„Tot ziei is/pziska" WOENSDAG 19 NOVEMBER 1941 DE LEIDSCHE COURANT EERSTE BLAD - PAG. 2 Hoofdredacteur Th. WUmer, Lelden. Red. Buitenland: Mr. H. GeLse, Lelden. Red. Stad en Sport: M. Zonderop. Leiden. Red. Omgeving: L. Roozen. i^elden. Red. Letteren en Kunst: Fr. Schneiders, Lelden. WEERBERICHT ZONS OP-EN ONDERGANG Zon onder 5.43 uur Woensdagavond. Zon op 9.09 Donderdagochtend. Tusschen deze tijden moet worden ver duisterd. MAANSTANDEN 19 November: De maan komt Woensdag ochtend te 9.14 uur en gaat Woensdagavond om 6.42 uur onder. 20 November: De maan komt Donderdag morgen om 10.39 uur op en gaat Donder dagavond om 7.29 uur onder. 20 November: De maan komt Donderdag morgen om 10.39 uur op en gaat Donderdag avond om 7.29 uur onder. 21 November: De maan komt Vrijdag voormiddag om 11.35 uur op en gaat Vrij dagavond om 8.30 uur onder. 22 November: De maan komt Zaterdag middag om 12.31 uur op en gaat Zaterdag avond om 9.36 uur onder. 23 November: De maan komt Zondag middag om 1.16 uur op en gaat Zondag avond om 10.47 uur onder. 24 November: De maan komt Maandag- midag te 1.53 uur op en gaat Maandag avond om 11.57 uur onder. AMERIKA-JAPAN DE ZENDING VAN KOEROESOE. De aankomst van den Japanschen afge zant Koeroesoe in Washington is voor de New Yorksche bladen een aanleiding om zich in gissingen te verdiepen over de toekomstige ontwikkeling van de betrek kingen tusschen Japan en Amerika. De New York Herald Tribune meldt uit Washington, dat de missie van Koeroesoe onder ongunstige omstandigheden is be gonnen, daar zij samenviel met de rede van Tojo in het Japansche 'parlement, waarin de Japansche premier de opheffing van de oecönomische blokkade tegen Ja pan, alsjnede het staken van de militaire omsingeling en van de inmenging in Chi na heeft geëischt. Wanneer Japan er aan vasthoudt, het conflict met China zonder inmenging van een derde mogendheid te beëindigen, zullen de onderhandelingen geen succes hebben, want de Vereenigde Staten zijn niet voornemens China aan Japan uit te leveren. Ook de Washingtonsche correspondent van de New York Times verklaart, dat de conferenties met een duisteren achter grond zijn begonnen. Een bewijs hiervoor is, dat juist thans Amerikaansche bom menwerpers naar geheime bases in den Stillen Oceaan vliegen, dat Roosevelt een nieuw crediet van 69 millioen dollar voor de bewapening van de Philippijnen heeft verlangd en dat Tojo eischen gesteld heeft, die lijnrecht in strijd zijn met die van Amerika. Volgens wel ingelichte kringen te Wash ington zouden Roosevelt en Huil niets na laten om den Japanners duidelijk te ma ken, dat de Vereenigde Staten vastbeslo ten zijn China te steunen en dat men ge weld met-geweld zal beantwoorden. Koe roesoe en Nomoera, zoo meldt de corres pondent. keken allesbehalve opgeruimd, toen zij het Witte Huis verlieten, na een bespreking, welke meer dan een uur heeft geduurd. DE „TIMES" VERLANGT TASTBARE CONCESSIES. De Engelsche pers toont groote belang stelling voor de aanwezigheid van den specialen Japanschen afgezant in Wash ington, zoo meldt het D.N.B. uit Genève. De „Times" betreurt, dat uit de jongste rede van den Japanschen minister van buitenlandsche zaken niet blijkt, welke voorstellen Koeroesoe heeft medegebracht om de spanning in den stillen Oceaan op te heffen. Het blad acht de keuze van Koeroesoe als speciale afgezant in zooverre verras send, daar Koeroesoe als Japansch am bassadeur te Berlijn het driemogendhe- denpact heeft onderteekend en zijn steun heeft verleend bij de totstandkoming hiervan. De „Times" acht de verwijzing van Tojo naar het Japansch-bolsjewisti- sche neutraliteitspact het eenige hoopge vende punt in de jongste rede van Tojo. Tenslotte verlangt de „Times", dat Koe roesoe in Washington „tastbare conces sies" zal doen, die niet in woorden, doch in daden