„Tot ziei
is/pziska"
WOENSDAG 19 NOVEMBER 1941
DE LEIDSCHE COURANT
EERSTE BLAD - PAG. 2
Hoofdredacteur Th. WUmer, Lelden.
Red. Buitenland: Mr. H. GeLse, Lelden.
Red. Stad en Sport: M. Zonderop. Leiden.
Red. Omgeving: L. Roozen. i^elden.
Red. Letteren en Kunst: Fr. Schneiders, Lelden.
WEERBERICHT
ZONS OP-EN ONDERGANG
Zon onder 5.43 uur Woensdagavond.
Zon op 9.09 Donderdagochtend.
Tusschen deze tijden moet worden ver
duisterd.
MAANSTANDEN
19 November: De maan komt Woensdag
ochtend te 9.14 uur en gaat Woensdagavond
om 6.42 uur onder.
20 November: De maan komt Donderdag
morgen om 10.39 uur op en gaat Donder
dagavond om 7.29 uur onder.
20 November: De maan komt Donderdag
morgen om 10.39 uur op en gaat Donderdag
avond om 7.29 uur onder.
21 November: De maan komt Vrijdag
voormiddag om 11.35 uur op en gaat Vrij
dagavond om 8.30 uur onder.
22 November: De maan komt Zaterdag
middag om 12.31 uur op en gaat Zaterdag
avond om 9.36 uur onder.
23 November: De maan komt Zondag
middag om 1.16 uur op en gaat Zondag
avond om 10.47 uur onder.
24 November: De maan komt Maandag-
midag te 1.53 uur op en gaat Maandag
avond om 11.57 uur onder.
AMERIKA-JAPAN
DE ZENDING VAN KOEROESOE.
De aankomst van den Japanschen afge
zant Koeroesoe in Washington is voor de
New Yorksche bladen een aanleiding om
zich in gissingen te verdiepen over de
toekomstige ontwikkeling van de betrek
kingen tusschen Japan en Amerika.
De New York Herald Tribune meldt uit
Washington, dat de missie van Koeroesoe
onder ongunstige omstandigheden is be
gonnen, daar zij samenviel met de rede
van Tojo in het Japansche 'parlement,
waarin de Japansche premier de opheffing
van de oecönomische blokkade tegen Ja
pan, alsjnede het staken van de militaire
omsingeling en van de inmenging in Chi
na heeft geëischt. Wanneer Japan er aan
vasthoudt, het conflict met China zonder
inmenging van een derde mogendheid te
beëindigen, zullen de onderhandelingen
geen succes hebben, want de Vereenigde
Staten zijn niet voornemens China aan
Japan uit te leveren.
Ook de Washingtonsche correspondent
van de New York Times verklaart, dat de
conferenties met een duisteren achter
grond zijn begonnen. Een bewijs hiervoor
is, dat juist thans Amerikaansche bom
menwerpers naar geheime bases in den
Stillen Oceaan vliegen, dat Roosevelt een
nieuw crediet van 69 millioen dollar voor
de bewapening van de Philippijnen heeft
verlangd en dat Tojo eischen gesteld heeft,
die lijnrecht in strijd zijn met die van
Amerika.
Volgens wel ingelichte kringen te Wash
ington zouden Roosevelt en Huil niets na
laten om den Japanners duidelijk te ma
ken, dat de Vereenigde Staten vastbeslo
ten zijn China te steunen en dat men ge
weld met-geweld zal beantwoorden. Koe
roesoe en Nomoera, zoo meldt de corres
pondent. keken allesbehalve opgeruimd,
toen zij het Witte Huis verlieten, na een
bespreking, welke meer dan een uur heeft
geduurd.
DE „TIMES" VERLANGT TASTBARE
CONCESSIES.
De Engelsche pers toont groote belang
stelling voor de aanwezigheid van den
specialen Japanschen afgezant in Wash
ington, zoo meldt het D.N.B. uit Genève.
