ffiiftkilezing. Geldige bonnen voor Voedingsmiddelen iï H l/2 VRIJDAG 12 DECEMBER 1941 DE LEIDSCHE COURANT TWEEDE BLAD PAG. 5 42e Week 1420 December. Evangelie van den H. Markus 14:17—72. De plannen van de opperpriesters en schriftgeleerden (14:12) vonden steun in de aangeboden diensten van Judas Is- kariot (14:1011). In Zijn alwetendheid doorzag Jesus den geheelen opzet. Wan neer Hij met Zijn leerlingen in de zaal bijeen is om het laatste Paaschmaal te vieren, geeft Hij onmiddellijk uiting aan Zijn droefheid om het verraad. Judas wordt door Hem niet openlijk aangewe zen, maar Jesus herhaalt in andere woor den de klacht van den Psalmist (54:13 14): „En was het een vijand, die mij be schimpte, ik zou het verdragen; of een van mijn haters, die mij hoonde, ik zou mij verschuilen. Maar gij, een man van mijn stam, mijn vriend en mijn makker, met wien ik vertrouwelijk omging, een drachtig leefde in Gods huis". Opvallend is de houding van de aposte len. Zij waren door Jesus gedurende en kele jaren gevormd. Hun eerste reactie is niet een ander te verdenken, maar „ze vroegen Hem de een na den ander: Ben ik het?" Kostelijk voorbeeld van nederig heid: zij kenden eigen zwakheid en ga ven er acht op. in enkele sobere woorden teekent de evangelist het verhevenste moment van dien avond: de instelling van het H. Sa crament. Hier paste geen breede uitwei ding, waar de gedachten uitgingen naar de diepe beteekenis van deze gave, welke on derstreept wordt door de woorden, welke onmiddellijk volgen in 14:25. Christus gaat heen, maar om te overwinnen en door een nieuw verbond ons aan den Vader te binden: alles zal Hij nieuw maken (Openb. 21:5). Daar de viering van de H. Eucha ristie voldoende spreekt van het geloof der Christenen, behoeft Markus zijn aan dacht niet af te wenden van Jesus' heen gaan. (Zondag). Reeds meerdere malen hebben we opge merkt, dat Markus de prediking van Pe tnis weergeeft. Nergens komt dit scherper uit dan in de manier, waarop hij de aan kondiging van Petrus' verloochening en het gebeuren zelf (14:30 en 66—72) ver haalt. Alleen in dit evangelie wordt ge sproken over het herhaald gekraai van den haan: zoowel in de aankondiging als bij den val. Petrus komt hierdoor in een veel ongunstiger licht: het eerste kraaien had hem moeten waarschuwen. Hebben de andere evangelisten Petrus gespaard, zich zelf spaart hij niet. Was zijn overmoed (14:29) hem noodlottig geweest, de erken ning van zijn zwakheid deed hem later, steunend op Gods genade, veel grootere moeielijkheden overwinnen. In het krach tig optreden van Pey-us, zooals de Hande lingen ons lieten zien, erkennen we de waarheid van het woord: „Mijn genade is u genoeg: want juist bij zwakheid komt de Kracht tot haar recht" (II Kor. 12:9). Bij vers 30 „heden nog'' denken we eraan, dat de Joden den dag rekenden van zonson dergang tot zonsondergang: dus anders dan wij. (Maandag en Zaterdag). Slechts drie leerlingen mochten getui gen zijn van Jesus' grootheid bij de op wekking van Jairus' dochtertje en bij zijn gedaanteverandering op den berg (5:37 en 9:1): daardoor waren zij gesterkt om nu van nabij getuigen te zijn van Zijn doodsangst. Later.hebben zij verteld, wat zij gehoord en gezien hadden en geen en kel verhaal heeft meer troost gebracht; hoeveel rijkdom zou onze kennis van Christus en onze liefde tot Hem gemist hebben zonder deze blik in Zijn lijdend Hart! In Zijn