ffiiftkilezing.
Geldige bonnen voor Voedingsmiddelen
iï
H
l/2
VRIJDAG 12 DECEMBER 1941
DE LEIDSCHE COURANT
TWEEDE BLAD PAG. 5
42e Week 1420 December.
Evangelie van den H. Markus 14:17—72.
De plannen van de opperpriesters en
schriftgeleerden (14:12) vonden steun
in de aangeboden diensten van Judas Is-
kariot (14:1011). In Zijn alwetendheid
doorzag Jesus den geheelen opzet. Wan
neer Hij met Zijn leerlingen in de zaal
bijeen is om het laatste Paaschmaal te
vieren, geeft Hij onmiddellijk uiting aan
Zijn droefheid om het verraad. Judas
wordt door Hem niet openlijk aangewe
zen, maar Jesus herhaalt in andere woor
den de klacht van den Psalmist (54:13
14): „En was het een vijand, die mij be
schimpte, ik zou het verdragen; of een
van mijn haters, die mij hoonde, ik zou
mij verschuilen. Maar gij, een man van
mijn stam, mijn vriend en mijn makker,
met wien ik vertrouwelijk omging, een
drachtig leefde in Gods huis".
Opvallend is de houding van de aposte
len. Zij waren door Jesus gedurende en
kele jaren gevormd. Hun eerste reactie is
niet een ander te verdenken, maar „ze
vroegen Hem de een na den ander: Ben
ik het?" Kostelijk voorbeeld van nederig
heid: zij kenden eigen zwakheid en ga
ven er acht op.
in enkele sobere woorden teekent de
evangelist het verhevenste moment van
dien avond: de instelling van het H. Sa
crament. Hier paste geen breede uitwei
ding, waar de gedachten uitgingen naar de
diepe beteekenis van deze gave, welke on
derstreept wordt door de woorden, welke
onmiddellijk volgen in 14:25. Christus gaat
heen, maar om te overwinnen en door
een nieuw verbond ons aan den Vader te
binden: alles zal Hij nieuw maken (Openb.
21:5). Daar de viering van de H. Eucha
ristie voldoende spreekt van het geloof
der Christenen, behoeft Markus zijn aan
dacht niet af te wenden van Jesus' heen
gaan. (Zondag).
Reeds meerdere malen hebben we opge
merkt, dat Markus de prediking van Pe
tnis weergeeft. Nergens komt dit scherper
uit dan in de manier, waarop hij de aan
kondiging van Petrus' verloochening en
het gebeuren zelf (14:30 en 66—72) ver
haalt. Alleen in dit evangelie wordt ge
sproken over het herhaald gekraai van
den haan: zoowel in de aankondiging als
bij den val. Petrus komt hierdoor in een
veel ongunstiger licht: het eerste kraaien
had hem moeten waarschuwen. Hebben de
andere evangelisten Petrus gespaard, zich
zelf spaart hij niet. Was zijn overmoed
(14:29) hem noodlottig geweest, de erken
ning van zijn zwakheid deed hem later,
steunend op Gods genade, veel grootere
moeielijkheden overwinnen. In het krach
tig optreden van Pey-us, zooals de Hande
lingen ons lieten zien, erkennen we de
waarheid van het woord: „Mijn genade is
u genoeg: want juist bij zwakheid komt de
Kracht tot haar recht" (II Kor. 12:9). Bij
vers 30 „heden nog'' denken we eraan, dat
de Joden den dag rekenden van zonson
dergang tot zonsondergang: dus anders
dan wij. (Maandag en Zaterdag).
Slechts drie leerlingen mochten getui
gen zijn van Jesus' grootheid bij de op
wekking van Jairus' dochtertje en bij zijn
gedaanteverandering op den berg (5:37
en 9:1): daardoor waren zij gesterkt om
nu van nabij getuigen te zijn van Zijn
doodsangst. Later.hebben zij verteld, wat
zij gehoord en gezien hadden en geen en
kel verhaal heeft meer troost gebracht;
hoeveel rijkdom zou onze kennis van
Christus en onze liefde tot Hem gemist
hebben zonder deze blik in Zijn lijdend
Hart! In Zijn doodstrijd leert Jesus ons,
dat het ideaal van den Christen niet be
staat in een hardheid, waarin hij het lijden
verbergt en zich schaamt voor zijn tranen
(zie ook Job 6:12). De christelijke moed
vraagt slechts de volkomen onderwerping
van onzen wil aan den Wil van God. Zoo
als Christus moeten we de kracht daartoe
zoeken in een goed gebed!
