De geheimzinnige vijand DONDERDAG 11 DECEMBER 1941 DE LE1ÜSCHE COURANT PAG. 2 Hoofdredacteur; Th. Wllmer, Lelden. Red Buitenland-, Mr. H. Gelse, telden. Red. Stad en Sport: M. Zonderop. Lelden. Red. Omgeving: L. Roozen. oelden. Red. Letteren en Kunst: Fr. Schneider®. Leiden. WEERBERICHT ZONS OP- en ONDERGANG. Zon onder 5.7 uur Donderdagavond. Zon op 9.40 uur Vrijdagochtend. Tusschen deze tijden moet worden ver duisterd. MAANSTANDEN. 12 December: De maan komt Vrijdag nacht om 1.32 uur op en gaat Vrydagmidr dag om 2.22 uur pnder. 13 December: De maan komt Zaterdag nacht om 2.47 uur op en gaat Zaterdagmid dag om 2,48 uur onder. 14 December: De maan komt Zondagnacht om 4.04 uur op en gaat Zondagmiddag om 3.17 uur onder. 15 December: De maan komt Maandag- dagmorgen om 5.23 uur op gaat Maandag middag om 3.47 uur onder. 17 December: De maan komt Woensdag morgen om 8.01 uur op en gaat Woensdag avond om 5.11 uur onder. De secretaris-generaal van het departe ment van Handel, Nijverheid en' Scheep vaart vestigt er de aandacht op, dat het voorschrift, dat men verplicht is bij het koopen van textielproducten op punten van de textielkaart de distributiestam kaart over te leggen niet van tozpassing is, indien de houders van de distributiestam kaart deze hébben moeten inleveren. Dit is met name het geval ten aanzien van: 1. arbeiders, die in het buitenland werk zaam zijn; 2. arbeiders, die in werkkampen verblijf houden; 3. personen, die lid zijn van den Neder- landschen Arbeidsdienst en 4. personen, die in ziekenhuizen worden verpleegd of in gevangenissen e.d. zijn on dergebracht. In al deze gevallen is aan de bovenbe de personen eer. verklaring afgegeven, waarop is vermeld, dat zij hun distributie bescheiden hebben ingeleverd. Het voorschrift, dat de distributie-stam kaart moet worden overgelegd, is voorts niet van toepassing op personen van Duit- sche nationaliteit, die niet in het bezit van distributiestamkaarten zijn. Binnenkort zal er weer marmelade op de jambon verkrijgbaar zijn. Er is nl. een aanzienlijke hoeveelheid oranjepulp in ons land aangevoerd, die thans onder de jam fabrikanten 'wordt gedistribueerd. In een officieele publicatie van den gemachtigde voor de prijzen zal dezer dagen in de bla den de verkoopprijs van dit smakelijke ar tikel worden bekend gemaakt. Den ban ketbakkers zal het interesseeren, dat voor de verwerking in hun bedrijven tegelij kertijd een hoeveelheid abrikozenpulp be schikbaar zal worden gesteld. Tevens kan worden medegedeeld, dat geconfijte suca- de, waarvan eveneens een ruime hoeveel heid is aangevoerd, met ingang van heden weer in de kruideniersk'inkels zal worden verkocht. In verband met den iets hooge- ren invoerprijs zal de winkelprijs echter enkele centen meer bedragen dan tot nu toe het geval was. De liturgie der Kerlc VRIJDAG. Mis van die vinding van het lichaam van den H. Franciscus: Miserere. 2e gebed.' van het octaaf van Maria's On bevlekte Ontvangenis; 3e van de vorige Zondag; 4e voor dien vrede. Prefatie van den H. Franciscus. In de kerken van de E.E.P.P. Franciscanen: VRIJDAG 12 December. Mis van de vijf de dag onder het octaaf van Maria's On bevlekte Ontvangenis. Alles als op Dins dag. UIT HET ADVENTSBREVIER. Neerploffen zal Hij den dood voor eeuwig; en wegvagen zal de Heer God de tranen van elk gelaat, en den smaad van zijn volk zal Hij «vegnemen; want de Heer heeft gesproken. En het zal zeggen te dien dage: Zie, onze God is Hij, en wij hebben Hem verbeid, en Hij zal ons heil verschaf fen.' Haast U, Heer, wil niet toeven, en be vrijd uw volk. Kom, Heer, en wil niet dra len; vergeef aan uw volk hun zonden. TIEN JAAR NATIONAAL- SOCIALISTISCHE BEWEGING Met het oog op de herdenking van het tienjarig bestaan der