert vervolgens het spreek gestoelte. De leider begon zijn herdenkingsrede met het uitspreken van den dank der N. S.B. voor den gelukwensch, welken de Führer aan de N.S.B. ter gelegenheid van het tienjarig bestaan had willen zenden. (Applaus). Zijn rede vervolgend zeide ir. Mussert: Verehrte Gaste, mijne kameraden. Heden gedenken wij den dag, waarop voor tien jaren de grootste revolutionnai- re daad geschiedde in het leven van ons volk van de laatste honderd jaar: 't hij- schen van de zwart-roode vlag, de vaan der nationaal-socialistische revolutie. Tien jaren waarin moeite noch kosten, leugen noch bedrog, broodroof noch terreur, ge spaard zijn om de vlag naar beneden te halen om daarvoor in de plaats te hij- schen de vlaggen van l>et gouden kailf. van den sikkel en den hamer. Fel zijn de kleuren zWart en rood,, het zwart van onzen bodem-, het rood van ons bloed, fel is de verbetenheid geweest, waarmede wij ons geweerd hebben, fel is ons onwrikbaar geloof dat ons staande ge houden heeft, fel is de botsing der meenin7 gen, fel zijn de vlammen van den wereld brand van heden. Het zijn historische dagen, die van de laatste week, dagen waarin een scheidslijn getrokken wordt door-de gansche wereld. Geen staat, geen volk, geen enkeling, zal op den duur op die scheidslijn kunnen blij ven balanceeren. De vraag stelt zich voor een ieder: aan welken kant van de lijn staat gij, er is geen ontkomen aan en ge lukkig zijn zij, die al sinds jaren weten, aan welken kant zij staan, zij, die in in nerlijke zekerheid hun weg kunnen gaan te midden van de stormen van dezen tijd, nu het verbond van kapitalisme en com- munsme Europa op het offerblok wil leg-' gen, om den Mammon te dienen. Dat wij- weten aan welken kant wij hebben te staan, dat danken wij aan on zen jarenlang en strijd, dat danken wij aan haar, wier tienjarig bestaan wij heden gedenken, onze N.S.B. Hqt groote wereldgebeuren, daarop heb ben wij geen invloed kunnen oefenen. De afloop van den wereldoorlog van 1914 1918 met de overwinning van de kapita listische geallieerde machten en de uit plundering van Duitschland, was-reeds een dozijn jaren oud vóór) wij begonnen. Het ontstaan en tot macht komen van het nationaal-socialisme en fascisme in Duitschland en Italië ging büiten ons om. Het vormen van het hieuwe omsingelings- blok der groote democratieën onder lei ding van Engeland en Amerika, is waar lijk niet van ons afhankelijk geweest. De oorlogsverklaringen van September 1939 van Engeland en Frankrijk geschied den niet om onzentwille. De uitbreiding van den Europeeschen oorlog tot den we reldbrand van heden, de wereld in vlam men, is ook een gebeuren van zulk een omvang en beteekenis, dat wij ook daar aan niets hebben kunnen toedoen, noch af doen. Wij moeten ons er duidelijk van bewust zijn, dat in onzen tijd de wereld een nieu we gestalte aanneemt, dat er een wereld historisch gebeuren aan den gang is van zoo groote afmetingen en uitwerking, als slechts eens in de duizend jaren geschiedt. Aan dit wereldgebeuren kunnen wij niets toe af of doep, dat is onze roeping niet. Maar onze roeping is te zorgen, dat ons volk door dit wereldgebeuren niet wordt verpletterd om nooit weer op te staan, maar dat het doelbewust zijn weg vindt naar -de wereld van morgen om daarin een eervolle plaats in te nemen door den arbeid, dien het daarin zal ver richten De wereld staat in vlammen en het re sultaat zal zijn, dat of Roosevelt, Churchill en Stalin zullen winnen dus de ver- eenigde machten van kapitalisme en com munisme of Duitschland, Italië en Ja pan zullen winnen. Dit zijn de machten, die tegenover elkander staan, waartus- schen