Het verwijt, door Christus gericht tot
Zijn leerlingen, wordt door Petrus nog
wat scherper voorgesteld door de eerste
woorden mede te deelen: „Simon, slaapt
gij?" Kort te voren (14:29) had hij zich
als de meest getrouwe der leerlingen op
geworpen, en hier blijkt reeds zijn zwak
heid. (Dinsdag).
Bij de gevangenneming noemt Petrus zijn
eigen naam niet (14:47). Dit kan verklaard
worden ofwel omdat Petrus deze daad te
eervol achtte hij speelde gevaarlijk spel
ófwel hij oordeelde deze mededeeling in
zijn prediking niet geschikt wegens de mo
gelijkheid, dat dit tot onnoodige moeielijk
heden zou leiden met de Joden of Romei
nen. Na Petrus' dood is er geen enkel be
zwaar voor Johannes (18:10) om het wel
te doen. Deze evangelist teekent ook scher
per dan Markus de vrijwillige overgave
van Jesus (18:411). (Woensdag).
Het voorval, medegedeeld in 14:5152,
heeft voor ons verhaal geen beteekenis.
Juist daarom hebben velen gemeend, dat
dit een persoonlijke herinnering moest zijn
van den evangelist en dat die jongeling
Markus-zelf is. Uit andere plaatsen van
het evangelie blijkt, dat „ongekleed" be-
teekent „zonder bovenkleed". (Donderdag).
Oorspronkelijk hadden de vijanden van
Jesus het plan te wachten tot het Paasch-
feest (14:2), doch de onverwachte bemid
deling van Judas brengt daarin verande
ring. Misschien vernamen zij van Judas,
dat Jesus de plannen kende en vreesden
zij Zijn vlucht. Nu echter missen zij een
behoorlijke voorbereiding en loopen vast
op getuigen, die niet overeenstemmen. De
beschuldiging van 14:58 wordt alleen ver
klaard door Joh. 2:1922.
De geheele terechtzitting wordt een
dwaze vertooning, wanneer de hoogepries-
ter, die als rechter optreedt, door zijn on
dervraging den beschuldigden Jesus on
der eede dwingt tot zelfbekentenis" en zoo
zelf aanklager wordt. Zonder nader on
derzoek wordt dan het vonnis uitgespro
ken en wel in strijd met de Wet op
denzelfden dag, waarop de zaak behan
deld is. De schriftgeleerden en opperpries
ters kennen de Wet zoo goed, maar willen
zelf de last niet dragen: terecht had Chris
tus gezegd: „Handelt niet naar hun wer
ken" (Matt. 23:3). (Vrijdag).
Bijbellezing voor de volgende
week
Zondag
Maandag
Dinsdag
Woensdag
Donderdag
Vrijdag
Zaterdag
Markus 14:1725
Markus 14:2631
Markus 14:32—38
Markus 14:3945
Markus 14:4654
Markus 14:5564
Markus 14:65—72
RECHTZAKEN
HAAG SC HE POLOTTÏERECHTEIt.
Diefstal van boter.
De botermaker Th. G. A. H. te Noord-
wijkerhout was als knecht in dienst
geweest bij den zuivelbereider Th. L.
Heemskerk, daar ter plaatse, en had in die
functie een groot aantal malen boter mee
genomen, varieerend van één- tot vijf kg.,
hetgeen hij bekende. Zijn patroon vertelde
als getuige, dat er boter gemist werd. Men
was toen strenger gaan controleeren, -waar
door alles ten slotte uitgekomen was.
De Officier achtte de tenlaste gelegde
verduistering in dienstbetrekking bewezen
en vond het feit ernstig. In dezen tijd van
boterdistributie komt het niet te pas zich
op zulk een manier boter te versohaffen
alleen «naar met het oogmerk om ze te kun
nen verkoopen voor veel geld.