De „Times" betreurt, dat uit de jongste
rede van den Japanschen minister van
buitenlandsche zaken niet blijkt, welke
voorstellen Koeroesoe heeft medegebracht
om de spanning in den stillen Oceaan op
te heffen.
Het blad acht de keuze van Koeroesoe
als speciale afgezant in zooverre verras
send, daar Koeroesoe als Japansch am
bassadeur te Berlijn het driemogendhe-
denpact heeft onderteekend en zijn steun
heeft verleend bij de totstandkoming
hiervan. De „Times" acht de verwijzing
van Tojo naar het Japansch-bolsjewisti-
sche neutraliteitspact het eenige hoopge
vende punt in de jongste rede van Tojo.
Tenslotte verlangt de „Times", dat Koe
roesoe in Washington „tastbare conces
sies" zal doen, die niet in woorden, doch
in daden moeten bestaan en een princi-
pieele verandering van de politiek moeten
behelzen, welke Japan in de afgeloopen
tien jaar gevoerd heeft.
BRAND IN SANATORIUM IN DE V.S.
Bij een grooten brand in een particulier
sanatorium in Amityville op Longisland
zijn zes patiënten om het leven gekomen.
PLICHTSGETROUW
EN ONVERSCHROKKEN
Wij lezen het in de geschiedenisboeken
van ons land, hoe onze voorvaderen op de
bres stonden voor de toekomst van ons
land en volk. Plichtsgetrouw en onver
schrokken, dat waren zij. Door deze eigen
schappen is ons volk door de eeuwen heen
een voorbeeld geweest voor velen andere.
Natuurlijk, lezer, u bent dat met ons
eens, want het is mode geworden in de ge
schiedenisboeken te duiken, voorbeelden
aan te halen en zich dan op de borst te
slaan, trotsch over wat onze voorvaderen
tot stand brachten. Maar..., landgenoot,
daarmede zijn wij er niet.
Die roemrijke geschiedenis legt ons ver
plichtingen op, want nog nimmer dankte
ons volk zijn plaats aan anderen, altijd
waren wij het zelf die, desnoods met de
wapenen in de vuist, deze plaats ver
overden.
Zoo is het ook nu. Weer luidt de alarm
klok over Nederland, weer moet onze
plaats bevochten worden en weer zijn het
de besten onder ons, die hun plicht kennen
en zich inzetten terwille van ons land en
volk.
Reeds duizenden vertrokken naar het
Oosten, de wapenen in de vuist, want ons
volk z a 1 leven, ons volk en vaderland zal
zich handhaven. Wij willen niet parasitee
ren. Wij willen onze traditie hooghouden,
die traditie van een vry en moedig volk,
plichtsgetrouw en onverschrokken.
Vooruit landgnooten, onze geschiedenis
vraagt daden van u.
Meldt u aan bij het Vrijwilligerslegioen
„Nederland", Koninginegracht 22, te
's-Gravenhage.
Brandstoffen voor kamer
verhuurders en
pensionhouders
/\AAR. NIEUWE
BANDEN KRUGT
l-l'J niet!
(Polygoon-Seym)
Voor de maanden December
en Januari as
De Secretaris-Generaal van het Depar
tement van Handel, Nijverheid en Scheep
vaart maakt bekend, dat kamerverhuur
ders en pensionhouders, die hun huis met
haarden en kachels verwarmen, dezer da
gen op nader door den plaatselijken distri-
butiedienst te bepalen tijdstippen bij de
zen dienst een aanvrage kunnen indienen
ter verkrijging van vaste brandstoffen
voor het verwarmen van de door hen ver
huurde vertrekken, gedurende de maan
den December 1941 en Januari 1942. In
den loop van Januari 1942 zal voorts de
gelegenheid worden opengesteld vaste
brandstoffen voor verwarming van ver
huurde kamers gedurende de maanden
Februari en Maart aan te vragen. Voor het
stookseizoen 1941/'42 zullen daarna geen
brandstoffen voor dit doel meer worden
beschikbaar gesteld.