geen compromis mogelijk is, een van de twee zal winnen, de ander zal on dergaan. Wanneer het kapitalisme en communis-' me winnen, dan zou het kapitalisme voor- loopig heerschen in Amerika, Engeland, Zuidoost Azië en Australië, maar het com munisme zou beginnen met 't grootste deel van Azië te beheerschen en^ gansch het vasteland van Europa. Wanneer het dezen zomer aan Hitler met zijn weer macht niet gelukt zou zijn om de sovjet- millioenenlegers te weerstaan, Ja slag op slag te slaan, wanneer het niet gelukt zou zijn om in den veldtocht Van de tweede helft van dit jaar meer dan. 21000 pantser? wagens, 'meer dan 32000 kanonnen, meer dan 17000 vliegtuigen van de communis ten te vernielen of buit te maken, maar wanneer de Duitsche troepen niet tegen deze ontzaglijke militaire macht zouden hebben kunnen standhouden, dan zou er nu reeds geen Europa meer zijn, dan zou nu gesproken kunnen worden van het voormalige Europa, van de voormalige Europeesche cultuur, van de voormalige godsdiensten, van de voormalige Europee sche volkeren, dan zou de communistische heerschappij reikep van de Japansche zee tot de Noordzee. En dat dit alles niet geschied is, maar dat Europa bestaat, dat danken wij aan de Duitsche weermacht en de verbondenen, die met haar strijden, dat danken wij aan de 200.000 mannén, die hun leven daar voor gaven, dat danken wij aan de 500.000 gewonden, aan de millioenen offervaardi ge, weerbare mannen, dat danken wij aan den grootsten germaanschen aanvoerder aller tijden, die de verantwoordelijkheid op zich nam en attaqueerde voor het te laat was, dat-banken wij aan den Führer Adolf Hitler. Wat heeft het Nederlandsche volk daar voor gedaan in dë afgeloopen jaren? Het Nederlandsche volk heeft gedaan wat de heerschers in dit land van hem verlang den. De heerschers, d.w.z. de politieke par tijen, met de daarmede verbonden kapita listische en marxistische handlangers. Zij verlangden de solidariteit met Engeland en Frankrijk. Zij verlangden de prediking van den haat tegen Duitschland. Zij verlangden het onbeperkte gèloof in de zegeningen der democratie, de onbaatzuchtigheid van het kapitalisme, en de ongevaarlijkheid van het communisme. Het volk was geestelijk en materieel weerloos en gaf wat verlangd werd. Geen volk kan zich verzetten tegen een zoo goed georganiseerd en zoo sluw uit gevoerd bedrog. Er was één organisatie, die zich daar wèl tegen verzette, die* groeide tegen alle verwachting in, tegen allen hoon en laster in, dat tvas de N.S.B. Van 1931 tot 1935 zijn wij onafgebroken bezig geweest ora de z.g. demqcratie in al haar naaktheid aan den volke ten toon te stellen, uit liefde tot de natie, die door haar verdeeld was in elkander bestrijden de partijen en daardoor onmachtig was om zich te handhaven. Wij hebben ge schreven en gesproken honderden, duizen den malen om ons volk te trekken uit bet moeras der demooratie op den vasten bo dem der volkseenheid in nationaal-socia listische gebondenheid. In 1935 antwoord de acht procent van ons volk zich pre sent voor de nieuwe orde. Van 1935 tot 1937 hebben wij ons uitgesloofd om ons volk begrip bij te brengen voor de nieuwe Europeesche ordening, die in gang was, voor het recht van het Duitsche en het Italiaansche volk op een onbedreigd volks bestaan. op den grondslag, dien zij zelf wil den maken buiten de bankiers van Londen en New York om. Wij hebben geprobeerd begrip te wekken voor de nationaal-socia listische en fascistische solidariteit. Bij de verkiezingen van 1937 meldde vier pro cent van ons volk zich present, 96 procent keerde zich af. De teerling was geworpen. Bij de ko mende botsing