De eisoh werd drie maanden gevangenis-
etraf. Na verdediging van mr. Schaper, die
de uiterste clementie inriep veroordeelde
de Politierechter verdachte tot zes werken
gevangenisstraf.
De afnemer van de boter.
De 22-jarige kapper J. P. te Leiden
•had in de maanden Augustus-October 1941
van den vorigen verdachte verschillende
kwanta boter gekocht, hetgeen hij beken
de. Alleen wist hij niet, dat H. deze boter
gestolen had. Hij had gedacht, dat het ge
smokkelde boter geweest was. De Politie
rechter achtte schuldheling bewezen en
veroordeelde verdachte tot een geldboete
van 20 subs. 10 dagen.
Ruitjes van zijn cel ingeslagen.
De 20-jarige A. B., los werkman te L e i-
den, was op 3 October door de politie te
Leiden aangehouden in verband met een
misdrijf. Hij was in verzekerde bewaring
gesteld en was in een cel terecht gekomen
van het politiebureau. Zijn arrestatie was
niet naar zijn genoegen geweest en hij had
zijn woede gekoeld op de ruitjes van zijn
cel, door ze in diggeltjes te slaan. Aange
zien hij thans gedetineerd zit uit andere
hoofde en dus geen geldboete kan betalen
cn hij bovendien reeds viermaal veroor
deeld is geworden eischte de Officier thans
een maand gevangenisstraf. De Politierech
ter veroordeelde hem tot veertien dagen
gevangenisstraf.
Tulpenbollen gestolen.
L. v. d. S. en F. J. Th. den E. beiden uit
L i s s e hadden op 2 October tulpenbollen
gestolen uit het gebouw van de „Hobaho"
te Lisse. Ze waren er eerst mee naar een
kellner gegaan, maar deze wilde de bollen
niet koopen. Ze waren vervolgens verder
gegaan met hun „handeltje", maar de po
litie had het zaakje niet erg vertrouwd
en zoodoende moesten de verdachten zich
thans voor den Politierechter verantwoor
den. De verdachten zeiden tot hun verde
diging, dat ze van het geld kermis hadden
willen gaan vieren.
„Dan zijn jullie in dit geval van een
„kouwe kermis" thuisgekomen", vond de
Politierechter.
De Officier wilde voor ditmaal volstaan
met het. eischen van een geldboete van
f 10 subs. 10 dagen.
Verdachten waren daar uiterst tevreden
mee, zoodat do Politierechter hen conform
den eisch veroordeelde.
Minderjarige aan het wettig
gezag onttrokken.
De boekbinder B. K. te Leiden, thans
gedetineerd in Veenhuizen, uit andere hoof
de, moest terecht staan, omdat hij de min
derjarige Gerrit Schut verborgen had ge
houden voor het wettig gezag.
Verdachte was bij de politie geroepen en
een inspecteur had hem toen gevraagd
v/aar de minderjarige Schut woonde. Ver
dachte had verteld niets van een verblijf
plaats af te weten, terwijl hij het wel de
gelijk wist.
De Officier vond het onthouden van in
lichtingen aan de politie een heel ernstig
feit, maar het wordt nog erger als men
weet, dat verdachte tezamen met zekeren
van S. getracht had, den vader van den
jeugdigen Schut tweehonderd gulden af
handig te maken, omdat de vader zijn zoon
terug wilde hebben en verdachte daar
munt uit had willen slaan.
De Officier eischte dan ook zes weken
gevangenisstraf.
Verdachte ontkende iets met de geheele
zaak uitstaande te hebben gehad.
Politierechter: „Op denzelfden dag, dat
jiillie met den vader over geld zaten te
„hannessen", zei je aan de politie, dat je
niet wist waar Schut was".
Bewezen achtend, dat verdachte iemand
aan de opsporing van de politie had ont
trokken, werd het vonnis een maand ge
vangenisstraf.
Ijzer van dc gemeente Voor
schoten weggenomen.
De inmaker J. P. v. d. H. te Leiden
had op 4 October oud ijzer weggenomen, dat
aan de gemeente Voorschoten behoorde.
„Het lag in een greppel en niemand stelde
er eenig belang in", was het excuus van
verdachte.