doodstrijd leert Jesus ons, dat het ideaal van den Christen niet be staat in een hardheid, waarin hij het lijden verbergt en zich schaamt voor zijn tranen (zie ook Job 6:12). De christelijke moed vraagt slechts de volkomen onderwerping van onzen wil aan den Wil van God. Zoo als Christus moeten we de kracht daartoe zoeken in een goed gebed! Het verwijt, door Christus gericht tot Zijn leerlingen, wordt door Petrus nog wat scherper voorgesteld door de eerste woorden mede te deelen: „Simon, slaapt gij?" Kort te voren (14:29) had hij zich als de meest getrouwe der leerlingen op geworpen, en hier blijkt reeds zijn zwak heid. (Dinsdag). Bij de gevangenneming noemt Petrus zijn eigen naam niet (14:47). Dit kan verklaard worden ofwel omdat Petrus deze daad te eervol achtte hij speelde gevaarlijk spel ófwel hij oordeelde deze mededeeling in zijn prediking niet geschikt wegens de mo gelijkheid, dat dit tot onnoodige moeielijk heden zou leiden met de Joden of Romei nen. Na Petrus' dood is er geen enkel be zwaar voor Johannes (18:10) om het wel te doen. Deze evangelist teekent ook scher per dan Markus de vrijwillige overgave van Jesus (18:411). (Woensdag). Het voorval, medegedeeld in 14:5152, heeft voor ons verhaal geen beteekenis. Juist daarom hebben velen gemeend, dat dit een persoonlijke herinnering moest zijn van den evangelist en dat die jongeling Markus-zelf is. Uit andere plaatsen van het evangelie blijkt, dat „ongekleed" be- teekent „zonder bovenkleed". (Donderdag). Oorspronkelijk hadden de vijanden van Jesus het plan te wachten tot het Paasch- feest (14:2), doch de onverwachte bemid deling van Judas brengt daarin verande ring. Misschien vernamen zij van Judas, dat Jesus de plannen kende en vreesden zij Zijn vlucht. Nu echter missen zij een behoorlijke voorbereiding en loopen vast op getuigen, die niet overeenstemmen. De beschuldiging van 14:58 wordt alleen ver klaard door Joh. 2:1922. De geheele terechtzitting wordt een dwaze vertooning, wanneer de hoogepries- ter, die als rechter optreedt, door zijn on dervraging den beschuldigden Jesus on der eede dwingt tot zelfbekentenis" en zoo zelf aanklager wordt. Zonder nader on derzoek wordt dan het vonnis uitgespro ken en wel in strijd met de Wet op denzelfden dag, waarop de zaak behan deld is. De schriftgeleerden en opperpries ters kennen de Wet zoo goed, maar willen zelf de last niet dragen: terecht had Chris tus gezegd: „Handelt niet naar hun wer ken" (Matt. 23:3). (Vrijdag). Bijbellezing voor de volgende week Zondag Maandag Dinsdag Woensdag Donderdag Vrijdag Zaterdag Markus 14:1725 Markus 14:2631 Markus 14:32—38 Markus 14:3945 Markus 14:4654 Markus 14:5564 Markus 14:65—72 RECHTZAKEN HAAG SC HE POLOTTÏERECHTEIt. Diefstal van boter. De botermaker Th. G. A. H. te Noord- wijkerhout was als knecht in dienst geweest bij den zuivelbereider Th. L. Heemskerk, daar ter plaatse, en had in die functie een groot aantal malen boter mee genomen, varieerend van één- tot vijf kg., hetgeen hij bekende. Zijn patroon vertelde als getuige, dat er boter gemist werd. Men was toen strenger gaan controleeren, -waar door alles ten slotte uitgekomen was. De Officier achtte de tenlaste gelegde verduistering in dienstbetrekking bewezen en vond het feit ernstig. In dezen tijd van boterdistributie komt het niet te pas zich op zulk een manier boter te versohaffen alleen «naar met het oogmerk om ze te kun nen