zou ons volk aan den ver keerden kant staan. Van 1937 tot 10 Mei 1940 was één worste ling van jaren om staande te blijven, om niet vernietigd te worden, om door te kunnen gaan met het vervullen van on zen plicht ons volk zooveel mogelijk te waarschuwen tegen den waan van de in ternationale der democratie, omMe pogen te redden, wat te redden viel. Slechts één voorbeeld wil ik nu hiervan geven, een voorbeeld, dat zijn bijzondere beteekenis heeft in deze dagen, nu konin gin Wilhelm in a den oorlog verklaard heeft aan Japan. In „Volk en Vaderland" van 25 Februari 1938 schreef ik een hoofdarti kel over'Nederland en den oorlog Japan China. Daarin schreef ik over de toene mende spanning rondom den Grooten Oceaan en de onverantwoordelijke Colijn- politiek, die ^ndië onverdedigd liet en honderden millioenen wegsmeet aan het leger hier te lande. Dit was alleen logisch verklaarbaar, als er een afspraak bestond met Engeland in strijd met 's lands belang. Als volgt héb ik dit onder woorden ge bracht: „Dat.de Engelsche ex-minister van Bui- tenlandsche Zaken, Eden, en de Londen beheerschende internationale geldmacht een zoo sterk mogelijk Nedërlandsch leger wenschen om ons land en ons volk te ge bruiken tegen het door hen gehate Duitschland, is geen onderstelling, maar, een feit, waarover niemand in het onze kere is. Welnu, dan zegt de ijzeren logica, dat de afspraak is: Engeland zal indië ver dedigen en wij zullen een sterk brugge- hoofd voor Engeland tegen Duitschland bouwen. Woedend zijn de heéren parle mentariërs, dat wij, nationaal-socialisten, zeggen: Er is dus een geheim militair ver drag met Engeland. Natuurlijk verklaarde de minister van Defensie in de EerSte Kamer, dat dit ge logen was. De heeren' ontkenden altijd, maar haatten ons, qmdat wij hun spel doorzagen en in dit zelfde artikel b.v. let terlijk geschreven werd: „Wij zullen ons te weer stellen met ai onze lcracht, met al onze liefde voor ons volk tegen misbruik van onze jongens in dienst van den democratisrh-maxistischen haat tegen Duitschland". Het jaar 1940 heeft ons in het gelijk ge steld ten aanzien van de millioenen-ver kwisting aan onze weermacht hier te lan de. Het jaar 1941 geeft ons gelijk ten aan zien van de samenwerking met Engeland in Indië, beide ten koste van ons misleide volk. dat helaas niet heeft willen luisteren naar onze herhaalde waarschuwingen. Het heeft niet mogen baten. De koers was democratie, de koers was West naar Londen en New York. Zoo kwam het noodlot stap voor stap nader, tot de vol trekking begon op den lOden Mei 1940. De Duitsche troepen rukten binnen om hun taak .te verenten, namelijk de En- gelsch-joodsche *<macht te verdrijven uit Europa. De regeering roept op tot weer stand, deed duizenden vallen in nutteloo- ze, tot mislukking gedoemde oorlogsdagen en vlood zelve heen naar de vrienden in Londen, terwijl haar soldaten voor haar vielen. Tevens bezetten de vrienden uit Londen onze West-Indische bezitting Cu rasao. Uit Londen werden joden aan het werk gezet om voort te gaan, ons volk op te hit sen en tot sabotage aan te zeten, beloven de koeien met gouden horens als zij, de heerschers. weer voet a^n wal zouden heb ben gezet. De vrienden uit New York be zetten onze West-Indische kolonie Surina me voor het groot-kapitalisme, afdeeling bauxiet en voor het Aijierikaansche impe rialisme, afdeeling Brazilië.' En dezer dagen is dan de brand uitge broken in Oost-Azië: de Vereenigde Sta ten en Engeland tegen Japan. Toen de Nederlandsche regeering met de konmk.ij- ke familie vluchtte naar Engeland, heb ik meermalen gezegd: Ziet, dat zij ons volk aan den verkeerden kant