„Nog geen reden voor u om het te ste
len", vond de Officier en eischte een geld
boete van 10 subs. 10 dagen. Verdachte
vond dat wel wat veel voor een beetje oud
ijzer ter waarde van twee gulden. De uit
spraak werd een geldboete van f 8 subs. 4
dagen.
Zijn toekomstige vrouw
afgeranseld.
J. S. te K a t w ij k a. Zee had verkee
ring met Neeltje van Dijk. Diverse malen
was er reeds ruzie geweest todat S. op een
goeden dag zijn Neeltje op een erge ma
nier had afgeranseld, door ze te stompen
en te schoppen.
„Het is fraai om je meisje te mishande
len. Zij wilde niets meer van je weten hé.
En dacht je nu heusch, dat dat de manier
was om ze weer terug te winnen", wees de
Politierechter hem terecht.
„Ik hoop het niet meer te doen", zei ver
dachte berouwvol.
„Ik hoop het voor het meisje", repliceer
de de Politierechter.
„Ik ga Zaterdag aanteekenen", deelde S.
aan den Officier mede, die de daad van
verdachte als bruut geweld kenschetste.
Verder was de Officier van meening, dat
er op die manier niets van het huwelijk te
recht zou komen. Toch wilde spr. verdachte
nog één kans geven. Spr. wilde deze zaak,
die in liefde begonnen is, met den mantel
der liefde bedekken en vorderde daarom
een geldboete van 5 subs. 5 dagen met de
ernstige waarschuwing, dat er een volgen-
Op weg naar het krijgsgevangenen
kamp. Een bolsjewistische soldaat, die
zich aan de Duitsche troepen heeft
overgegeven, wordt weggeleid
Orbis-Holland
MANNEN VAN DE DAAD
Mannen van de daad hebben zich bereid
verklaard hun leven in te zetten om ginds
in het Oosten gewonde soldaten te hulp te
snellen.
Temidden van het krijgsrumoer verrich
ten zij hun moeilijke taak en onder de
meest ongunstige omstandigheden arbei
den deze mannen om het leven van ande
ren te redden.
Deze mannen van de daad, deze helpers
van de Nederlandsche ambulance verdie
nen uw steun.
Laat het hen aan niets ontbreken.
Zorgt, dat de Nederlandsche ambulance
over alle middelen beschikt, welke noodig
zijn om haar taak zoo goed mogelijk te ver
vullen.
Stort uw bijdrage op girorekening
8-7-6-0-0
Nederlandsche Ambulance 's-Gravenhage.
Een duur leesboek.
De huisknecht H. B. te Voorschoten
is blijkbaar een liefhebber van lezen. Om
deze lettereterij te kunnen botvieren, had
hij een boek van een der leerlingen van
het internaat, waar hij werkzaam was, weg
genomen. „Alleen maar oni het te lezen",
vertelde hij thans, „en het daarna terug te
geven"
De Officier noemde het verduistering
en eischte daarvoor een geldboete van 10
subs. 10 dagen. Uitspraak conform.
Distributie-ambtenaar
beleedigd.
De 25-jarige loswerkman S. J. A. te
Leiden was op „hooge pooten" naar het
distributiekantoor te Leiden gegaan, want
hij zou een vetkaart te weinig hebben ont
vangen.
Daar probeerde men hem aan het ver
stand te brengen, dat de fout bij hem lag
en niet bij den distributiedienst. Verdachte
was toen nijdig geworden en had tegen den
hem te woord staande ambtenaar J. Ver
hoeven gezegd: „Als ik daar zat, dan kwam
ik ook geen vet. en boterkaarten te kort".
De ambtenaar had zich door deze uitla
tingen beleedigd gevoeld en de Officier kon
zich dat begrijpen, zoodat hij tegen A. een
geldboete van 25.subs. 25 dagen eischte.
De Politierechter achtte vijf gulden boete
voldoende.
Nog meer beleediging.
De aannemer A. van H. te L e i d e n had
op 7 October, te Voorschoten, J. Los eenige
minder nette woorden, naar het hoofd ge
slingerd, hetgeen hem kwam te staan op
een tientje boete.
.HAAGSCHE RECHTBANK.