moeten bestaan en een princi- pieele verandering van de politiek moeten behelzen, welke Japan in de afgeloopen tien jaar gevoerd heeft. BRAND IN SANATORIUM IN DE V.S. Bij een grooten brand in een particulier sanatorium in Amityville op Longisland zijn zes patiënten om het leven gekomen. PLICHTSGETROUW EN ONVERSCHROKKEN Wij lezen het in de geschiedenisboeken van ons land, hoe onze voorvaderen op de bres stonden voor de toekomst van ons land en volk. Plichtsgetrouw en onver schrokken, dat waren zij. Door deze eigen schappen is ons volk door de eeuwen heen een voorbeeld geweest voor velen andere. Natuurlijk, lezer, u bent dat met ons eens, want het is mode geworden in de ge schiedenisboeken te duiken, voorbeelden aan te halen en zich dan op de borst te slaan, trotsch over wat onze voorvaderen tot stand brachten. Maar..., landgenoot, daarmede zijn wij er niet. Die roemrijke geschiedenis legt ons ver plichtingen op, want nog nimmer dankte ons volk zijn plaats aan anderen, altijd waren wij het zelf die, desnoods met de wapenen in de vuist, deze plaats ver overden. Zoo is het ook nu. Weer luidt de alarm klok over Nederland, weer moet onze plaats bevochten worden en weer zijn het de besten onder ons, die hun plicht kennen en zich inzetten terwille van ons land en volk. Reeds duizenden vertrokken naar het Oosten, de wapenen in de vuist, want ons volk z a 1 leven, ons volk en vaderland zal zich handhaven. Wij willen niet parasitee ren. Wij willen onze traditie hooghouden, die traditie van een vry en moedig volk, plichtsgetrouw en onverschrokken. Vooruit landgnooten, onze geschiedenis vraagt daden van u. Meldt u aan bij het Vrijwilligerslegioen „Nederland", Koninginegracht 22, te 's-Gravenhage. Brandstoffen voor kamer verhuurders en pensionhouders /\AAR. NIEUWE BANDEN KRUGT l-l'J niet! (Polygoon-Seym) Voor de maanden December en Januari as De Secretaris-Generaal van het Depar tement van Handel, Nijverheid en Scheep vaart maakt bekend, dat kamerverhuur ders en pensionhouders, die hun huis met haarden en kachels verwarmen, dezer da gen op nader door den plaatselijken distri- butiedienst te bepalen tijdstippen bij de zen dienst een aanvrage kunnen indienen ter verkrijging van vaste brandstoffen voor het verwarmen van de door hen ver huurde vertrekken, gedurende de maan den December 1941 en Januari 1942. In den loop van Januari 1942 zal voorts de gelegenheid worden opengesteld vaste brandstoffen voor verwarming van ver huurde kamers gedurende de maanden Februari en Maart aan te vragen. Voor het stookseizoen 1941/'42 zullen daarna geen brandstoffen voor dit doel meer worden beschikbaar gesteld. Personen, die kamers verhuren of een pension houden en hun huizen door mid del van centrale verwarming verwarmen, hebben reeds het hun toegewezen aantal bonnen voor verwarming voor het geheele stookseizoen ontvangen en kunnen derhal ve noch dezer dagen, noch in Januari een nieuwe aanvrage indienen, behalve indien •by hen personen komen inwonen op ka mers, waarvoor zij het geheel nog geen extra rantsoen hebben ontvangen. Alle aanvragen moete.i worden inge diend door den kamerverhuurder, reap, pensionhouder op formulieren md 121, welke bij de plaatselijke distributiedien- sten, eveneens op nader door dezen dienst bekend te maken tijdstippen, verkrijgbaar zullen zijn. De bonnen zullen worden uit gereikt aan den kamerverhuurder of pen sionhouder, uiteraard echter slechts voor verwarming van de verhuurde vertrekken, dus ten behoeve van den kamerbewoner of pensiongast. In verband met de klan tenbinding in de kolenhandel moeten de brandstoffen betrokken worden bij den le verancier, bij wien de kamerverhuurder of pensionhouder is ingeschreven. De aanvragen mogen uitsluitend worden ingediend voor vertrekken, die worden verwarmd door middel van haarden en