plaatsen, dat zy zeiven vluchtten in de dagen van strijd, dat alles zal in meerdere of mindere mate vergeven kunnen worden als zij ten min ste één ding doen: Indië buiten den oor log houden. Maar wat geschiedde? De oorlog m het Oosten dreigt. Japan wordt economisch omsingeld, Nederlandsch-Indie gaat in die omsingeling voorop en verhindert den uitvoer van petroleum en al het andere wat Japan uit Indië noodig heeft. De oor log breekt uit. Japan verklaart den oorlog aan Engeland en Amerika en verklaart uit drukkelijk, dat het geen andere vijanden kent dan Tsjang-Kai-sjek, Engeland en Amerika. Een zucht van verlichting ging bij mij op. toen ik dat vernam. Een gevoel van dankbaarheid voor de mogelijkheid van behoud. En wat gebeurt? Koningin Wilhelmina verklaart den oorlog aan Ja- Tegen, zooveel waanzin valt niet op te roeien. Het allerbeste wat wij er van kunnen denken is dit: koningin Wilhelmina en haar zoogenaamde regeering m Lon den zijn Engelsche krijgsgevangenen, die land en goed moeten offeren op het al taar van Roosevelt en Churchill, hetzelf de altaar, waarop straks het Britsche em pire in rook zal opgaan. Ik vermag niet in te zien, hoe Indië op dit oogenblik voor Nederland behouden zal kunnen blijven, al zullen wij nimmer ons standpunt kunnen of willen prijsgeven, dat Nederland onver vreemdbare rechten heeft op Indië, om dat daar drie eeuwen lang het bloed en het zweet van honderdduizenden Nederlanders van Indië gemaakt hebben wat het nu is. Zoo voltrekt zich het noodlot aan ons volk hier aan de Noordzee, aan onze be zittingen in West- en ,Oost-Indië en wij waren niet bij machte dit noodlot te kee- ren, omdat zij die ons volk regeerden met blindheid waren geslagen en daartegen is geen kruid gewassen. Wanneer die verblindheid er niet ge weest was, wanneer de stem der N. S. B. niet geklonken had, als die der roependen in de woestijn, dan zou het volgende ge- .schied zijn als de verkiezingen van 1937 niet den nieuwbakken vader der vader lands dr. Colijn aan het roer gebracht had den, maar wanneer de N. S. B. den koers had bepaald. Dan zou van 1937 tot 1940, in drie jaren tijd, de solidariteit tot stand gebracht zijn van ons volk met het Duit sche en het Italiaansche,dan zou'in Mei 1940 geen broederbloed gevloeid hebben, zouden geen bruggen in de lucht zijn ge vlogen, geen branden Rotterdam en Mid delburg hebben ^eteisterdr Dan zou de Ne derlandsche weermacht met de Duitsche mede zijn opgerukt, dan zouden wij er gens in Frankrijk mede gewonnen heb ben, dan zouden wij als volk mede zijn opgetrokken tegen de Sovjets. Dan zouden wij hier in Europa mede tot de overwin naars behooren in plaats van tot de over wonnenen. Zeker zouden ook dan Curasao eu Suri name bezet zijn. Maar Oost-Indië zou sterk gemaakt zijn, zijn grondstoffen 'zouden nie mand onthouden zijn, zijn politiek zelf- bestemmingsrecht zijn recht tot zelfbehoud zou-^deze lijn gevolgd hebben: in Indië Ne- derlandsch bestuur, geen oorlog tegen Ja pan, geen oorlog tegen Engeland of Ame rika. Dau zouden onze volksgenooten in Indië heel wat geruster kunnen zijn dan ny, nu koningin Wilhelmina den oorlog ver klaard heeft aan Japan, dat het eene En gelsche of Amerikaansche slagschip na het andere naar den bodem der zee stuurt. Maar, zult gij dan vragen, nu we het noodlot niet hebben kunnen keeren, is dan alle strijd, zijn dan alle offers vöor niets geweest? Mijjie kameraden, ik ben er dankbaar voor en ik bij er trotsch op te kunnen zeg gen, dat ik de vaste overtuiging heb, dat dit geenszins het geval is, dat de N. S. B. haar roeping voor het voortbestaan en het welzijn van het Nederlandsche volk