verkoopen voor veel geld. De eisoh werd drie maanden gevangenis- etraf. Na verdediging van mr. Schaper, die de uiterste clementie inriep veroordeelde de Politierechter verdachte tot zes werken gevangenisstraf. De afnemer van de boter. De 22-jarige kapper J. P. te Leiden •had in de maanden Augustus-October 1941 van den vorigen verdachte verschillende kwanta boter gekocht, hetgeen hij beken de. Alleen wist hij niet, dat H. deze boter gestolen had. Hij had gedacht, dat het ge smokkelde boter geweest was. De Politie rechter achtte schuldheling bewezen en veroordeelde verdachte tot een geldboete van 20 subs. 10 dagen. Ruitjes van zijn cel ingeslagen. De 20-jarige A. B., los werkman te L e i- den, was op 3 October door de politie te Leiden aangehouden in verband met een misdrijf. Hij was in verzekerde bewaring gesteld en was in een cel terecht gekomen van het politiebureau. Zijn arrestatie was niet naar zijn genoegen geweest en hij had zijn woede gekoeld op de ruitjes van zijn cel, door ze in diggeltjes te slaan. Aange zien hij thans gedetineerd zit uit andere hoofde en dus geen geldboete kan betalen cn hij bovendien reeds viermaal veroor deeld is geworden eischte de Officier thans een maand gevangenisstraf. De Politierech ter veroordeelde hem tot veertien dagen gevangenisstraf. Tulpenbollen gestolen. L. v. d. S. en F. J. Th. den E. beiden uit L i s s e hadden op 2 October tulpenbollen gestolen uit het gebouw van de „Hobaho" te Lisse. Ze waren er eerst mee naar een kellner gegaan, maar deze wilde de bollen niet koopen. Ze waren vervolgens verder gegaan met hun „handeltje", maar de po litie had het zaakje niet erg vertrouwd en zoodoende moesten de verdachten zich thans voor den Politierechter verantwoor den. De verdachten zeiden tot hun verde diging, dat ze van het geld kermis hadden willen gaan vieren. „Dan zijn jullie in dit geval van een „kouwe kermis" thuisgekomen", vond de Politierechter. De Officier wilde voor ditmaal volstaan met het. eischen van een geldboete van f 10 subs. 10 dagen. Verdachten waren daar uiterst tevreden mee, zoodat do Politierechter hen conform den eisch veroordeelde. Minderjarige aan het wettig gezag onttrokken. De boekbinder B. K. te Leiden, thans gedetineerd in Veenhuizen, uit andere hoof de, moest terecht staan, omdat hij de min derjarige Gerrit Schut verborgen had ge houden voor het wettig gezag. Verdachte was bij de politie geroepen en een inspecteur had hem toen gevraagd v/aar de minderjarige Schut woonde. Ver dachte had verteld niets van een verblijf plaats af te weten, terwijl hij het wel de gelijk wist. De Officier vond het onthouden van in lichtingen aan de politie een heel ernstig feit, maar het wordt nog erger als men weet, dat verdachte tezamen met zekeren van S. getracht had, den vader van den jeugdigen Schut tweehonderd gulden af handig te maken, omdat de vader zijn zoon terug wilde hebben en verdachte daar munt uit had willen slaan. De Officier eischte dan ook zes weken gevangenisstraf. Verdachte ontkende iets met de geheele zaak uitstaande te hebben gehad. Politierechter: „Op denzelfden dag, dat jiillie met den vader over geld zaten te „hannessen", zei je aan de politie, dat je niet wist waar Schut was". Bewezen achtend, dat verdachte iemand aan de opsporing van de politie had ont trokken, werd het vonnis een maand ge vangenisstraf. Ijzer van dc gemeente Voor schoten weggenomen. De