kachels, welke met vaste brandstoffen worden gestookt. Het extra-rantsoen zal wederom drie bonnen, elk voor een een heid vaste brandstoffen bedragen. Met de ze drie eenheden dient men derhalve ge durende de maanden December en Janu ari toe te komen. Per kamerbewoner of per gast zal in geen geval voor meer dan één kamer een extra rantsoen worden verstrekt. Iemand, die meer dan één kamer heeft gehuurd, komt slechts in aanmerking voor brand stof voor één van deze kamers. Bovendien zal, indien verschillende personen samen wonen op een of meer gehuurde kamers slechts ten behoeve van één van hen een extra-rantsoen worden verstrekt. Voor in wonende ouders, kinderen, klein-, pleeg en stiefkinderen en overige familieleden zullen geen extra brandstoffen beschik baar worden gesteld, behalve indien het daarbij een volkomen normale verhuur van kamers betreft en derhalve de betrokke ne i uit eigen inkomsten een normalen huur- of pensionprijs betalen. Dit zal uiteraard slechts bij hooge uitzondering het geval zijn en zal dan ook op doorslagge vende wijze ten genoegen van den plaatse lijken distributiedienst moeten worden aangetoond. Voor ingekwartierde Duitsche militairen mogen geen extra brandstoffen, worden aangevraagd, daar zij reeds de bescheiden daarvoor hebben. Voorts wordt er de aandacht op geves tigd, dat na 1 December a.s. geen aanvra gen meer in behandeling zullen worden genomen. Ook met eventueele mutaties in de maanden December en Januari kan geen rekening worden gehouden. In ver- baifd hiermede wordt aangeraden om, in dien men gedurende deze maanden op ka mers wil gaan wonen of van pension wil veranderen, er zich ter dege van te over tuigen, dat de verhuurder over brandstof fen beschikt. De toestand op 1 December 1941 is dus beslissend voor de vraag, of voor December en Januari een extra-rant soen kan worden verstrekt. Derhalve is het verboden om voor .personen, die op 1 De cember 1941 niet bij den verhuurder op kamers wonen, of in pension zijn, vaste brandstoffen aan te vragen. (EEN FILM VOl L OÉES/ EN CHARME) 2336 De saneering van het Nederlandsche orkestwezen In de tot voor kort heerschende onge zonde toestanden in het Nederlandsche orkestwezen heeft de overheid aanleiding .gevonden om binnen het kader van de Re organisatie van het muziekleven over te gaan tot de uitvoering van een saneerings- plan, dat gebaseerd is öp sociale, oecono- mische, cultureele en historische overwe gingen. Deze overwegingen zijn samen te vatten in een viertal punten, die thans, nu de saneering inmiddels grootendeels een feit is geworden, voor nadere toelich ting in aanmerking komen. Vooropgesteld moge worden, dat de noodzakelijkheid van het bestaan van acht symphonie orkensten voor osn land thans officieel dient te worden erkend in overeenstemming met de momenteel be staande cultureele eischen. De orkestbegrootingen zijn herzien en in verband hiermede is een schema van de bezetting en salarieering van de orkesten ontworpen, dat tot doel heeft bepaalde kunstzinnige leemten aan te vullen en dat terstond aan de algemeen bekende slechte economische positie van de orkestmusici op redelijke wijze tegemoet komt. De staat dient het inkomen van de musici te garan deeren. In verband met deze garantie is het ten slotte niet meer dan billijk, dat het opper toezicht op de groote orkesten op een van staaswege controleerend lichaam over gaat. Voor de uitvoering van het tweede punt in deze opsomming heeft het departement van Volksvoorlichting en Kunsten, in sa menwerking met deskundigen uit het mu ziekgilde van de Ned. cultuurkamer I.O. de bestaande orkesten verdeeld in drie salarisklassen t.w. Eerste klasse het Residentie orkest; tweede klasse: Rotterdamsch philharmo- nisch orkest en Utrechtsch sjedelijk orkest; derde klasse: Groningsche orkest vereeni- ging, Haarlemsche