nationaal-socialisti- sche beweging werd Maandagavond in de groote zaal van Pulchri Studio te 's-Gra- venhage een plechtige samenkomst voor genoodigden gehouden. Met den leider, ir. A. A. Mussert, en den secretaris-generaal van het departement van Volksvoorlichting en Kunsten, prof. dr. T. Goedewaagen, die redevoeringen hiel den, waren als gasten aanwezig van Duit- sche zijde o.a. de commissarissen-generaal Rauter en Schmidt, de gemachtigden van den rijkscommissaris voor Zuid-Holland en Utrpcht, dr. Schwebel en de heer Sommer, de adviseur voor landbouwaangelegenhe- den graf Grote en kreisinspektor der N.S. D.A.P. dr. Schuon. Van Nederlandsche zijde merkten wij o.a. op de secretarissen-gene raal van justitie prof. dr. J. J. Schrieke en van opvoeding, wetenschappen en cultuur bescherming prof. dr. J. van Dam, den be velhebber van het vrijwilligerslegioen Ne derland luit.-generaal H. A. Seyffardt, den wncL commandant van den Nederlandschen Arbeidsdienst, generaal-arbeidsleider L. A. C. de Bock, den leider van den landstand Roskam, den commissaris voor niet-com- mercieele vereenigingen Mueller Lehning, den commissaris voor de vakvereenigingen, Woudenberg, en den secretaris-generaal der N.SB., ir. Huygen. Het podium was getooid met de oranje- wit-blauwe vlag en met de vlag der N.S.B. De plaatsvervangend leider van de N. S. B„ de heer C. van Geelkerken, leidde de bijeenkomst' en sprak het welkomstwoord, waarna prof. dr. T. Goedewaagen sprak over „Politiek en cultuur". Rede i prof. Goedewaagen. Spreker ving zijn rede aan met uit een te zetten, dat de basis van allen arbeid der overheid ten aanzien van de cultuur (het woord hier in den engeren zin van „volksvoorlichting en kunsten"' opgevat) ligt in de idee,- dat cultuur een zelfstandig werkend orgaan is, een arbeid van den scheppenden mensch met eigen karakter en geen aanhangsel van politiek beheer. Er is wel een staatspolitie en een rijksbelasting, wel een staatsleger en een rijksbank, maar er is "geen staatscultuur, door ambtena ren gedragen en geschapen. De cultuur is vrij m den zin dier vrijheid, die luis tert naar de wetten van het eigen we zen, het eigen begrip. In dien zin is cultuur onafleidbaar, souverein, in zich zelf gesloten, een tooverkring, slechts voor den ingewijde toegankelijk. De staat behartigt de cultuur op velerlei manier. Hij steunt geldelijk en moreel, zoo wel de werken als de werkers. Dit licht spr. uitvoerig toe. En spr. vervolgt dan: De cultuurpolitieke taak van het nationaal-socialisme omvat tweeërlei: een cultureele en een socialisti sche doelstelling. De cultureele doelstelling onzer cul tuurpolitiek kan worden samengevat in de woorden: bewaren en vernieuwen. Niet het behoud van het verleden alleen, maar ook het vernieuwen in de richting der toe komst is volksch streven. Temidden van den chaos der individueelste expressie der individueelste emotie is plotseling in onze eeuw de wekroep naar het bewaren van het verleden vernomen. Men vroeg zich in eens met schrik af, waar het proces der moderne cultuur op moest uitloopen en men antwoordde met ontzetting: op ameri- canisme, vernegering, internationalisme en mechanisme, kortom op het nihilisme. Dit was de dreigende ondergang van het avond land, zijn oorsprong nemend in de groote stedenven straks het land met zijn vampier- armen omklemmend. Men" ging bewaren, behoeden, behouden en in de moderne ver wording stond een nieuw geloof in de oer beginselen van volk. stam en ras op. Toch is het behouden slechts de ééne zyde van volksche herleving. Vernieuwing is de andere zijde. Want het is niet genoeg, dat wij het oude volkslied handhaven, dat wij de oude volkskunst in leven houden. Volksch besef beteekent dat er een nieuw volkslied -op moderne wijs