inmaker J. P. v. d. H. te Leiden had op 4 October oud ijzer weggenomen, dat aan de gemeente Voorschoten behoorde. „Het lag in een greppel en niemand stelde er eenig belang in", was het excuus van verdachte. „Nog geen reden voor u om het te ste len", vond de Officier en eischte een geld boete van 10 subs. 10 dagen. Verdachte vond dat wel wat veel voor een beetje oud ijzer ter waarde van twee gulden. De uit spraak werd een geldboete van f 8 subs. 4 dagen. Zijn toekomstige vrouw afgeranseld. J. S. te K a t w ij k a. Zee had verkee ring met Neeltje van Dijk. Diverse malen was er reeds ruzie geweest todat S. op een goeden dag zijn Neeltje op een erge ma nier had afgeranseld, door ze te stompen en te schoppen. „Het is fraai om je meisje te mishande len. Zij wilde niets meer van je weten hé. En dacht je nu heusch, dat dat de manier was om ze weer terug te winnen", wees de Politierechter hem terecht. „Ik hoop het niet meer te doen", zei ver dachte berouwvol. „Ik hoop het voor het meisje", repliceer de de Politierechter. „Ik ga Zaterdag aanteekenen", deelde S. aan den Officier mede, die de daad van verdachte als bruut geweld kenschetste. Verder was de Officier van meening, dat er op die manier niets van het huwelijk te recht zou komen. Toch wilde spr. verdachte nog één kans geven. Spr. wilde deze zaak, die in liefde begonnen is, met den mantel der liefde bedekken en vorderde daarom een geldboete van 5 subs. 5 dagen met de ernstige waarschuwing, dat er een volgen- Op weg naar het krijgsgevangenen kamp. Een bolsjewistische soldaat, die zich aan de Duitsche troepen heeft overgegeven, wordt weggeleid Orbis-Holland MANNEN VAN DE DAAD Mannen van de daad hebben zich bereid verklaard hun leven in te zetten om ginds in het Oosten gewonde soldaten te hulp te snellen. Temidden van het krijgsrumoer verrich ten zij hun moeilijke taak en onder de meest ongunstige omstandigheden arbei den deze mannen om het leven van ande ren te redden. Deze mannen van de daad, deze helpers van de Nederlandsche ambulance verdie nen uw steun. Laat het hen aan niets ontbreken. Zorgt, dat de Nederlandsche ambulance over alle middelen beschikt, welke noodig zijn om haar taak zoo goed mogelijk te ver vullen. Stort uw bijdrage op girorekening 8-7-6-0-0 Nederlandsche Ambulance 's-Gravenhage. Een duur leesboek. De huisknecht H. B. te Voorschoten is blijkbaar een liefhebber van lezen. Om deze lettereterij te kunnen botvieren, had hij een boek van een der leerlingen van het internaat, waar hij werkzaam was, weg genomen. „Alleen maar oni het te lezen", vertelde hij thans, „en het daarna terug te geven" De Officier noemde het verduistering en eischte daarvoor een geldboete van 10 subs. 10 dagen. Uitspraak conform. Distributie-ambtenaar beleedigd. De 25-jarige loswerkman S. J. A. te Leiden was op „hooge pooten" naar het distributiekantoor te Leiden gegaan, want hij zou een vetkaart te weinig hebben ont vangen. Daar probeerde men hem aan het ver stand te brengen, dat de fout bij hem lag en niet bij den distributiedienst. Verdachte was toen nijdig geworden en had tegen den hem te woord staande ambtenaar J. Ver hoeven gezegd: „Als ik daar zat, dan kwam ik ook geen vet. en boterkaarten te kort". De ambtenaar had zich door deze uitla tingen beleedigd gevoeld en de Officier kon zich dat begrijpen, zoodat hij tegen A. een geldboete van 25.subs. 25 dagen eischte. De Politierechter