ver vult Er staat te midden van ©ns bedrogen, vernederd en uiteengeslagen volk een kern, in een jarenlangen strijd beproefd en ge louterd, een onverwoestbaar stuk natio naal-socialisme., voortkomende uit de drie bronnen: Godsvertrouwen, liefde voor volk en vaderland en eerbied voor den ar beid. Een kern van 100.000 mannen en vrouwen, van wie er 10.000 in hét veld staan om mede te helpen Europa te bevei ligen. Een nationaal-socialistische bewe ging, die draagster kan zijn van de poli tieke wilsvorming in Nederland en die ver trouwd kan worden door het Duitsche broe dervolk, dat vóór alles en terecht de ze kerheid verlangt, dat er geen 10e Mei meer zal komen. Wij hebben van 1935 af onder de moeilijkste omstandigheden het bewijs geleverd, vertrouwd te kurfnen worden. Daardoor is de mogelijkheid ontstaan, dat het rijkscommissariaat op den 7den Octo ber van dit jaar heeft kunnen doen be richten, dat van annexatie van Nederland door Duitschland geen sprake is, omdat de Führer dit niet wil. Nederland zal dus zelfstandig kunnen worden, Nederlanders zullen weer door Nederlanders geregeerd worden, wij zullen geen protectoraat, geen kolonie worden, niettegenstaande wij een oorlog in 4 1/2 dag verloren. Nog is het niet tot het Nederlandsche volk doorgedron gen, dat het dit dankt aan de N. S. B. en dat alleen reeds daardoor de N. S. B. haar bestaansrecht heeft bewezen. Maar er is meer. Gij' hebt vernomen, dat ik op 12 December door den Führer ben ontvangen. Wat heeft mij aanleiding gegeven om dit onderhond te verzoeken? Ik zal u daarvan nu zooveel mogelijk re kenschap geven. De geweldige worsteling tegen de onnoemelijk groote macht der Sovjets, moet ieder, die nadenkt doen be grijpen, dat Europa op den rand van den afgrond heeft gebalanceerd en dat het al lee naan de kracht van het nationaal-socia lisme te danken is, dat-het niet in dien af grond gestort is. Voorts, dat op dit beslis sende oogenblik in het leven van Europa, Engeland Europa verried' en het op den rug sprong. Het meedoen van Engeland met de Sovjets en met Amerika is een aan slag op het leven van Europa, welke aan slag door Engeland betaald zal worden met den ondergang van het Britschè wereld rijk en helaas ook door Europa betaald zal worden met het verlies van een groot deel van zijn bezitingen en zijn aanzien in andere werelddeelen. Wil Europa niet ten onder gaan wil Europa dat ten slotte slechts een klein schiereiland is van Azië zich handhaven in de wereld, dan moet het zich radicaal losmaken van de verderfelijke Engelsche politiek van een verdeeld Europa en moet het zich bewust worden van de solidari teit van alle Europeesche volkeren. En wat ligt dan meer voor de hand, om als een nieuw Europa gevormd moet worden van volkeren, die zich bekennen tot Euro- peesch verantwoordelijkheidsgevoel, dat dan de Germaansche volkeren het voorbeeld geven de volkeren die zijn van één ras, van éènen bloede: Duitschland, Nederland, Zweden, Noorwegen, Denemarken. En zoo dat een levensnoodzakelijkheid is en dat is het zullen wij Nederlanders dan straks als het hinkende paard achteraan komen en smeeken om toegelaten te wor den tot de Euroupeesche levensruimte of reeds nu als eerste ons bekennen tot de Germaansche solidariteit als grondslag voor een vereenigde en. krachtig nieuw Europa? Ik heb niet geaarzeld, ik gevoel mij ver antwoordelijk voor de toekomst voor ons volk. Oe bezetting van Curasao en Surina me, de onverantwoordelijke, ja waanzinni ge oorlogsverklaring aan Japan, hebben de deur dicht gedaan. Ik ben naar den Führer gegaan in Berlijn en heb hem ge zegd niet als particulier, maar als leider der N.S.B.: 