orkest vereeniging, Arnhemsche orkest vereeniging en Maas- trichtsch stedelijk orkest. Als laagste salarisgrenzen worden aan genomen vor de eerste klasse 183, voor de tweede klasse 166, voor de derde klasse 150 per maand. Dat het Concertgebouw-orkest buiten deze regeling valt het vormt een klasse op zichzelf vindt zijn oorzaak in het feit dat de salarieering by deze instelling groo- tendeel^ boven de thans geldende normen valt en dus geen aanleiding geeft tot on middellijk ingrijpen in den bestaanden toestand. Redelijke orkestbezettingen, welke de uitvoering van de meesterwerken der toonkunst onverminkt waarborgen, zijn vastgesteld en zullen in de toekomst stipt worden gehandhaafd. Bij het vaststellen van deze bezettingen is rekening gehou den met den historischen groei van de or kesten in de verschillende plaatsen en met hun ligging ten opzichte van elkaar. Aan gaande de salarieering van de musici werd overwogen, dat de werkzaamheden als or kestlid den geheelen mensch vergen, een volledigen dagtaak vormen. lederen mor gen wordt drie a vier uur gerepeteerd en elk concert eischt ontzaggelijke inspan ning. Vele concerten, dikwijls ver buiten de stad, kosten veel tijd en energie. De overblijvende tijden moeten dringend wor den aangewend voor studie en niet, zooals thans geschiedt, voor allerlei nevenwerk zaamheden in diverse instrumentale ensembles of zelfs in obscure amusements orkesten om nog enkele geringe bijver diensten te verkrijgen. Voor orkestmusici, die ten minste zeven jaar ernstige studie achter den rug heb ben, werd een minimum salarieering vast gesteld, welke gezien den huidigen levens standaard niet anders dan matig is te noe men, maar die niettemin voor talloozen een verdubbeling van het tot heden gangbare salaris uitmaakt. Ob de nieuwe salarisschema's in de prac- tijk te kunnen doorvoeren, nam het rijk de verplichting op zich om het verschil tus schen de oude en de nieuwe loonlijsten, te garandeeren. In deze kwestie heeft het aan medewerking van de zijde van „De Nederlandsche Omroep" niet ontbroken. Ten deele worden nu de verhoogde bedra gen ter dekking van de salarissen gewon nen uit de bedragen, welke een Omroep betaalt voor de uitzending van de groote orkesten in zijn programma's. Dit hono rarium ontvangen de orkesten in den ver volge niet meer rechtstreeks, noch indivi dueel: alle orkesten profiteeren gezamen lijk van de gelden, welke zij gezamenlijk bij den Omroep hebben verdiend. Teza men geven zij nu circa 300 microfoon-con certen per jaar. Tegenover de verleening van de gelden door de overheid aanvaarden de orkesten enkele voorwaarden, welke te beschouwen zijn als de eerste maatregelen tot reorga nisatie van het muziek- en concertwezen in ons land en het van staatswege controle uitoefenen op het besturen van de orkes ten. Wordt de verplichting tot prijsaandui ding over het algemeen tamelijk nauwgezet nagekomen, uit verschillende klachten, die den gemachtigde voor de prijzen bereikten, is gebleken, dat in vele groentenwinkels naast een behoorlijke prijsaanduiding de kwaliteitaanduiding ontbreekt. Er moge hier nogmaals op worden gewezen, dat art. 1 van het Prijsaanduidingsbesluit 1941 be paalt, dat het prijzen dient te geschieden on der vermelding van de kwaliteitsaandui ding en de verkoopbaarehid, zooals in den handel gebruikelijk zijn. Vooral ten aanzien van fruit is de na latigheid hef grootst. Groentenwinkeliers worden dus herin nerd aan de verplichting, die op hen rust, zoowel de prijzen als de kwaliteiten voor het publiek goed leesbaar aan te duiden. De controle-ambtenaren hebben opdracht bij overtreding van deze voorschriften on middellijk in te grijpen. Op Zondag 16 November heeft te Olden burg de opening plaats gehad van een ten toonstelling van Nederlandsche kunst, waarbij de heer