gaat klinken, dat de oude teekenen te lezen staan op nieuwe huizen en meubelen* dat het oude gebruik herleeft naar den trant onzer eigen eeuw. Eerst dan reiken verleden, heden en toekomst elkaar de hand en sluit zich de ring om ons leven. De socialistische kant van volk sche cultuurpolitiek betreft de zorg der overheid voor den cultureelen werker en voor het publiek. Beiden hebben in de li berale periode niet over teveel belangstel ling te klagen gehad. Spr. werkte ook deze gedachte uitvoerig uit. Prof. Goedewaagen eindigde zijn belang wekkende rede i^iet te verklaren, dat wij een volk en .een 'tijdvak ten slotte niet af meten naar zijn bureaucratische machine, noch ook naar de Sociale toestanden die zij voortbrengen, "maar naar hun cultuur. De nieuwe staat begrijpt dit beter dan het li beralisme, dat een staat van kapitalisten was, waarbij de cultuur den burger amu sement en verstrooiing was. Wij, nationaal- socialisten, zien cultuur niet als spel, maar als hoogste levensuiting van een volk. Daarom willen wij geen cultuur, bestaande uit paria's en snobisten, maar socialisme, binding van allen aan allen, en verantwoor delijkheid van allen voor allen. Wij luiden een nieuw cultuurpolitiek tijdvak in. Zoo als een ieder thans het arbeiderssocialisme aanvaardt, zoo zal stfaks het cultirürsocia- lisme in Nederland regel en wet zyn. Rede van ir. Mussert. Na prof. Goedewaagen sprak de leider der N.S.B., ir. A. A. Mussert, over volksche kunst in Nederland. Kennis omtrent datgene wat eenmaal door onze voorgeslachten is gewrocht, is meer dan een liefhebberij, het is verster king van het fundament van ons leven, het is eeredienst aan het volk in ver verleden. Er is echter niemand onder ons, die be wondering heeft gekregen voor de Egypte- naren van heden, nadat hij de schatten heeft gezien, die uit het graf van Toet- Anch-Amen zijn te voorschijn gebracht. Wij weten, de Egyptenaren van heden zijn zoo gansch anders dan het Egyptische volk van duizenden jaren her. De geest, die daar eenmaal heerschte, is dood en dus niet meer tot leven te wekken. Ziet, daar komt het op aan: de geest waaruit een volk leeft. Ons volk is een germaansch volk en waarlijk niet het minste. Hebben wij geloof in dfe scheppingskracht van ons volk? Is de scheppingskracht van ons volk, die eens, slechts enkele honderden jaren ge leden, zoo ontzaglijk groot was, is die kracht bezig te sterven, ja of neen? Ik geloof aan de zending van het ger- maansche ras als het krachtigste dragende element van het nieuwe Europa, aldus spr., ik geloof aan de mogelijkheid, dat het Ne derlandsche volk, als deel van dit germaan- sche ras, tot nieuwen ongekenden bloei zal geraken, ik geloof, dat de scheppingskracht van het Nederlandsche volk ongebroken is. Wanneer wij de geschiedenis der ger- maansche volkeren overzien, voor zoover wij er voldoende kennis van dragen om daaruit leering te trekken voor onze toe komst, dan zijn er, wanneer wij van de grijze oudheid afzien, eigenlijk slechts twee perioden te onderscheiden, n.l. de pe riode van de middeleeuwen in den meest uitgebreiden zin des woords, n.l. van 500 tot 1500, en de tweede periode van 1500 tot heden. Deze tweede periode loopt nu af en een derde periode is aanstaande. Wij aan schouwen de geboorte daarvan. De eerste periode van 500—1.500, dat duizendjarig rijk, kenmerkte zich door gebondenheid, de gebondenheid aan de toenmaals het kerkelijk en maatschappelijk leven beheer- schende Roomsch-Katholieke Kerk. Spr. gaf hier een schets van de middeleeuwen. Van ongeveer 1500 tot in onze dagen is het eigenlijk één tijdperk, n.l. dat van het losknoopen van den band, die gedurende duizend jaren de geheele cultuur ontwik keld had: de christelijke, katholieke idee. En het