Personen, die kamers verhuren of een
pension houden en hun huizen door mid
del van centrale verwarming verwarmen,
hebben reeds het hun toegewezen aantal
bonnen voor verwarming voor het geheele
stookseizoen ontvangen en kunnen derhal
ve noch dezer dagen, noch in Januari een
nieuwe aanvrage indienen, behalve indien
•by hen personen komen inwonen op ka
mers, waarvoor zij het geheel nog geen
extra rantsoen hebben ontvangen.
Alle aanvragen moete.i worden inge
diend door den kamerverhuurder, reap,
pensionhouder op formulieren md 121,
welke bij de plaatselijke distributiedien-
sten, eveneens op nader door dezen dienst
bekend te maken tijdstippen, verkrijgbaar
zullen zijn. De bonnen zullen worden uit
gereikt aan den kamerverhuurder of pen
sionhouder, uiteraard echter slechts voor
verwarming van de verhuurde vertrekken,
dus ten behoeve van den kamerbewoner
of pensiongast. In verband met de klan
tenbinding in de kolenhandel moeten de
brandstoffen betrokken worden bij den le
verancier, bij wien de kamerverhuurder of
pensionhouder is ingeschreven.
De aanvragen mogen uitsluitend worden
ingediend voor vertrekken, die worden
verwarmd door middel van haarden en
kachels, welke met vaste brandstoffen
worden gestookt. Het extra-rantsoen zal
wederom drie bonnen, elk voor een een
heid vaste brandstoffen bedragen. Met de
ze drie eenheden dient men derhalve ge
durende de maanden December en Janu
ari toe te komen.
Per kamerbewoner of per gast zal in
geen geval voor meer dan één kamer een
extra rantsoen worden verstrekt. Iemand,
die meer dan één kamer heeft gehuurd,
komt slechts in aanmerking voor brand
stof voor één van deze kamers. Bovendien
zal, indien verschillende personen samen
wonen op een of meer gehuurde kamers
slechts ten behoeve van één van hen een
extra-rantsoen worden verstrekt. Voor in
wonende ouders, kinderen, klein-, pleeg
en stiefkinderen en overige familieleden
zullen geen extra brandstoffen beschik
baar worden gesteld, behalve indien het
daarbij een volkomen normale verhuur van
kamers betreft en derhalve de betrokke
ne i uit eigen inkomsten een normalen
huur- of pensionprijs betalen. Dit zal
uiteraard slechts bij hooge uitzondering het
geval zijn en zal dan ook op doorslagge
vende wijze ten genoegen van den plaatse
lijken distributiedienst moeten worden
aangetoond.
Voor ingekwartierde Duitsche militairen
mogen geen extra brandstoffen, worden
aangevraagd, daar zij reeds de bescheiden
daarvoor hebben.
Voorts wordt er de aandacht op geves
tigd, dat na 1 December a.s. geen aanvra
gen meer in behandeling zullen worden
genomen. Ook met eventueele mutaties in
de maanden December en Januari kan
geen rekening worden gehouden. In ver-
baifd hiermede wordt aangeraden om, in
dien men gedurende deze maanden op ka
mers wil gaan wonen of van pension wil
veranderen, er zich ter dege van te over
tuigen, dat de verhuurder over brandstof
fen beschikt. De toestand op 1 December
1941 is dus beslissend voor de vraag, of
voor December en Januari een extra-rant
soen kan worden verstrekt. Derhalve is het
verboden om voor .personen, die op 1 De
cember 1941 niet bij den verhuurder op
kamers wonen, of in pension zijn, vaste
brandstoffen aan te vragen.
(EEN FILM VOl
L OÉES/ EN CHARME)
2336
De saneering van het
Nederlandsche
orkestwezen
In de tot voor kort heerschende onge
zonde toestanden in het Nederlandsche
orkestwezen heeft de overheid aanleiding
.gevonden om binnen het kader van de Re
organisatie van het muziekleven over te
gaan tot de uitvoering van een saneerings-
plan, dat gebaseerd is öp sociale, oecono-
mische, cultureele en historische overwe
gingen. Deze overwegingen zijn samen te
vatten in een viertal punten, die thans,
nu de saneering inmiddels grootendeels
een feit is geworden, voor nadere toelich
ting in aanmerking komen.