achtte vijf gulden boete voldoende. Nog meer beleediging. De aannemer A. van H. te L e i d e n had op 7 October, te Voorschoten, J. Los eenige minder nette woorden, naar het hoofd ge slingerd, hetgeen hem kwam te staan op een tientje boete. .HAAGSCHE RECHTBANK. De 64-jarige winkelier C. J. Waasdlorp teSassenheiin leeft al jaren in on min met den rijwielhersteller E. van.Aal- deren uit Sassenheim. Deze narigheid was ontstaan over een overpad-kwestie. Op 20 Mei des middags om half twee was het eindelijk tot een uitbarsting gekomen. Het was begonnen toen het 15-jarig knechtje van Van Aalderen over het ge zamenlijke pad naar zijn baas reed. W. had daar iets van te zeggen en vertelde, dat hij het jongmensoh eventjes in puin zou slaan. Daarna vond W. het noodig om ijze ren palen door een smid in het voetpad te laten slaan, hetgeen op verzet stuitte van de zijde van Van Aalderen, die zeide de politie te zullen waarschuwen. Maar W. maakte niettemin een aap vang met de werkzaamheden, door, gewapend met een moker en een smidshoefklink, een tegel uit dien grond te halen. A. had dit met goed gevonden en was op zijn hurken te genover den knielenden W. gaan zitten oreeren. W. was toen zoo boos geworden, dat hij met den moker in de richting van A. sloeg. Deze wist nog juist de hand te grijpen, die met het voorwerp in zijn rich ting kwam. Vervolgens had A. zijn belager voor de zekerheid maar tegen de muur geduwd waarop deze „moord', moord1" begon te brullen en een half uurtje van zich zelf ging. W. had zich wegens poging tot zware mishandeling voor de Haagsche rechtbank te verantwoorden. De verdachte bleef op zijn standpunt staan, dat hij geheel in zijn recht was in zake het; veel omstreden overpad. De president wees hem er op, dat hij iemand is, die door dik en dun volhoudt in zijn recht te zijn hetgeen zijn groote fout is. Ook de Officier schetste verdachte als iemand, die moeilijk zijn ongelijk ziet en wil erkennen. Het gebeurde is zeer ernstig te noemen en een geluk, dat van Aalderen zulk een krachtig persoon bleek te zijn, die den slag in zijn vaart had kunnen opvangen. Ware dit niet het igeval geweest, dan zou den de gevolgen niet te overzien zijn ge weest, want een moker is een heel ge- Elk der volgende bonnen Geeft recht op het koopen van: 14 Dec. tot en met 20 Dec. 1941 48—4 Brood 48 Brood 48 Vleesch 48 Vl.waren 48-A Melk I 48 (Roode R MelkkJ) 48-A Aardap. 48-B Aardap. Brood of Gebak 4 Rants. V2 Rantsoen V2 Rantsoen j vlecsch o£ Vl.waren 1 Rantsoen 31/2 Liter Melk l»/4 Liter Melk I8/4 K.G. Aardappelen V2 K.G. Aardappelen 30 Nov. tot en met 27 Dec. 1941 150 Algemeen 2e Periode Cacao 155 Algemeen 156 Algemeen 151 t.m. 154 Algemeen F en G Rijst 161 Algemeen 162 Algemeen 163 Algemeen 157-160 en 167 Alg. 1 KG 50 Gram 250 Gram 500 Gram Suiker Cacao Koffie-surrogaat Jam 1 Rantsoen Bloem, Brood of Gebak 250 Gram Rijst 250 Gram Havermout of Peulvr. 250 Gram Gort 100 Gram Vermicelli of Maizena 100 Gram Kaas 10 Dec. tot en met 27 Dec. 1941 5556 Boter 55—56 Vet 125 Gram 125 Gram IJ Uitsluitend geldig In het Boter Boter met reductie nelk gebied. Beschikbaar per persoon as Eenheid -2 SS In tijdvak van één week 9 18 22 18 Rants. lVa 3 3 3 Rants. 7 3V2 - - Liter l»/4 iVi Liter l«/4 3V2 5V4 3Va K.G. Va l/a K.G. In tijdvak van 1 weken 1 1 1 1 K.G. 50 50 Gram 250 250 250 250 Gram 500 500 500 500 Gram 4 4 4 4 Rants. 