1.) Dat naar mijne meening het wel zijn en het voortbestaan van het Neder landsche volk alleen gewaarborgd kan worden in het lotsverbonden samenhouden van alle Germaansche volkeren, 2). Dat ik het geloof heb, dat hij, Adolf Hitler, de van God gegeven Germaansche leider is, die tot -roeping heeft de Ger maansche volkeren uit den nood en de be dreiging van heden, te leiden naar een lich tende toekomst, 3). Dat ik de onwrikbare overtuiging heb. dat hij, Adolf Hitler, als Germaansch leider nimmer iets zal eischen, dat in 6trijd zou zijn met de eer, de waardigheid of de belangen van het Nederlandsche volk en dat ik daaruit de consequentie trek: de verbondenheid op leven en dood. Ik kan u zeggen, mijne kameraden, dat die Führer zich 1 daarover zeer verheugde en ons vollk de gelegenheid wil geven niet als overwonnen natie, niet als kolonie, niet als protectoraat, maar als vrij nationaal- socialistisoh Germaansch volk zijn plaats in 'het nieuwe Europa in te nemen en zijn aandeel te hebben aan het gestalte geven ac. het nieuwe Europa. Afgesneden van zijn koloniën, afgesneden van andere we-1 relidideelen, ziou het Nederlandsche volk' op zijn klein grondgebied hier verkwijnen en verkommeren, wanneer het niet werd toegelaten als deelgenoot in 'het nieuwe Europa. Het wordt toegelaten, neen, het is toe- gé La ten op den 12den December en dit is het grootste geschenk dat ik u, mijne ka meraden, op dezen dag kan brengen, dit is ook het grootste geschenk, dat de N.S.B., de veel gehoonde en gesmade, op dezen, haar tienjarigen, gedenkdag aan het Ne derlandsche volk aanbiedt. Een geschenk, date eens do oor het gansche volk op zijn hooge waarde zal worden geschat. Zoo zetten wij dan ons tweede tienjarig tijdvak in. Nederland te midden van woe lige' baren, in stormgetijf De koers staat vast. Hij was Oost, hij is Oost en hij blijft Oost. Dat een iegelijk het hoore en er zich naar richte Onze taak staat ons klaar voor oogen. Ik zal haar in enkele punten samenvatten: 1). De actieve,.doelbewuste deelneming aan de samenwerking van alle Germaan sche volkeren tot veiligstelling van Euro pa, gedragen door de zekerheid, dat dit gemeenschappelijke belang vóórgaat, vóór het belang van ieder der volkeren afzon derlijk. 2). Het deelnemen van het Nederland sche volk aan de kolonisatie en de exploi tatie van de Oosteuropeesche gebieden. 3). Het verkrijgen van de volkomen gelijkgerechtigheid in de. Europeesche le vensruimte en het zoeken en' vinden van emplooi'van den ondernemingsgeest en de arbeidskracht van ons volk in Europa, op dat welvaart zal komen en de armoede zal worden verdreven. 4). Het verhinderen van het wegkwij nen en voortvegeteeren van ons volk in een te nauwe levensruimte, nu alle we gen van overzee zijn afgesloten. 5). De lichamelijke, zedelijke en gees telijke verheffing vain ons volk, de zorg voor het welzijn van het volk dooro ar beidsdienst, arbeidsfront, volkswelvaart, volksgezondheidsdienst enz. te organiseeren en tot- bloei te brengen. 6). Het organiseeren van de levens kringen van ons. volk, waardoor de enke ling tot zijn recht kan komen en een dam wordt opgeworpen tegen gelijkschakeling en staatsabsolutisme. 