Vooropgesteld moge worden, dat de
noodzakelijkheid van het bestaan van
acht symphonie orkensten voor osn land
thans officieel dient te worden erkend in
overeenstemming met de momenteel be
staande cultureele eischen.
De orkestbegrootingen zijn herzien en
in verband hiermede is een schema van de
bezetting en salarieering van de orkesten
ontworpen, dat tot doel heeft bepaalde
kunstzinnige leemten aan te vullen en dat
terstond aan de algemeen bekende slechte
economische positie van de orkestmusici
op redelijke wijze tegemoet komt. De staat
dient het inkomen van de musici te garan
deeren.
In verband met deze garantie is het ten
slotte niet meer dan billijk, dat het opper
toezicht op de groote orkesten op een van
staaswege controleerend lichaam over
gaat.
Voor de uitvoering van het tweede punt
in deze opsomming heeft het departement
van Volksvoorlichting en Kunsten, in sa
menwerking met deskundigen uit het mu
ziekgilde van de Ned. cultuurkamer I.O.
de bestaande orkesten verdeeld in drie
salarisklassen t.w.
Eerste klasse het Residentie orkest;
tweede klasse: Rotterdamsch philharmo-
nisch orkest en Utrechtsch sjedelijk orkest;
derde klasse: Groningsche orkest vereeni-
ging, Haarlemsche orkest vereeniging,
Arnhemsche orkest vereeniging en Maas-
trichtsch stedelijk orkest.
Als laagste salarisgrenzen worden aan
genomen vor de eerste klasse 183, voor
de tweede klasse 166, voor de derde
klasse 150 per maand.
Dat het Concertgebouw-orkest buiten
deze regeling valt het vormt een klasse
op zichzelf vindt zijn oorzaak in het feit
dat de salarieering by deze instelling groo-
tendeel^ boven de thans geldende normen
valt en dus geen aanleiding geeft tot on
middellijk ingrijpen in den bestaanden
toestand.
Redelijke orkestbezettingen, welke de
uitvoering van de meesterwerken der
toonkunst onverminkt waarborgen, zijn
vastgesteld en zullen in de toekomst stipt
worden gehandhaafd. Bij het vaststellen
van deze bezettingen is rekening gehou
den met den historischen groei van de or
kesten in de verschillende plaatsen en met
hun ligging ten opzichte van elkaar. Aan
gaande de salarieering van de musici werd
overwogen, dat de werkzaamheden als or
kestlid den geheelen mensch vergen, een
volledigen dagtaak vormen. lederen mor
gen wordt drie a vier uur gerepeteerd en
elk concert eischt ontzaggelijke inspan
ning. Vele concerten, dikwijls ver buiten
de stad, kosten veel tijd en energie. De
overblijvende tijden moeten dringend wor
den aangewend voor studie en niet, zooals
thans geschiedt, voor allerlei nevenwerk
zaamheden in diverse instrumentale
ensembles of zelfs in obscure amusements
orkesten om nog enkele geringe bijver
diensten te verkrijgen.
Voor orkestmusici, die ten minste zeven
jaar ernstige studie achter den rug heb
ben, werd een minimum salarieering vast
gesteld, welke gezien den huidigen levens
standaard niet anders dan matig is te noe
men, maar die niettemin voor talloozen een
verdubbeling van het tot heden gangbare
salaris uitmaakt.
Ob de nieuwe salarisschema's in de prac-
tijk te kunnen doorvoeren, nam het rijk de
verplichting op zich om het verschil tus
schen de oude en de nieuwe loonlijsten, te
garandeeren. In deze kwestie heeft het
aan medewerking van de zijde van „De
Nederlandsche Omroep" niet ontbroken.