De 64-jarige winkelier C. J. Waasdlorp
teSassenheiin leeft al jaren in on
min met den rijwielhersteller E. van.Aal-
deren uit Sassenheim. Deze narigheid was
ontstaan over een overpad-kwestie. Op 20
Mei des middags om half twee was het
eindelijk tot een uitbarsting gekomen.
Het was begonnen toen het 15-jarig
knechtje van Van Aalderen over het ge
zamenlijke pad naar zijn baas reed. W. had
daar iets van te zeggen en vertelde, dat
hij het jongmensoh eventjes in puin zou
slaan. Daarna vond W. het noodig om ijze
ren palen door een smid in het voetpad
te laten slaan, hetgeen op verzet stuitte
van de zijde van Van Aalderen, die zeide
de politie te zullen waarschuwen. Maar
W. maakte niettemin een aap vang met de
werkzaamheden, door, gewapend met een
moker en een smidshoefklink, een tegel
uit dien grond te halen. A. had dit met
goed gevonden en was op zijn hurken te
genover den knielenden W. gaan zitten
oreeren. W. was toen zoo boos geworden,
dat hij met den moker in de richting van
A. sloeg. Deze wist nog juist de hand te
grijpen, die met het voorwerp in zijn rich
ting kwam.
Vervolgens had A. zijn belager voor de
zekerheid maar tegen de muur geduwd
waarop deze „moord', moord1" begon te
brullen en een half uurtje van zich zelf
ging.
W. had zich wegens poging tot zware
mishandeling voor de Haagsche rechtbank
te verantwoorden.
De verdachte bleef op zijn standpunt
staan, dat hij geheel in zijn recht was in
zake het; veel omstreden overpad.
De president wees hem er op, dat hij
iemand is, die door dik en dun volhoudt
in zijn recht te zijn hetgeen zijn groote
fout is. Ook de Officier schetste verdachte
als iemand, die moeilijk zijn ongelijk ziet
en wil erkennen.
Het gebeurde is zeer ernstig te noemen
en een geluk, dat van Aalderen zulk een
krachtig persoon bleek te zijn, die den
slag in zijn vaart had kunnen opvangen.
Ware dit niet het igeval geweest, dan zou
den de gevolgen niet te overzien zijn ge
weest, want een moker is een heel ge-
Elk der volgende
bonnen
Geeft recht op het koopen van:
14 Dec. tot en met 20 Dec. 1941
48—4 Brood
48 Brood
48 Vleesch
48 Vl.waren
48-A Melk I
48 (Roode R MelkkJ)
48-A Aardap.
48-B Aardap.
Brood of Gebak
4 Rants.
V2 Rantsoen
V2 Rantsoen j vlecsch o£ Vl.waren
1 Rantsoen
31/2 Liter Melk
l»/4 Liter Melk
I8/4 K.G. Aardappelen
V2 K.G. Aardappelen
30 Nov. tot en met 27 Dec. 1941
150 Algemeen
2e Periode Cacao
155 Algemeen
156 Algemeen
151 t.m. 154
Algemeen
F en G Rijst
161 Algemeen
162 Algemeen
163 Algemeen
157-160 en 167 Alg.
1 KG
50 Gram
250 Gram
500 Gram
Suiker
Cacao
Koffie-surrogaat
Jam
1 Rantsoen Bloem, Brood of Gebak
250 Gram Rijst
250 Gram Havermout of Peulvr.
250 Gram Gort
100 Gram Vermicelli of Maizena
100 Gram Kaas
10 Dec. tot en met 27 Dec. 1941
5556 Boter
55—56 Vet
125 Gram
125 Gram
IJ Uitsluitend geldig In het
Boter
Boter met reductie
nelk gebied.
Beschikbaar per persoon
as
Eenheid
-2
SS
In tijdvak van één week
9
18
22
18
Rants.
lVa
3
3
3
Rants.
7
3V2
-
-
Liter
l»/4
iVi
Liter
l«/4
3V2
5V4
3Va
K.G.
Va
l/a
K.G.
In
tijdvak van
1 weken
1
1
1
1
K.G.
50
50
Gram
250
250
250
250
Gram
500
500
500
500
Gram
4
4
4
4
Rants.