500 Gram 250 250 250 250 Gram 250 250 250 250 Gram 100 100 100 100 Gram 500 500 500 500 Gram In tijdvak an 19 dagen 250 500 500 500 Gram 250 500 500 500 Gram GELDIGE BONNEN VOOR DIVERSE ARTIKELEN Elk der volgende bonnen Geeft recht op 't koopen 14 Petroleum 23 Petroleum 07 K.F. Brandst.1) 01 t/m 04 H.K. Brandst. 05 t/m 07 H.K. Brandst. J 08 H.K. Brandst.2) f 01 t/m 11 C.V. Brandst. 1 12 t/m 20 C.V. Brandst. I le t/m 4e Per. Brandst. 5e t/m 6e Per. Brandst. 164 Algemeen E Zeep 1 E Toiletzeep 75 J Textiel (mannen) 50 2 liter Petroleum 1 Eenh. Brandstoffen 50 Gram Scheerzeep 6 Oct. 1941 23 Nov. 1941 Diverse data 1 Dec. 1941 1 Dec. 1941 tot 27 Dec. 1941 3 Jan. 1942 31 Jan. 1942 31 Dec. 1941 31 Jan. 1942 31 Dec. 1941 31 Dec. 1941 31 Jan. 1942 30 Apr. 1942 30 Apr. 1942 31 Dec. 1941 31 Dec. 1941 1 Sept. 1941 31 Dec. 1941 1) Hierop geen Anthraciet verkrijgbaar 2) Hierop uitsluitend Turf verkrijgbaar vaarlijik wapen. Verdachte verdient een ernstige correc tie, misschien dat zooiets hem leert voor taan niet meer door dik en dun zijn ver meende rechten vol te houden. De eisch werd dan ook een .gevangenisstraf voor den tijd van vier maanden. Uitspraak op 23 December. Een geit te Lisse uit de weide geroofd en geslacht. De Officier van Justitie deelde mede, dat hij voortaan zeer strenge en afschrikwek kende straffen zal eischen en riep de me dewerking van de pers in, om deze waar schuwing onder het oog van het publiek te brengen. Nagenoeg eiken dag komen er op het parket verbalen binnen, betreffende het rooven van vee uit de weide. Pas enkele dagen geleden zijn er te Oegstgeest, door een aantal onverlaten, zes schapen, terwijl de beesten nog leefden, op vreeselijke wijze mishandeld door ze bij leven de achterbou ten af te snijden. Het is zeer moeilijk om de daders van zulke verschrikkelijke mis daden te pakken te krijgen. Krijgt men ze toch te pakken, dan zullen er schrikbarende straffen moeten worden opgelegd. Dit ondervonden als eersten de 29-jarige schoenmaker A. W. H. van Ingen uit Lei den en de 34-jarige los werkman A. van Rijsbergen eveneens uit Leiden, beiden thans gedetineerd. Zij hadden in den nacht van 12 September te zamen twee geiten uit een schuurtje op een weide te Lisse geroofd. Een was een melkgeit en de Ein der nog een jong beestje. Zij hadden de beesten afgemaakt en meegenomen; geluk kig waren ze onderweg betrapt. Een van hen had de doode geit over zijn stuur ge worpen, terwijl de ander vlug het beest in een sloot had trachten te werpen. De Officier wees er op, dat men hier weer eens een klein veehoudertje van zijn eenig bezit had beroofd. Zijn melkgeit, die het gezin en de kinderen van melk moest voorzien, en een jong beestje. Rekening houdende, met het feit, dat de verdachten nog een zware straf zullen la-ij gen voor rijwieldiefstal, wilde spr. vol staan met het eischen van een jaar ge vangenisstraf tegen elk van de verdachten. Uitspraak 23 December. HAAGSCH GERECHTSHOF. Ingekuilde aardappelen gestolen. Th. S. te Noordwijkerhout was door de rechtbank veroordeeld tot acht maanden gevangenisstraf, omdat hij aard appelen, die reeds ingekuild waren, gesto len had ten nadeele van Van Rijn te Noord- wijk aan Zee. Verdachte had steeds ont kend de aardappelen gestolen te hebben en was daarom in hooger beroep gekomen bij het Gerechtshof. Ook hier ontkende hij ten stelligste aard appelen gestolen te hebben want ze waren van zijn eigen tuin. De