Ten deele worden nu de verhoogde bedra
gen ter dekking van de salarissen gewon
nen uit de bedragen, welke een Omroep
betaalt voor de uitzending van de groote
orkesten in zijn programma's. Dit hono
rarium ontvangen de orkesten in den ver
volge niet meer rechtstreeks, noch indivi
dueel: alle orkesten profiteeren gezamen
lijk van de gelden, welke zij gezamenlijk
bij den Omroep hebben verdiend. Teza
men geven zij nu circa 300 microfoon-con
certen per jaar.
Tegenover de verleening van de gelden
door de overheid aanvaarden de orkesten
enkele voorwaarden, welke te beschouwen
zijn als de eerste maatregelen tot reorga
nisatie van het muziek- en concertwezen
in ons land en het van staatswege controle
uitoefenen op het besturen van de orkes
ten.
Wordt de verplichting tot prijsaandui
ding over het algemeen tamelijk nauwgezet
nagekomen, uit verschillende klachten, die
den gemachtigde voor de prijzen bereikten,
is gebleken, dat in vele groentenwinkels
naast een behoorlijke prijsaanduiding de
kwaliteitaanduiding ontbreekt. Er moge
hier nogmaals op worden gewezen, dat art.
1 van het Prijsaanduidingsbesluit 1941 be
paalt, dat het prijzen dient te geschieden on
der vermelding van de kwaliteitsaandui
ding en de verkoopbaarehid, zooals in den
handel gebruikelijk zijn.
Vooral ten aanzien van fruit is de na
latigheid hef grootst.
Groentenwinkeliers worden dus herin
nerd aan de verplichting, die op hen rust,
zoowel de prijzen als de kwaliteiten voor
het publiek goed leesbaar aan te duiden.
De controle-ambtenaren hebben opdracht
bij overtreding van deze voorschriften on
middellijk in te grijpen.
Op Zondag 16 November heeft te Olden
burg de opening plaats gehad van een ten
toonstelling van Nederlandsche kunst,
waarbij de heer E. Gerdes, hoofd van de
afdeeling beeldende kunsten van het de
partement van Volksvoorlichting en Kun
sten te Den Haag, een redevoering heeft
gehouden, waaraan wij het volgende ont
leen en
Ieder cultuurvolk aldus de heer Ger
des heeft zijn bijzondere begaafdheid.
Zoo zijn er op het gebied van de muziek in
alle cultuurlanden groote mannen geweest,
maar geen land, geen enkel volk heeft in
het rijk der muziek zoo veel gepresteerd
als Duitschland, als het Duitsche volk. Zoo
heeft het Italiaansche volk zijn bijzondere
begaafdheid op het gebied van de beeld
houwkunst. En het volk van Nederland
kan zich nog steeds het volk der schilders
noemen, niettegenstaande de geweldige
prestaties op dit gebied in andere landen
van Europa. Spr. gaf vervolgens een over
zicht van de ontwikkeling, den bloei en
het verval der beeldende kunsten in ons
land.
De 18de eeuw vertoonde bij ons een ver
val der beeldende kunsten, dat bijna even
groot was als de opbloei in de 17e eeuw.
Van de Nederlandsche kunstenaars werd
verlangd, dat zij zich aan den alles beheer-
schenden Franschen smaak zouden onder
werpen en deze al te verfijnde cultuur lag
den Hollander niet. Alleen de zwakkeren
deden er aan mee. Na onze diepste ver
nedering als volk, na den Napoleontischen
tijd, bleek, wat er nog aan eigen cultuur
aanwezig was en dit bleek verwonderlijk
veel te zijn.