7). Het organiseeren en tot leven wek ken van den komenden Nederlanidschen Genmaansoben nationaal-socialistischen staat, waarin wij in vrijheid zullen kun nen leven. Om dit alles tot stand, te brengen, is een hechte, sterke, eensgezinde, offervaar dige nationaal-socialistische beweging noo dig. Wij gaan het tweede tienjarig tijdvak in met rond 100.000 leden, met eeh W.A., een S.S., een Jeugdstorm en een N.S.V.O. in vollen opbouw. De N.S.B. is op dezen dag verklaard tot de dragende politieke organisatie in Nederland. Dit legt ons vele verplichtingen op, alle voortkomende uit deze eene: te bewijzen, dat zij is om God te dienen en niet den duivel, opdat ons volk weer gezand en sterk zal worden. Het eerste tienjarig tijdperk is het tijd perk van de voorbereiding van de we deropstanding van oils vólk, het tweede tienjarige tijdperk is dat van het leggen van alle grondslagen voor de wederopstan ding. Het oude huis is afgebrand, het ont werp voor het nieuwe is klaar, de uitvoe ring gaat beginnen. - Daartoe is noodig één volk. Het beste deel, het strij dvaardÊgste en offerwaar digste deel daarvan wordt verzameld in de N.S.B. om daarin voor zijn dragende taak gereed gemaakt te worden. Velen staan nog buiten onze gelederen, die er in behooren. Daarom bepaal ik, dat met ingang van 5 Januari a.s. weer leden in de Beweging zullen worden opgenomen. De weg blijft via het instituut van sympathi seerenden. Diegenen uit de sympathisee renden, die de kracht en de roeping in zich gevoelen om als. werkend lid toe te tre den, zullen, nadat zij dit bewezen hebben, van harte welkom zijn en kameraadschap pelijk worden opgenomen, mits zij ons lei dend beginsel en onze bronnen volkomen aanvaarden en disciplinair willen dienen. Ik dank allen, "die, in den loop van deze tien jaren, trouw, ijverig en eerlijk hebben gediend. De talrijke onbekende soldaten, die altijd op hun post waren, die altijd daar waren, waar te werken, te offeren en te strijden viel. Dank tij him is de Bewe ging zoo ver gekomen. Zoo gaarne zou ik ieder afzonderlijk in de oogen zien en den tusschen ons geknoopten band met hand druk bevestigen. Dit is niet mogelijk. Ik onthoud mij zelfs van het noemen van na aien. Met één uitzondering, den man, met wien ik de Beweging begonnen ben, den man, met wien ik gewikt en gewogen heb 161. Maar alle gekheid op een stokje. Kiompertje wist hier evenmin den weg als in Afrika, waarvan hij wel eens in een boek had gelezen. Wat stond er op het adres Den Heer Generaldus Kanonnus, Zon en Wereldstraat 1001, Maanstaat. Prachtig, maar waar zou die straat uithangen? of wij wel zouden beginnen. Zoo zijn wij, Nederlanders. Maar tóen ik bz.n de vraag stelde: Gaat gij mede? toen zei hij ja en daarbij is het gebleven. Kameraad Van Geelkerken, ook gij herdenkt als eenige naast mij tien jaren van strijd. Het was goed. Gij zijt bedankt. Wij gaan weer ver der. Kameraden. Ik vertrouw op u, dat giij voort zult gaan, uw plicht te doen. Niet alleen op mij rust de verantwoordelijkheid) voor de toekomst van uw volk. Ook op u. Gij hebt de Beweging gemaakt, zonder u zou ik machteloos geweest zijn. Gij hebt mij in de afgeloopen jaren niet in den steek gelaten. Gij zult moedig en, vastberaden me: mij jngaan het tweede tienjarige tijd vak., Uw foelooning zal daarin bestaan, dat gij weet, deel te hebben aan de wederop standing van r volk. Laten wij een oogenblik met onze ge dachten zijn bij het jaar 2000. In het jaar 2000 zal er een nieuw Europa zijn. Zal er dan een sterk, gezond en gelukkig Neder- landsch volk zijn, of zal dit volk kapot, ge broken terneer liggen'? Ik geloof onvoor waardelijk, dat het Nederlandsche volk in het nieuwe Europa, dat wij zlillen helpen bouwen, een groote toekomst te gemoet gaat. De klokken van den Dom zullen dan luiden boven' een nieuwe generatie; wij, ouderen, zullen allengs zijn heengegaan. Alleen de jongsten onder ons zullen dan vergrijsd nog in leven zijn en zij zullen zich herinneren dezen dag, nu Wij staan, op den drempel van den nieuwen tijd. Wij donken God, dat Hij ons 'het inzicht en de kracht gegeven heeft