Procureur-Generaal bestreed deze zienswijze en wees er op, dat de aardappe len in den kelder bij verdachte geborgen Varen en dat er was uitgemaakt, dat het zand aan de aardappelen, hetzelfde soort was, dat op den tuin van Van R. te Noord- wijk was. De eisch was dan ook bevestiging van het vonnis van de rechtbank geweest. Het Hof uitspraak doende veroordeelde ver dachte tot vier maanden gevangenisstraf. F. G. M. B„ uit Hengelo, was door de Haagsche rechtbank veroordeeld tot veer tien dagen hechtenis,, omdat hij onder de gemeente Zwammerdam met zijn vrachtauto, tegen een stilstaande, rechts van den weg geparkeerde, auto was gere den, waardoor de bestuurder van de stil staande auto, die juist Voor. zijn voertuig stond gedood werd. Verdachte zeide oververmoeid te zijn geweest, omdat hij den geheelen nacht reeds had gereden. De Officier van Justitie was hier in hoo ger beroep gekomen, want deze had zes •maanden gevangenisstraf en een jaar in trekking van het rijbewijs geëischt. De Procureur-Generaal ging in deze met ■den Officier mede en eischte eveneens zes maanden gevangenisstraf en intrekking van het rijbewijs voor den tijd van één jaar Het Hof veroordeelde verdachte tot veer tien dagen gevangenisstraf. Benzinediefstal van dén Arbeidsdienst. A. L. uit Leid schend1 am was in eerste instantie tot drie maanden gevan- niisstraf veroordeeld, omdat hij ten na deele van den Arbeidsdienst over een ruim tijdvak ongeveer 170 litter benzine had gestolen en verkocht. Hij was van dit vonnis in hooger be roep gekomen, bij het Haagisdhe Hof, om dat hij de straf te zwaar vond'. De Procureur-Generaal, Jhr. imr. van Asch van. Wijck, achtte, gezien de ernst van het feit de straf te licht en opnieuw •rechtdoende werd de eisch vernietiging van het vonnis van de rechtbank en, voor vendaohte vier maanden gevangenisstraf. Uitspraak over 14 dagen. Ook in hooger beroep vrijspraak geëischt. J. M. W. K. uit Leid schend! a im. was door de rechtbank vrijgesproken van verduistering van een radiotoestel van een klant, die dit toestel in reparatie had ge geven. De Officier was van dit vrijsprekend) vonnis in hooger beroep gekomen. Verdachte betoogde, evenals in. eerste instantie, dat hij nog geld van den eige naar van het toestel kreeg, voor datzelfde toestel hetwelk nog niet afbetaald was, terwijl verdere afbetaling achterwege bleef. Hij achtte zich dus gerechtigd), om het toestel langs dezen minder bewandel den weg. zonder meer te houden. De Procureur-Generaal zag in de hande ling van verdachte niets strafbaars en vroeg bevestiging van het vrijsprekend vonnis van de rechtbank. Arrest over 14 dagen. De liturgie der Kerk ZATERDAG 13 December. Mis van. dte H. Lucia, Maagd en Martelares: Bilexïsti. Gloria. 2e gebed van het octaaf van Ma ria's Onbevlekte Ontvangenis; 3e van die vorige Zondag; 4e voor den vrede. Credo. Prefatie als op Maandag. Kleur: Rood. UIT HET ADVENTSBREVIER: Bethlehem, stad van den allerhoogsten God, uit u zal voortkomen de Heerscher van Israël, eïi zijn uittocht is als van het begin van de dagen der eeuwigheid, en ver heerlijkt zal Hij worden in het midden der geheele wereld. En vrede zal er heer- schen op aarde als Hij komt. De Heer zal komen en niet talmen, en Hij zal, wat verborgen is in de duisternis, aan het licht brengen, en zich aan alle volke ren openbaren. Alleluja.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1941 | | pagina 6