Opmerkelijk is het, dat juist Duitsch
land altijd veel begrip voor onze schilder
kunst getoond heeft. In groote hoeveel
heden ging van het allerbeste, wat in de
17e eeuw geschappen was, de grens over
naar Duitschland, naar vorstelijke gale
rijen en privé-collecties. Bij het levendige
verkeer, dat in de 16e en 17e eeuw ook
in cultuurkringen tusschen Nederland en
Duitschland bestond, wist men in Duitsch
land reeds vroeg onze cultureele werken
te waardeeren en, zoodra de Duitschers
koopen konden, kocht men ook veel met
goeden smaak. Het is zeer merkwaardig,
dat men bij ons in de laatste tientallen
jaren bovengenoemd levendig verkeer een
voudig heeft doodgezwegen en dat onze
huidige generatie daarvan nog nauwelijks
iets weet. Zoo grondig is de zgn. openbare
meening bewerkt, want iedere herinnering
aan stam- en bloedverwantschap moest
uitgeroeid worden. De secr.-gen. van het
departement van Volksvoorlichting en
Kunsten, prof. Goedewaagen beschouwt
het als een eere-zaa'- nu .m jn de komende
tijden al het mogelijke in het werk te
stellen de vriendschappelijke betrekkin
gen en levendige cultuurwisseling tiis-
schen onze beide broedervolkeren te her
stellen. Ik heb het mogen beleven, met
hoeveel hartelijkheid en toewijding men
ons in Keulen, Hagen en Osnabrück ont
vangen en begroet heeft. Ik heb gezien
hoe uitstekend mijn collega's het met de
Duitsche kunstenaars konden vinden. En
nu maken wij hier in Oldenburg weer
een ontvangst mede, en weer doet men
alles om het ons zoo aangenaam mogelijk
te maken. En nu de toekomst. Moge de
toekomst weer tijden brengen, waarin een
Duitsche meester, wanneer hij in Neder
land reist, daarover berichten kan zooals
Duerer dat deed over zijn aankomst in
Antwerpen.
KERSTPAKETTEN NAAR HET
OOSTFRRONT.
Vanwege het hoofdkwartier van het vrij-
wiiligers-legioen Nederland werden thans
aan de daar bekende adressen van familie
leden de binnendoozen verzonden voor de
standaard-Kerstpakketten die aan elk der
bij het legioen, de Waffen SS, de N. S. K.
K., de Nachrichtentroepen dienstdoende Ne
derlanders op naam zullen worden toege
zonden.
Deze binnendoozen kunnen door de fa
milie naar wensch worden gevuld, doch bij
voorkeur met een wollen kleedingstuk. Ont
raden wordt aan bederf onderhevige eet
waren by te pakken.
Een brief kan worden bijgevoegd, en
veloppe niet sluiten.
Door enkele families werden reeds ge
schenken in eigen verpakking aan het
hoofdkwartier toegezonden.
Indien daarbij de naam van een vrijwil
liger werd genoemd, werd het gezondene
voor zooveel mogelyk overgepakt in een
modeldoos. Wat hiervan overbleef werd be
stemd om te verdeelen in pakken aan vrij
willigers die niets van familie of bekenden
toegezonden krijgen.
Aangenomen is dat allen hiermede ac-
coord gaan.
Aan familie of bekenden in Nederland
van Nederlandsche vrijwilligers, wier laat
ste woonplaats in het buitenland was, wordt
mede verzocht een binnendoos aan te vra
gen en voor de vulling zorg te dragen,
daar de ledige doozen niet eerst naar het
buitenland gezonden kunnen worden.
Tenslotte wordt er de aandacht op ge
vestigd, dat voor alles wat betreft deze
Kerstpakketten het adres uitsluitend is:
Hoofdkwartier Vrij willigers-legloen Neder
land, Koninginnegracht 22. Den Haag.
ROLPENS MAG NIET MEER WORDEN
GEMAAKT.
In aansluiting op het in de dagbladen
van 23 October j.L verschenen bericht
over het bereiden en conserveeren van
vleeschwaren deelt het Rijksbureau voor
de Voedselvoorziening in Oorlogstijd
thans mede, dat, in verband met verschil
lende omstandigheden, van de soorten
vleeschwaren, waarvan de bereiding is
toegestaan, rolpens moet vervallen.
Het bereiden van rolpens is in het ver
volg dus niet toegestaan.