te mogen zijn een werktuig in Zijn hand, een onvolmaakt, maar een het goede nastrevend werktuig, dienende om ons volk uit zijn grooten nóód' van heden te leiden naar een gelukkige toekomst. Wij gelooven in de toekomst van ons volk, er zal" straks weer zijn arbeid en brood, idealen en geloof en daardiooor zal de blijmoedigheid we&rkeerén, die gewe- ken is in deze benarde tijden. Kameraden, ter eere van onze gasten, die ik hierbij dankzeg voor hun aanwe zigheid en de door hen gesproken woorden en ter eere van het strijdende en lijdende Duitsche broedervolk, aan wie geheel Eu ropa zooveel verschuldigd is, zingen wij het Duitsche volkslied. Daanja het zesde couplet van het Wilhelmus: Mijn schilt ende betrouwen zijt Gij, o God' mijn Heer. ONTVANGST TEN PAUSHUIZE Te half zes ontving ir. Mussert de hooge functionarissen der Beweging en de hoo- gere autoriteiten der Duitsche bezettings overheid ten Paushuize. Hier waren met den leider en den pl.v. l.eider der N.S.B. en met den bewoner van Paushuize, dr. Engelbrecht, commissaris der provincie Utrecht, aanwezig onder an deren de' Rijkscommissaris en mevrouw Seyss-Inquaft, de commissarissen-generaal Schmidt en Rauter, de Beauftragten van den Rijkscommissaris voor de provincie Utrecht, de heer Sommer, en voor de pro vincie Zuid-Holland, dr. Schwebel, de ad viseur voor agrarische aangelegenheden bij het Rijkscommissariaat, graf Grote, de commissaris der provincie Limburg, graaf de Marchant et d'Ansembourg, de oud- commissaris der provincie Utrecht en bur gemeester van Rotterdam, ir. F. E. Müller, de secretarissen-generaal van de departe menten van Justitie en van Volksvoorlich ting en Kunsten, resp. prof. dr. J. J. Schie- ke en prof. dr. T. Goedewaagen, de presi dent der Nederlandsche Bank, mr. M. M. Rost van Tomiingen, de commissaris voor de niet-commercieele vereenigingen en stichtingen, de heer MüllerLehning, de leider van den Landstand, de heer Roskam, de leider van het Opvoedersgilde, prof. dr. R. van Genechten, de commandanten van SS. en W.A., alle leden van den staf der N.S.B. en van den Jeugdstorm, de leidster van de N.S.V.O. en tal van anderen. De liturgie der Kerk DINSDAG, 16 Dec. H. Eusebius, bisschop en martelaar. Mis: Sacerdotes Rei. Gloria 2de geb. van den dag. 3de geb. Deus, qui de beatae, 4de geb. voor den bisschop; 5de geb. voor den vrede. Kleur: rood. Eusebius werd geboren °P Sardinië en werd bisschop van Vercelli. Hij bestreed het Arianisme, dat de godheid van Christus ontkent, zoodat Maria ook niet de moeder van 'God zou zijn. Om zijn krachtige hou ding tegen deze dwaling werd hij na het Concilie van Milaan verbannen naar Cap- padocië en tenslotte naar Thebe in Egypte. Honger, dorst en geeseling verdroeg hij met heldenmoed. Na den dood van keizer Con- stantius mocht hij naar Vercelli terugkee- ren en stierf daar in jaar 370. UIT HET ADVENTS BREVIER: De Heer zal ons onderwijzen in zijn we gen en wij zullen wandelen op zijn paden. Want van Sion zal uitgaan 'de wet, en des Heeren woord van Jeruzalem. Komt, laat ens opgaan naar den berg des Heeren en naar het huis van Jacobs God. En de vrede van God, welke alle begrip te boven gaat, zal uw harten en uw zin nen bewaren in Christus Jezus, onzèn Heer. 162. Dat was niet zoo gemakkelijk, zou je denken. Kiompertje* was echter heele- maal niet verlegen en toen hij nog pas een paar honderd meter had geloopen, kwam daar zoowaar een agent aanstappen. Dat was een uitkomst, die zou hem wel even helpen en Kiompertje sprak hem beleefd aan. Kolmpertje Klomp, ccn echte Hollandsche longen

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1941 | | pagina 6