500
Gram
250
250
250
250
Gram
250
250
250
250
Gram
100
100
100
100
Gram
500
500
500
500
Gram
In tijdvak
an 19 dagen
250
500
500
500
Gram
250
500
500
500
Gram
GELDIGE BONNEN VOOR DIVERSE ARTIKELEN
Elk der volgende bonnen Geeft recht op 't koopen
14
Petroleum
23
Petroleum
07
K.F.
Brandst.1)
01 t/m
04
H.K.
Brandst.
05 t/m
07
H.K.
Brandst.
J
08
H.K.
Brandst.2)
f
01 t/m
11
C.V.
Brandst.
1
12 t/m
20
C.V.
Brandst.
I
le t/m
4e
Per.
Brandst.
5e t/m
6e
Per.
Brandst.
164
Algemeen
E
Zeep
1
E
Toiletzeep
75
J
Textiel
(mannen)
50
2 liter Petroleum
1 Eenh. Brandstoffen
50 Gram Scheerzeep
6 Oct. 1941
23 Nov. 1941
Diverse data
1 Dec. 1941
1 Dec. 1941
tot
27 Dec. 1941
3 Jan. 1942
31 Jan. 1942
31 Dec. 1941
31 Jan. 1942
31 Dec. 1941
31 Dec. 1941
31 Jan. 1942
30 Apr. 1942
30 Apr. 1942
31 Dec. 1941
31 Dec. 1941
1 Sept. 1941 31 Dec. 1941
1) Hierop geen Anthraciet verkrijgbaar
2) Hierop uitsluitend Turf verkrijgbaar
vaarlijik wapen.
Verdachte verdient een ernstige correc
tie, misschien dat zooiets hem leert voor
taan niet meer door dik en dun zijn ver
meende rechten vol te houden. De eisch
werd dan ook een .gevangenisstraf voor
den tijd van vier maanden.
Uitspraak op 23 December.
Een geit te Lisse uit de weide
geroofd en geslacht.
De Officier van Justitie deelde mede, dat
hij voortaan zeer strenge en afschrikwek
kende straffen zal eischen en riep de me
dewerking van de pers in, om deze waar
schuwing onder het oog van het publiek te
brengen.
Nagenoeg eiken dag komen er op het
parket verbalen binnen, betreffende het
rooven van vee uit de weide. Pas enkele
dagen geleden zijn er te Oegstgeest, door
een aantal onverlaten, zes schapen, terwijl
de beesten nog leefden, op vreeselijke wijze
mishandeld door ze bij leven de achterbou
ten af te snijden. Het is zeer moeilijk om
de daders van zulke verschrikkelijke mis
daden te pakken te krijgen.
Krijgt men ze toch te pakken, dan zullen
er schrikbarende straffen moeten worden
opgelegd.
Dit ondervonden als eersten de 29-jarige
schoenmaker A. W. H. van Ingen uit Lei
den en de 34-jarige los werkman A. van
Rijsbergen eveneens uit Leiden, beiden
thans gedetineerd. Zij hadden in den nacht
van 12 September te zamen twee geiten
uit een schuurtje op een weide te Lisse
geroofd. Een was een melkgeit en de Ein
der nog een jong beestje. Zij hadden de
beesten afgemaakt en meegenomen; geluk
kig waren ze onderweg betrapt. Een van
hen had de doode geit over zijn stuur ge
worpen, terwijl de ander vlug het beest
in een sloot had trachten te werpen.
De Officier wees er op, dat men hier
weer eens een klein veehoudertje van zijn
eenig bezit had beroofd. Zijn melkgeit, die
het gezin en de kinderen van melk moest
voorzien, en een jong beestje.
Rekening houdende, met het feit, dat de
verdachten nog een zware straf zullen
la-ij gen voor rijwieldiefstal, wilde spr. vol
staan met het eischen van een jaar ge
vangenisstraf tegen elk van de verdachten.
Uitspraak 23 December.
HAAGSCH GERECHTSHOF.
Ingekuilde aardappelen gestolen.
Th. S. te Noordwijkerhout was
door de rechtbank veroordeeld tot acht
maanden gevangenisstraf, omdat hij aard
appelen, die reeds ingekuild waren, gesto
len had ten nadeele van Van Rijn te Noord-
wijk aan Zee. Verdachte had steeds ont
kend de aardappelen gestolen te hebben en
was daarom in hooger beroep gekomen bij
het Gerechtshof.