De liturgie der Ker.'c
DONDERDAG 20 Nov. Mis. v. d. H. Fe
lix van Valois, Belijder: Justus. 2e gebed
voor den vrede. Kleur: Wit.
Na een zeer heilig leven in de een
zaamheid tezamen met den Parijschen pro
fessor, de heilige Joannes de Matha, sticht
te de heilige Felix met den heiligen Joan
nes de Orde van de Allerleiligste Drieën-
heid, tot verlossing van de slaven. Het sca
pulier van de Orde is wit met blauw-rood
kruis. Het onder ons bekende scapulier van
de Allerheiligste Drieëenheid (het eerste
van het vijfvoudig scapulier) is er een ver
kleining van.
SCHEURPREMIE EN GEWASSENKEUZE
OP GESCHEURD GRASLAND.
In verband met de vele vragen, die wor
den gesteld over wat men wel mag doen
en wat men niet kan doen om de scheur-
premie te behouden, zij het volgende on
der de aandacht gebracht.
De scheurpremie wordt gegeven om de
oppervlakte bouwland met bepaalde ge
wassen, die voor directe menschelijke voe
ding geschikt zijn of door een fabriekmati
ge bewerking geschikt zijn te maken, uit te
breiden. Dit zijn gewassen als tarwe, gerst,
rogge, aardappelen, suikerbieten, koolzaad.
De scheurpremie bedraagt 150.per
hectare, terwijl nog een extratoeslag van
100.-— wordt gegeven, dus totaal 250.—
per H.A. indien op het gescheurde land
koolzaad wordt verbouwd en geoogst, of
indien en voorzoover op het bedrijf, waar
gescheurd wordt, meer aardappelen wor
den verbouwd dan in 1941. Aardappelen
behoeven dus niet op het gescheurde land
te staan, maar mogen ook zooveel meer op
het oude bouwland worden geteeld.
Men is echter eenigszins beperkt, omdat
de teelt van peulvruchten op gescheurd
grasland verboden is, met dien verstande,
dat erwten zijn toegelaten, als de opper
vlakte erwten in het bedrijf niet grooter is
dan in 1941.
Bovendien mag de oppervlakte groen-
voedergewassen niet grooter zijn dan in
1941: dus de totale oppervlakte kunstwei-
de, klaver, voederbieten en dergelijke
groen voedergewassen. Deze mag men dus
op het gescheurde grasland zetten, als op
het oude bouwland een gelijke oppervlakte
minder met ruwvoeder wordt bezet.
De oppervlakte grasland, kunstweide,
klaver, voederbieten en andere groenvoe-
d erge wassen moet dus evenveel worden
verminderd als de oppervlakte, waarvoor
men vrijwillig heeft opgegeven voor 22
November 1941 en voor premie in aanmer
king wenscht te komen of waarvoor men
bij eventueelen scheurplicht wordt aange,-
slagen. We zullen dit nog met een paar
voorbeelden toelichten.
Op een gemengd bedrijf was in 1941 20
H.A. grasland en 10 H.A. bouwland, waar
van 4 H.A. met kunstweide, klaver, en voe
derbieten. Met het grasland waren er dus
24 H.A. ruwvoedergewassen.
Heeft de gebruiker tijdig opgegeven, dat
hij bereid was 4 H.A. te scheuren, dan mag
hij in 1942 20 H.A. ruwvoedergewassen
hebben, te weten 16 H.A- grasland en 4
H.A. groenvoedergewassen op het oude
bouwland en het gescheurde grasland sa
men. Hij zou dus b.v. op het gescheurde
land 1 H.A. voederbieten kunnen zaaien en
toch voor 4 H.A. premie krijgen, als hij de
20 H.A. ruwvoeder maar niet overschrijdt.
Dit geldt ook bij scheurplicht, alleen krijgt
hij dan geen premie.
Als men op een zuiver weidebedrijf 3
H.A. vrijwillig scheurt en opgeeft om voor
premie in aanmerking te komen, mogen
op deze 3 H.A. geen ruwvoeders en dus
ook geen voederbieten worden verbouwd.