is tevens het losknoopen van aller lei vormen van traditie, gewoonte, recht, staatsorganisatie, cultuur, enz. Het kapitalisme Wordt meer en meer overheerschend en meer en meer volksuit- buitend. Van mercantiel kapitalisme komt het tot industrieel kapitalisme en ten slotte tot universeel kapitalisme. De FranscRe revolutie baart Napoleon en Napoleon draagt het democratische liberalisme over geheel Europa. Wel beschouwd is dit libe ralisme eigenlijk het eindresultaat, waartoe het ontbindingsproces van de middeleeuw- sche cultuur geleid heeft. Het cultuurlooze, tijdperk leek aanstaan de, ja, onafwendbaar. Het is de historische roeping van het na tionaal-socialisme en het fascisme om dezen dreigenden ondergang af te wenden en den grondslag te leggen voor een nieuwe perio de in het leven der Europeesche volkeren, waarvan niemand kan zeggen of zij vijf of tien eeuwen zal duren, maar waarvan wij nu reeds weten, dat zij het tijdperk-zal zijn van de volksche cultuur. Het volk moet zijn gebondenheid aan zijn ras en aan zijn bodem weer bewust worden, het moet zich op natuurlijke wijze orgatiiseeren, het moet zijn rechten en zijn plichten leeren kennen, het moet in harmo nie en eensgezindheid zijn bedrijfs- en ge meenschapsleven weer inrichten. Zijn den ken en handelen moeten zich richten naar de wetten der schepping. Dan zal ontstaan die vrijheid in gebondenheid, die noodig is om tot den nieuwen stijl te geraken, gebo ren uit de volksziel. Volgens deze nieuwe stijl zal een volkscultuur ontstaan die tot volksverheffing leidt. Cultuur, die niet tot EEN TENTOONSTELLING. De uitgeverij „De Schouw" heeft in sa menwerking met het departement van Volksvoorlichting en Kunsten een' tentoon stelling in het zaaltje van de uitgeverij Heerengracht 56 te 's-Gravenhage georga niseerd onder den titel „Tien jaren strijd voor het nationaal-socialisme". De bedoe ling is, nu de N.S.B. haar tienjarig bestaan herdenkt, een globaal overzicht te geven van hetgeen zij in deze jaren tot stand heeft gebracht en ondervonden. De tentoonstelling biedt een overzicht in fotobeelden van samenkomsteri met den leider der beweging, van de W.A., den Jeugdstorm, de SS,jvan gebeurtenissen tij dens de Meidagen in 1940, en van gevallen, kameradien, van oude en moderne propa- igandaplaten, die de N.S.B. als strijdorga- wisatie heeft uitgegeven, verkieziragsipam- flètten, brochures en boeken, van insignes, onderscHeidingsteekenen, ènz. De tentoonstelling is gisteren geopend in tegenwoordigheid van verscheidene hooge fupetieonarissen der N.S.B. en Van een vertegenwoordiger van het Rijkscom missariaat met een rede van den heer N. Oosterbaan, administrateur van het depar tement van Volksvoorlichting en Kunsten en commissaris van de uitgeverij „De Schouw". De tentoonstelling blijft de geheele De cembermaand open. volksverheffing leidt, mist haar doel. De natuurlijke bindingen in staat en maatschappij te herstellen is orde schep pen, is het vormen van een harmonische samenleving, waarin de enkeling zich ge bonden weet aan zijn ras, aan zijn volk, aan zijn bodem, maar daardoor de ware vrijheid verlangt, die noodig is om schep pend te werken. Zoo zal een nieuwe stijl ontstaan, de uiterlijke vorm van de inner lijke gebondenheid. Deze nieüwe stijl der volksche gebondenheid zal voor eeuwen richtsnoer zijn voor de cultuur en haar tot ongekenden bloei brengen. Wil het nieuwe tijdperk der volksche cultuur aan haar roeping beantwoorden, dan zal het moetén staan in het teeken van de vrijheid in ge bondenheid. Het is onze taak daarvoor de grondslagen te leggen, nu -reeds in dezen tijd. Er is daarbij duidelijk te onderscheiden het bewaren van het oude cultuurgoed, dat tot ons gekomen is en het leggen van hech te fundamenten