E. Gerdes, hoofd van de afdeeling beeldende kunsten van het de partement van Volksvoorlichting en Kun sten te Den Haag, een redevoering heeft gehouden, waaraan wij het volgende ont leen en Ieder cultuurvolk aldus de heer Ger des heeft zijn bijzondere begaafdheid. Zoo zijn er op het gebied van de muziek in alle cultuurlanden groote mannen geweest, maar geen land, geen enkel volk heeft in het rijk der muziek zoo veel gepresteerd als Duitschland, als het Duitsche volk. Zoo heeft het Italiaansche volk zijn bijzondere begaafdheid op het gebied van de beeld houwkunst. En het volk van Nederland kan zich nog steeds het volk der schilders noemen, niettegenstaande de geweldige prestaties op dit gebied in andere landen van Europa. Spr. gaf vervolgens een over zicht van de ontwikkeling, den bloei en het verval der beeldende kunsten in ons land. De 18de eeuw vertoonde bij ons een ver val der beeldende kunsten, dat bijna even groot was als de opbloei in de 17e eeuw. Van de Nederlandsche kunstenaars werd verlangd, dat zij zich aan den alles beheer- schenden Franschen smaak zouden onder werpen en deze al te verfijnde cultuur lag den Hollander niet. Alleen de zwakkeren deden er aan mee. Na onze diepste ver nedering als volk, na den Napoleontischen tijd, bleek, wat er nog aan eigen cultuur aanwezig was en dit bleek verwonderlijk veel te zijn. Opmerkelijk is het, dat juist Duitsch land altijd veel begrip voor onze schilder kunst getoond heeft. In groote hoeveel heden ging van het allerbeste, wat in de 17e eeuw geschappen was, de grens over naar Duitschland, naar vorstelijke gale rijen en privé-collecties. Bij het levendige verkeer, dat in de 16e en 17e eeuw ook in cultuurkringen tusschen Nederland en Duitschland bestond, wist men in Duitsch land reeds vroeg onze cultureele werken te waardeeren en, zoodra de Duitschers koopen konden, kocht men ook veel met goeden smaak. Het is zeer merkwaardig, dat men bij ons in de laatste tientallen jaren bovengenoemd levendig verkeer een voudig heeft doodgezwegen en dat onze huidige generatie daarvan nog nauwelijks iets weet. Zoo grondig is de zgn. openbare meening bewerkt, want iedere herinnering aan stam- en bloedverwantschap moest uitgeroeid worden. De secr.-gen. van het departement van Volksvoorlichting en Kunsten, prof. Goedewaagen beschouwt het als een eere-zaa'- nu .m jn de komende tijden al het mogelijke in het werk te stellen de vriendschappelijke betrekkin gen en levendige cultuurwisseling tiis- schen onze beide broedervolkeren te her stellen. Ik heb het mogen beleven, met hoeveel hartelijkheid en toewijding men ons in Keulen, Hagen en Osnabrück ont vangen en begroet heeft. Ik heb gezien hoe uitstekend mijn collega's het met de Duitsche kunstenaars konden vinden. En nu maken wij hier in Oldenburg weer een ontvangst mede, en weer doet men alles om het ons zoo aangenaam mogelijk te maken. En nu de toekomst. Moge de toekomst weer tijden brengen, waarin een Duitsche meester, wanneer hij in Neder land reist, daarover berichten kan zooals Duerer dat deed over zijn aankomst in Antwerpen. KERSTPAKETTEN NAAR HET OOSTFRRONT. Vanwege het hoofdkwartier van het vrij- wiiligers-legioen Nederland werden thans aan de daar bekende adressen van familie leden de binnendoozen verzonden voor de standaard-Kerstpakketten die aan elk der bij het legioen, de Waffen SS, de N. S. K. K., de Nachrichtentroepen dienstdoende Ne derlanders op naam zullen worden toege zonden. Deze binnendoozen kunnen door de fa milie naar wensch worden gevuld, doch bij voorkeur met een wollen kleedingstuk. Ont raden wordt aan bederf onderhevige eet waren by te pakken. Een brief kan worden bijgevoegd, en veloppe niet sluiten. Door enkele families werden reeds ge schenken in eigen verpakking aan het hoofdkwartier toegezonden. Indien daarbij de naam van