Ook bij 3 H.A. scheurplicht mogen er geen
ruwvoeders op worden verbouwd. Het
grasland echter, dat men meer scheurt dan
de vrijwillig opgegeven oppervlakte met
premie of de opgelegde oppervlakte, mag
vrij met voederbieten worden geteeld. Is
de scheurplicht 3 H.A. en men scheurt 4
H.A., dan mag dus 1 H.A. met voederbieten
worden bebouwd.
Voorts zij er nog eens op gewezen, dat
op het gescheurde grasland tuinbomvge-
wassen, waarvoor teeltvergunning is ver
leend, mogen worden verbouwd. Grasland,
gescheurd ten behoeve van volkstuinen,
komt niet voor premie in aanmerking en
telt niet mee bij scheurplicht.
Voor het scheuren van grienden wordt
geen premie gegeven en evenmin voor het
gescheurde grasland, waarop griend wordt
verbouwd.
Boomgaarden, liggende in gras en bezet
met oude appelboomen, welke worden ge
rooid, kunnen na scheuring in aanmerking
komen voor de premie, indien ze daarna
als bouwland of tuingrond worden geëx
ploiteerd.
De Rijkslandbouwconsulent,
Ir. H. DE GROOT.
WILT U IETS WETEN?
Vraag: van Alphen naar Lutjebroek?
Antwoord: Alphen, Leiden, Amster
dam, Purmerend, Hoorn, Veendam, per
autobus (rytijd een half uur) naar Lutje
broek (vertrek Hoorn 7.15, 8.45, 10.15, 11.45,
1.15, 2.45, 4.15, 5.45 en 7.45 uur).
Vraag: Kunt u mij 'n boekje opgeven,
waarin kleuterliedjes voorkomen.
Antwoord: Aardige kleuterliedjes ko
men voor in de serie van Jo Moinat (uitg.
Thieme en Co., Zutphen). Of de door u be
doelde liedjes daarin voorkomen, weten we
echter niet.
Vr aag: 1. Wanneer iemand vergunning
heeft voor huisslachting, mag hij hiervan
aan familie uitgeven. 2. Mag dit vleesch
vrij worden vervoerd?
Antwoord: 1. Ja. 2. Voor het vervoer
van de slachtplaats naar huis ontvangt u
een vervoervergunning. Het is echter toe
gestaan in kleine hoeveelheden in acte-
tasschen e.d. te vervoeren.
Vraag: Hoe bereidt men piccalilly?
Antwoord: 1 L. gemengde groenten,
1 L. azijn, 2 lepels slaolie, 30 a 50 gr. mos
terdpoeder, 20 gr. kerrie, (2 gr. gember
poeder), 30 gr. suiker, 40 gr. bloem, 10 gr.
zout. De poedervormige bestanddeelen glad
aanmengen met de slaolie en bij gedeelten
de azijn. De saus roerende aan de kook
brengen. De groentestukjes 1 min. koken
in water met 50 gr. zout per L. Ze uit la
ten lekken, koud laten worden en door de
saus mengen. De piccalilly eenigen tyd la
ten staan alvorens ze te gebruiken.
Vragen: N. v. d. B. te N.
Antwoord: Daar u niet onder de
Ziektewet valt, valt u ook niet onder de
dwingende bepalingen van het ziekenfonds-
besluit. Wend u evenwel tot uw zieken
fonds om inlichtingen. Omtrent het ant
woord op een vraag, welke den Raad van
Arbeid raakt, kunt u zich beter tot den
Raad wenden.
Vraag* Inzake de 2 %loonaftrek in
zake ziekenfonds.
Antwoord: Deze loonaftrek staat
naast die van de ziektewet. De ziektewet
garandeert u 70 van uw loon gedurende
zekeren tijd, het ziekenfondsbesluit garan
deert u geneeskundige hulp. Dat zijn twee
verschillende dingen.
Vraag: L. M. C. te L. inzake zieken
fondsbesluit.
Antwoord: Voor uw geval komen
nog nadere regelingen.