voor het nieuwe dat ko men gaat. Spr. zet dat nader uiteen. Stel bodem en taal van een volk.veilig en organiseer de beroepsstanden en al het andere zal daaruit voortvloeien. Tot de belangrijkste taken, die te ver richten zijn, behoort het opvullen van de leegte, die er nu is tusscnen overheid en volk, een leegte, die men na het wegvallen der bindingen uit vorige eeuwen, heeft trachten te vullen met politieke partijen, welke aan eigen zonden en tekortkomingen zijn ten gronde gegaan. Spr. eindigde aldus: „Dezelfde klokken, die nu beieren boven onze hoofden, zullen eens het jaar 2000 in luiden. Dan zal er zijn een nieuw Europa, eèn veilig, welvarend, cultureel op onge kende hoogte staand Europa. Zal er dan in dat Europa zijn een Nederlandsch volk? Zal dit volk deel hebben aan welvaart" en cultuur? Zal het voorgaan in alle cultu reele uitingen, die voortkomen uit" zijn ge aardheid,' uit de goede eigenschappen van hoofd, hart en hand, die het kenmerkte door de eeuwen heen? Een stem in ons zegt: ja, dat zal zijn". De oude geestkracht zal herleven voller dan ooit. Daarvoor willen wij dan ook werken, leven en strijden. Jonge menschen hier aanwezig kunnen het nóg beleven; wij oüderen zullen dan sinds lang zijn heenge gaan, hebbende onze taak volbracht. Maar liet volk, waarvan wij zonen en dochteren zijn, zal blijven bestaan. Aan ons de taak het te leiden door de grootste revolutie van alle tijden naar de wederopstanding in het tijdperk aan welks drempel wij staan. In Godsvertrouwen, voorwaarts voor volk en vaderland". Krachtig en langdurig applaus volgde op deze rede. De heer van Geelkerken sloot hierna de samenkomst. GEMENGDE BERICHTEN SLACHTOFFER VAN DE DUISTERNIS. Uit het water van de Veenendaalkade te 's-Gravenhage is het lijk opgehaald van den daar ter stede woonachtigen 31-jari- gen G. L. H. De man werd sinds 7 Decem ber vermist en is vermoedelijk, door de duisternis misleid, met zijn rijwiel te wa ter gereden. Dit of dat Beide tabletten gen het »Bayer kruis en beid4. zi ze evel goe Aspiriltabl Jjten hebbent steecis dezejlfde goedeVverkilg, dezelfde houdba cfrh e id/%!ond e zondering-Vallei ze gemak kelijk uit elkaar. Kortom ze hebben alle dezewde goede hoedanigheid. aspirin 4ooi£iit./uus/ Buisje 20 tabletten 55 ct. Zakje 2 tabletten 7 ct. Een koopman te Amsterdam maakte in een café kennis met een man, die hem een partijtje sigaren voor 300 te koop aan bood. De koopman ging daarop in en be zocht zijn nieuwen kennis in zijn woning, waar hij hem de driehonderd gulden over handigde. Of hij even wilde wachten, werd hem gevraagd, want de sigaren moesten in de buurt gehaald worden. Uur na uur verstreek echter, maar de sigarenleveran- cier was en bleef weg. Tenslotte sprak de kóópman af, dat hij den volgenden dag terug zou komen. Helaas wachtte hem bij zijn terugkomst een groote teleurstelling: de vrouw van den „kennis" deelde mede, dat haar man door de politie gearresteerd was en dat de sigaren in beslag waren genomen. De koopman bleek échter minder goedgeloo- vig te zijn, dan de vrouw vermoedde en informeerde bij de politie. Toen bleek spoedig, dat het verhaal verzonnen was. Thans werd de man toch werkelijk gear- resteerd en zijn vrouw erbij. Te Middelburg worden sedert Maandag vermist een bijna 20-jarig en bijna 16-jarig meisje. De oudste is Maria Thewissen, ge boren 3 Februari 1922, leerling van de middelbare handelsschool. De jongste is Suzanne Melse, geboren 21 December f925, van beroep winkeljuffrouw. De beide meis jes waren vriendinnen en zijn vermoedelijk samen weggegaan. RECHTZAKEN VOOR DEN ECONOMISCHEN RECHTER. Al zijn textielkaarten verkocht. W. F. van Soest te Leiden moest te recht staan, omdat hij alle textielkaarten van zijn gezin, in totaal zeven