een vrijwil liger werd genoemd, werd het gezondene voor zooveel mogelyk overgepakt in een modeldoos. Wat hiervan overbleef werd be stemd om te verdeelen in pakken aan vrij willigers die niets van familie of bekenden toegezonden krijgen. Aangenomen is dat allen hiermede ac- coord gaan. Aan familie of bekenden in Nederland van Nederlandsche vrijwilligers, wier laat ste woonplaats in het buitenland was, wordt mede verzocht een binnendoos aan te vra gen en voor de vulling zorg te dragen, daar de ledige doozen niet eerst naar het buitenland gezonden kunnen worden. Tenslotte wordt er de aandacht op ge vestigd, dat voor alles wat betreft deze Kerstpakketten het adres uitsluitend is: Hoofdkwartier Vrij willigers-legloen Neder land, Koninginnegracht 22. Den Haag. ROLPENS MAG NIET MEER WORDEN GEMAAKT. In aansluiting op het in de dagbladen van 23 October j.L verschenen bericht over het bereiden en conserveeren van vleeschwaren deelt het Rijksbureau voor de Voedselvoorziening in Oorlogstijd thans mede, dat, in verband met verschil lende omstandigheden, van de soorten vleeschwaren, waarvan de bereiding is toegestaan, rolpens moet vervallen. Het bereiden van rolpens is in het ver volg dus niet toegestaan. De liturgie der Ker.'c DONDERDAG 20 Nov. Mis. v. d. H. Fe lix van Valois, Belijder: Justus. 2e gebed voor den vrede. Kleur: Wit. Na een zeer heilig leven in de een zaamheid tezamen met den Parijschen pro fessor, de heilige Joannes de Matha, sticht te de heilige Felix met den heiligen Joan nes de Orde van de Allerleiligste Drieën- heid, tot verlossing van de slaven. Het sca pulier van de Orde is wit met blauw-rood kruis. Het onder ons bekende scapulier van de Allerheiligste Drieëenheid (het eerste van het vijfvoudig scapulier) is er een ver kleining van. SCHEURPREMIE EN GEWASSENKEUZE OP GESCHEURD GRASLAND. In verband met de vele vragen, die wor den gesteld over wat men wel mag doen en wat men niet kan doen om de scheur- premie te behouden, zij het volgende on der de aandacht gebracht. De scheurpremie wordt gegeven om de oppervlakte bouwland met bepaalde ge wassen, die voor directe menschelijke voe ding geschikt zijn of door een fabriekmati ge bewerking geschikt zijn te maken, uit te breiden. Dit zijn gewassen als tarwe, gerst, rogge, aardappelen, suikerbieten, koolzaad. De scheurpremie bedraagt 150.per hectare, terwijl nog een extratoeslag van 100.-— wordt gegeven, dus totaal 250.— per H.A. indien op het gescheurde land koolzaad wordt verbouwd en geoogst, of indien en voorzoover op het bedrijf, waar gescheurd wordt, meer aardappelen wor den verbouwd dan in 1941. Aardappelen behoeven dus niet op het gescheurde land te staan, maar mogen ook zooveel meer op het oude bouwland worden geteeld. Men is echter eenigszins beperkt, omdat de teelt van peulvruchten op gescheurd grasland verboden is, met dien verstande, dat erwten zijn toegelaten, als de opper vlakte erwten in het bedrijf niet grooter is dan in 1941. Bovendien mag de oppervlakte groen- voedergewassen niet grooter zijn dan in 1941: dus de totale oppervlakte kunstwei- de, klaver, voederbieten en dergelijke groen voedergewassen. Deze mag men dus op het gescheurde grasland zetten, als op het oude bouwland een gelijke oppervlakte minder met ruwvoeder wordt bezet. De oppervlakte grasland, kunstweide, klaver, voederbieten en andere groenvoe- d erge wassen moet dus evenveel worden verminderd als de oppervlakte, waarvoor men vrijwillig heeft opgegeven voor 22 November 1941 en voor premie in aanmer king wenscht te komen of waarvoor men bij eventueelen scheurplicht wordt aange,- slagen. We zullen dit nog met een paar voorbeelden toelichten. Op een gemengd bedrijf was in 1941 20 H.A. grasland en 10 H.A. bouwland, waar van 4 H.A. met kunstweide, klaver, en voe derbieten. Met het grasland waren er