Ook hier ontkende hij ten stelligste aard
appelen gestolen te hebben want ze waren
van zijn eigen tuin.
De Procureur-Generaal bestreed deze
zienswijze en wees er op, dat de aardappe
len in den kelder bij verdachte geborgen
Varen en dat er was uitgemaakt, dat het
zand aan de aardappelen, hetzelfde soort
was, dat op den tuin van Van R. te Noord-
wijk was. De eisch was dan ook bevestiging
van het vonnis van de rechtbank geweest.
Het Hof uitspraak doende veroordeelde ver
dachte tot vier maanden gevangenisstraf.
F. G. M. B„ uit Hengelo, was door de
Haagsche rechtbank veroordeeld tot veer
tien dagen hechtenis,, omdat hij onder de
gemeente Zwammerdam met zijn
vrachtauto, tegen een stilstaande, rechts
van den weg geparkeerde, auto was gere
den, waardoor de bestuurder van de stil
staande auto, die juist Voor. zijn voertuig
stond gedood werd.
Verdachte zeide oververmoeid te zijn
geweest, omdat hij den geheelen nacht
reeds had gereden.
De Officier van Justitie was hier in hoo
ger beroep gekomen, want deze had zes
•maanden gevangenisstraf en een jaar in
trekking van het rijbewijs geëischt.
De Procureur-Generaal ging in deze met
■den Officier mede en eischte eveneens zes
maanden gevangenisstraf en intrekking van
het rijbewijs voor den tijd van één jaar
Het Hof veroordeelde verdachte tot veer
tien dagen gevangenisstraf.
Benzinediefstal van dén Arbeidsdienst.
A. L. uit Leid schend1 am was in
eerste instantie tot drie maanden gevan-
niisstraf veroordeeld, omdat hij ten na
deele van den Arbeidsdienst over een
ruim tijdvak ongeveer 170 litter benzine
had gestolen en verkocht.
Hij was van dit vonnis in hooger be
roep gekomen, bij het Haagisdhe Hof, om
dat hij de straf te zwaar vond'.
De Procureur-Generaal, Jhr. imr. van
Asch van. Wijck, achtte, gezien de ernst
van het feit de straf te licht en opnieuw
•rechtdoende werd de eisch vernietiging
van het vonnis van de rechtbank en, voor
vendaohte vier maanden gevangenisstraf.
Uitspraak over 14 dagen.
Ook in hooger beroep vrijspraak
geëischt.
J. M. W. K. uit Leid schend! a im.
was door de rechtbank vrijgesproken van
verduistering van een radiotoestel van een
klant, die dit toestel in reparatie had ge
geven.
De Officier was van dit vrijsprekend)
vonnis in hooger beroep gekomen.
Verdachte betoogde, evenals in. eerste
instantie, dat hij nog geld van den eige
naar van het toestel kreeg, voor datzelfde
toestel hetwelk nog niet afbetaald was,
terwijl verdere afbetaling achterwege
bleef. Hij achtte zich dus gerechtigd), om
het toestel langs dezen minder bewandel
den weg. zonder meer te houden.
De Procureur-Generaal zag in de hande
ling van verdachte niets strafbaars en
vroeg bevestiging van het vrijsprekend
vonnis van de rechtbank.
Arrest over 14 dagen.
De liturgie der Kerk
ZATERDAG 13 December. Mis van. dte
H. Lucia, Maagd en Martelares: Bilexïsti.
Gloria. 2e gebed van het octaaf van Ma
ria's Onbevlekte Ontvangenis; 3e van die
vorige Zondag; 4e voor den vrede. Credo.
Prefatie als op Maandag. Kleur: Rood.
UIT HET ADVENTSBREVIER:
Bethlehem, stad van den allerhoogsten
God, uit u zal voortkomen de Heerscher
van Israël, eïi zijn uittocht is als van het
begin van de dagen der eeuwigheid, en ver
heerlijkt zal Hij worden in het midden der
geheele wereld. En vrede zal er heer-
schen op aarde als Hij komt.
De Heer zal komen en niet talmen, en Hij
zal, wat verborgen is in de duisternis, aan
het licht brengen, en zich aan alle volke
ren openbaren. Alleluja.