stuks, had verkocht. Hij bekende zulks, maar voegde er aan toe uit geldgebrek gehandeld te hebben voor zijn gezin. De Officier vond hetgeen verdachte ge daan heeft, hoogst verkeerd. Daarmede heeft hij zich nog dieper in de put gehol pen. Voor ditmaal wilde de Officier volstaan met het eischen van een geldboete van f 25 subs. 25 dagen. De economische rechter veroordeelde verdachte conform dezen eisch. Van een kleinen jongen gekocht D. Bachrach uit' Bodegraven had zijn bemiddeling verleend bij het verhan delen van distributiekaarten, door zulk een kaart, als tusschenpersoon, te koopen van een jongen. De Officier eischte, voor dit feit een geld boete van 60 subs. 60 dagen, tot welke straf de economische rechter hem veroor deelde. FEUILLETON door A. HRUSCHKA Geautoriseerde vertaling. (Nadrukverboden). 10) ,,Deze brief', zeide hy tot den commis saris van politie, kan enkel door iemand, die op de hoogte is van de toedracht der zaak, geschreven zijn. Ik ben overtuigd, dat de feiten ons worden afgeschilderd, zooals ze in werkelijkheid gebeurd zyn en zoo wordt alles opgehelderd. Trouwens, iets van dien aard heb ik altijd vermoed. Van den beginne af was het duidelijk, dat de dader geèn onbekende was voor Holzmann, die hem echter wilde sparen. Waarom? Och, dat is gemakkelijk te begrijpen. Omdat hij vóór de. toekomst van zijn vrouw de we gen wilde open laten! Kwam men te we ten, dat zijn vriend den moord had ge pleegd, dan zou zij nooit met hem in het hu welijk kunnen treden. Maar zóó och, men laat gras over de zaak groeien en dan komt later alles wel in orde". Commissaris Heidinger ving gedurende deze redevoering toevallig een spotlachje op, dat bliksemsnel over het gezicht van den juist binnengetreden Silas Hempel gleed. En door dat lachje onwillekeurig bein- vloed, zeide hij: „U vergeet maar één ding, mijnheer Was- mut: dat bij onopgehelderde misdaden de openbare meening gewoonlijk vrij spel laat aan een opgezweepte verbeelding, en dat niet zelden de door die verbeelding gevon den oplossing aan de gerechtelijke overheid als feit wordt overgemaakt. Aan zulke din gen zyn wij gewoon én overdreven betee- kenis hechten wij er niet aan. In dit geval zou ik het nog minder willen doen omdat ik overtuigd ben, dat de schrijver van den brief in geen geval iemand is, die de toe dracht van de zaak kent." „Ik begrijp u niet. „Wel, nemen wy voor een oogenblik aan, dat het drame zich afspeelde zooals de schrijver van den brief het ons .wil doen gelooven: hoe kan, buiten de drie recht streeks bij de zaak betrokken personen, iemand zoo goed op de hoogte zijn? Holz mann is dood en de twee overlevenden zullen toch wel niet tegen zich zelf getui gen! Van alle huisgenooten hebben wij dui delijke verklaringen, die alle hierop neer komen, dai\er tusschen mevrouw Holzmann en den heer Henter nooit ongeoorloofde be trekkingen hebben bestaan. Naar mijn meening moeten wij dus aannemen, dat de brief niets anders is dan het product der zieke verbeelding van een hysterisch vrouwmensch of Van een overspannen jon geling, die onzinnig gebabbel als waarheid beschouwen." Maar de rechter van instructie was nu eenmaal niet te overtuigen. Koel glimlachend antwoordde hij: „En al was het nu zoo? Geen rook zon der vuur en de oude spreuk: De stem van het volk, de stem Gods, heeft zich maar al te dikwijls bewaarheid." De commissaris maakte een lichte bui ging, maar haalde tegelijkertijd de schou ders op. „Als ik u goed begrijp, mijnheer Was- mut", zei hij, „verlangt u dus, dat op grond van dezen anoniemen brief, de heer Hen ter als moordenaar wordt aangehouden?" „Neen, dat gaat niet, zoolang wij geen bewijsmateriaal tegen hem bezitten; maar ik verwacht van u, commissaris, dat u van nu af krachtig in die