dus 24 H.A. ruwvoedergewassen. Heeft de gebruiker tijdig opgegeven, dat hij bereid was 4 H.A. te scheuren, dan mag hij in 1942 20 H.A. ruwvoedergewassen hebben, te weten 16 H.A- grasland en 4 H.A. groenvoedergewassen op het oude bouwland en het gescheurde grasland sa men. Hij zou dus b.v. op het gescheurde land 1 H.A. voederbieten kunnen zaaien en toch voor 4 H.A. premie krijgen, als hij de 20 H.A. ruwvoeder maar niet overschrijdt. Dit geldt ook bij scheurplicht, alleen krijgt hij dan geen premie. Als men op een zuiver weidebedrijf 3 H.A. vrijwillig scheurt en opgeeft om voor premie in aanmerking te komen, mogen op deze 3 H.A. geen ruwvoeders en dus ook geen voederbieten worden verbouwd. Ook bij 3 H.A. scheurplicht mogen er geen ruwvoeders op worden verbouwd. Het grasland echter, dat men meer scheurt dan de vrijwillig opgegeven oppervlakte met premie of de opgelegde oppervlakte, mag vrij met voederbieten worden geteeld. Is de scheurplicht 3 H.A. en men scheurt 4 H.A., dan mag dus 1 H.A. met voederbieten worden bebouwd. Voorts zij er nog eens op gewezen, dat op het gescheurde grasland tuinbomvge- wassen, waarvoor teeltvergunning is ver leend, mogen worden verbouwd. Grasland, gescheurd ten behoeve van volkstuinen, komt niet voor premie in aanmerking en telt niet mee bij scheurplicht. Voor het scheuren van grienden wordt geen premie gegeven en evenmin voor het gescheurde grasland, waarop griend wordt verbouwd. Boomgaarden, liggende in gras en bezet met oude appelboomen, welke worden ge rooid, kunnen na scheuring in aanmerking komen voor de premie, indien ze daarna als bouwland of tuingrond worden geëx ploiteerd. De Rijkslandbouwconsulent, Ir. H. DE GROOT. WILT U IETS WETEN? Vraag: van Alphen naar Lutjebroek? Antwoord: Alphen, Leiden, Amster dam, Purmerend, Hoorn, Veendam, per autobus (rytijd een half uur) naar Lutje broek (vertrek Hoorn 7.15, 8.45, 10.15, 11.45, 1.15, 2.45, 4.15, 5.45 en 7.45 uur). Vraag: Kunt u mij 'n boekje opgeven, waarin kleuterliedjes voorkomen. Antwoord: Aardige kleuterliedjes ko men voor in de serie van Jo Moinat (uitg. Thieme en Co., Zutphen). Of de door u be doelde liedjes daarin voorkomen, weten we echter niet. Vr aag: 1. Wanneer iemand vergunning heeft voor huisslachting, mag hij hiervan aan familie uitgeven. 2. Mag dit vleesch vrij worden vervoerd? Antwoord: 1. Ja. 2. Voor het vervoer van de slachtplaats naar huis ontvangt u een vervoervergunning. Het is echter toe gestaan in kleine hoeveelheden in acte- tasschen e.d. te vervoeren. Vraag: Hoe bereidt men piccalilly? Antwoord: 1 L. gemengde groenten, 1 L. azijn, 2 lepels slaolie, 30 a 50 gr. mos terdpoeder, 20 gr. kerrie, (2 gr. gember poeder), 30 gr. suiker, 40 gr. bloem, 10 gr. zout. De poedervormige bestanddeelen glad aanmengen met de slaolie en bij gedeelten de azijn. De saus roerende aan de kook brengen. De groentestukjes 1 min. koken in water met 50 gr. zout per L. Ze uit la ten lekken, koud laten worden en door de saus mengen. De piccalilly eenigen tyd la ten staan alvorens ze te gebruiken. Vragen: N. v. d. B. te N. Antwoord: Daar u niet onder de Ziektewet valt, valt u ook niet onder de dwingende bepalingen van het ziekenfonds- besluit. Wend u evenwel tot uw zieken fonds om inlichtingen. Omtrent het ant woord op een vraag, welke den Raad van Arbeid raakt, kunt u zich beter tot den Raad wenden. Vraag* Inzake de 2 %loonaftrek in zake ziekenfonds. Antwoord: Deze loonaftrek staat naast die van de ziektewet. De ziektewet garandeert u 70 van uw loon gedurende zekeren tijd, het ziekenfondsbesluit garan deert u geneeskundige hulp. Dat zijn twee verschillende dingen. Vraag: L. M. C. te L. inzake zieken fondsbesluit. Antwoord: Voor uw geval komen nog nadere regelingen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsche Courant | 1941 | | pagina 2