richting zult werken. Henter moet in het oog worden gehouden, zijn verleden scherp doorvorscht worden, dan zullen wij ongetwijfeld dingen te we ten komen, die zijn aanhouding rechtvaar digen. Ik verzoek u ernstig, u aan dezen wenk te houden; anders zou ik genood zaakt zijn, zelf de zaak ter hand te nemen." Hij groette styf en verwijderde zich, tot aan de deur vergezeld door den commissa ris, die zwijgend een buiging maakte. Gedurende dit gesprek had Silas Hempel zich bescheiden op den achtergornd gehou- den. Nu wendde de commissaris zich, die hoewel hij indertijd Hempel's rapport „zeer amusant" had gevonden, nog altijd geen hoog denkbeeld van de scherpzinnig heid van den jongen detective had, tot Si- las: ,,Wel, wat zegt u daarvan?" „Ik? Och, ik ben een beetje verwonderd over den toon van dr. Wasmut. Hy spreekt alsof hy over u te bevelen had! Bij ons, te Weenen, werken politie en instructie steeds vriendschappelijk samen." „Zoo moet het ook zijn. Maar dr. Was mut, overigens een uitstekend jurist, heeft dit gebrek, dat hij zijn persoonlijke meening als onfeilbaar beschouwt, 't Is niet de eer ste maal, dat onze meeningen uiteenloopen. En wat betreft het geval, dat ons nu bezig houdt. Ik geloof niet, dat hij het recht heeft, afgaande op het gebabbel van de menschen mij dien weg op te dringen. Niettemin zal ijiij nu wel niets anders over blijven, dan Hartwig Henter in het oog te houden. Maar één ding kan ik u verzeke ren: ik zal voor die karwei een paar man nen uitkiezen, op wier strenge discretie ik kan rekenen; want ik wil niet, dat hij er iets van te weten komt." „Wel, commissaris, neem mij!" Heidinger keek den detective verrast aan. Toen zeide hij langzaam: „Ik dacht, dat u nog al eerzuchtig waart. Denkt u, dat de zaak u iets zou kunnen op brengen?" „Voor het oogenblik laat ik dat punt bui ten beschouwing. Maar als my hier een be paalde taak wordt opgedragen, heb ik kans, langer dan mijn collega's hier te mogen blyveh en dat zal mij pleizier doen. Want de zaak Holzmaan interesseert mij in hooge mate. Ik heb vernomen, dat al uw mannen hier den dienst hebben hervat. Dus zullen wij hoogstwaarschijnlijk eerstdaags naar Weenen teruggeroepen wórden." „Inderdaad. Maar u zou ik gaarne hier houden en ik zal trachten, die zaak in orde te brengen. Niet omdat ik u voor Henter noodig heb, maar omdat u hier een veel ge wichtiger taak te vervullen hebt: de ontdek king van Holzmann's moordenaar. Bent bereid, die taak op u te nemen?" „Zeer gaarne, en ik dank u voor het ver trouwen, dat gij in mij stelt. Het spreekt vanzelf, dat ik mijn uiterst© best' zal doen om het te rechtvaardigen." VI Hartwig Henter zat in zijn privé-kantoor en werkte aan een plan, dat hy binnen kort den autoriteiten wilde voorleggen. Het ontwerp betrof'den aanleg van een buurt spoorweg, dien hij beschouwde als onmis baar voor den opbloei van de locale nijver heid. Werd zijn plan aangenomen, dan kon dit van grooten invloed op zijn toekomst zyn. Plotseling fronste Hartwig het voor hoofd en schoof de vellen papier, die vóór hem lagen, verder de tafel op. Neen, hij was dien avond niet in staat om langer te werken. Telkens vlogen zijn gedachten weer naar het briefje, hem dien namiddag door een besteller gebracht, en dat hij, na lezing, onmiddellijk in zijn portefeuille had geborgen. Hartwig keek op de klolfc. Pas half zes! Wat verloopt vandaag de tijd langzaam! Om zeven uur moest hij in 't Slotpark zijn. Hij haalde het briefje te voorschijn om het nog eens te lezen. „Besté Hartwig, Ik moet je absoluut vandaag nog spre ken. Vanavond om 7 uur wacht ik je bij 't Grieksche tempeltje in het Ybbenburger Slotpark. Steeds je Serena Traumetz". (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1941 | | pagina 2